IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22665
24 april 2025
Uitspraak

Geluidsopname niet meegewogen in wrakingsverzoek wegens bescherming privacy en portretrecht, verzoek afgewezen

 
IEF 22663
24 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 5281

Eerst even voor jezelf lezen

1-Vzr. Rechtbank Breda, 18 december 2007, KG ZA 07-633, Sport Direct B.V. c.s. tegen Sports Direct International B.V.(met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Merk- en handelsnaamrecht. “De grens van bescherming van beschrijvende handelsnamen wordt echter bereikt als de gevraagde bescherming zou leiden tot monopolisering van alegemeen beschrijvende woorden, zodanig dfat anderen ze niet meer zouden kunnen gebruiken als aanduiding vanhun onderneming. In het onderhavige geval staat het SDI dan ook vrij om de beschrijvende woorden “Sports” en “Direct te gebruiken.”

Lees het vonnis hier.

2-Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, KG ZA 07-1393, Abol B.V. tegen Postelmans Beheer B.V. & De Bandengids B.V.

Handelsnaam/domeinnaamrecht. “4.4. Deze gang van zaken heeft ertoe geleid dat Abol enerzijds en De Bandengids anderzijds een internet-winkel voor banden zijn gaan voeren waarvoor zij als handelsnaam ‘bandenwinkel.nl’, respectievelijk ‘debandenwinkel.nl’ gebruiken. Het verschil in deze handelsnamen is zo gering dat gevaar voor verwarring te duchten is. Het publiek zal immers niet verwachten dat ‘bandenwinkel.nl’ naar een andere onderneming verwijst dan ‘debandenwinkel.nl’. Nu het gebruik door De Bandengids van ‘debandenwinkel.nl’ van latere datum is dan het gebruik van ‘bandenwinkel.nl’ door Abol dient het gebruik door De Bandengids van de jongere, verwarringwekkende, handelsnaam te worden gestaakt.”

Lees het vonnis hier

3-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-3850, Nexans Norway A.S. tegen Aker Kvaerner Subsea A.S.

Octrooirecht. "4.1. De rechtbank volhardt bij al hetgeen in het tussenvonnis van 25 juli 2007 is geoordeeld en beslist. Kort gezegd achtte de rechtbank in dat vonnis conclusie 5 (en de daarvan afhankelijke conclusies) nieuw en inventief maar heeft zij partijen verzocht zich nader uit te laten over de geldigheid van conclusies 1 en 8 en de daarvan afhankelijke conclusies. Meer specifiek was een nadere toelichting geïndiceerd omdat Aker Kvaerner zich in het kader van het door Nexans gestelde gebrek aan nieuwheid en uitvindingshoogte van de conclusies heeft beroepen op de maatregel van het geheel opnemen en omgeven van de kanalen/kabels door de langwerpige kanaalelementen (“final enclosure”), welke maatregel, anders dan bij conclusie 5, evenwel niet in conclusies 1 en 8 en daarvan afhankelijke conclusies lijkt te zijn terug te vinden.”

Lees het vonnis hier.

4-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-2209, Stichting De Thuiskopie tegen Crios Holding B.V. c.s.

Auteursrecht. “4.4. Daarmee staat vast dat er blanco gegevensdragers zijn verkocht op de stand gehuurd door Crios waarover geen thuiskopievergoeding is afgedragen. Namens Crios is voorts bevestigd dat zij de verkoop verzorgde zodat zij opgaveplichtig is te achten in de zin van artikel 16ga Aw. Bij deze stand van zaken en nu voorts niet op enige manier is opgehelderd voor welke gegevensdragers wel een vergoeding zou zijn afgedragen, dient Crios over haar gehele voorraad zoals door Stichting de Thuiskopie berekend aan de hand van de constatering en de beslaglegging de thuiskopievergoeding te voldoen en daarover rekening en verantwoording af te leggen.”

Lees het vonnis hier.

5-Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 05-681 & HA ZA 06-1589, Fleuren Presspack B.V. tegen V.O.F. Handelsonderneming Ruvo en vice versa

Octrooirecht. “2.5. EP 133 heeft eerder ter toetsing voorgelegen. (…) In die procedure waren de feiten (documenten) en gronden - met uitzondering van een ontvankelijkheidsverweer - dezelfde als in de onderhavige procedures. De procedure tussen Ruvo en Ceres heeft geleid tot een arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 17 augustus 2006 (rolnummer 03/1269). Daarin heeft het hof, onder verwijzing naar JP 59- 191596, conclusie 1 van het Nederlandse deel van EP 133 vernietigd wegens het ontbreken van inventiviteit.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5279

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Breda, 5 oktober 2007, KG ZA 07-401, Nederlands Vakantie- en Vrijetijdsonderzoek B.V. c.s. tegen Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme B.V. (met dank aan Diederik Stols, DLA Piper).

Vragenlijsten zijn te beschouwen als eenvoudige geschriften, maar geschriftenbescherming komt slechts toe aan de gegevensverzameling als geheel en kan niet worden ingeroepen tegen het letterlijk overnemen van een zeer beperkt aantal vragen (8 van de ruim 20 vragen). Geen auteursrecht op onderzoeksmethode, dat ook niet langs contractuele weg kan worden gemonopoliseerd. Dreigende databankinbreuk niet aannemelijk gemaakt.

Lees het vonnis hier.

IEF 5278

Commentaren

1- Kamiel Johan Koelman, Bousie: Noot bij GvEA 17 September 2007, zaak T-201/04 (Microsoft). Gepubliceerd in AMI 2007, p. 186-187.

“Als deze interpretatie juist zou zijn – omdat Microsoft heeft aangekondigd geen beroep te zullen instellen, zal het nog wel even duren voordat we daarover uitsluitsel krijgen – zou het ‘nieuw product-vereiste’ wellicht nog maar weinig I.E.-dwanglicenties in de weg staan. Alléén als de beoogde licentienemer het product van de licentiegever een-op-een gaat namaken, en er dus niets aan verandert, verbetert of innoveert, zou de dwanglicentie niet kunnen worden uitgevaardigd.”

Lees hier meer.

2- E.J. Dommering, IViR: Nieuwe visies op intellectuele vrijheid, producten van de geest en privacy: Het Instituut voor Informatierecht, gepubliceerd in: M. Polak, J. Sevink & S. Noorda (red.), Over de volle breedte: Amsterdams universitair onderzoek na 1970, Amsterdam: Vossiuspers UvA 2007, p. 173-197.

“Na de opmerkelijke initiatieven die aan de basis van het IViR stonden, is het stil gebleven. De formatie van de vaste staf is in de periode van zijn bestaan rond de vijf à zes plaatsen blijven schommelen. Groei en verjonging heeft het IViR in de betrokken periode alleen uit tweede en derde geldstroom kunnen realiseren, zodat er gemiddeld twintig mensen bij het IViR werkzaam zijn. De ratio van deze vaste formatie is dus - gelet op het aantal gerealiseerde promoties, de wetenschappelijke output en de omvang van tweede en derde geldstroom - uitzonderlijk hoog. Het gespecialiseerde NWO-programma Informatietechnologie en recht heeft een belangrijke impuls kunnen geven, maar is inmiddels beëindigd. Nieuwe, gerichte NWO-impulsen ontbreken. (…)Terugkijkend naar de synergie waaruit de oprichting van het IViR voortkwam is er plaats voor een nieuwe gerichte impuls.”

Lees hier meer.

3- Ashwin van Rooijen, IViR:  Annotatie bij Vzr. Rb. Amsterdam 14 juni 2007 (Groenendaal / Wij Vertrouwen Stemcomputers niet) en Vzr. Rb. Haarlem 15 juni 2006 (Inter IT / Webcash).  Gepubliceerd in AMI, 2007-6, nrs. 21 en 22, p. 192-194.

“Ofwel: een computerprogramma is beschermd want genoemd in art. 10 Aw, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Deze conclusie is uiteraard onjuist. Art. 10 Aw bevat slechts een niet-uitputtende opsomming van werken die in beginsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Of een concreet programma ook inderdaad een werk is in de zin van de Auteurswet, is een rechtsvraag die in beginsel slechts beantwoord kan worden aan de hand van de (bron)code.”

Lees hier meer.

4- Michael Gerrits, De Gier & Stam: Portretrecht en proceskostenveroordeling. "Maar nog los van deze eerdere uitspraken van de Rechtbank Amsterdam, ben ik van mening dat het oordeel van de Rechtbank Amsterdam in de Van Basten-zaak, voor wat betreft de volledige proceskostenveroordeling, onjuist is en onderschrijf ik volledig de mening van Prof. Dirk Visser, geventileerd in een eerdere discussie tussen laatstgenoemde en Albert Ploeger op IEForum.nl naar aanleiding van de eerdergenoemde Rozenstraat-uitspraak."

Lees hier meer.

5- Evert van Gelderen, De Gier & Stam: Playlogic – Visionvale. “De Rechtbank legt niet uit hoe een geldige bepaling er uit dient te zien. Ik denk dat er specifieker in de overeenkomst had moeten staan dat de game-uitgever de intellectuele eigendomsrechten middels de ontwikkelovereenkomst (terug) overdraagt aan de gameontwikkelaar, in het geval (de voorwaarde intreedt) dat de die overeenkomst is/wordt ontbonden en/of anderszins beëindigd. Voor het geval deze bepaling niet voldoende is, zou ik willen aanraden om tevens in de overeenkomst te bepalen dat de gameontwikkelaar (eventueel op straffe van een bepaalde boete) verplicht is mee te werken aan het (terug) overdragen van de rechten aan de gameontwikkelaar.”

Lees hier meer.

IEF 5277

Chairman of the Board of Appeal

Paul-van-der-Kooij-k.gifThe Secretariat of the Board of Appeal of the CPVO [Communautair Bureau Voor Plantenrassen – IEF] would like to inform you about the appointment, on 17 December 2007 by the Council of Ministers, of Mr Paul van der Kooij as Chairman of the Board of Appeal for a term of 5 years. Mr Timothy Millett has been appointed as alternate to the Chairman.

Paul van der Kooij is onder andere verbonden aan de Universiteit Leiden en co-auteur het handboek `European Community Plant Variety Protection. “A systematic approach to the Community plant variety protection system. The book covers the world's largest system for plant variety protection, and will be the only comprehensive up-to-date resource on Community Plant Variety Rights.” (Amazon.com) “(…) a handsome and informative book (...) congratulates all the contributors and the publishers for the effort they have expended and for the very high quality of the resulting work.' (IPkat).

Website CPVO hier. Bestel het boek hier ('Only 1 left in stock--order soon (more on the way)').

IEF 5276

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 december 2007, KG ZA 07-1224, English Heritage Buildings Ltd tegen Heritage Nederland B.V.

“4.8. Het voorgaande leidt, ook na het beperkte onderzoek in deze procedure, tot het oordeel dat zodanig aannemelijk is dat de op het handelsnaamrecht en het auteursrecht gebaseerde vorderingen in een bodemprocedure toewijsbaar geacht zullen worden dat, ondanks het stilzitten van English Heritage, voldoende spoedeisend belang bij toewijzing van die vorderingen in kort geding kan worden aangenomen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5275

Een op de overdracht gericht stuk

sprt.gifRechtbank Amsterdam, 11 oktober 2007, KG ZA 07-1768 OdC/EH, Playlogic International N.V. tegen Visionvale Ltd.

Stukgelopen samenwerking uitgever en ontwikkelaar. Geschil over het auteursrecht op het computerspel “Sparta – Ancient Wars”. Contractuele bepaling dat auteursrecht bij bepaalde omstandigheden weer wordt teruggegeven is onvoldoende. “In deze bepaling worden immers mogelijke gevolgen onder bepaalde voorwaarden contractueel tussen partijen geregeld. Van een op de overdracht gericht stuk is hier echter geen sprake.”

Playlogic is uitgever van computerspellen. Visionvale en Burut zijn ontwikkelaars van computerspellen. In 2005 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen Playlogic en Visionvale C.S. op grond waarvan Visionvale c.s. het spel "Sparta - Ancient Wars" voor Playlogic heeft ontwikkeld. Op grond van de overeenkomst heeft Playlogic de rechten op het spel. Visionvale stelt echter dat de overeenkomst is ontbonden en dat het auteursrecht op grond van een bepaling in de overeenkomst daardoor weer zou zijn (terug)overgedragen aan Visionvale. 

De voorzieningenrechter concludeert echter dat de feitelijke vraag of de overeenkomst is opgezegd in dit kort geding niet kan worden beantwoord, maar voegt daar wel een ten overvloede aan toe dat van een automatische terugkeer van de auteursrechten sowieso geen sprake is.

“4.3 (…) Omtrent de feitelijke vraag of Visionvale c.s. binnen de termijn van 30 dagen de gewraakte  aanschrijvingen heeft gedaan, verschillen partijen van mening, zodat op dit punt een nader onderzoek nodig is, waartoe dit kort geding zich niet leent. Op de vraag of het contract is beëindigd, kan dus in dit stadium geen antwoord worden gegeven, zodat ook niet kan worden uitgegaan van de toepasselijkheid van de tweede alinea van artikel 13.2.2. van de overeenkomst. 

4.4. . Maar ook indien er wel van zou worden uitgegaan dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en artikel 13.2.2. van toepassing is, kan niet gezegd worden dat de auteursrechten automatisch naar Visionvale C.S. zijn teruggekeerd. Met Playlogic wordt geoordeeld dat niet is voldaan aan de daaraan in de tweede alinea van artikel 13.2.2. gestelde twee voorwaarden: dat Visionvale c.s. een nieuwe uitgever voor het spel heeft gevonden en dat terugbetaling aan Playlogic heeft plaatsgevonden. Alleen al om deze reden kan Visionvale C.S. geen auteursrechten geldend maken. Ook ontbreekt een akte tot (terug-)overdracht van de auteursrechten als voorgeschreven in artikel 2 lid 2 van de Auteurswet 1912. De tweede alinea van artikel 13.2.2. van de overeenkomst kan niet worden aangemerkt als een daartoe bestemde akte. In deze bepaling worden immers mogelijke gevolgen onder bepaalde voorwaarden contractueel tussen partijen geregeld. Van een op de overdracht gericht stuk is hier echter geen sprake. 

4.5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Playlogic rechthebbende is op de auteursrechten en dat Visionvale c.s. haar mededelingen aan de afnemers en distributeurs van Playlogic zal moeten staken en rectificeren. Daarbij wordt aangetekend dat Playlogic ter zitting heeft meegedeeld dat zij met de vordering niet heeft beoogd ook de landen van de voormalige Sovjet Unie te bestrijken en dat evenmin is bedoeld Visionvale c.s. te verbieden officiële uitlatingen in rechte te doen en haar aldus te hinderen in het instellen van een eventueel hoger beroep tegen dit vonnis, maar dat het uitsluitend gaat om brieven aan zakenrelaties en uitlatingen op internet.  

Lees het vonnis hier. (via Evert van Gelderen, De Gier & Stam)

IEF 5274

Een eigen verantwoordelijkheid

big_shadow_-_rosan-K.gifVzr. Rechtbank Haarlem, 14 december 2007, KG ZA 07-596, Wonders Holding B.V. tegen Loods 5 Zaandam B.V. c.s. (met dank aan Jan Kees Govers, GoversVanZoest).

Aardig vonnis over verkoopconstructie interieurhal. Dat deelnemers van Loods 5 haar hebben gevrijwaard voor inbreuken brengt niet met zich mee dat Loods 5 geen eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van derden heeft.

Loods 5 is een factory-outlet, een sorot fabriekshal die verkoopfaciliteiten biedt aan deelnemers; fabrikanten of distributeurs. In de Deelnemingsvoorwaarden staat onder meer vermeld dat deelnemers Loods 5 vrijwaren voor inbreuken. Preventieve maatregelen mogen worden verwacht.

Eiser Wonders, een onderneming van ontwerper Marcel Wanders, is auteursrechthebbende op de Big Shadow-lamp (afbeelding links). Medio 2007 heeft Wonders geconstateerd dat Loods 5 in haar winkels inbreukmakende lampen (afbeelding rechts) aanbod en heeft Loods 5 gesommeerd deze inbreuk te staken. Vervolgens heeft de deelnemer die de Rosan-lamp had ingekocht een onthoudingsverklaring ondertekend. Ook Loods 5 heeft een, door haarzelf opgestelde, onthoudingsverklaring ondertekend, maar Wonders vindt de verklaring dat inbreukmakende producten op eerste verzoek van Wonders door Loods 5 verwijderd zullen worden niet voldoende garantie biedt. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem is het daar mee eens: Loods 5 biedt op deze manier namelijk geen garantie dat toekomstige inbreuken (on)gestraft uitblijven.

“4.5 Dat deelnemers van Loods 5 haar hebben gevrijwaard voor inbreuken brengt niet met zich mee dat Loods 5 geen eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van derden heeft. De stelling van Loods 5 dat zij slechts ruimte verhuurt aan derden doet daar niet aan af. Dat geldt temeer nu de bedrijfsvoering van Loods 5 erop neerkomt dat Loods 5 onder haar eigen naam reclame maakt, zonder naamsvermelding van haar deelnemers, en voorts de producten op eigen naam met de consumenten afrekent en daarvoor vervolgens een commissie ontvangt. (…) is de voorzieningenrechter in onderhavig geval van oordeel dat Loods 5 willens en wetens het risico aanvaardt van inbreuken door het handhaven van een bedrijfspolitiek die er niet (mede) op is gericht te voorkomen dat auteursrechtelijke  inbreuken worden gemaakt, maar slechts op de gevolgen van eenmaal geconstateerde inbreuken af te wentelen op de betrokken leverancier.  (…) Gelet op het voorgaande mogen redelijkerwijs van Loods 5 preventieve maatregelen ter voorkoming van toekomstige inbreuken op deze specifieke lamp worden verwacht.”

De vorderingen worden merendeels toegewezen en Loods 5 wordt evroordeeld in de werkelijke proceskosten van € 7.500. Dit bedrag berust  een schatting, nu Wonders de activiteiten tegen de leverancier van de lampen en Loods 5 als één dossier heeft beschouwd en niet duidelijk heeft kunnen maken welk deel van de kosten betrekking heeft op Loods 5.

Lees het vonnis hier. Grotere afbeeldingen hier.

IEF 5253

Alsnog te voltooien met een Boek 9(2)

tsoutsanis.gifAlexander Tsoutsanis (Klos Morel Vos & Schaap): The codification of intellectual property law: the legacy of E.M. Meijers and recent trends in Europe’

De roep om een nieuw IEForum wordt steeds luider. Tegelijk met de oproep daartoe door Prof. Mr. Th.C.J.A. van Engelen in zijn oratie aan de Universiteit Utrecht, verscheen er op 13 november 2007 ook een bijdrage daarover van Alexander Tsoutsanis (Universiteit Leiden en advocaat te Amsterdam).

“Although after Meijers’ proposal in 1953 the chances of creating a single charter of industrial property law in the Netherlands have diminished because of the fact that the majority of Dutch industrial property law (trade marks and designs) is now governed by uniform Benelux law precluding any legislative changes on a national level, incorporating a single charter on the aforementioned common rules in the Dutch Civil Code is certainly a feasible possibility.”

De bijdrage is verschenen in een feestbundel naar aanleiding van het tienjarig bestaan van het E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk Onderzoek van de Universiteit Leiden. Naast de voorstellen van Prof. E.M. Meijers wordt o.a. ook ingegaan op het recente Russische Burgerlijk Wetboek, waarbij naast Prof. D.W.F.  Verkade ook andere Nederlandse juristen waren betrokken, zoals Prof. Feldbrugge, Prof. W. Snijders en Prof. F.W. Grosheide.

Lees het artikel hier. Eerdere berichten voor een nieuw IEForum hier en hier. E.M. Meijers Instituut hier.

IEF 5252

Naar aanleiding van Manon Thomas

ehb.JPGAntwoorden van de minister van Justitie op de vragen van het lid Gerkens (SP) over heling van een door computervredebreuk verkregen goed. (Ingezonden 23 november 2007, nr. 2070805390)

"(...) Met de plaatsing op internet van door computervredebreuk verkregen digitale foto’s kan inbreuk worden gemaakt op het auteursrecht van de fotograaf en het portretrecht van de gefotografeerde (artikelen 1, 10 en 19 Auteurswet 1912).

(…) De in vraag 1 bedoelde gedragingen leveren wel een strafbaar feit op in de zin van de Auteurswet, maar niet in de zin van de artikelen 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht. De helingsbepalingen zijn van toepassing op een door misdrijf verkregen goed of zakelijk recht. Computergegevens kunnen echter niet worden aangemerkt als een “goed” of een “zakelijke recht” in de zin van de artikelen 416 en 417bis Sr. Het is in dit geval dan ook niet mogelijk om de websites te vervolgen op grond van de artikelen 416 en 417bis Sr voor het helen van door computervredebreuk (artikel 138a Sr) verkregen computergegevens.

(…) Artikel 273 Sr biedt echter ook mogelijkheden om op te treden tegen het openbaar maken van gegevens, die door misdrijf zijn verkregen uit een geautomatiseerd werk en waaruit enig nadeel kan ontstaan door de openbaarmaking. Deze strafbaarstelling van artikel 273 Sr beperkt zich tot het bekendmaken van gegevens, van een onderneming van handel, nijverheid of dienstverlening. Dit betekent dat artikel 273 Sr niet van toepassing is wanneer er nadeel ontstaat door het bekendmaken van gehackte computergegevens van privé-personen of (overheids)instellingen. Gelet op het ernstige nadeel dat ook voor burgers en andere organisaties kan ontstaan door het bekendmaken van door computervredebreuk (artikel 138a Sr) of een ander misdrijf verkregen computergegevens, acht ik het wenselijk om de genoemde bepalingen beter toe te snijden op computercriminaliteit. In de reeds aangekondigde brief aan de Kamer over Handhaving op het internet, zal de strafbaarstelling van het helen van computergegevens worden betrokken binnen het bredere kader van de bestrijding van." 

Lees alle vragen en antwoorden hier. Mediaberichtgeving o.a. hier(Nu.nl).