Uitspraak ingezonden door Sjoerd Peters en Ricardo Dijksta, Vondst Advocaten.
Openbaar voorgebruik aangetoond middels getuigenverhoren in octrooizaak tussen Van Dijke en Graafstra

Hof Den Haag 8 oktober 2024, IEF 22527, LSR 2276 (Van Dijke tegen Graafstra). Deze zaak gaat over de handhaving van het Nederlandse octrooi NL1031590 (hierna: het octrooi) van Van Dijke voor een sorteerinrichting voor bol- en/of knolgewassen. Graafstra heeft onder andere aangevoerd dat het octrooi op meerdere gronden nietig is. In een tussenarrest heeft het hof overwogen dat ervan uitgegaan kan worden dat [naam 1] de feitelijke uitvinder van het octrooi is. Graafstra mag dit ontkrachten door tegenbewijs te leveren. Daarnaast heeft het hof overwogen dat de kenmerken van het octrooi vóór de prioriteitsdatum openbaar zijn gemaakt. Voor zover deze openbaarmaking heeft plaatsgevonden, zou dit met instemming of medeweten van Van Dijke zijn gebeurd. Ook hiervoor mag Graafstra bewijs leveren. Graafstra heeft hierop getuigen laten horen, waarna Van Dijke in contra-enquête eveneens getuigen heeft laten horen. Het hof concludeert in dit arrest dat het nietigheidsverweer van Graafstra slaagt en dat de vordering van Van Dijke terecht is afgewezen. De voorwaardelijke vordering tot nietigverklaring van het octrooi wordt toegewezen.
Jong IE-Pubquiz – donderdag 20 februari

Ha mede jong IE’er,
Hier is ‘ie dan! De officiële uitnodiging voor de Jong IE-Pubquiz. Zet donderdag 20 februari groots in de agenda, want wij nodigen jullie uit om samen met ons te komen strijden voor de felbegeerde eerste plek bij de legendarische Jong IE-Pubquiz bij Gebrouwen door Vrouwen.
Ben jij klaar om jouw kennis over van alles en nog wat te testen? Meld je dan snel aan voor deze onvergetelijke avond waarover nog lang gesproken zal worden. Gebrouwen door Vrouwen heeft ongeveer plek voor 40 deelnemers en voorgaande edities van de pubquiz zaten al snel vol. Twijfel dus niet en geef je meteen op. Wie weet ga jij er dit jaar met de winst vandoor.
Uitspraak ingezonden door Femmetje de Wind, ABC Legal.
Gedaagde moet misleidende posts over voicemailbericht van social media verwijderen
Rb. Den Bosch 31 januari 2025, IEF 22525, IT 4775 (Eiser tegen gedaagde). Gedaagde is samen met persoon 1 bestuurder van Taxeco, een juridisch (belasting-)adviesbureau. Eiser is directeur van een onderneming die een groothandel exploiteert en machines en werktuigen verhuurt. De partijen kwamen met elkaar in contact nadat gedaagde de juridische belangen van een vriend van eiser had behartigd. Eiser heeft destijds het verschuldigde bedrag voor de diensten voorgeschoten. Daarna raakte hij verder betrokken door leningen te verstrekken aan cliënten van gedaagde. Nadat er niets in de zaken gebeurde en in de media veel negatieve berichten verschenen over Taxeco, probeerde eiser contact te zoeken. Dit lukte niet. Hij schreef e-mails en liet ook een voicemail achter, die door gedaagde als bedreigend werd ervaren. Gedaagde heeft hierop delen van dit voicemailbericht op zijn socialmediakanalen, waaronder LinkedIn en X, geplaatst. Gedaagde heeft een bereik van meer dan 35.000 volgers en roept deze uitdrukkelijk op zijn berichten te delen en hierop te reageren. Dit leidde tot haatdragende reacties. In dit kort geding vordert eiser onder andere verwijdering van de posts, plaatsing van een rectificatie op de socialmediakanalen en veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Deze vorderingen zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad.
Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.
Rechtbank verklaart zich grotendeels onbevoegd in zaak over inbreuk op muziekcatalogus door een in Spanje gevestigde exploitant

Rechtbank Amsterdam 15 januari 2025, IEF 22524 (Modern Entertainment tegen gedaagde). Tussen deze partijen lopen twee bodemprocedures. Onlangs heeft de rechtbank Amsterdam zich bevoegd verklaard in een tussenvonnis in de ene procedure [zie IEF 22487]. Deze tweede zaak gaat over de rechten op een muziekcatalogus en de vermeende inbreuk daarop door gedaagde, die in Spanje gevestigd is. Anders dan in de andere procedure verklaart de rechtbank zich hier onbevoegd. Hiermee wordt de vordering van gedaagde in incident toegewezen, ondanks dat het Modern Entertainment hier verweer tegen heeft gevoerd. Gedaagde is woonachtig in Spanje en dus moet de bevoegdheid van de Nederlandse rechter worden beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening. Het geschil, dat ziet op een mogelijke inbreuk op de muziekcatalogus van Modern Entertainment, is in de kern gebaseerd op een onrechtmatige daad. Het gaat onder andere om een mogelijke schending van naburige rechten. De rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen is bevoegd. Bij uitleg van de regels wordt aansluiting gezocht bij rechtspraak van het Hof.
Verwarringsgevaar tussen SYC en SYR

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22520; IEFbe 3859; ECLI:EU:T:2025:111 (Atusa Grupo Empresarial SA tegen EUIPO, Hans Sasserath GmbH & Co. KG) Het Gerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Atusa Grupo Empresarial SA, het EUIPO en Hans Sasserath GmbH & Co. KG over een oppositieprocedure rond het EU-beeldmerk SYC. Atusa heeft een aanvraag ingediend voor de inschrijving van dit merk voor verwarmings-, koel- en sanitaire installaties. Hans Sasserath heeft oppositie ingesteld op basis van zijn oudere woordmerk SYR, dat ook is geregistreerd voor soortgelijke installaties. De Oppositieafdeling van het EUIPO heeft de aanvraag afgewezen vanwege verwarringsgevaar voor het Spaanstalige deel van het publiek. Atusa heeft beroep ingesteld, maar de Kamer van Beroep heeft de afwijzing bevestigd.
Luchtig toetje II - Speech Kriek Wille tijdens het IE-diner 2025

Op donderdag 30 januari sprak Kriek Wille tijdens het jaarlijkse IE-diner van deLex over generatieverschillen binnen haar kantoor. Via deze weg delen we de tekst van haar speech.
Luchtig toetje II
Dames en heren, het is een eer hier vanavond te spreken, voor de tweede keer alweer! En hoewel alle hedendaagse gebeurtenissen in ons land en de wereld eigenlijk schreeuwen om serieuze beschouwingen wilde ik u maar ontzien na de gangen die wij aan dit diner al hebben genoten, en na de IE zwaargewichten die mij vanavond als spreker vóór zijn gegaan. Geen zware kost dus, meer een luchtig toetje.
Er zijn hier denk ik maar heel weinig mensen die weten dat ik ooit op het jaarlijks IE symposium in Zeist een praatje heb gehouden met de titel Luchtig Toetje. Het was in de jaren 90, en IE juristen waaronder ikzelf maakten zich collectief druk over de vraag of Biomild, Postkantoor en ook Luchtig Toetje wel of geen merk kunnen zijn.
Geschil over splitsing van familiebedrijf en kwekersrechten: juridische afwikkeling in hoger beroep
Hof Amsterdam 28 januari 2025, IEF 22523, LS&R 2275; ECLI:NL:GHAMS:2025:204 (Appellanten tegen geïntimeerden). Twee broers runden samen een bedrijf in tulpen en pioenen via hun eigen vennootschappen. In 2017 kregen ze ruzie en besloten ze hun samenwerking te beëindigen en het bedrijf te splitsen. De afwikkeling verliep echter moeizaam. In maart 2019 sloten ze een vaststellingsovereenkomst over de verdeling van activa, schulden, personeel en onroerend goed, en spraken ze af hoe de splitsing juridisch en fiscaal zou worden vormgegeven. Om verdere escalatie en een dreigend faillissement te voorkomen, maakten ze in oktober 2019 onder leiding van ABN AMRO aanvullende afspraken. Dit leidde op 31 december 2019 tot een juridische afsplitsing. Na de splitsing ontstond een geschil over kwekersrechten die niet waren meegenomen in de verdeling van het bedrijf. Een deel werd alsnog verdeeld, maar andere kwekersrechten konden niet worden overgedragen omdat mede-eigenaren hier geen toestemming voor gaven. Dit leidde tot een rechtszaak waarin meerdere geschilpunten aan de rechtbank werden voorgelegd. De rechtbank deed hierover een deeluitspraak en besliste de resterende punten in een eindvonnis. Geïntimeerde vroeg daarna om correctie van een rekenfout in dat eindvonnis, maar de rechtbank wees dit verzoek af. Appellanten stelden hoger beroep in tegen zowel de eerdere uitspraak als het eindvonnis. Geïntimeerde diende op zijn beurt een tegenklacht in over de rekenfout.
Rood label op matras mist onderscheidend vermogen, kan niet als positiemerk worden ingeschreven

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22522; IEFbe 3861; ECLI:EU:T:2025:107 (Doorinn GmbH tegen EUIPO). Het Gerecht heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Doorinn GmbH en het EUIPO over de weigering van de inschrijving van een positiemerk. Doorinn had een aanvraag ingediend voor een positiemerk, bestaande uit een rood label dat zich aan de onderkant van een matras bevindt, op de verticaal lopende rand in het onderste derde gedeelte. De aanvraag betrof matrassen en medische matrassen. De onderzoeker van het EUIPO heeft de aanvraag afgewezen wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. De Kamer van Beroep heeft dit besluit bevestigd en geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft, omdat het met het uiterlijk van de waren versmelt en niet aanzienlijk afwijkt van de norm of de gangbare praktijken in de sector. Het Gerecht onderzoekt of de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het teken geen onderscheidend vermogen heeft. Het stelt vast dat het teken een positiemerk is, dat niet als losstaand element van het matras kan worden gezien, maar versmelt met de vorm van een deel van de waar. Daarom is terecht het criterium toegepast dat dergelijke tekens alleen onderscheidend vermogen hebben als zij aanzienlijk afwijken van wat gebruikelijk is in de sector. Het Gerecht stelt vast dat de relevante kringen bestaan uit alle consumenten van de Unie en dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen gebaseerd moet zijn op de algehele indruk, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het teken als geheel.
IE in de wereld vóór ons - Speech Tobias Jehoram Cohen tijdens het IE-diner 2025

Op donderdag 30 januari sprak Tobias Jehoram Cohen over de toekomst van de IE wereld tijdens het jaarlijkse IE-diner van deLex. Via deze weg delen we de tekst van zijn speech.
IE in de wereld vóór ons
Vorige keer dat ik een tafelrede mocht houden op het IE diner (het zal 2010 zijn geweest), realiseerde ik me dat ik -na mijn speech- niet snel weer gevraagd zou worden. Daarom keek ik toen maar vast 5 jaar terug, vanaf 2015. Nu wil ik het andersom doen en vanaf vandaag, 5 jaar vooruit kijken met u.
Dat kan ook veel makkelijker, omdat de AI tools die we inmiddels hebben ontwikkeld de lijnen uit het verleden prima kunnen doortrekken. Tenminste: voor de algemene sociale en politieke ontwikkelingen. Voor de juridische is dat lastiger. Maar op mijn kantoor draait nu de beta-versie van een bespoke AI-tool, waarmee rechtspraak geanalyseerd kan worden. Op basis daarvan geeft het een voorspelling over hoe in de toekomst beslist zal worden. Dat ding heet Brauwser. Met A-U-W, dat vond ons bestuur grappig en zo kon ik het ook moeiteloos ingeschreven krijgen als EU-merk.
Gerecht bevestigt beslissing EUIPO: beeldmerk ‘Frosty’ stuit op oppositie vanwege verwarringsgevaar

Gerecht EU 29 januari 2025, IEF 22521, IEFbe 3860; ECLI:EU:T:2025:113 (Apellant tegen EUIPO). Appellant heeft bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van het beeldmerk dat links is afgebeeld ingediend. De klassen zijn milkshakes, (ijs)koffie en (ijs)thee. Opposant heeft verzet aangetekend tegen deze inschrijving op basis van het beeldmerk dat rechts is afgebeeld. Dit Spaanse beeldmerk is ingeschreven voor ‘granizado’, oftewel frisdranken, andere niet-alcoholische dranken, vruchtendranken, siropen en andere preparaten voor de bereiding van dranken. Het EUIPO heeft dit verzet gegrond verklaard en later het beroep van appellant verworpen. Het oordeelde dat er voldoende bewijs was geleverd van het effectieve gebruik van het andere merk voor soortgelijke waren, waardoor er sprake was van verwarringsgevaar. Appellant verzoekt nu het Gerecht om dit besluit nietig te verklaren. Ter ondersteuning van dit beroep voert appellant twee middelen aan: ze stelt dat het normale merk niet is aangetoond wat betreft de plaats, tijd omvang en aard, en daarnaast betoogt ze dat de Kamer van Beroep onterecht tot de conclusie gekomen dat er sprake is van verwarringsgevaar.