HvJ EU (grote kamer), 12 april 2011, zaak C-235/09, DHL Express France SAS tegen Chronopost (prejudiciële vragen Cour de Cassation, Frankrijk)
In bepaalde gevallen beperkt
Merkenrecht. De gemeenschapsmerkenverordening moet aldus worden uitgelegd dat de werking van het verbod op voortzetting van inbreuken of dreigende inbreuken op een gemeenschapsmerk, zich in beginsel uitstrekt tot het gehele grondgebied van de Europese Unie. De uitzondering op dit beginsel staat in 45 t/m 50 van het arrest en heeft te maken met “de functies van het merk”: Wanneer “de verwerende partij het bewijs levert dat het gebruik van het betrokken teken geen afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk, in het bijzonder om linguïstische redenen, moet deze rechtbank de territoriale werking van het verbod dat zij oplegt, beperken”.
46. De territoriale werking van het verbod kan evenwel in bepaalde gevallen beperkt zijn. Het in artikel 9, lid 1, van verordening nr. 40/94 bedoelde uitsluitend recht van de houder van het gemeenschapsmerk is immers verleend om deze merkhouder de mogelijkheid te bieden, zijn specifieke belangen als zodanig te beschermen, dat wil zeggen zeker te stellen dat het merk zijn wezenlijke functies kan vervullen. De uitoefening van dit recht moet derhalve beperkt blijven tot de gevallen waarin het gebruik van het teken door een derde afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk (zie, in die zin, arrest van 23 maart 2010, Google France en Google, C 236/08 C 238/08, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 75, en aldaar aangehaalde rechtspraak).
47. Hieruit volgt dat, zoals de Europese Commissie heeft opgemerkt, het uitsluitend recht van de houder van een gemeenschapsmerk en bijgevolg de territoriale omvang van dit recht niet verder kunnen gaan dan hetgeen de houder op grond daarvan mag doen ter bescherming van zijn merk, te weten louter elk gebruik dat afbreuk kan doen aan de functies van het merk, verbieden. De handelingen of toekomstige handelingen van de verwerende partij, te weten de persoon aan wie het gewraakte gebruik van het gemeenschapsmerk ten laste wordt gelegd, die geen afbreuk doen aan de functies van het gemeenschapsmerk, kunnen derhalve niet worden verboden.
48. Wanneer de rechtbank voor het gemeenschapsmerk, waarbij in omstandigheden als die van het hoofdgeding een procedure aanhangig wordt gemaakt, vaststelt dat de inbreuk of dreigende inbreuk op een gemeenschapsmerk zich beperkt tot één lidstaat of tot een deel van het grondgebied van de Unie, in het bijzonder omdat de partij die het verbod vordert, de territoriale werking van haar vordering heeft begrensd in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheid om de omvang van de door haar ingestelde vordering te bepalen, of omdat de verwerende partij het bewijs levert dat het gebruik van het betrokken teken geen afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk, in het bijzonder om linguïstische redenen, moet deze rechtbank de territoriale werking van het verbod dat zij oplegt, beperken.
49.Ten slotte dient te worden gepreciseerd dat de territoriale werking van een verbod op voortzetting van inbreuken of dreigende inbreuken op een gemeenschapsmerk zich kan uitstrekken tot het gehele grondgebied van de Unie. Evenwel moeten de overige lidstaten overeenkomstig artikel 90 van verordening nr. 40/94, dat de toepassing van het Verdrag van Brussel betreft, gelezen in samenhang met artikel 33, lid 1, van verordening nr. 44/2001, in beginsel de rechterlijke beslissing erkennen en ten uitvoer leggen, waardoor aan deze beslissing grensoverschrijdende gevolgen worden verleend.
50. Derhalve dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 98, lid 1, van verordening nr. 40/94 aldus moet worden uitgelegd dat de werking van het verbod op voortzetting van inbreuken of dreigende inbreuken op een gemeenschapsmerk, dat door een krachtens de artikelen 93, leden 1 tot en met 4, en 94, lid 1, van deze verordening bevoegde rechtbank voor het gemeenschapsmerk wordt opgelegd, zich in beginsel uitstrekt tot het gehele grondgebied van de Unie.
Lees het arrest hier (link) en hier (pdf volgt)
bijlage Kamerstukken II 2010/11, 29 838, nr. 29
Twee rapporten
Twee rapporten die vandaag in de slipstream van de Speerpuntenbrief Auteursrecht 20@20 (IEF 9541) zijn vrijgegeven:
1- Wat er speelt. De positie van makers en uitvoerende kustenaars in de digitale omgeving, onderzoek in opdracht van het WODC.
“Het algemene beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, is dat over de gehele linie makers en uitvoerend kunstenaars een traditionelere blik hebben op het auteursrecht dan wel eens wordt gesuggereerd. (…) De meeste makers richten zich voor digitale exploitatie van hun werk bij voorkeur op traditionele partijen (…) en velen zien in digitale distributie en exploitatie eerder een bedreiging dan een kans. (...) Daar staat tegenover dat een meerderheid zich uitspreekt tegen wettelijke bemoeienis met de overdraagbaarheid van rechten, en ruim 40 procent denkt dat exploitanten minder risico zullen nemen bij het investeren in nieuw werk wanneer makers exclusieve licenties na vijf jaar kunnen opzeggen. (…) De bovenstaande gemiddelde uitkomsten zijn relevant, maar doen tegelijk geen recht aan de verscheidenheid aan opinies die daaronder verscholen ligt. (…) Fotografen, beeldend kunstenaars en ontwerpers exploiteren al sinds jaar en dag hun werk zonder tussenkomst van uitgevers en doen dat bij voorkeur ook in het digitale tijdperk. Makers en uitvoerenden die een bijdrage leveren aan groepswerken zoals films (bijvoorbeeld acteurs en scenarioschrijvers) zijn juist gewend meer rechten uit handen te geven. Ook blijken makers en uitvoerenden in de muziekindustrie, die tot nu toe de sterkste (financiële) gevolgen hebben ondervonden van digitale distributie en (ongeautoriseerde)filesharing, vaak mildere opinies te hebben dan andere beroepsgroepen. Opvallend genoeg zien ze digitale distributie minder vaak als een bedreiging en vaker als een kans dan de meeste andere beroepsgroepen. (...)"
Lees het rapport hier.
2- De wisselwerking tussen auteursrecht en mededingingsrecht. Rechts- en economisch-wetenschappelijke bevindingen.
"In dit rapport werd een uitgebreide analyse gemaakt van de wijze waarop auteursrecht en mededingingsrecht met elkaar in interactie treden in de rechtspraak van Nederlandse en Europese/buitenlandse rechterlijke instanties en mededingingsautoriteiten. Daarbij werd vastgesteld dat mededingingsrecht in beginsel het bestaan en de inhoud van auteursrecht onverlet laat. (…) Sommige exploitatiewijzen kunnen echter vanuit economisch oogpunt schadelijke effecten hebben en op grond van het mededingingsrecht worden verboden. (…) dat wat economisch (theoretisch) wenselijk is, in de juridische realiteit vaak moeilijk (praktisch) toepasbaar lijkt. "
Lees het rapport hier.
Vzr. Rechtbank Groningen, 8 april 2011. KG ZA 11-89, Previtas Nederland B.V. tegen Liv Oost B.V.
Ter ontrafeling van de concernverhoudingen
met dank aan Douglas Mensink, Micta
Handelsnaamrecht. Domeinnamen. Gewichtsmanagement. Stukgelopen samenwerking. Previtas Nederland (Dr. Frank) eist o.a. staking van het gebruik van de domeinnaam previtas.nl door gedaagde, een voormalig zakenpartner van eiseres. Vorderingen toegewezen. Inbreuk handelsnaamrecht, overdracht domeinnaam. In citaten:
6.2. Uit hetgeen partijen in deze procedure hebben gepresenteerd valt op te maken dat - ter ontrafeling van de concernverhoudingen - weinig tot geen gedetailleerde afspraken over de website, de domeinnaam en de handelsnaam zijn vastgelegd. De voorzieningenrechter heeft evenwel kennis genomen van de akte van levering van de aandelen in Previtas B.V. waarin F.N.R. van Berkum Holding B.V. en Liv Holding B.V. uitdrukkelijk hebben bepaald dat de handelsnaam Previtas niet overging op de koper. (…)
6.3. De contractuele verhouding tussen partijen wordt naast hetgeen zij overeenkomen tevens beheerst door de werking van artikel 6:248 lid 1 BW. Indien partijen eind 2010 al niet (eventueel: stilzwijgend) zijn overeengekomen dat de handelsnaam Previtas verder aan Previtas Nederland zou toekomen, dan dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter op grond van de in 6:248 lid 1 BW vastgelegde aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid en gelet op de wederzijdse belangen van partijen, in elk geval in rechte te worden aangenomen dat Previtas Nederland het gebruik van de Handelsnaam heeft mogen voortzetten. (…)
6.6. Liv Oost heeft de domeinnaam www.previtas.nl, waarvan het onderscheidende woord identiek is aan de Handelsnaam Previtas, in het economische verkeer gebruikt terwijl Previtas Nederland - gelet op het voorgaande - daarvan als rechthebbende dient te worden aangemerkt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is (het gebruik van) van de domeinnaam hier gelijk te stellen aan de handelsnaam, zodat dit gebruik een inbreuk als omschreven in artikel 5 Hnw oplevert.
6.7. Waar Liv Oost voor het overige heeft verklaard de domeinnaam niet te gebruiken, is naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter komen vast te staan dat het belang dat Liv Oost naar haar zeggen heeft bij handhaving van de desbetreffende domeinnaamregistratie op geen enkele wijze opweegt tegen het belang dat Previtas Nederland heeft bij de spoedige overdracht daarvan. Het door Liv Oost geschetste probleem dat enkele van haar medewerkers bij klanten bekend zijn onder een e-mailadres met de toevoeging @previtas.nl moet door een wijziging van de e-mail adressen (en het in kennis stellen van de klanten) op eenvoudige wijze zijn te verhelpen.
Lees het vonnis hier.
Actualiteitenbijeenkomst Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20
Actualiteitenbijeenkomst Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20
De langverwachte Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20 van staatssecretaris Teeven is op 11 april 2011 openbaar geworden. Deze brief is vooral van belang omdat het standpunt van de regering over kopiëren uit illegale bron, het handhavingsbeleid, de (afschaffing van de) Thuiskopieheffing en het auteurscontractenrecht erin zijn opgenomen. Daarnaast wordt rondom handhaving van IE-rechten, filtering en privacy de Conclusie AG Cruz Villalón inzake Scarlet Extended/SABAM C-70/10 op 14 april verwacht.
Naar aanleiding hiervan organiseert uitgeverij deLex op woensdag 20 april 2011 van 12.30 uur tot 14.30 uur een actualiteitenbijeenkomst in Het West-Indisch Huis, Herenmarkt 99, Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst zullen de hoogleraren Senftleben, Spoor en Visser hun visie geven op de standpunten en plannen van de regering. Vervolgens zal er veel ruimte zijn voor de inbreng van verschillende vertegenwoordigers van belanghebbenden en voor discussie met de zaal onder leiding van Visser.”
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 11 april 2011, KG ZA 11-179, Les Ateliers Ruby c.s. tegen Strada Sport B.V. c.s.
Potjes
met dank aan Joost Becker, Dirkzwager
Auteursrecht. Helmen. Eiseres Ruby stelt dat gedaagde Strada inbreuk maakt op haar model- en auteursrechten m.b.t. twee van haar helmen (bovenste twee helmen afbeelding) en ziet haar vorderingen toegewezen. Over de ruimte van de ontwerper om in aansluiting op het vormgevingserfgoed en onder de druk van functionele eisen toch tot een eigen oorspronkelijk werk te komen. Eerst even kort:
4.3. Zoals hierna zal worden toegelicht, is geen van deze kenmerken volledig gedicteerd door keuringseisen, zijn de meeste kenmerken niet volledig technisch bepaald en komen de meeste kenmerken niet een-op-een terug in het vormgevingserfgoed. In het midden kan blijven of de keuzes die Coste ten aanzien van elk element heeft gemaakt binnen de ruimte van keuringseisen, techniek en/of vormgevingserfgoed daarvoor openlaten, afzonderlijk beschouwd getuigen van een persoonlijk stempel van Coste, Naar voorlopig oordeel geld dat in ieder geval wel voor de keuze om een aantal van die elementen te combineren in één helm en moet de Pavillon-helm, waarin alle elementen samenkomen, dus worden aangemerkt als een resultaat van scheppende menselijke arbeid. Het verweer van Strada dat Ruby het gebruik van bepaalde elementen, zoals de kleur van het binnenwerk, niet via het auteursrecht moet kunnen monopoliseren gaat daarom niet op. Ruby claimt in deze zaak namelijk geen auteursrecht op afzonderlijke elementen, maar slechts op de combinatie daarvan in de vorm van de de Pavillon/helm.
4.4. Dat de Pavillon helm een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt, wordt onderstreept door de vele uitingen over die helm in de modebladen die Ruby heeft overgelegd. Uit die publicaties blijkt dat de creativiteit van het ontwerp van de Pavillon/helm in brede kring wordt onderkend.
Lees het vonnis hier.
Kamerstukken II 2010/11, 29 838, nr. 29 (speerpuntenbrief auteursrecht)
De Speerpuntenbrief Auteursrecht
Persbericht + Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20: Auteursrecht moet stimulans zijn voor creativiteit en innovatie.
"Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie wil deze kabinetsperiode het auteursrecht moderniseren. Hij neemt daartoe maatregelen die het vertrouwen in de auteursrechtorganisaties vergroten en de positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars in contractsonderhandelingen versterken. Ook bevordering en bescherming van legaal aanbod van auteursrechtelijk materiaal op internet staat hoog op zijn agenda. Europese plannen die belemmeringen wegnemen voor auteursrechtlicenties op internet kunnen op zijn steun rekenen. Verder ziet de bewindsman geen toekomst meer voor de thuiskopieheffingen. Dit blijkt uit de speerpuntenbrief Auteursrecht die de bewindsman vandaag mede namens minister Verhagen (EL&I) en staatssecretaris Zijlstra (OC&W) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
- Daarom wordt downloaden van auteursrechtelijk beschermd werk uit evident illegale bron onrechtmatig, maar niet strafbaar. Downloaden is al geruime tijd onrechtmatig voor games en andere software, maar dat gaat nu ook gelden voor bijvoorbeeld films en muziek. Met deze civielrechtelijke maatregel neemt Nederland in Europa geen uitzonderingspositie meer in. Consumenten hoeven niet bang te zijn voor criminalisering. Er komt geen zogeheten ‘three-strikes’ wet die Frankrijk en Engeland hebben ingevoerd om gebruikers van internet af te sluiten.
- Handhaving richt zich op websites en diensten en niet op consumenten die beperkt bestanden up- en downloaden. Het is nu al mogelijk om websites en diensten met illegaal aanbod uit Nederland tot sluiting te dwingen, maar als die vanuit het buitenland afkomstig zijn kunnen ze nog niet worden aangepakt. Daarom kunnen rechthebbenden straks ook naar de rechter om een specifieke website of dienst waarvan is bewezen dat deze onrechtmatig handelt, door de Nederlandse accessprovider de toegang voor hun klanten tot die sites te laten blokkeren.
- Een blokkade kan alleen na tussenkomst van de rechter en uitsluitend als de websitebeheerder of de hostingprovider niet aan te spreken zijn. Het is een ultimum remedium, aldus de bewindsman in zijn brief.
- Ook werkt Teeven aan versterking van de positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars. Zij behoren mee te profiteren van de opbrengsten die exploitanten van hun werk – zoals producenten en uitgevers – genereren. Ze moeten bovendien kunnen ingrijpen als de exploitant onvoldoende inspeelt op de mogelijkheden van de digitale omgeving. Deze zomer stuurt de bewindsman een wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State.
- Daarnaast wil hij het toezicht verbeteren op collectieve beheersorganisaties (cbo’s) die namens rechthebbenden auteursgeld innen, beheren en verdelen. Het moet duidelijker worden wat er met het geld gebeurt. Er komt één (digitaal) loket waar gebruikers van auteursrechten terecht kunnen voor opgaven, klachten en onderhandelingen. Als rechthebbenden er medio 2012 niet in zijn geslaagd de 1-loketformule zelf door te voeren, komt de bewindsman met een wettelijke regeling.
- De technologie heeft het thuiskopiestelsel achterhaald. Er is daarom geen plaats meer voor de thuiskopieheffingen. Nieuwe heffingen op apparaten als mp-3 spelers, laptops, dvd-recorders en usb-sticks vindt Teeven onwenselijk. Hetzelfde geldt voor een heffing op internetabonnementen."
Lees meer hier , dossier (link).
Lees de brief hier en hier (link officiële bekendmakingen) en hier (pdf officiële bekendmakingen)
Bijlage Onderzoeksrapport "wat speelt er?" - hier
Bijlage Onderzoeksrapport "De Wisselwerking tussen Auteursrecht en Mededingingsrecht" - hier
DeLex organiseert op woensdag 20 april 2011 van 12:30 - 14:00 een actualiteitenlunch: meer weten
Aanhangsel II vergaderjaar 2010-2011 vraagnummer 2011Z07470
Welke juristen of hoogleraren?
Kamerstukken. Octrooirecht. Kwekersrecht. Vragen ingediend door het lid Van Gerven (SP) aan de minister van ELI over multinationals bij kwekersvrijstelling in octrooirecht (ingezonden 8 april 2011).
Vraag 1: Welke juristen of hoogleraren met welke expertise hebben meegeschreven aan het genoemde rapport «Analyse van de juridische mogelijkheden van een veredelingsvrijstelling in het octrooirecht in het licht van internationale regelingen» OI/I/IE/11009296?
Vraag 2: Hoe is de onafhankelijkheid van de jurist(en) gewaarborgd? Heeft peer review plaatsgevonden? Welke bedrijven, organisaties, universiteiten of instituten zijn geconsulteerd bij het opstellen van het geschrift of hebben een draft gezien?
Aanhangsel Handelingen II 2010-2011, nr. 2004
Naar mij is gebleken
Kamerstukken. Auteursrecht. Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Hennis-Plasschaert, Taverne en Van der Steur (allen VVD) en anvullende vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over inbeslagname servers door Stichting Brein. (ingezonden 23 februari 2011, kenmerk 2011Z03793 en 2011Z03851)
2, 3 en 4. Klopt het dat Stichting Brein servers in beslag heeft genomen zonder gerechtelijk bevel? (…)
Naar mij is gebleken, gaat het hier om servers van een derde die bij een provider waren ondergebracht. Stichting Brein heeft deze provider gesommeerd om de servers aan hen te overhandigen. De provider heeft aan deze sommatie voldaan. Volgens Stichting Brein is de sommatie gebaseerd op artikel 28 van de Auteurswet. Dit artikel geeft de bevoegdheid aan de auteursrechthebbende om roerende zaken, die in strijd met het aan hem toekomende auteursrecht zijn openbaar gemaakt of een niet geoorloofde verveelvoudiging vormen of die materialen of werktuigen zijn die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van deze zaken zijn gebruikt, als zijn eigendom op te eisen. In de situatie die door het aangehaalde bericht is beschreven, was daarom geen sprake van een beslaglegging.(…)
Lees alle vragen en antwoorden hier.
Aanhangsel Handelingen II 2010-2011, nr. 1547
De directeur als componist
Kamervragen. Auteursrecht. Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Smeets (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over radiobazen die betaald krijgen voor liedjes die ze nooit geschreven hebben (ingezonden 28 januari 2011).
2: Wat is de reden dat de radiodirecteuren, zoals die van Radio 538 en Sky Radio, meetekenen met de echte componisten om dan naar verluidt de inkomsten weer door te geven aan deze echte componisten? Waarom zou dat handiger zijn?
De in het krantenartikel genoemde radiostations hebben gesteld dat de muziekwerken uitsluitend jingles en tunes betreffen. (…) Op grond van artikel 6 van de statuten van Buma staat het lidmaatschap slechts open voor natuurlijke personen die auteur, erfgenaam of legataris zijn, of uitgever zijn of een leidinggevende functie vervullen in een uitgeversbedrijf. (…) De rechtspersoon die als werkgever ingevolge artikel 7 van de Auteurswet wordt aangemerkt als de maker, kan zich derhalve thans niet als lid bij Buma aanmelden. Om die reden is er door de radiostations voor gekozen de directeur, zijnde een natuurlijk persoon, op te geven als componist. Een bestuurscommissie van Buma is verzocht een advies uit te brengen aan het bestuur over de vraag of fictieve makers in aanmerking zouden moeten komen voor lidmaatschap. En zo ja, op welke wijze dit dient te geschieden. Ik zal het College van Toezicht Auteursrechten verzoeken aandacht aan deze kwestie te besteden. (…)
Lees alle vragen en antwoorden hier (pdf officiële bekendmakingen) (pdf volgt)
RTL Nieuws.nl, wet tegen dowloaden films en muziek, rtl.nl 4 april
Wet tegen downloaden films en muziek
RTL Nieuws bericht: Het kabinet gaat het downloaden van films, muziek en e-boeken aanpakken. Dat schrijft staatssecretaris Teeven van Justitie aan de Tweede Kamer. Teeven wil de zogenoemde thuiskopieheffing, een heffing op blanco CD's en DVD's, afschaffen. Bij DVD's gaat het om ongeveer 60 cent per schijfje.