IEF 22286
11 oktober 2024
Uitspraak

Schorsing octrooigeschil in afwachting van uitspraak TKB

 
IEF 22292
10 oktober 2024
Artikel

Nog een paar plekken voor de Midnight Marauders tour tijdens ADE

 
IEF 22282
10 oktober 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: strafvermindering in zaak waarbij opzettelijk inbreuk werd gemaakt op auteursrecht

 
IEF 6076

Media-educatie (2)

Kamerstukken II, 31434, nr. 2 (Bijlage). Mediawijsheid, leven in de gemedialiseerde samenleving (verslag van conferentie in Amsterdam, 12 oktober 2006) (bijlage bij 31434, nr. 2) . Citaten Speech van Lawrence Lessig:

1) Er moet duidelijk stelling genomen worden tegen piraterij (zoals illegaal kopiëren). Piraterij is geen onderdeel van de ‘read and write culture’.
2) De auteurswet moet veranderd. De huidige wetgeving is te zwartwit. Er moeten tussenvormen mogelijk zijn.
3) Het bedrijfsleven moet:
A) het potentieel aan geld erkennen dat er zit in de ‘read and write culture’ , bijvoorbeeld in hybride toepassingen, met een commercieel én een publiek aspect (Mozilla, Linux).
B) mensen in staat stellen te kiezen voor ‘creative commons’. Waarbij geldt: niet ‘all rights reserved’, maar ‘some rights reserved’.

Lees het conferentieverslag hier.

IEF 6075

Media-educatie (1)

Kamerstukken II, 31434, nr. 1, Mediawijsheid; Brief ministers over veilig mediagebruik en media-aanbod. 

De activiteiten van het centrum worden verder gebundeld en ontwikkeld rond drie programmalijnen:
a) mediavaardigheden en bewustzijn: praktische vaardigheden, informatie- en strategische vaardigheden, mediabewustzijn en verantwoord
en veilig mediagebruik (technisch, sociaal en ethisch);
b) stimuleren van sociale participatie via de media: participatie en productie, stimuleren en activeren van burgers en maatschappelijke initiatieven en aandacht voor auteursrecht
c) innovatief en experimenteel mediagebruik: kansen en mogelijkheden van nieuwe media benutten.

Lees de brief hier

IEF 6074

JunIE: Maand van het Intellectuele Eigendom

mv.gifBrief Minister Van der Hoeven, Economische Zaken. Uitvoering motie Aptroot inzake voorlichting wijzigingen Rijksoctrooisysteem.

Tijdens de behandeling op 26 juni 2007 van de wijziging Rijksoctrooiwet 1995 n.a.v. de evaluatie is door de heer Aptroot een motie ingediend die ertoe strekt het MKB goed te informeren over de wijzigingen van het Rijksoctrooisysteem die het systeem goedkoper en eenvoudiger maken. In het kader van de uitwering van de motie Aptroot staat de maand JunIE in het teken van het Intellectuele Eigendom. Octrooicentrum Nederland zal gedurende de maand JunIE een breed scala aan voorlichtingsactiviteiten organiseren waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen doelgroep en kennisniveau."

Lees hier meer

IEF 6073

Nieuwe octrooitaksen

In aansluiting op eerder ebricht octrooicentrum: Op 5 juni a.s. treden de herziene octrooitaksen inwerking. Zo wordt bijvoorbeeld de taks van het onderzoek naar de stand van de techniek verlaagd van € 340 naar € 100. Hiermee wordt bewerkstelligd dat het verschil in drempelkosten tussen het afgeschafte 6-jarig octrooi en het 20-jarig octrooi beperkt is. Daarnaast zullen de instandhoudingstaksen m.n. vanaf het tiende jaar progressiever toenemen om te bewerkstelligen dat octrooien niet langer in stand worden gehouden dan noodzakelijk. Om het MKB niet onevenredig zwaar te belasten worden de taksen in de eerste tien jaar verlaagd. Verder wordt de hoogte van de verschuldigde jaartaks voortaan afhankelijk gesteld van de indieningsdatum van de octrooiaanvraag.

Lees het Staatsblad hier

IEF 6072

U verwent ons werkelijk

ferroc.gifHvJ EG, 17 april 2008, C-108/07 P, Ferrero Deutschland GmbH tegen OHIM / Cornu SA Fontain.

Oppositieprocedure. FERRERO tegen FERRO. Bewijs van bekendheid. Bewijselementen dienen gezamenlijk te worden beoordeeld. De geringe mate van gelijksoortigheid wordt in voldoende mate gecompenseerd door de mate van overeenstemming tussen de merken en door het sterke onderscheidend vermogen. Wel gemeld, nog niet samengevat (arrest alleen beschikbaar in het Frans).

Ferrero voert op grond van haar Duitse merkregistratie voor diverse zoetigheden, waaronder koekjes, oppositie tegen het aangevraagde FERRO, ook voor koekjes maar dan hartig. Volgens het Gerecht zijn de merken niet extreem overeenstemmend en bestaat er een geringe mate van gelijksoortigheid tussen de betrokken waren. Op grond van het door Ferrero gepresenteerde bewijsmateriaal over gebruik en bekendheid stelt het Gerecht vast dat FERRERO in Duitsland ten tijde van het depot voor FERRO weliswaar een zeker onderscheidend vermogen bezat, maar dat dit, gezien de geringe mate van gelijksoortigheid en de beperkte mate van overeenstemming, onvoldoende is om gevaar voor verwarring aan te nemen.

Volgens het Hof heeft het Gerecht bij de vaststelling van de mate van onderscheidend vermogen verzuimd het aangedragen bewijsmateriaal gezamenlijk te beoordelen.

“37. Dès lors, en ne procédant pas à une appréciation globale de l’ensemble des éléments de preuve qui lui étaient soumis par Ferrero Deutschland aux fins de démontrer le caractère distinctif élevé de la marque FERRERO sur le marché allemand, le Tribunal a commis une erreur de droit”

Het Hof doet de zaak vervolgens zelf af. Het bevestigt allereerst de conclusies van het Gerecht dat sprake is van een zekere mate van overeenstemming tussen de merken en een geringe mate van gelijksoortigheid tussen de waren. Het Hof concludeert echter, na de bewijselementen gezamenlijk te hebben beoordeeld, dat het merk FERRERO in Duitsland door bekendheid een sterk onderscheidend vermogen heeft verkregen.

“57. Il s’ensuit que les éléments de preuve communiqués par Ferrero Deutschland établissent à suffisance de droit la renommée et, partant, le caractère distinctif élevé de la marque FERRERO en Allemagne en 1999”.

Het Hof beslist tot slot dat de geringe mate van gelijksoortigheid in voldoende mate wordt gecompenseerd door de mate van overeenstemming tussen de merken en door het sterke onderscheidend vermogen, zodat er een gevaar voor verwarring bestaat.

“58. S’agissant, enfin, de l’appréciation globale du risque de confusion, la Cour considère que la faible similitude des produits désignés est compensée par la similitude des marques en conflit et par le caractère distinctif élevé dont jouit la marque FERRERO auprès du consommateur moyen allemand, de sorte qu’il existe un risque que le public pertinent puisse croire que les produits Giotto, Raffaello et Mon Chéri, commercialisés sous la marque antérieure FERRERO, et les biscuits salés, commercialisés sous la marque demandée FERRO, proviennent de la même entreprise ou d’entreprises économiquement liées”.

Lees het arrest hier.

IEF 6071

De Zeist Tapes 2008

Door wat technische problemen enigszins vertraagd, maar wel weer net op tijd om al die vrije dagen een beetje invulling te geven: De audio-opnames van het Zeist Symposium van jl 12 maart.

Beluister of download de lezingen en debatten, mp3-formaat, maar wees voorbereid op de Fygi-muzak die aan enkele voordrachten en conversaties voorafgaat. Daarnaast is het ene audiobestand wat volumineuzer dan het andere, maar allen zijn de moeite van het beluisteren meer dan waard.

1- Opening door de voorzitter

2- Beschermingsomvang van modellen in Europa, Prof. mr. Jaap Spoor

3 - Een jaar implementatie Handhavingsrichtlijn, Mr. Christof Hensen, Vice President Rechtbank Den Haag. Mr. Ruprecht Hermans, Brinkhof Advocaten, Simon Dack, barrister, De Brauw Blackstone Westbroek

Luister hier naar de lezing en het debat.

4 - Industriële vormgeving, Prof. Bruno Ninaber van Eyben, TU Delft

Luister hier naar de lezing.

5 - Debat 1: Multiplicité des formes, Philips/Remington in de praktijk; de betekenis voor de slaafse nabootsing. Voorzitter: Prof. mr. Constant van Nispen, De Brauw Blackstone Westbroek en VU, Debaters:  Prof. mr. Charles Gielen, NautaDutilh en  RU Groningen  Mr. Paul Steinhauser, Steinhauser Heezius Rijsdijk

Luister hier naar het debat.

6 - Debat 2: Double dipping?   Kan de octrooihouder iedere conclusie van zijn octrooi  afzonderlijk licenseren?  Voorzitter: Dr. Koenraad Wuyts, Chief Intellectual  Property Officer KPN  Nee: Mr. Wouter Pors, Bird & Bird  Ja: Mr. Bart van den Broek, Howrey

Luister hier naar het debat. 

7 - Debat 3:  Benelux inburgering: moeten we terug naar een nationale merkenwet?  Voorzitter: Prof. mr. Dirk Visser,  Klos Morel Vos & Schaap en RU Leiden  Debaters:  Mr. Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone  Westbroek, Mr. Camille Janssen, Benelux-  Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Luister hier naar het debat.

8 - Plenaire samenvatting van de debatten door de voorzitters

Luister hier naar de samenvattingen.

IEF 6069

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Leeuwarden,  23 april 2008, LJN: BD0575, A tegen Kameleon II B.V. en FMG/Bridge Entertainment B.V.

“Auteursrecht. Script voor de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd'. DVD uitgebracht van theatervoorstelling, zonder vergoeding te betalen aan scriptschrijver. Aan laatstgenoemde komt auteursrechtelijke bescherming toe.” 

Lees het vonnis hier.

GvEA, 23 april 2008, T-35/07, Leche Celta, SL tegen OHIM / Celia SA. (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure Ouder national woordmerk CELTA tegen aanvraag Gemeenschapsbeeldmerk Celia.

“49. Compte tenu de ce qui précède, la chambre de recours a considéré à juste titre, en prenant en compte tous les facteurs précités mis en balance les uns par rapport aux autres dans le cadre d’une appréciation globale, qu’il n’existait pas de risque de confusion pour le public pertinent en ce qui concerne les marques en cause, et ce même si les produits sont partiellement identiques. En effet, la différence d’une lettre (le « i » pour le terme « celia » et le « t » pour le terme « celta ») entre les signes en conflit ainsi que la circonstance que la lettre « i » fait l’objet d’un traitement graphique particulier qui permet précisément de la différencier de la lettre « t » correspondante suffisent à permettre une différenciation visuelle entre les deux signes. À cette différenciation visuelle s’ajoutent des différences, d’une part, sur le plan phonétique, les signes ne se prononçant pas de la même manière, et, d’autre part, sur le plan conceptuel, du fait de l’absence d’une similitude conceptuelle manifeste.”

Lees het arrest hier.

IEF 6068

Kunst in voorrraad

kh.gifRechtbank Amsterdam, 24 april 2008, KG ZA 08-551 NB/MB, Klashorst tegen Van de Kerkhof c.s. (met dank aan Michiel Ellens, Teurlings & Ellens Advocaten).

Stukgelopen samenwerking met IE-componenten. Handelsnaam, domeinnamen, rectificatie. 

Schilder Peter Klashorst en Willy van de Kerkhof c.s hebben, kort gezegd, een samenwerkingsverband, waarbij Klashorst de kunst produceert en Van de Kerkhof c.s. het geld en de website regelen. Beide partijen hebben inmiddels twijfels over elkaars prestaties. Klashorst beschuldigt Van de Kerkhof van oplichting, Van de Kerkhof eist in reconventie rectificatie van een artikel in de Telegraaf (‘kunstrel rond Willy van de Kerkhof’). De rectificatie wordt afgewezen en Van de Kerkhof c.s. dienen rekening en verantwoording af te leggen over de periode van de samenwerking. Een samenvatting in IE-citaten:

“5.2. Niet valt in te zien dat als de vorderingen van Klashorst zouden worden toegewezen sprake is van 'onomkeerbare voorzieningen', die zich om die reden niet zouden lenen voor een voorziening in kort geding, zoals Van de Kerkhof c.s. verder heeft aangevoerd. Overgedragen domeinnamen kunnen bijvoorbeeld weer worden teruggeleverd, gestaakte werkzaamheden weer worden opgepakt, administratieve overzichten naderhand worden aangevuld enlof gewijzigd en voorschotten worden terugbetaald.

(…) 5.4. Klashorst heeft in de eerste plaats gevorderd dat Van de Kerkhof c.s. wordt geboden inbreuk op de handelsnaam Peter Klashorst te staken en gestaakt te houden en dat gedaagden wordt verboden om nog langer managementactiviteiten voor Klashorst te verrichten. Voor zover Van de Kerkhof c.s. de naam Peter Klashorst als handelsnaam voert, gebeurt dat alleen in het kader van de verkoop van de reeds aan hem geleverde schilderijen van Klashorst, via de website peterklashorst.com. Klashorst heeft niet betwist dat hij destijds met het ontwikkelen van de website met deze naam door Van de Kerkhof c.s. heeft ingestemd en dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de in voorraad zijnde schilderijen alsnog door gedaagden zouden worden verkocht, mits hij zelf zijn werk ook kan promoten en verkopen en hij een deel van de opbrengst ontvangt. Onder deze omstandigheden bestaat geen grond om gedaagden te verbieden de (handels-)naam Peter Klashorst te gebruiken. Voor het toewijzen van een verbod om nog verder managementactiviteiten te verrichten bestaat evenmin enige grond, nu van de Kerkhof c.s. uitdrukkelijk hebben verklaard dat niet (langer) te doen, behalve voor zover dit inhoudt het verkopen van de nog in voorraad zijnde kunstwerken. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat gedaagden wanneer zij voor andere zaken worden benaderd over Klashorst, de betrokkenen rechtstreeks naar Klashorst zullen verwijzen en geen mededelingen in het kader van zijn management namens hem (meer) zullen doen.

(…)5.6. Tussen partijen is niet in geschil dat de website peterklashorst.com met instemming van Klashorst is ontwikkeld door Power to the Pixels en dat deze B.V. daarin heeft geïnvesteerd. Thans is dan ook geen grondslag aanwezig om Power to the Pixels te verplichten tot overdracht van deze domeinnaam aan Klashorst, zonder dat daar een passende vergoeding tegenover staat, zoals Power to the Pixels terecht heeft aangevoerd. De vorderingen onder C en D zullen daarom worden afgewezen.

(…) 6.1. Van de Kerkhof heeft rectificatie gevorderd van het onder 2.2 1 aangehaalde artikel in De Telegraaf. Klashorst heeft aangevoerd geen gesprek met een journalist van De Telegraaf te hebben gehad - hij is in de publicatie ook niet letterlijk geciteerd - en heeft het vermoeden geuit dat de schrijver van het artikel zijn informatie uit de conceptdagvaarding heeft gehaald, die voor de pers ter inzage lag. Niet valt uit te sluiten dat dit inderdaad het geval is geweest en dat de desbetreffende journalist de tekst uit de dagvaarding in zijn eigen woorden heeft 'vertaald'. Onder deze omstandigheden bestaat geen rechtsgrond op basis waarvan Klashorst gehouden zou zijn tot rectificatie of verboden zou moeten worden zich nog onrechtmatig uit te laten over Van de Kerkhof. Daar komt nog bij dat Van de Kerkhof in het artikel uitgebreid weerwoord heeft kunnen geven en van die gelegenheid ook gebruik heeft gemaakt. Dat Van de Kerkhof door de publicatie door toedoen van Klashorst schade heeft geleden is voorshands dan ook niet aannemelijk, laat staan dat deze betaling van een voorschot van € 100.000,- zou rechtvaardigen. De vorderingen in reconventie zullen dan ook worden afgewezen."

Lees het vonnis hier.