IEF 22286
11 oktober 2024
Uitspraak

Schorsing octrooigeschil in afwachting van uitspraak TKB

 
IEF 22292
10 oktober 2024
Artikel

Nog een paar plekken voor de Midnight Marauders tour tijdens ADE

 
IEF 22282
10 oktober 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: strafvermindering in zaak waarbij opzettelijk inbreuk werd gemaakt op auteursrecht

 
IEF 6340

Moda

altraalba.gifGvEA, 25 juni 2008, zaak T-224/06, Otto GmbH & Co. KG tegen OHIM / L’Altra Moda SpA (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar)

Oppositieprocedure. Aanvraag gemeenschapsmerk beeldmerk "l'Altra Moda" (kleding), oppositie o.g.v. Duits nationaal beeldmerk "Alba Moda" (kleding). Oppositie afgewezen. Aan de feitelijke uitkomst kan, zoals wel vaker, getwijfeld worden, maar verder betreft het een weinig boeiend zaak.

“46. Eu égard à l’absence de similitude visuelle, phonétique ou conceptuelle, c’est à juste titre que la chambre de recours a conclu que les marques en conflit n’étaient ni identiques ni similaires, et que, partant, l’une des conditions d’application de l’article 8, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94 n’était pas remplie en l’espèce.”

Lees het vonnis hier

IEF 6339

Oraal onderhandeld

cicar.gifGvEA, 25 juni 2008, Zipcar, Inc tegen OHIM / Canary Islands Car, SL (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Oppositieprocedure. Aanvraag gemeenschapsmerk woordmerk ZIPCAR, Oppositie o.g.v. nationaal woordmerk CICAR. Weinig interessante zaak. Verwarringsgevaar aangenomen, oppositie toegewezen voor de betrokken diensten van klasse 39 (autoverhuur). Zoveelste zaak waarbij de gebrekkige kennis van het Engels in Spanje een rol speelt (“even on the assumption that an average Spanish consumer is able to recognise, in the conflicting marks, the English word ‘car”).

47. It is true that the level of attention of the average consumer is likely to vary according to the category of goods or services in question. However, in the present case, there is no basis for the inference that the degree of attention of the relevant public is particularly high when a car rental supplier is being chosen. There are no factors present which encourage a high degree of attention, such as a high price or the technological nature of the service. Consequently, the applicant’s argument that the relevant public is particularly attentive because of the nature of the services covered in the present case must be rejected.

48.  In addition, the applicant claimed that the earlier mark was not distinctive, by arguing that it was the abbreviation of ‘Canary Islands car’. However, as was stated in paragraph 45 above, the earlier mark will not be perceived by the relevant public as being the abbreviation of ‘Canary Islands car’. Accordingly, it cannot be maintained that the earlier mark has limited protection.

49. The Board of Appeal states in the contested decision that the majority of motor vehicle rental contracts are entered into by telephone. While there is no doubt that the services in question may be chosen by sight, it is equally undeniable that a not insignificant proportion of car rental contracts are negotiated orally. Moreover, on any view of the matter, it must be pointed out that car rental suppliers are recommended and chosen orally in a significant number of cases. Consequently, while it is true that the potential customer of the services in question may encounter the visual representation of the mark first, the phonetic element may play a decisive role in his choosing the services in question, in particular as regards services, amongst those covered by the mark applied for, which are not limited to car rental in the strict sense.

50. In the light of all those considerations, the Board of Appeal was fully entitled to conclude in the contested decision that there was a likelihood of confusion within the meaning of Article 8(1)(b) of Regulation No 40/94. “

Lees het arrest hier.

IEF 6338

Een omvangrijk geschil

kwa-ap.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, KG ZA 08-591, Livius Beheer B.V. tegen Fewmore Holding B.V.

Stukgelopen samenwerking. Partijen hebben de franchiseformule “Kwaliteits Apotheek” een gezamenlijke vennootschap opgericht, Bwana B.V. Gedaagde Fewmore heeft hieraan voorafgaand op eigen naam de revelante domeinnamen en merk geregistreerd. De samenwerking loopt uit op een ‘omvangrijk geschil’ en eiser Livius vordert i.c. dat gedaagde de domeinnamen, websites en merken overdraagt aan de gezamenlijk vennootschap. Gedaagde weigert dit omdat er sprake zou zijn van wanbeheer en openstaande vorderingen op eiser en de gezamenlijke B.V.

Het oordeel van de voorzieningenrechter is met recht voorlopig: nu het onduidelijk is of de gezamenlijke B.V. nog voortgezet kan worden, kan het niet zo zijn dat dat door een IE-blokkade ommogelijk wordt gemaakt. Gebruiksrecht voor de merken, overdracht van de domeinnamen en websites. Gedeelde proceskosten.

“4.1. Naar voorlopig oordeel hangt de gevorderde overdracht van het merk en de website dermate samen met andere aspecten van het omvangrijke geschil tussen Sloothaak en Van Ulden over hun mislukte samenwerking, dat het niet goed mogelijk is die vordering afzonderlijk te beoordelen.(…) Gelet daarop past terughoudendheid bij de beantwoording van de vraag of er gronden zijn om, vooruitlopend op de definitieve beslechting van het gehele geschil tussen Sloothaak en Van Ulden, een van de vele vorderingen die partijen en aan hen gelieerde ondernemingen over en weer op elkaar stellen te hebben, toe te wijzen als voorlopige voorziening. 

4.2. Livius betoogt dat een definitieve beslechting van het gehele geschil niet kan worden afgewacht omdat de overdracht van het merk en de website noodzakelijk is voor de voortzetting van de onderneming van Bwana. Fewmore en Van Ulden hebben echter terecht aangevoerd dat overdracht van het merk en de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de content van de website niet noodzakelijk is voor de voorlopige voortzetting van die onderneming. Daartoe volstaat een gebruiksrecht (zie daarover hierna r.o. 4.4). Derhalve wijst de voorzieningenrechter, mede gelet op hetgeen is overwogen in 4.1, de gevorderde overdracht van het merk (vordering I) en de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de content van de website (vordering II sub (i)) af.

4.3. Dit ligt anders voor de overige vorderingen. Als zodanig is onweersproken dat de zeggenschap over de domeinnamen en de beschikbaarheid van een kopie van de content van de website (dat wil zeggen van de ten behoeve van de website ontwikkelde bestanden, werken en databanken) wel noodzakelijk is voor de voorlopige voortzetting van de onderneming van Bwana. Fewmore en Van Ulden hebben hier slechts tegenin gebracht dat de overdracht niet zinvol is omdat voortzetting van Bwana reeds om andere redenen onmogelijk is, namelijk vanwege het conflict in het bestuur en de financiële problemen van Bwana. Dat verweer wordt door de voorzieningenrechter gepasseerd. Vast staat namelijk dat Sloothaak en Livius enerzijds en Fewmore en Van Ulden anderzijds juist van mening verschillen over de vraag of voortzetting van Bwana mogelijk is. In het midden kan blijven welke opvatting juist is. Het is in ieder geval niet aan Fewmore en Van Ulden om de discussie te beslechten door voortzetting van de onderneming daadwerkelijk onmogelijk te maken door het weigeren van de terbeschikkingstelling van de noodzakelijke content en de domeinnamen. Derhalve zal de voorzieningenrechter de daarop gerichte vorderingen II (ii) en (iii), die afgezien van het voorgaande onweersproken zijn, toewijzen.
4.4. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat de conclusie dat op dit
moment geen grond is voor overdracht van het merk en de intellectuele eigendomsrechten
met betrekking tot de content, niet impliceert dat Fewmore en Van Ulden zich op grond van
die rechten kunnen verzetten tegen voortzetting van het gebruik van het merk en de content
door Bwana en haar licentienemers.

4.5. Naar voorlopig oordeel moet worden aangenomen dat de licentie die Fewmore en Van Ulden stellen te hebben verleend aan Bwana in de gegeven omstandigheden nog niet rechtsgeldig kan zijn beëindigd, althans dat handhaving van de betreffende intellectuele eigendomsrechten in de gegeven omstandigheden misbruik van bevoegdheid in de zin van artikel 3:13 van het Burgerlijk Wetboek oplevert. De belangen van Bwana (en daarmee de belangen van aandeelhouder Livius) zouden immers ernstig worden geschaad door een verbod op gebruik van het merk en de content, terwijl niet is gesteld of gebleken dat daar een redelijk belang van Fewmore of Van Ulden tegenover staat. Daar komt bij dat van Fewmore en Van Ulden, vanwege hun keuze samen met Livius te participeren in Bwana, juist extra zorgvuldigheid ten opzichte van Bwana en Livius mag worden verwacht. Fewmore is ingevolge artikel 3.2 van de aandeelhoudersovereenkomst zelfs verplicht is de belangen van Bwana “optimaal te behartigen”. Een en ander verdraagt zich niet met het afdwingen van een verbod op gebruik van het merk en de content hangende een discussie over de voortzetting van de onderneming.

4.6. Het gevorderde verbod op bepaalde uitlatingen (vordering III) baseert Livius op de vermelding “Kwaliteitsapotheek is een handelsmerk van Fewmore Holding” die Fewmore en Van Ulden hebben gepresenteerd op de internetpagina onder de domeinnamen (zie de afbeelding van die pagina in rechtsoverweging 2.11). De voorzieningenrechter is met Livius van oordeel dat die uitlating onrechtmatig is jegens Livius omdat die bij klanten en apothekers de indruk zal wekken dat de webwinkel en de franchise-formule worden beheerd door Fewmore in plaats van Bwana. Die mededeling en de verwarring die daardoor bij klanten en apothekers kan ontstaan, kan de onderneming van Bwana (en daarmee de belangen van aandeelhouder Livius) schade berokkenen.(…)”

Lees het vonnis hier.

IEF 6337

Formaliteitenverbod

bernc.gifRechtbank 's-Hertogenbosch, 11 juni 2008, LJN: BD3658, Adobe Systems Inc. & Microsoft Corp. tegen Patch Marketing B.V.

Incident zekerheidstelling proceskosten. Het vereiste van 224 Rv is geen formaliteit als bedoeld in artikel 5 lid 2 Berner Conventie. De schadevergoeding waar artikel 224 lid 1 Rv op doelt betreft de schade die een rechtstreeks gevolg is van het in rechte opkomen van gedaagde. Het gaat niet om de schadevergoeding die eventueel in reconventie gevorderd zou kunnen worden. Vordering toegewezen. 

Adobe c.s. hebben - kort gezegd - Patch in de hoofdzaak gedagvaard vanwege het zonder toestemming gebruik maken van en verveelvoudigen van hun auteursrechtelijk beschermde computerprogramma’s. Patch vordert bij deze incidentele conclusie dat Adobe c.s., als in de V.S. gevestigde rechtspersonen, op grond van artikel 224 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) worden veroordeeld om zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding, tot betaling waarvan Adobe c.s. in de hoofdzaak veroordeeld zouden kunnen worden. Adobe c.s. stellen zich primair op het standpunt dat de uitzondering van artikel 224, lid 2, sub a Rv aan de orde is.

Volgens hen verzet in het onderhavige geval artikel 5 van de Berner Conventie zich tegen het opleggen van een verplichting tot het stellen van zekerheid. Aan een Amerikaanse procespartij zouden, in een Nederlandse procedure over auteursrechten tegen een Nederlandse procespartij, geen eisen mogen worden gesteld die niet ook aan de Nederlandse procespartij worden gesteld. Met het stellen van zekerheid zou bovendien een door de BC niet toegestane formaliteit aan de uitoefening van het auteursrecht worden gesteld. De rechtbank volgt het standpunt van Adobe c.s. niet.

Bij het eerste lid van artikel 5 BC gaat het erom dat die buitenlandse auteur, waar het zijn auteursrecht betreft, in Nederland dezelfde bescherming geniet als een Nederlandse auteur. Het Nederlands recht maakt op dat punt geen onderscheid naar de nationaliteit van de auteur of het land van oorsprong van het betreffende werk. De verplichting tot zekerheidstelling in het kader van een gerechtelijke procedure doet aan die bescherming niet af.

Daarnaast is het doel van formaliteitenverbod van het tweede lid van artikel 5 BC te voorkomen dat aan het auteursrecht afbreuk wordt gedaan doordat niet aan bepaalde formaliteiten is voldaan. De verplichting tot zekerheidstelling is naar het oordeel van de rechtbank niet een dergelijke formaliteit. Immers, er veronderstellenderwijs van uitgaande dat Adobe c.s. in Nederland auteursrechtelijke bescherming genieten, verandert het vereiste van zekerheidstelling daar niets aan. Het auteursrecht vervalt niet, noch wordt het anderszins beperkt wanneer geen zekerheid wordt gesteld.

Adobe c.s. hebben zich subsidiair op het standpunt gesteld dat er, naast de zekerheid voor de proceskosten, geen sprake kan zijn van een veroordeling tot zekerheidstelling voor de eventuele schadevergoeding, waar Adobe c.s. tot veroordeeld zouden kunnen worden. Patch heeft daartoe immers geen eis van reconventie ingesteld. Dit verweer faalt. De schadevergoeding waar artikel 224 lid 1 Rv op doelt, betreft de schade die een rechtstreeks gevolg is van het in rechte opkomen van Patch. Het betreft dus niet de schadevergoeding die eventueel in reconventie gevorderd zou kunnen worden.

De rechtbank wijst de incidentele vordering tot zekerheidsstelling toe. De rechtbank acht daarbij het door Patch gestelde bedrag van EUR 15.300,-- aan werkelijk te maken proceskosten vooralsnog niet onredelijk hoog, gelet op de stand waarin de procedure zich bevindt,  in de beginfase,  en de door advocaten gebruikelijk te hanteren uurtarieven. Dit laat uiteraard onverlet dat de rechtbank, indien Adobe c.s. in de hoofdzaak in het ongelijk zouden worden gesteld, de door Patch daadwerkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand aan de hiervoor bedoelde toets van artikel 1019h Rv dient te onderwerpen. Adobe c.s.worden, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van het incident veroordeeld (€452,00).

Lees het vonnis hier.

IEF 6315

Het merk waarop een ander recht heeft

Hoge Raad , 24 juni 2008, LJN: BD2745, Strafzaak.

 “1. Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft (…) de verdachte ter zake van (…) "opzettelijk waren, die zelf valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft in voorraad hebben, meermalen gepleegd"  (...) veroordeeld tot vierentwintig maanden gevangenisstraf, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met verbeurdverklaring, teruggave en bewaring van de inbeslaggenomen voorwerpen.

De Hoge Raad verwerpt het beroep. “Voor onderzoek door de cassatierechter komen alleen in aanmerking middelen van cassatie als in de wet bedoeld. Als een zodanig middel kan slechts gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak heeft gewezen.”

Lees het arrest hier.

IEF 6314

Faits Divers

IP wereldleiders op topbijeenkomst in Amsterdam. “Kopstukken uit de hele wereld van het zakelijk intellectueel eigendomsrecht komen deze maand in Amsterdam bijeen voor het eerste IP Business Congress. Het congres op 25 en 26 juni belooft een van de belangrijkste gebeurtenissen van 2008 te worden op het gebied van het intellectuele eigendom. Het congres start met een topontmoeting van anderhalve dag van 'Chief Intellectual Property Officers' (cipo's) georganiseerd door het gezaghebbende vakblad Intellectual Asset Management (IAM). Daarop volgt ween veiling van IP rechten onder leiding van Ocean Tomo LLC.

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal welke als enige juridische geldigheid beoogt.”

Lees hier meer (Businesswire). 

Groepsportret. “Directeur Dré Peters van Weekblad De Trompetter zegt geen inbreuk te maken op het portretrecht van de KNVB. (…) Het weekblad heeft zeventien organisaties en ondernemers gestrikt voor een advertentie in een speciale EK-uitgave. Hun namen stonden onder een getekende versie van de groepsfoto van het elftal en op de shirts van de spelers die herkenbaar zijn afgebeeld. De voetbalbond gaat stappen ondernemen tegen De Trompetter, omdat het blad het merkenrecht schendt.”

Lees hier meer (Omroep Brabant).

Telegraaf dreigt eigenaar Sexspeurders. “De Telegraaf wil dat het domein Sexspeurders.nl niet langer wordt gebruikt. De naam zou inbreuk maken op het merkrecht van De Telegraaf. (…)  B. de Haan, bedrijfsjurist van De Telegraaf: "Het maakt ons niet uit waar de heer Van Diejen zijn domein gebruikt. We willen gewoon dat hij ermee stopt. De term leidt hoe dan ook tot verwarring."  Van Diejen is niet van plan om mee te werken met De Telegraaf. "Ik vind de eis bezopen. Ik denk dat ze me niets kunnen maken." De Haan bestrijdt dat. "Hier zijn in het verleden al zaken over geweest."

Lees hier meer (Webwereld).

Bellen met befjes. “Maar sluwe horecamannetjes uit de regio Rotterdam surfen plotseling mee op onze titel [Quote]. Volgens eigenaren Willem en Teun van Rij is de naam een raak gekozen eerbetoon aan ons blad vanwege de ‘vele vrienden’ die erin figureren. (…) Maar eens gebeld met de befjes die onze titel beschermen. ‘Hoewel horecadiensten in het verleden zijn opgenomen in de omschrijving, zijn de betreffende merkrechten ouder dan vijf jaar en derhalve gebruiksplichtig’, kwam er na enkele dagen spitten over de mail terug. Fijn. Toch kijken we nog even verder.”

Lees hier meer (Quotenet).

Brood in Beyoncé. ”Als superbelegger kijkt APG, de vermogensbeheerder voor pensioenfonds ABP, altijd naar lucratieve beleggingen naast de traditionele bulk (aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen). Begin dit jaar stapte APG voor ongeveer 300 miljoen euro in muziekrechten. En de vermogensbeheerder ziet nog meer kansen op het gebied van intellectuele eigendommen.”

Lees hier meer (Z24).

Lingerie-wars: ”Heilbron-advocaten vs. Dekkers-advocaat (...) Wij van 925 zouden 925 niet zijn als wij in een kekke voorbeschouwing geen duidende analyse van de strijdende advocatenteams zouden geven. Want zo zijn wij.

(...) Aan de linker zijde vinden wij de pratende toga van Marlies Dekkers. Zij naam is Charles Gielen, een topadvocaatje van het advocatenwarenhuis Nauta Dutilh. Baasje Gielen heeft zich gespecialiseerd op het gebied van patenten en trademarks en klust part time bij als hoogleraar intellectueel eigendom. Advocaatje Gielen is een waar goudhaantje, adviseert regelmatig de Nederlandse regering, wordt door iedereen die er verstand van heeft bejubeld als dé man op dé plek als het om merkenrechtenzaken gaat, staat binnen nu en tien jaar als co-presentator in RTL Boulevard en draagt het liefst niet al te ruim zittende slipjes van de Enige Echte Marlies Dekkers.

Aan de rechter zijde vinden wij het twee man sterke team Sapph-advocaten, te weten het immer komische maar oersterke duo Koets en Kaaks. (...) Hans Koets heeft zich gespecialiseerd in de gezaghebbende professionele entrepreneursdisciplines Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht, Bank- en Effectenrecht, Vastgoedrecht en uiteraard Intellectueel Eigendomsrecht. (...) Matthijs Kaaks was ooit hoofdredacteur van het gezaghebbende advocatenfoldertje Amice en richtte in 2005 samen met avocaatje Marc de Boer het kantoor Boekx Advocaten op. Kaaks is een veteraan op het gebied van merkengeschillen, modellenrechten en smaad danwel laster in gedrukte media. Zo is hij een graag geziene consigliere bij diverse uitgeverijen en behartigde hij regelmatig de belangen voor het voor ons verder volstrekt onbekende tijdschriftje Quote. Matthijs Kaaks klust bij als columnist en maakt het liefst lange eenzame wandelingen door een geurig herfstbos om aansluitend rijkelijk te dineren met een flesje goede rode Chablis ’89. Kaaks draagt nooit ondergoed behalve borstrokken en slaapt naakt.

Rob Heilbron zelf: “Ik laat de modellen in een toga naar de rechtszaal komen. Als ze binnen zijn gaan de toga's uit en zie je onze lingerie. Nou ja, laat ik sportief zijn, ik doe er ook één een setje van Marlies aan.”

Lees hier meer (925people).

Modden. “Modden is het schenden van het copyright van uitgevers. Het modden van je Xbox 360 bijvoorbeeld. Dat is toch iets waar Microsoft niet blij van wordt. Tevens vervalt de garantie als je ‘m uit elkaar haalt. Een Britse rechter heeft echter bepaald dat het gebruiken van een chip niet strafbaar is. De chip importeur werd namelijk aangeklaagd, schuldig bevonden, maar in hoger beroep weer vrijgescholden.”

Lees hier iets meer (Powerweb.nl).

Bakker. “Dat collega Sonja Bakker hem beschuldigd heeft van plagiaat, steekt eetgoeroe Mathijs Vrieze. ‘Jatwerk? Hoe komt ze erbij? Dit boek is helemaal Mathijs.’  Vrieze, ooit werkzaam voor Bakker, bracht onlangs zijn boek ‘Lekker eten en gezonder afvallen’ uit. Sonja Bakker beschuldigde hem vervolgens van plagiaat in het Noordhollands Dagblad. (…) Sonja Bakker laat in een reactie weer een heel ander geluid horen. ‘Ik juich elke poging van schrijvers om mensen te laten afvallen toe, dus ook die van Mathijs. Van plagiaat is geen sprake.’ Bakker ontwijkt in de krant de vraag of ze de afgelopen weken verkeerd is geciteerd of dat ze haar beschuldigingen heeft ingetrokken.”

Lees hier meer (Distrifood.nl).

Open standaard. “Eurocommissaris Neelie Kroes heeft tijdens een toespraak bij het Openforum Europe bedrijven en overheden opgeroepen open standaarden te gebruiken. Het was feitelijk een aanval op Microsoft zonder dat dit bedrijf bij de naam werd genoemd.”
Lees hier meer (Tweakers.net).

Vlaggenzee. “Het is een kunstwerk waarmee het Graphic Design Museum Beyerd Breda stilstaat bij de eigen opening. Het werk was even omstreden. Het Rotterdamse ontwerpbureau Vollaerszwart betichtte Castelein namelijk van plagiaat. Het leek volgens het bureau te veel op vergelijkbare vlaggenstellages waarmee Vollaerszwart al jaren panden aankleedt. Uiteindelijk besliste Pictoright, een organisatie die het auteursrecht van kunstenaars beschermt, dat van plagiaat geen sprake was.”

Lees hier meer (BN De Stem).

Verboden boek. “De cover was al klaar. Maar het boek over De Gouden Kooi van ex-bewoonster Ilona mag niet van John de Mol. „Uitbrengen van het boek betekent een boete van 50.000 euro”, zegt de schrijfster. „Ik vind het heel jammer, want in mijn beleving zeg ik geen onvertogen woord.” (…) Thomas Notermans van Talpa is duidelijk. „Alle bewoners van De Gouden Kooi hebben van tevoren een contract ondertekend waarin zij verklaren dat zij niks over het programma naar buiten mogen brengen. De columns van Ilona zijn veelal onschuldig, maar er staan ook dingen in die het format kunnen schaden.”

Lees hier meer (De Telegraaf).

Omslag. Het omslag van Het recht op terugkeer (De Bezige Bij) van Leon de Winter vertoont gelijkenis met dat van Joost Zwagermans roman Vals licht (De Arbeiderspers) uit 1991. Het gaat vooral om de illustratie Night Windows van de Amerikaanse kunstenaar Edward Hopper, die beide boeken lijkt te sieren. Zwagerman laat in HP/De Tijd weten dat hij dacht aan ‘een studentengrap' toen hij de uitnodiging ontving voor de presentatie van De Winters nieuwste boek: ‘Als je heel goed kijkt, zie je dat er bij Leon een gordijntje is bijgeschilderd. Maar niet alleen de Hopper is hetzelfde, ook de kleurstelling en de belettering, tot de titel aan toe.'

(…) Bezige Bij-directeur Robbert Ammerlaan blijft kalm: ‘De illustratie is een keuze van Leon de Winter zelf. Voor God's gym koos hij ook al een Hopper-pastiche op de cover, dat wilde hij nu weer. Aan Vals licht hebben we geen van beiden gedacht, dat is ook al zo lang geleden. We hebben het in de catalogus gezet en hoorden er niets over, tot Zwagerman er ineens mee op de proppen kwam. Toen ik het zag herinnerde ik het me ook weer. Als zijn boek vorig jaar was verschenen en nog volop werd verkocht was het misschien een andere zaak geweest, maar deze editie is allang niet meer verkrijgbaar, dus we gaan geen aanpassingen plegen.”

Lees hier meer (Boekblad).

Nieuwe topleveldomeinen. “Deze week besluit de Icann of de strikte regels rond het verstrekken van toplevel domeinnamen worden versoepeld. Dat kan alsnog de weg vrijmaken voor het xxx-domein. Als de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (Icann) donderdag instemt met het wijzigingsvoorstel, kan dat een van de grootste veranderingen van het webadressensysteem betekenen, zo meldt de BBC. (…) Volgens Icann-baas Paul Twomey zouden de voorstellen een enorme omwenteling kunnen betekenen. "Groepen, gemeenschappen en bedrijven kunnen hun identiteiten online uitdragen." Dat zou een grote toename van het aantal domeinnamen betekenen: tegen het eind van het jaar zullen dat er honderden zijn, meent de Icann. Een bedrijf als eBay staat bijvoorbeeld al klaar om de .ebay-extensie te registreren.

Lees hier meer ( Webwereld).

Mupi-project. “De wijze waarop mupi-exploitant JCDecaux tot twee maal toe uit eigen beweging een poster liet verwijderen uit een billboard dat de gemeente huurde, stuit het Bredase college tegen de borst. Het gemeentebestuur wil dan ook een gesprek aangaan met de verhuurder. Dit, om duidelijke afspraken te maken. De gewraakte affiches maakten deel uit van het Graphic Design Festival. Het waren kunstobjecten. De ene verbeeldde Geert Wilders die zogenaamd reclame maakte voor H&M, de ander Rita Verdonk die een mantelpakje voor Zeeman aanprees. JCDecaux vond dit in strijd met het merkrecht en haalde ze weg. De posters keren niet terug. Het mupi-project van het festival is namelijk afgelopen.”

Lees hier meer (BN De Stem).

VOI©E. Met als prioriteit een verbetering van het bestaande imago hebben de Nederlandse rechtenorganisaties zich verenigd in een branche-organisatie. Deze Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren, kortweg VOI©E, zal een antwoord moeten vinden op de kritiek van het bedrijfsleven en politiek.

Lees hier meer.

Google Adwords. “Vraag aan Europees Hof: wanneer zijn Adwords legaal? “Verkopen van “genuine replica” merkproducten is een populaire bezigheid. Je moet natuurlijk wel kunnen adverteren, en onlangs maakte Google het met haar nieuwe Adwords-policy bedrijven een stuk gemakkelijker. In de EU is het nu toegestaan om advertenties te kopen op andermans merknaam. Daar maken verkopers van “echte replicaproducten” handig gebruik van. In Frankrijk werd Louis Vuitton daar erg boos om. Zij stapte naar de rechter, en deze heeft nu vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over hoe het Europese merkenrecht moet worden geinterpreteerd als het gaat om gesponsorde koppelingen. Het Hof stelt drie vragen, die ik niet letterlijk ga overnemen.”

Lees hier meer (Engelfriets Internetrecht).

IEF 6313

Een tweede nieuwheidsonderzoek

Raad van State, 18 juni 2008, LJN: BD5083, Beroep in de zaak Fornix Medical Systems tegen Octrooicentrum Nederland.

Octrooirecht. Hoger beroep tegen de uitspraak in zaak nr. 06/5063 van de rechtbank 's-Gravenhage van 26 juli 2007. De schriftelijke weigering van het OCN om een tweede nieuwheidsonderzoek uit te voeren ten aanzien van diezelfde octrooiaanvraag kan niet worden geacht te zijn gericht op rechtsgevolg en de brief kan derhalve niet als besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb worden aangemerk.

Dat, zoals Fornix stelt, uit de Row 1995 niet volgt dat maar één nieuwheidsonderzoek per aanvraag kan worden verzocht, maakt dit niet anders, evenmin als de stelling van Fornix dat het verrichten van een nieuwheidsonderzoek een bij wet aan het OCN opgedragen publiekrechtelijke taak is, nu enkel als gevolg hiervan geen rechtsgevolg ontstaat.

Voor zover Fornix betoogt dat de weigering een eerste nieuwheidsonderzoek te verrichten gericht zou zijn op rechtsgevolg, behoeft dit betoog geen bespreking, aangezien in deze zaak uitsluitend de weigering een tweede nieuwheidsonderzoek te verrichten aan de orde is.

De Afdeling bevestigt de aangevallen uitspraak.

Lees de uitspraak hier.

IEF 6312

Betaalkaarten

Verordening1238/95 is gewijzigd door Vo. 572/2008 (Verordening (EG) Nr. 572/2008 van de Commissie  van 19 juni 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1238/95 wat betreft de aan het Communautair Bureau voor plantenrassen te betalen jaarlijkse rechten en rechten voor technisch onderzoek, alsmede de wijze van betaling).

De wijzigingen betreffen de vervanging van "ECU" door EURO, alsmede de toevoeging van de betaalkaart als betalingswijze in artikel 3 lid 2.

Lees de Verordening hier

IEF 6311

Industrie, een wereld van oplossingen

Kamerstukken II 2007/08, 29826, nr. 32, Bijlage, Industrie, een wereld van oplossingen

Octrooirecht. "Nederland zet zich sterk in voor een verdere harmonisatie van het Europese octrooibeleid, met name het tot stand brengen van een Europees geschilbeslechtingssysteem en het gemeenschapsoctrooi. In 2009 moet de toetreding van Nederland tot het Verdrag van Singapore wettelijk geregeld zijn, waarmee een belangrijke uitbreiding en vereenvoudiging van het merkenrecht wordt gerealiseerd."

"Verder worden opbrengsten van octrooien in de zogenoemde octrooibox met een verlaagd VpB-tarief van 10% procent belast."

Lees de brief hier

IEF 6310

Een goed evenwicht

2k.bmpKamerstukken II 2007/08  31444 XIII, nr. 9, Jaarverslag en slotwet ministerie van Economische Zaken 2007; Lijst van vragen en antwoorden 

Vraag: Hoe is de regering gekomen tot de doelstelling van het aandeel van de innovatieve bedrijven die een octrooi hebben aangevraagd? Is deze doelstelling, het EU-15 gemiddelde, wel ambitieus genoeg? Waarom dateren de meest recente cijfers uit 2004?

Antwoord: Met deze doelstelling wordt een indicatie gegeven van de mate waarin innovatieve bedrijven hun innovaties beschermen met gebruikmaking van het octrooistelsel. Voor een goed werkend kennisbeschermingsregime is van belang dat een evenwicht wordt gevonden tussen kennisbescherming en kennisverspreiding. De ambitie is daarbij veeleer gelegen in het creëren van een evenwichtig stelsel dan in het realiseren van zo veel mogelijk octrooien. In het licht daarvan wordt een doelstelling rond het EU-15 gemiddelde beschouwd als een goed evenwicht. Voor Nederland hebben de meest recente cijfers betrekking op 2006. Die zijn in maart 2008 door het CBS gepubliceerd. Voor het EU-15 gemiddelde zijn geen cijfers over 2006 beschikbaar, zodat daar het jaar 2004 als meest recente jaar geldt.

Lees hier alle overige vragen en antwoorden