Persbericht
V.O. Patents & Trademarks benoemt Rutger Timmer tot partner

Met ingang van 1 januari 2025 is Rutger Timmer benoemd tot partner bij V.O. Patents & Trademarks. Timmer studeerde Technische Natuurkunde aan de Universiteit van Twente. Tijdens zijn studie werkte hij bij de Europese Raad voor Kernonderzoek (CERN). Hij studeerde af aan het Nationaal Instituut voor Kern en Hoge Energie Fysica (NIKHEF) en promoveerde aan het Instituut voor Atomaire en Moleculaire Fysica (AMOLF) te Amsterdam, waar hij experimenteel en theoretisch onderzoek verrichtte op basis van tijdopgeloste spectroscopie. Vanaf 2010 werkt Timmer als octrooigemachtigde bij V.O. op de vestiging van de High Tech Campus Eindhoven. Met zijn ruime ervaring op het gebied van optica, fysische chemie en halfgeleiderproducten, zet hij zich in voor zowel kenniscentra en multinationals, als voor lokale tech-starters.
Vorderingen Silife c.s. van tafel in octrooi-inbreukzaak tegen Si Tech c.s.
Rb. Den Haag 18 december 2024, IEF22466, LS&R 2270; ECLI:NL:RBDHA:2024:21532 (Silife c.s. tegen Si Tech c.s.). In deze zaak staat de vraag centraal of de gedaagde partijen (hierna: Si Tech c.s.) inbreuk maken op buitenlandse octrooien die door de eisende partijen (hierna: Silife c.s.) worden geclaimd. De zaak gaat over vermeende octrooi-inbreuken en onrechtmatig handelen. De rechtbank wijst de vorderingen af, grotendeels door gebrek aan bewijs en juridische onderbouwing door de eisers. Silife c.s., bestaande uit Silife Limited, Silife India, Rexil Holding en Liquistone Limited, claimt de octrooihouder of de licentiehouder te zijn van buitenlandse octrooien voor een technologie om siliciumzuur te stabiliseren, toegepast in producten zoals NewSil en SiWell. Si Tech c.s., dat Si Tech International, Si Tech Indonesia, Si Tech Africa, LC Beheer, een persoonlijke gedaagde en Si Tech India omvat, is de gedaagde partij. Eerdere geschillen tussen sommige van deze partijen hebben geleid tot een arrest van het Gerechtshof Den Haag op 28 januari 2020. In dat arrest werd vastgesteld dat de licentieovereenkomst tussen Liquistone en Silife Ltd. niet rechtsgeldig was beëindigd en dat Roka Beheer onrechtmatig had gehandeld door hiervan te profiteren. De zaak die nu door de rechtbank beoordeeld wordt, richt zich met name op handelingen van Si Tech-vennootschappen na dit arrest.
Vacature bij Boekx – gevorderd advocaat-stagiair IE

Boekx Advocaten heeft in het voorjaar van 2025 plaats voor een gevorderd advocaat-stagiair. Je gaat werken in een gevarieerde praktijk met een focus op IE-zaken. Om een greep te noemen: inbreukprocedures over merken en vormgeving, auteursrechtinbreukzaken (waaronder over IPTV), bestrijding van parallelimport, advisering over de auteursrechtelijke aspecten van AI, contractuele geschillen over licenties (waaronder kwekersrechtlicenties), clearance-onderzoek bij de lancering van nieuwe producten, en oppositieprocedures. Daarnaast ben je inzetbaar in onze media- en privacypraktijk. Op ons kantoor werk je al snel zelfstandig aan eigen zaken, die je dan waar nodig zelf bepleit bij de rechter.
IE-klassieker: Eva Maria Painer

HvJ EU 1 december 2011, IEF 22467; ECLI:EU:C:2011:798 (Eva Maria Painer)
Onderwerp:
Portretfoto's
Feiten:
Painer heeft meerdere foto’s gemaakt van Natascha Kampusch. Kampusch werd in 1998 op tienjarige leeftijd ontvoerd. Nadat Kampusch in 2006 was gevlucht hebben verschillende Duitse en Oostenrijkse kranten de door Painer gemaakte foto’s van Kampusch zonder bronvermelding gepubliceerd. Painer eiste een verbod en schadevergoeding.
Rechtsregel (dictum sub 2):
Een portretfoto geniet dezelfde auteursrechtelijke bescherming als ieder ander werk.
Adelaarskop versus V-vorm: Gerecht vernietigt EUIPO-beslissing in merkenzaak Armani

Gerecht van de Europese Unie 27 november 2024 IEF 22462, IEFbe 3847; (Giorgio Armani SpA tegen Shenzhen City Chongzheng Technology Co Ltd) Het Gerecht van de Europese Unie heeft geoordeeld dat de Kamer van Beroep van het EUIPO ten onrechte heeft geconcludeerd dat er onvoldoende gelijkenis bestaat tussen het aangevraagde merk van Shenzhen City Chongzheng Technology Co. Ltd en het oudere merk van Giorgio Armani SpA. De zaak draaide om een oppositie tegen een merk met horizontale lijnen, dat volgens Armani visueel en conceptueel overeenkomsten vertoont met hun bekende gestileerde adelaar. De Kamer van Beroep oordeelde eerder dat de verschillen tussen de merken groot genoeg waren om verwarringsgevaar uit te sluiten. Het Gerecht benadrukte echter dat beide merken horizontale lijnen bevatten die een V-vorm weergeven, wat een relevant visueel element is. Hoewel het Armani-merk een extra element bevat, namelijk de kop van een adelaar, werd dit door het Gerecht beschouwd als een secundair kenmerk. Het EUIPO heeft daarom onterecht geconcludeerd dat er geen visuele gelijkenis bestond, aldus het Gerecht.
Persbericht
Octrooigemachtigden Dr. Gaurav Sahal, Dr. Marion Bruin en Ir. Bas Verschoor LLB tot Associate Partner NLO benoemd

NLO heeft octrooigemachtigden Dr. Gaurav Sahal, Dr. Marion Bruin en Ir. Bas Verschoor LLB benoemd tot Associate Partner. Deze welverdiende erkenning onderstreept hun waardevolle bijdragen aan de groei en het succes van het kantoor. “Associate Partners spelen een cruciale rol binnen NLO. Zij dragen actief bij aan de strategische ontwikkeling van ons adviesbureau, beheren belangrijke klantrelaties en begeleiden junior collega’s in hun groei. Gaurav, Marion en Bas hebben stuk voor stuk hun waarde bewezen en hun octrooipraktijk met succes verder uitgebouwd,” aldus René van Duijvenbode, Managing Partner van NLO.
Artikel ingezonden door Moo Miero, Miero Advocatuur.
Muziekrecht jaaroverzicht 2024
In dit jaaroverzicht duiken we in de belangrijkste jurisprudentie over muziekrecht van 2024. Afgelopen jaar zijn verschillende interessante juridische kwesties rondom muziekovereenkomsten, licenties en de bescherming van muziekwerken aan de orde gesteld. Een deel van deze uitspraken behandel ik hieronder.
Ronnie Flex/Top Notch over de beëindiging van een artiestenovereenkomst
De rechtbank Amsterdam deed op 17 januari 2024 uitspraak over een geschil tussen Ronnie Flex en Top Notch c.s.. In 2012 sloten Ronnie Flex en Top Notch een artiestenovereenkomst, op basis waarvan Top Notch de muziek van Ronnie Flex exclusief mocht exploiteren in ruil voor een aandeel in de opbrengsten. Ronnie Flex stelde echter dat de overeenkomst vernietigd diende te worden, omdat er sprake zou zijn geweest van dwaling, misbruik van omstandigheden en het ontbreken van wilsovereenstemming. In de kern kwamen de argumenten van Ronnie Flex erop neer dat hij vond dat de gemaakte afspraken onredelijk waren. Dit rechtvaardigde volgens de rechtbank echter niet een beroep op een vernietigingsgrond. Ronnie Flex was namelijk meerderjarig, volledig handelingsbekwaam en werd bovendien bijgestaan door zijn latere manager bij het sluiten van de overeenkomst. Ook meende Ronnie Flex dat hij, en niet Top Notch c.s., als fonogrammenproducent moest kwalificeren. Aangezien bij de fonogrammenproducent zowel de financiële verantwoordelijkheid moet rusten als de organisatie van de eerste opname, kon Ronnie Flex echter niet worden aangemerkt als fonogrammenproducent. De vorderingen van Ronnie Flex werden afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Britt van den Branden en Jos van der Wijst, BG Legal.
Geen auteursrechtelijke bescherming voor apothekerssorteerkast: creatieve keuzes functioneel en technisch bepaald

Rb. Zeeland-West-Brabant 18 december 2024, IEF 22463; ECLI:NL:RBZWB:2024:8786 (Eiser tegen gedaagden). Eiser is een eenmanszaak die zich bezighoudt met de ontwikkeling en verkoop van o.a. hard- en software. Gedaagde is actief in de apothekersbranche, en houdt zich bezig met de productie, assemblage en verhandeling van apothekersrobots. Partijen hebben samengewerkt bij de ontwikkeling van een apothekerssorteerkast. Met behulp van de sorteerkast kunnen apotheken recepten verwerken tot aan de uitgifte daarvan. De sorteerkast is onder meer voorzien van bewegingssensoren en gekleurde verlichting in de vakken van de kast. Gedaagde zocht een partij die kennis had omtrent de benodigde software, en kwam zo met eiser in contact. Uiteindelijk hebben partijen een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Op enig moment ontstaat onenigheid tussen partijen, waardoor de samenwerking wordt beëindigd. Partijen leggen de te maken afspraken vast in een vaststellingsovereenkomst, na afloop van een mediationtraject. Gedaagde gaat verder met de ontwikkeling van de sorteerkast met behulp van nieuw ontwikkelde software.
Domeinnaamfraude: Geen schadevergoeding, wel gedeeltelijke ontbinding
Hof Amsterdam 19 november 2024, IEF 22460, IT 4727; ECLI:NL:GHAMS:2024:3205 (Stands4 LTD tegen Undeveloped B.V.). Het Gerechtshof oordeelt over een geschil tussen Stands4, een Israëlisch bedrijf, en Undeveloped, een Nederlands handelsplatform voor domeinnamen. Stands4 vordert schadevergoeding van Undeveloped nadat bleek dat een via het platform aangekochte domeinnaam mogelijk door een onbevoegde derde was verkocht. De rechtbank Amsterdam wees de vordering eerder af, waarop Stands4 in hoger beroep ging. In hoger beroep stelt het hof vast dat Undeveloped tekortgeschoten is in haar verplichting om de identiteit van de verkoper zorgvuldig te verifiëren. Hoewel Undeveloped enkele verificatiestappen had ondernomen, zoals controle van WHOIS-gegevens en het opvragen van identificatiedocumenten, acht het hof deze maatregelen onvoldoende. Het platform had volgens het hof aanvullende verificatiestappen moeten nemen, zoals het vragen om een foto van de verkoper met zijn identiteitsbewijs. Ondanks dit oordeel concludeert het hof dat de tekortkoming van Undeveloped geen causaal verband heeft met de door Stands4 geleden schade. De fraude was professioneel uitgevoerd, en zelfs met een extra verificatiestap was het waarschijnlijk niet mogelijk geweest om de identiteit van de frauduleuze verkoper aan het licht te brengen. Dit leidt ertoe dat de primaire en subsidiaire vorderingen van Stands4 tot schadevergoeding worden afgewezen.
Voorzieningenrechter bevestigt sluiting verkoopaccounts op Bol.com na schending beleid door verkoper

Vzr. Rb. Midden-Nederland 13 augustus 2024, IT 4722, IEF 22459; ECLI:NL:RBMNE:2024:4823 (Eiser tegen Bol.com). Eiser heeft twee zakelijke verkoopaccounts gehad op Bol.com, die op 24 april 2024 door Bol zijn gesloten. Bol heeft deze accounts gesloten omdat eiser meerdere keren het beleid van Bol zou hebben overtreden. De overtredingen omvatten onder andere het schenden van intellectuele eigendomsrechten door merknamen in producttitels te gebruiken bij producten die niet van dat merk waren, het plaatsen van valse bestellingen en het schrijven van positieve reviews bij eigen producten. Eiser vordert in dit kort geding dat Bol word geboden om de twee verkoopaccounts binnen zeven dagen te heropenen, 100 beleidspunten toe te kennen en een verbod op te leggen aan Bol om de accounts opnieuw te sluiten of beleidspunten af te trekken om dezelfde redenen als die ten grondslag lagen aan de sluiting van 24 april 2024, op straffe van een dwangsom. Eiser stelt dat de algemene voorwaarden van Bol in strijd zijn met de Verordening EU/2019/1150 (P2B Verordening) en daarom nietig zijn. Subsidiair stelt eiser dat de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn in de zin van artikel 6:233 BW of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.