Nauwelijks nageleefd (3)
Kamervragen met antwoord. Antwoorden op de schriftelijke vragen van het kamerlid Halsema van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Justitie (ingezonden d.d. 24 mei 2007, kenmerk 2060716050).
Vraag 3: Wat is uw mening over het eventueel dwingen door de Publieke Omroep om auteursrechten in een ‘buy out’af te staan?
"Zoals bij de beantwoording van vraag 2 reeds is aangegeven staat de wet niet in de weg aan een zogenaamde buy-out, mits de vergoeding billijk is en schriftelijk wordt overeengekomen. Het is de opdracht van de publieke omroep redelijke en realistische contracten af te sluiten voor multimediaal gebruik van rechten van makers. Makers hebben er evenals omroeporganisaties baat bij dat filmwerken het publiek, dat zich over verschillende platforms verspreid, blijven bereiken. Indien de exploitatie via verschillende platforms leidt tot extra inkomsten is het redelijk dat makers daar ook financieel in meedelen. Het is aan beide partijen om in goede onderhandeling hiervoor passende kaders te ontwikkelen. Daarbij kan van dwang geen sprake zijn. Als een buy-out niet billijk is, omdat niet genoegzaam rekening is gehouden met extra opbrengst van exploitatie via nieuwe distributiemethoden en –technieken, dan kan men met een gerede kans op succes naar de rechter stappen."
Vraag 5: Bent u bereid met de Publieke Omroep in gesprek te gaan of andere maatregelen te nemen waardoor het afkopen van auteursrechten aan nadere voorwaarden wordt verbonden?
"In het digitale medialandschap zal de publieke omroep zijn media-aanbod beschikbaar stellen langs steeds meer kanalen en gedurende een langere periode. Dit kan alleen als de publieke omroep daarvoor de rechten afdoende geregeld heeft. De positie van de makers vraagt daarbij bijzondere aandacht. Zij verkeren vaak in een zwakke(re) onderhandelingspositie ten opzichte van de publieke omroep. Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel om hun positie te versterken door een wettelijke regeling van het auteurscontractenrecht. Het streven is er op gericht dit voorstel na het zomerreces ter consultatie voor te leggen aan betrokken partijen. Uiteraard ben ik daarnaast bereid in mijn gesprekken met de publieke omroep aandacht te vragen voor de positie van de makers."
Waar rook is
BBIE, beslissing inzake oppositie, 12 juni 2007, Nº 2000276. Opposant: Lasaulec B.V. tegen verweerder: Dr. Horst Ermer.
Oppositie op grond van Benelux woordmerk RALTEC tegen de aanvraag tot spoedinschrijving van het woordmerk RALTEC. Oppositie afgewezen: identieke merken, maar voor waren en diensten die niet soortgelijk worden geacht. Onder andere:
“Dan blijven over de brandblusmiddelen in klasse 1. Het Bureau is van mening dat er een relatie zou kunnen zijn tussen deze producten en de producten van verweerder. Waar rook is, is vuur en dat zal geblust moeten worden. De aard en de bestemming van de producten zijn echter verschillend. Het gaat hier om de chemische middelen waar brandblusapparaten mee afgevuld worden, dit is geen eindproduct (in tegenstelling tot de brandblusapparaten in klasse 9). De rookafzuigtoestellen en –apparaten voor het bekomen van rookvrije reddingswegen, rookmelders, rookschakelaars, brandmelders, vuurtasters, alarmbellen zijn apparaten die specifiek bedoeld zijn om het neveneffect van de brand zoveel mogelijk weg te nemen en om te waarschuwen voor de aanwezigheid van rook of vuur.” (31)
Lees de beslissing hier.
Le plupart des Néerlandophones
BBIE, beslissing inzake oppositie, 12 juni 2007, Nº 2000208. Opposant Loewe S.A. tegen Aira Cosmetics Sprl. (geen Nederlandse versie beschikbaar).
Oppositie op grond van Gemeenschapswoordmerk Aire tegen aanvraag Benelux-beeldmerk Aira. De oppositie is gericht tegen klasse 3 (zepen etc.). Overeenstemmende waren, Wel visuele, geen conceptuele en afhankelijk van het taalgebied wel of geen fonetische overeenstemming. Oppositie toegewezen.
“Les signes diffèrent sur le plan conceptuel. Du point de vue visuel les signes présentent plus de ressemblances que de différences. Sur le plan phonétique, la différence entre les signes dépend entre autres de la langue du consommateur.” (49)
Vu la similitude entre les signes sur les plans visuel et phonétique et l'identité respectivement la similitude entre les produits, l’Office est d’avis qu’il y a risque de confusion pour les produits en classe 3.” (56)
Lees de beslissing hier.
Samenwerkende of gecombineerde organen of functies
BBIE, beslissing inzake oppositie, 15 juni 2007, Nº 2000481. Opposant Synergia Capital Partners B.V.tegen Verweerder: Insearch Group B.V.
Oppositie op grand van woord- en beeldmerken Synergia (capital partners) tegen de aanvraag tot inschrijving van het beeldmerk Synergy Investment Group en betreft klasse 35 (financiële diensten).
“Zoals vastgesteld bij de begripsmatige vergelijking van de tekens “Synergia Capital Partners” en “Synergy Investment Group” is het onderscheidend vermogen van beide tekens beperkt. De stelling van verweerder dat de term “synergie” waarnaar de merken van opposant begripsmatig verwijzen, niet gemonopoliseerd mag worden, is een aspect dat bij de toetsing op absolute gronden, conform artikel 2.11 BVIE, door het Bureau aan bod komt.”(61)
Hoewel er identiteit respectievelijk soortgelijkheid tussen een deel van de diensten voor de klassen 35 en 36 is vastgesteld, is het Bureau van oordeel dat er geen sprake is van verwarringsgevaar, gezien er slechts op begripsmatig vlak sprake is van enige overeenstemming tussen het merk “Synergia Capital Partners” en “synergy investment group”. De oppositie wordt geheel afgewezen.” (63, 64)
Lees de beslissing hier.
Gemoedelijke en gerieflijk
BBIE, beslissing inzake oppositie, 15 juni 2007, Nº 2000087. Opposant Noflik BV tegen verweerder: Avek Holding B.V.
Tweede rijkstaalconflict. Oppositie op grond van beeldmerk Noflik tegen aanvraag woordmerk Noflik en betreffende de klassen 10 en 20 (meubels). Er zijn te weinig Friezen om niet onderscheidend te zijn, geen soortgelijke waren, geen verwarring.
“Zoals uit het bewijs van gebruik is gebleken is de betekenis van het woord Noflik prettig, gemoedelijke en gerieflijk in het Fries. Het in aanmerking komend publiek in de Benelux zal echter niet op de hoogte zijn van deze betekenis. (…) Ervan uitgaande dat Friesland 643.000 inwoners heeft (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Friesland is dit ten opzichte van de 27 miljoen inwoners van de Benelux een heel klein aantal. Voor de gemiddelde consument hebben de merken dan ook geen specifieke betekenis. Dit brengt met zich mee dat de merken intrinsiek onderscheidend vermogen hebben en dat de merken -voor zover relevant- ook begripsmatig identiek zijn.” (5.6)
"Enerzijds is in dit geval het in aanmerking komend publiek, het publiek dat bedden koopt; een aankoop die niet dagelijks plaatsvindt en waarvoor men zich goed voorbereid. (…) Anderzijds bestaat het in aanmerking komend publiek uit de ambtenaren die de portefeuille straatmeubilair van hun gemeente beheren. (…) Hoewel deze ambtenaar ook een paar keer in het leven een bed aanschaft, zal dit in aanmerking komend publiek niet van mening zijn dat de leverancier van het straatmeubilair ook bedden zal maken en omgekeerd zal deze ambtenaar zich niet bij de beddenwinkel vervoegen voor straatmeubilair.
In onderhavig geval is sprake van overeenstemmende merken, maar voor waren en diensten die niet soortgelijk worden geacht door het Bureau. Soortgelijkheid van waren en diensten is een voorwaarde voor het vaststellen van gevaar voor verwarring in een oppositie gezien de verwijzing in artikel 2.14, lid 1 BVIE naar artikel 2.3, sub a en b BVIE." (69 e.v.). De oppositie is niet gegrond. (
Lees de beslissing hier.
Merk, God en Verbod
Promotie Caspar van Woensel: Merk, God en Verbod. Oneigenlijk gebruik en monopolisering van tekens met een grote symbolische betekenis. Universiteit Leiden, dinsdag 19 juni 15.00 uur, promotor: prof.mr. D.W.F. Verkade.
“Het boek ‘Merk, God en Verbod. Oneigenlijk gebruik en monopolisering van tekens met een grote symbolische waarde’ gaat over symbolen in de context van het recht. Voorbeelden van symbolen van nationale, cultuurhistorische en religieuze aard zijn: de Nederlandse Leeuw, de Nachtwacht en Michiel de Ruyter, en Kruistekens. Commercieel gebruik van tekens met een grote religieuze symboolwaarde, bijvoorbeeld, kan als aanstootgevend of als misbruik worden ervaren. Voorbeelden te over: een chocolade Jezus als alternatief voor paaseitjes, hindoe-god Ganesh op een wc-bril, spotprenten over de profeet Mohammed. Hoe ver gaan het burgerlijk recht en het strafrecht met de bescherming van symbolen en daaraan verbonden behoeften van mensen, in het licht van de vrijheid van meningsuiting? Ook symbool-monopolisering kan een probleem vormen. Een voorbeeld: de naam van een belangrijke hindoegod als merk voor erotische dvd’s, mag dat? Is monopolisering uit te sluiten? Maakt de aard van symbolen – nationaal, cultuurhistorisch of religieus – daarbij verschil? De beide invalshoeken vertellen in ‘Merk, God en Verbod’ één verhaal over tekens die voor mensen van de meest wezenlijke betekenis zijn.”
Lees hier meer.
Gedeponeerde hapjes
Voor wie het gratis tijdschrift Mr. niet heeft ontvangen. De foto’s van de IEForum.nl Wereld IE Dag Borrel in de society-rubriek van het blad staan ook online. De titel en het stukje over ‘op verantwoorde wijze gedeponeerde producten’ is wat curieus, maar het is in ieder geval vastgelegd dat iedereen er was.
Bekijk de foto’s hier (p. 82-83). (Zolang dit nr. nog op de site staat).
Naar eigen zeggen
Benelux merkenrecht? Wie het vonnis in deze zaak heeft mag het mailen. De Belgische krant De Morgen bericht: “De nieuwe directie van de culinaire gids Henry Lemaire heeft naar eigen zeggen gelijk gekregen van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. De vorige uitgever, Hugo Van Mossevelde, had de distributie van de editie 2007 kunnen tegenhouden door het eigendomsrecht op de gids aan te vechten en aan te voeren dat vorige edities "namaak" waren. De rechtbank oordeelde dat Van Mossevelde zich ten onrechte uitgaf als auteur en eigenaar van de gids.”
Lees hier meer.
Commentaar gevraagd
Authors and composers have until July 9 to comment on proposed new EU rules loosening restrictive territorial contracts for copyright registration on the Internet, satellite and cable retransmission of music.
Lees hier meer.
Waar een klein land groot in kan zijn
Webwereld bericht dat Stichting Brein voor de acties die in de afgelopen anderhalf jaar tijd tegen piraterij zijn ondernomen, beloond met de EMEA antipiracy award van de De Motion Picture Association, de brancheorganisatie van filmstudio's in Hollywood. Brein werd verkozen uit ongeveer dertig antipiracy-programma's in Europa, het Midden-Oosten en Afrika en kreeg de prijs voor de civiele handhaving met name op het gebied van internet.
Lees hier meer.