IEF 22286
11 oktober 2024
Uitspraak

Schorsing octrooigeschil in afwachting van uitspraak TKB

 
IEF 22292
10 oktober 2024
Artikel

Nog een paar plekken voor de Midnight Marauders tour tijdens ADE

 
IEF 22282
10 oktober 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: strafvermindering in zaak waarbij opzettelijk inbreuk werd gemaakt op auteursrecht

 
IEF 4808

Een brug te ver (3)

HvJ EG 13 september 2007, zaak C-234/06, Il Ponte Finanziaria en F.M.G. Textiles

Wel gesignaleerd, nog niet besproken. Merkenrecht. Oppositie door de houder van oudere nationale merken die het bestanddeel 'Bridge' gemeen hebben. Seriemerken moeten "op de markt aanwezig zijn". 'Defensieve merken' passen niet in het communautaire systeem.

In 1998 heeft de voorganger van F.M.G. Textiles het BHIM verzocht om inschrijving van het beeldmerk BAINBRIDGE als gemeenschapsmerk voor producten van leer en kledingstukken. Hiertegen heeft Il Ponte oppositie ingesteld op grond van 11 oudere merken voor dezelfde klasse en die het woordbestanddeel 'bridge' gemeen hebben. De oppositie is afgewezen omdat, ondanks de onderlinge samenhang tussen de mate van soortgelijkheid van de betrokken waren en de mate van overeenstemming van de conflicterende tekens, de tekens fonetisch en visueel dermate verschillen dat geen gevaar voor verwarring mogelijk is.

De kamer van beroep heeft het beroep tegen de beslissing verworpen. Zij heeft vijf van de elf inschrijvingen van oudere merken uit haar beoordeling geweerd op grond dat het bewijs van ebruik van de desbetreffende merken niet was geleverd. Met betrekking tot de zes andere oudere merken heeft zij geweigerd om deze als 'seriemerken' aan te merken wegens het ontbreken van bewijzen van het gebruik van een voldoende aantal merken. Vervolgens heeft zij geconcludeerd dat er geen gevaar voor verwarring van deze zes merken met het aangevraagde gemeenschapsmerk bestond.
Het GvEA heeft het ingestelde beroep tot vernietiging verworpen.

 

Met het eerste middel voert rekwirante aan dat het gerecht artikel 8 lid 1 sub b van Vo. 40/94 onjuist heeft toegepast, aangezien de conflicterende merken de minimale mate van overeenstemming vertonen die is vereist voor de vaststelling van verwarringsgevaar. Het middel wordt ten dele ongegrond en ten dele niet-ontvankelijk verklaard. Het gerecht heeft geoordeeld dat niet tot het bestaan van verwarringsgevaar kon worden geconcludeerd op de uitsluitende grond dat de tekens fonetisch overeenstemmen, aangezien de mate van fonetische overeenstemming van ondergeschikt belang was doordat de betrokken waren gewoonlijk aldus in de handel werden gebracht dat het relevante publiek bij de aankoop het merk ervan visueel waarneemt. Terecht concludeert het gerecht dat geen gevaar voor verwarring bestaat nu een begripsmatige en visuele overeenstemming ontbreken, aldus het Hof.

Ten tweede voert rekwirante aan dat het gerecht voornoemd artikel onjuist heeft toegepast bij de beoordeling van het gevaar voor verwarring met de 'familie' of 'serie' merken die door haar oudere merken wordt gevormd. Voor het bestaan van het gevaar dat het publiek verkeerdelijk denkt dat het aangevraagde merk behoort tot een familie of serie is vereist dat de oudere merken die deel uitmaken van die familie of serie op de markt aanwezig zijn. Anders aangevoerd heeft het Gerecht niet het bewijs van het gebruik als zodanig van de oudere merken geëist, maar louter het gebruik van een voldoende aantal dat een serie van merken kan vormen, en dus het bewijs van het bestaan van die serie met het oof op de beoordeling van het verwarringsgevaar. Het Gerecht heeft vastgesteld dat een dergelijk gebruik ontbrak en kon derhalve op terecht concluderen dat de argumenten op grond waarvan rekwirante aanspraak maakte op de aan seriemerken toekomende bescherming.

Tenslotte voert rekwirante aan dat het Gerecht onterecht heeft geoordeeld dat het begrip defensieve merken onverenigbaar is met de regeling van bescherming van gemeenschapsmerken. Volgens het Hof heeft het Gerecht geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te stellen dat de houder van een nationale inschrijving die oppositie instelt tegen een gemeenschapsmerkaanvraag, zich niet aan de krachtens artikel 43 Verordening op hem rustende bewijslast kan onttrekken met een beroep op een nationale bepaling, op grond waarvan tekens als merk kunnen worden ingeschreven die niet bestemd zijn om in het economisch verkeer te worden gerbuikt, gelet op het feit dat zij alleen worden ingeschreven ter defensie van een ander teken dat wel in het economisch verkeer wordt gebruikt.

Lees het arrest hier.

 

IEF 4807

Personalia

spieg2.gifBrigitte Spiegeler heeft per 1 oktober 2007 het Ministerie van Economische Zaken verlaten. Na vijf jaar werkzaam te zijn geweest bij het cluster Intellectuele Eigendom, waar zij zich onder meer bezig hield met het merkenrecht, auteursrecht, octrooirecht en handhaving, start zij met Spiegeler Juridisch Advies,een bedrijf gericht op creatieve en innovatieve bedrijven.Voorheen was zij werkzaam in de advocatuur.

IEF 4806

Een werk of niet?

vva.bmpDe Endstra tapes: een werk of niet? VvA Ledenvergadering 26 oktober 2007, KNAW, Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam

De Vereniging voor Auteursrecht wijdt haar vergadering op 26 oktober a.s. aan De Endstra Tapes. Zowel de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 11 mei 2006 als, in navolging daarop, het Gerechtshof Amsterdam bij arrest van 8 februari 2007 hebben bepaald dat er geen auteursrecht rust op de zogenoemde achterbankgesprekken van Willem Endstra met de Criminele Inlichtingen Eenheid. De erven Endstra zijn van dit oordeel in cassatie gegaan. Binnenkort zal er voor de Hoge Raad worden gepleit. Het eindoordeel is dan ook nog niet geveld.

Een deel van hooggeleerd Nederland heeft zich over de vraag of aan de achterbankgesprekken auteursrechtelijke bescherming toe zou (moeten) komen door middel van het geven van opinies in de zaak uitgelaten. Wij verwijzen naar de opinies van Jaap Spoor en Bernt Hugenholtz enerzijds en Antoon Quaedvlieg en Willem Grosheide anderzijds, die allen terug te vinden zijn op IEForum ( IEF 4106). Ook zijn er inmiddels een aantal noten van deze en gene over het onderwerp verschenen. De Vereniging voor Auteursrecht vindt het dan ook zeer eervol dat zij de advocaten in de zaak Endstra bereid heeft gevonden om hun visie op het geheel nog eens voor de leden van de Vereniging te bepleiten en daarbij in te gaan op vragen en opmerkingen van uw kant. Onder leiding van Dirk Visser kunt u zich mengen in het belangrijke debat over één van de meest essentiële vragen van het auteursrecht, namelijk wanneer er wel of geen sprake is van een werk in de zin van de Auteurswet.    

Programma wetenschappelijk gedeelte:
14.00 - 14.30: Inleiding op het thema, o.m. visie in het buitenland. Dirk Visser, Universiteit Leiden en advocaat Klos Morel Vos & Schaap te Amsterdam

14.30 - 15.10: Pleidooi o.l.v. Dirk Visser door Margot Span (Köster advocaten te Haarlem (advocaat van de erven Endstra)) en Hendrik Struik (CMS Derks Star Busmann te Utrecht (advocaat van Uitgeverij Nieuw Amsterdam))

15.15 - 15.35:  Pauze

15.40 - 16.45 Gelegenheid tot het stellen van vragen aan de advocaten en discussie, o.l.v. Dirk Visser.

16.45 - 17.00: Slotwoord (“re- en dupliek”) door Margot Span en Hendrik Struik

17.00 - 18.00 Borrel

IEF 4805

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 oktober 2007, KG ZA 07-976, Velopa B.V. tegen GTV Tools.  (met dank aan Theo Bosboom, Dirkzwager)

“Velopa vordert - samengevat - een Gemeenschapsmodelinbreukverbod, een auteursrechtinbreukverbod, alsmede een verbod tot slaafse nabootsing en diverse nevenvorderingen, te weten een registeraccountantsgerectificeerd bevel van het aantal geproduceerde, ingekochte, verkochte. geleverde, voorradig of bestelde inbreukmakende pannadoeltjes, van professionele afnemers daarvan, alsmede van de daarmee behaalde bruto- en nettowinst, alles op straffe van dwangsommen, waarbij aanspraak wordt gemaakt op een
proceskostenveroordeling volgens art.  1019h Rv.”

Lees het vonnis hier. 'Schone' versie Rechtbank Den Haag hier.

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 20 september 2007, rolnr. 06/50, Bonar Technical Fabrics N.V. tegen Ludvig Svensson International B.V.(met dank aan Wilfred Steenbruggen en Gertjan Kuipers, De Brauw Blackstone Westbroek).

“Slotsom van het vorenstaande is dat de vordering van Bonar tot vernietiging van het octrooi van LSI afgewezen dient te worden en dat de grieven in het principale beroep falen, wat er ook zij van de overwegingen van de rechtbank. In het principale beroep zal het vonnis mitsdien worden bekrachtigd en Bonar als na te meiden worden veroordeeld in de kosten aan de zijde van LSI gevallen.”

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnis rechtbank: IEF 1184).

IEF 4804

'Vergeten' auteursrechten te betalen

Artikel in de PZC: “Schrijvers vinden film soms diefstal. Bij boekverfilmingen moeten betere afspraken worden gemaakt tussen auteurs en producenten. Dat kan veel onvrede en conflicten voorkomen. Nu komt het zelfs voor dat wordt 'vergeten' auteursrechten te betalen. Boekverfilmingen zijn soms explosief materiaal, zo bleek gistermiddag weer eens bij een 'high tea' tijdens Film by the Sea, waar veel auteurs, uitgevers en producenten aanschoven.

(..) In één geval betaalden de filmmakers geen auteursrechten. Desondanks verleende het Filmfonds wel subsidie, tot Brokkens verbazing. ,,Ik vind dat je als overheidsinstantie niet moet meewerken aan dit soort praktijken. Diefstal subsidieer je niet."  (…) Marijke Nagtegaal, 'rechtenmanager' bij Amstel Uitgevers, zei in de praktijk te merken dat auteurs moeite hebben 'om hun boek los te laten'. Juist daarom zouden in contracten betere afspraken moeten worden gemaakt over hoe en wanneer de schrijver bij het filmproces wordt betrokken. (…) Volgens Katharina Werdnik van de Frankfurter Buchmesse is het contact tussen uitgevers en producenten nog vaak problematisch en valt er nog een wereld te winnen. ,,Het is soms net of de een Chinees spreekt en de ander Swahili. Zij zouden veel beter kunnen samenwerken."

Lees hier meer.

IEF 4803

Geen monopolie op getal of prijs

795.gifBN/De Stem bericht: ‘Rechter wijst monopolie op getal of prijs van de hand.' Jan van de Kasteele, een makelaar uit St Willebrord deponeerde een jaar geleden het beeldmerk '795' bij het Benelux Merkenbureau. Op de website www.795euro.nl' biedt hij bij de verkoop van een woning de begeleiding van een NVM-makelaar aan voor een bedrag van 795 euro. Ook bedient Van de Kasteele zich in dit exclusieve 795-concept van telefoonnummers die eindigen op dit getal.

Van de Kasteele maakte bezwaar tegen de website www.595euro.nl van het Oudenbossche bedrijf Adani. Adani biedt voor dit bedrag een 'verkoop uw woning all-in pakket' aan en maakt gebruik van een overeenkomstig telefoonnummer, eindigend op 595.

Van de Kasteele zag hierin, volgens het bericht, een inbreuk op zijn handelsnaam. Volgens de rechter 'is de 795-website echter niet zozeer een naam als wel een 'extra dienst' waarmee de makelaar zich presenteert, onder meer op reclameborden in het RBC-stadion. Bovendien kan het publiek 595 en 795 euro best uit elkaar houden, meent de rechter.’

Lees hier meer. Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen.

IEF 4802

Er bestaat wel citaatrecht

De Nieuwe Reporter bericht: “Medewerkers of studenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) die tussen vorige week donderdag en maandag via het universiteitsnetwerk op GeenStijl.nl probeerden te komen, hadden pech. Ze werden doorgestuurd naar de site Kutuva.nl met daarop de mededeling dat UvA-studenten en -medewerkers niet langer welkom waren. De aanleiding: onderzoekers van de UvA indexeerden de berichten op GeenStijl en de reacties van bezoekers van de aan GeenStijl gelieerde nieuwssite NieuwNieuws.

(…) Dominique Weesie, directeur van GeenStijl, zegt dat vooral de openbaarmaking van de lezersreacties op De Rijke's site Zookma in verkeerde aarde viel. "Het copyright van die reacties ligt in principe bij de mensen die commentaar geven. Er bestaat wel citaatrecht, maar niet als je alles volledig overneemt. Bovendien stond er op hun website dat ze de verzamelde informatie aan derden ter beschikking wilden stellen. Daar waren we het ook niet mee eens.”

Lees hier meer.

IEF 4801

Nieuwsbrieven

EPO. O.a: “The last two issues of Patent Information News have included articles on the forthcoming entry into force of the new European Patent Convention, due to take place on 13 December 2007 at the latest. In this edition,we take a closer look at the changes that the new Convention, generally referred to as EPC 2000, will have on the EPO's Register Plus service.”

Lees de nieuwsbrief hier.

OHIM. O.a: “Wouldn’t it be nice if clothes designers showing at Milan or Paris had to wait little more than 48 hours to have effective and enforceable protection for their creations? That day may not be very far off, according to José Izquierdo, assistant to the director in the designs department.  On 18 September, OHIM took a big step towards faster protection for designs of all kinds by moving from weekly to daily publication of the Community Designs Bulletin. “Once a design is published you can sue the pirates or take out an injunction. Time matters with design lifecycles getting shorter all the time”, says Izquierdo.

Lees de nieuwsbrief hier.

IEF 4799

Kruising Limpergstraat

benstr.gifRadio TV West bericht dat Rijswijk een straat vernoemt naar de eerste president van het Europees Octrooi Bureau (EOB), Johannes Bob van Benthem. “Een deel van de huidige Koopmanstraat wordt begin december omgedoopt in Van Benthemlaan.
 
Het gaat om het stuk tussen de Tinbergenstraat en de Limpergstraat. De straat grenst direct aan de kantoren van het EOB. Het instituut had de gemeente Rijswijk gevraagd om een straat te vernoemen.”

Lees het bericht hier. Eerdere berichten hier en hier.

IEF 4798

Jouw bedwelming

aks.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 28 september 2007, KG ZA 07-1045, Desi Promotions tegen Roshan Video Cd & Dvd World.

Geen machtiging op te treden ter handhaving van het auteursrecht op een film; veroordeling in proceskosten.

Desi Promotions heeft van de vennootschap naar Frans recht Bollywoodzone SARL de exclusieve distributierechten gekocht van de film 'AAP KA SURROOR',  bij een overeenkomst opgesteld in de Franse taal. In de overeenkomst wordt namens Bollywoodzone verklaard dat zij verklaart en garandeert de rechtmatig verkregen rechten op de Film te bezitten, wat betreft de reproductie, kennisgeving aan het publiek en verkoop aan het publiek. Voorts overwegen partijen bij de overeenkomst dat Bollywoodzone niet beschikt over een distributienetwerk in Nederland en dat zij daarom overeenkomen dat Desi Promotions als enige binnen Nederland de Film zal distribueren.

Met een brief heeft Desi Promotions aan Roshan Video de mogelijkheid geboden de film af te nemen van Desi Promotions om vervolgens de film door te verkopen aan particulieren. Daarnaast waarschuwt Desi Promotions in voornoemde brief dat indien Roshan Video niet voornemens is de film af te nemen, elke andere vorm van handelen met betrekking tot de film, niet zal worden getolereerd, aangezien Desi Promotions als enige in Nederland gerechtigd is tot de Film en als enige in Nederland de film mag distribueren. Een medewerker van Desi Promotions heeft echter geconstateerd dat de film werd verkocht en verhuurd door Roshan Video. Desi Promotions heeft Roshan gesommeerd.

Desi Promotions vordert vervolgens onder meer bij wijze van voorschot tegen een behoorlijk
bewijs van kwijting aan Desi Promotions te betalen de somma van € 20.000, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van een vordering uit hoofde van artikel 27a van de Auteurswet, dan wel op grond van een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad en het staken en gestaakt houden van de verkoop en verhuur van de film, op straffe van een dwangsom.

Met zijn verweer stelt Roshan Video aan de orde of en in hoeverre de rechthebbende van het auteursrecht op de film de handhaving daarvan aan Desi Promotions op haar eigen naam heeft overgelaten en voorts of de exploitatierechten van de film – voor Nederland – wel op geldige wijze aan Desi Promotions zijn overgedragen. Roshan Video heeft er in dat verband op gewezen dat uit de overgelegde producties niet blijkt van enige contractuele schakel tussen de rechthebbende en Bollywoodzone. Roshan Video betwist ook de authenticiteit van de overgelegde producties.

Desi Promotions omschrijft de strekking van artikel 12 uit de voornoemde overeenkomst als een machtiging aan Desi Promotions om in Nederland op te treden ter handhaving van het auteursrecht van de film. De voorzieningenrechter stelt voorop dat indien sprake zou zijn van een machtiging, uit de dagvaarding zou moeten blijken dat Desi Promotions in dit kort geding optreedt  als gemachtigde van de rechthebbende. Voorshands gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat Desi Promotions zich heeft laten leiden door de kromme vertaling in het Nederlands van de overeenkomst en zich daardoor ten onrechte op het standpunt stelt dat er sprake is van een machtiging.

Naar voorlopig oordeel dient artikel 12 te worden gelezen als een toestemming aan Desi Promotions om in Nederland op eigen naam de aan de film verbonden IE rechten te handhaven en met name in Nederland op te treden tegen namaak en ongeoorloofde import van de film. Artikel 12 van de overeenkomst heeft dan ook als strekking een last aan Desi Promotions zonodig op eigen naam in rechte op te treden (vergelijk artikel 27a lid 2 laatste volzin Auteurswet).

Gelet op het bepaalde in artikel 45d Auteurswet is de producent als rechthebbende aan te merken. Mede uit door Roshan Video overgelegde producties  blijkt dat Vijay Taneja/Adlabs als producent is aan te merken. Zowel de film op de dvd die door Desi Promotions is overgelegd als de film op de dvd welke door Desi Promotions bij Roshan Video is gekocht noemt Adlabs als producent.

De voorzieningenrechter heeft Desi Promotions in de gelegenheid gesteld de bedoelde overeenkomst in geding te brengen. Desi Promotions heeft daarop het Memorandum of Understanding overgelegd.

Naar voorlopig oordeel legitimeert de overeenkomst in het Memorandum of Understanding tussen Adlabs, als producent, en Bollywoodzone, als licentienemer, Bollywoodzone niet als partij die het de producent toekomende auteursrecht kan handhaven. Daaruit volgt dat Bollywoodzone dat recht niet geldig aan Desi Promotions kon overdragen. De vorderingen van Desi Promotions worden afgewezen. Desi Promotions wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Lees het vonnis hier.