IEF 22752
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IEF 22777
2 juli 2025
Artikel

De verboden metafoor: AI en antropomorf taalgebruik

 
IEF 22771
2 juli 2025
Uitspraak

Hongaarse rechter vraagt HvJEU om duidelijkheid over gebruik van perspublicaties door AI-chatbots

 
IEF 22768

Conclusie A-G Spielmann: Kritische publicatie van reeds bestaand werk kan auteursrechtelijk beschermd zijn

HvJ EU 26 jun 2025, IEF 22768; ECLI:EU:C:2025:488 (Călinescu‑instituut en FNSA tegen TB en VP), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-spielmann-kritische-publicatie-van-reeds-bestaand-werk-kan-auteursrechtelijk-beschermd-zijn

Conclusie A-G 26 juni 2025, IEF 22768, IEFbe 3927; ECLI:EU:C:2025:488 (Călinescu‑instituut en FNSA tegen TB en VP). Professor Slușanschi heeft een kritische editie gepubliceerd van een oorspronkelijk Latijns werk van prins Cantemir over de geschiedenis van het Ottomaanse hof. Dit werk behoort tot het publiek domein en werd in het Latijn bewerkt. Het Latijnse manuscript van prins Cantemir, waarop de kritische editie van Slușanschi is gebaseerd, werd in 1984 ontdekt aan Harvard University. Naast de kritische publicatie van Slușanschi in het Latijn werd het werk van Cantemir ook in het Roemeens gepubliceerd, in een vertaling van professor Slușanschi. Na het overlijden van professor Slușanschi in 2013 droegen zijn erfgenamen, TB en VP, het gebruiksrecht van zijn transcripties en vertalingen over aan het Călinescu-instituut, dat deze vervolgens ter beschikking stelde aan de FNSA. In 2015 publiceerde de FNSA een tweetalige editie van Cantemirs werk, waarbij de Latijnse tekst was voorzien van kritische noten en waarbij de kritische editie van Slușanschi volledig was overgenomen, inclusief niet-gepubliceerde aanvullingen. TB en VP spanden hiertegen een rechtszaak aan en de rechter stelde een schending van het auteursrecht vast. In hoger beroep werd geoordeeld dat Slușanschi’s kritische editie een "afgeleid werk" is in de zin van de Roemeense auteurswet, aangezien het tot stand kwam door intellectuele inspanning en creatieve keuzes. Het Călinescu-instituut en de FNSA stelden cassatieberoep in. Zij betwisten dat een kritische publicatie als "afgeleid werk" kan worden aangemerkt, stellende dat bij wetenschappelijke teksten in een dode taal geen creatieve keuzes mogelijk zijn en de auteur slechts een technische, nauwkeurige reconstructie nastreeft. 

IEF 22770

Artikel ingezonden door Dirk Visser.

Trainen van AI is géén ‘fair use’

Artikel van Mr. Online. Het trainen van generatieve AI om te leren schrijven is vaak géén vorm van ‘fair use’ en vormt wél auteursrechtinbreuk, volgens een Amerikaanse rechter. Hij oordeelt daarmee heel anders dan een collega twee dagen eerder. Het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 25 juni 2025 staat in schril contrast met het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 23 juni 2025, waarover eerder in de rubriek Snelrecht werd bericht. De nieuwe uitspraak is van een andere rechter van dezelfde rechtbank, die het duidelijk niet eens is met de uitspraak van zijn collega van twee dagen eerder.

De belangrijkste redenen voor dit andere oordeel zijn dat het ‘transformatieve’ karakter van generatieve AI niet doorslaggevend is en dat de concurrentie door ‘schrijvende’ AI zeer ernstige schade kan toebrengen aan de licentiemarkt voor het originele werk waarop de generatieve AI is getraind.
“No matter how transformative LLM training may be, it’s hard to imagine that it can be fair use to use copyrighted books to develop a tool to make billions or trillions of dollars while enabling the creation of a potentially endless stream of competing works that could significantly harm the market for those books.”

IEF 22766

Café-exploitant moet alsnog muziekvergoedingen en bijkomende kosten aan BUMA en SENA voldoen

Kantonrechter 11 jun 2025, IEF 22766; ECLI:NL:RBNHO:2025:6386 (SENA en BUMA tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/cafe-exploitant-moet-alsnog-muziekvergoedingen-en-bijkomende-kosten-aan-buma-en-sena-voldoen

Rb. Noord-Holland 11 juni 2025, IEF 22766, ECLI:NL:RBNHO:2025:6386 (SENA en BUMA tegen gedaagde). In deze zaak heeft een café-exploitant overeenkomsten gesloten met BUMA en SENA voor het openbaar maken van muziek in zijn horecagelegenheid. Op basis van deze overeenkomsten is de exploitant verplicht vergoedingen te betalen aan beide organisaties. Voor deze betalingen was een betalingsregeling getroffen, waarbij maandelijks een bedrag verschuldigd was. De exploitant heeft echter nagelaten om tijdig aan deze betalingsverplichting te voldoen. BUMA en SENA hebben daarop een procedure gestart bij de kantonrechter. Zij vorderen betaling van het resterende bedrag. Door deze wanprestatie is het volledige (restant)bedrag volgens hen opeisbaar geworden. Daarnaast maken zij aanspraak op wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en vergoeding van de proceskosten.

IEF 22765

Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/negatieve-online-reviews-over-energiebemiddelaar-niet-onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.

IEF 22764

Artikel ingezonden door Dirk Visser.

Trainen van AI is ‘fair use’

Artikel van Mr. Online. Het trainen van generatieve AI om te leren schrijven is een vorm van ‘fair use’ en vormt geen auteursrechtinbreuk, aldus een Amerikaanse rechter. De belangrijkste redenen voor het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 23 juni 2025 zijn het extreem ‘transformatieve’ karakter van generatieve AI en het feit dat de concurrentie door ‘schrijvende’ AI niet het soort concurrentie is waar het auteursrecht bescherming tegen biedt. Die concurrentie is vergelijkbaar met die van schoolkinderen die goed hebben leren schrijven.

The technology at issue was among the most transformative many of us will see in our lifetimes”.

“Authors contend generically that training LLMs will result in an explosion of works competing with their works — such as by creating alternative summaries of factual events, alternative examples of compelling writing about fictional events, and so on. This order assumes that is so […].  But Authors’ complaint is no different than it would be if they complained that training schoolchildren to write well would result in an explosion of competing works.  This is not the kind of competitive or creative displacement that concerns the Copyright Act. The Act seeks to advance original works of authorship, not to protect authors against competition”.

IEF 22748

Benelux Merkencongres verplaatst naar 7 oktober – aanmelden weer mogelijk

Het Benelux Merkencongres is dé jaarlijkse ontmoetingsplek voor professionals die zich bezighouden met merkenrecht in de volle breedte. Dit congres brengt academici, advocaten, bedrijfsjuristen, beleidsmakers en merkenspecialisten samen voor een dag vol verdieping, discussie en actualiteit.

Let op: het congres is verplaatst naar dinsdag 7 oktober 2025 en vindt plaats in De Burcht, Amsterdam. Aanmelden is weer mogelijk.

Met een scherp oog voor de nieuwste juridische ontwikkelingen biedt het congres ook dit jaar een programma van hoog niveau, waarin wetenschappelijke diepgang hand in hand gaat met de dagelijkse rechtspraktijk.

Bent u erbij? Er zijn nog een paar plekken vrij – dit congres wilt u niet missen.

IEF 22763

Geen taakverwaarlozing bestuur Stichting die auteursrechten beheert, verzoek tot ontslag en benoeming nieuwe bestuurders afgewezen

Rechtbank Midden-Nederland 19 mrt 2025, IEF 22763; ECLI:NL:RBMNE:2025:1061 (Verzoeker tegen de Stichting), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-taakverwaarlozing-bestuur-stichting-die-auteursrechten-beheert-verzoek-tot-ontslag-en-benoeming-nieuwe-bestuurders-afgewezen

Rb. Midden-Nederland 19 maart 2025, IEF 22763; ECLI:NL:RBMNE:2025:1061 (Verzoeker tegen de Stichting). Deze zaak betreft een geschil tussen kleinkinderen van een overleden schrijfster, wier auteursrechten ondergebracht zijn in een Stichting. Alle kleinkinderen zijn certificaathouders van de Stichting en hebben daarmee recht op een deel van de opbrengsten. Verzoeker vraagt de rechtbank om twee huidige bestuurders van de Stichting te ontslaan. Hij stelt dat zij hun taken ernstig hebben verwaarloosd door geen jaarvergaderingen bijeen te roepen en geen financiële overzichten op te stellen, zoals voorgeschreven in de statuten van de Stichting. Daarnaast verzoekt hij om zichzelf en twee andere familieleden als nieuwe bestuurders te benoemen. De rechtbank wijst beide verzoeken af. Hoewel in 2023 inderdaad geen jaarvergadering is gehouden, werd deze in 2024 wel georganiseerd. De uitnodiging is naar het bij de Stichting bekende e-mailadres van verzoeker gestuurd. Dat hij dit adres niet meer gebruikte zonder een nieuw adres door te geven, komt voor zijn eigen rekening. De vertraging bij het organiseren van de vergadering in 2024 acht de rechtbank bovendien begrijpelijk vanwege het overlijden van een medebestuurder in dat jaar.

IEF 22761

Conclusie van A-G in Pelham II: afbakening van het begrip ‘pastiche’ onder de InfoSoc-richtlijn

HvJ EU 17 jun 2025, IEF 22761; ECLI:EU:C:2025:452 (CG en YN tegen Pelham), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-van-a-g-in-pelham-ii-afbakening-van-het-begrip-pastiche-onder-de-infosoc-richtlijn

HvJ EU Conclusie A-G 17 juni 2025, IEF 22761, IEFbe 3926; ECLI:EU:C:2025:452 (CG en YN tegen Pelham). In Pelham II vraagt het Bundesgerichtshof (BGH) opnieuw prejudiciële uitleg aan het Hof van Justitie in het langlopende geschil tussen Kraftwerk en de producers Pelham en Haas. Centraal staat een twee seconden durende sample uit Metall auf Metall, zonder toestemming verwerkt in het nummer Nur mir (1997). In Pelham I oordeelde het Hof dat dergelijke samples vallen onder het reproductierecht van artikel 2(c) InfoSoc-richtlijn. Nu vraagt het BGH of sampling toch toelaatbaar kan onder de pastiche-uitzondering van artikel 5(3)(k), mede gelet op artistieke vrijheid in artikel 13 EU-Handvest. Deze vraag raakt aan bredere thema’s rond artistiek hergebruik en het evenwicht op auteursrecht en expressievrijheid, zeker in het licht van gebruikerspraktijken op platforms als Youtube en TikTok. Artikel 17(7)(b) CDSM-richtlijn, dat bepaalde vormen van user-generated content (UGC) als “pastiche” toestaat, speelt hierbij ook een rol. De centrale vragen zijn of ‘pastiche’ een vangnet voor artistiek hergebruik vormt, en of een subjectieve bedoeling vereist is of een objectief herkenbaar karakter volstaat.

IEF 22762

Uitspraak ingezonden door Frank Eijsvogels, HOYNG ROKH MONEGIER.

Enzalutamide: rechtbank bevestigt geldigheid van Europees octrooi en ABC met betrekking tot enzalutamide

Rechtbank Den Haag 18 jun 2025, IEF 22762; (Accord tegen Astellas en Sandoz tegen Astellas), https://ie-forum.nl/artikelen/enzalutamide-rechtbank-bevestigt-geldigheid-van-europees-octrooi-en-abc-met-betrekking-tot-enzalutamide

Rb. Den Haag 18 juni 2025, IEF 22762, LSR 2301; C/09/654970 (Accord tegen Astellas en Sandoz tegen Astellas). The Regents of the University of California en Astellas hebben met succes de geldigheid verdedigd van Europees octrooi EP 1 893 196 B2 en SPC 300632 met betrekking tot de werkzame stof enzalutamide. The Regents of the University of California is houder van deze rechten. Astellas is houder van een exclusieve sublicentie. Enzalutamide vormt de basis voor het geneesmiddel Xtandi®, een geneesmiddel dat zeer succesvol is gebleken bij de levensverlengende behandeling van prostaatkanker. De androgeenreceptor (AR), die de groei van tumorcellen stimuleert, speelt een essentiële rol in de strijd tegen prostaatkanker. Het is noodzakelijk om de activiteit van de AR te verminderen. Een bekende behandeling van de ziekte is bijvoorbeeld androgeendeprivatietherapie, waarbij de AR wordt geblokkeerd door anti-androgenen. Bij hormoongevoelige prostaatkanker kan overexpressie van de AR leiden tot hormoonresistente prostaatkanker. Bovendien is aangetoond dat bij hormoonresistente prostaatkanker overexpressie van de AR ervoor zorgt dat anti-androgenen (zoals bicalutamide) veranderen van antagonisten in agonisten (een AR-antagonist remt de AR- activiteit en een AR-agonist stimuleert de AR-activiteit).

IEF 22759

Artikel ingezonden door Syb Terpstra, Porterfield.

Artikel: AI-muziekplatforms in overleg met major labels: wat zijn de mogelijke gevolgen?

Artikel ook te lezen op AI-Forum.nl. Recent werd bevestigd dat de grote platenmaatschappijen (Universal Music Group, Warner Music Group en Sony Music Entertainment) in gesprek zijn met de bekende AI- muziekplatforms Suno en Udio. Volgens diverse bronnen onderhandelen deze partijen over licentieafspraken die AI-platforms toestemming zouden geven om muziek van de majors te gebruiken voor training van hun generatieve AI- muziekplatforms. Dit roept fundamentele vragen op over de gevolgen van dergelijke onderhandelingen voor de positie van artiesten, componisten en tekstschrijvers, muziekuitgevers en independent labels en publishers.

Licentieafspraken en lopende rechtszaken
De gesprekken tussen de major labels en AI- platforms vinden plaats tegen de achtergrond van lopende rechtszaken in de Verenigde Staten. In juni 2024 klaagden de majors, onder coördinatie van de Recording Industry Association of America (RIAA), Suno en Udio aan vanwege vermeende inbreuk op hun masterrechten (in de VS: copyrighted sound recordings) door het trainen van hun platforms op masters van (o.a.) de majors. De platforms verweren zich met name door zich te beroepen op het Amerikaanse principe van ‘fair use’. Op basis van die beperking van het Amerikaanse auteursrecht kan onder bepaalde omstandigheden zonder voorafgaande toestemming gebruik worden gemaakt van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Of dit argument standhoudt in de rechtszaal is nog maar de vraag, maar zeker is dat rechtszaken hierover nog jarenlang kunnen voortslepen.