Belang BNNVARA weegt zwaarder dan belang eiseres
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 16 juni 2022, IEF 21016, IT 4115; ECLI:NL:RBMNE:2022:2502 (Eiseres tegen BNNVARA) Kort geding. Onrechtmatige uitlating in het programma BOOS dat op het Youtubekanaal van BNNVARA wordt uitgezonden. De presentator van het programma ging op bezoek bij het kantoor van eiseres. Doel van het bezoek was om aandacht te vragen voor de omstandigheid dat aan een groep jongeren het door hen betaalde geld na annulering van het eiseres evenement in 2021 nog niet was terugbetaald. Eiseres verzet zich tegen het online gaan van de uitzending totdat eiseres een gelegenheid is geboden tot wederhoor. Het belang van BNNVARA weegt zwaarder dan het belang van eiseres, de vorderingen worden afgewezen.
Lees meer over deze uitspraak in de databank JUROU.
Kitcar maakt inbreuk op auteurs- en merkenrechten Ferrari
Hof Den Haag 11 oktober 2022, IEF 21015, ECLI:NL:GHDHA:2022:1995 (Ferrari tegen geïntimeerde) Zie ook [IEF 20041]. Ferrari verwijt geïntimeerde dat hij een kitcar te koop heeft aangeboden waarmee inbreuk wordt gemaakt op de merk- en auteursrechten van Ferrari. Zij heeft gevorderd geïntimeerde te bevelen die inbreuken te staken, met nevenvorderingen, waaronder de vordering tot vernietiging van de auto. De rechtbank heeft wel inbreuk op de merken, maar geen inbreuk op de auteursrechten aangenomen en de nevenvorderingen deels toegewezen. De vordering tot vernietiging is afgewezen. Het hof oordeelt dat geïntimeerde wel inbreuk maakt op de auteursrechten van Ferrari. De totaalindrukken van de kitcar stemmen namelijk overeen met de Ferrari Daytona Spider. Het hof oordeelt dat geïntimeerde ook inbreuk maakt op het merkenrecht van Ferrari omdat op de kitcar tekens zijn aangebracht die inbreuk maken op het merk van Ferrari. Geïntimeerde moet de inbreuken staken, de vordering tot vernietiging van de kitcar wordt gedeeltelijk toegewezen.
Publicatie over wethouder niet onrechtmatig
Hof ’s-Hertogenbosch 27 september 2022, IEF 21013, IT 4111; ECLI:NL:GHSHE:2022:3272 (Appellant tegen geïntimeerde) Appellant is op 11 juli 2017 ontslagen als wethouder bij de gemeente. Op 13 juli 2017 heeft geïntimeerde een overzichtsartikel geschreven. In dat artikel werden de hoofdlijnen van de carrière van appellant besproken, waaronder zijn recente ontslag als wethouder en eerdere gebeurtenissen. Appellant heeft gevorderd dat de rechtbank geïntimeerde beveelt om een rectificatie te plaatsen over het artikel. De rechtbank heeft de vordering bij vonnis van 31 maart 2021 afgewezen. Appellant gaat tegen het vonnis in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank omdat in deze zaak de vrijheid van meningsuiting van geïntimeerde zwaarder weegt dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van appellant.
Vier vragen aan Terry Häcker
In een serie interviews stellen wij aan een aantal mannen en vrouwen uit de IE-wereld aan jullie voor. Eerder spraken wij Polo van der Putt. Dit keer is aan de beurt: Terry Häcker, zelfstandig juridisch marktonderzoeker. Hoog tijd voor een paar vragen.
Waar bestaat de dagelijkse praktijk van een juridisch marktonderzoeker zoal uit?
De taak van de juridisch marktonderzoeker is allereerst het vertalen van de juridische probleemstelling in een onderzoeksprobleemstelling. Dat is een heel basale maar tegelijk een heel lastige taak. Dan draait het dus bijvoorbeeld om de vraag hoe merkbekendheid, verwarring of verwarringsgevaar en onderscheidend vermogen kunnen worden gemeten. Het uitwerken van een marktonderzoeksopzet is bijna altijd maatwerk. De omstandigheden van het geval bepalen de concrete uitwerking van de onderzoeksopzet. Hierbij moet de marktonderzoeker voldoende affiniteit hebben met het juridische jargon en de rechtsbegrippen. Nadat een onderzoeksopzet is uitgewerkt wordt een uitvoerend marktonderzoeksbureau geselecteerd dat het veldwerk uitvoert, en de dataprocessing en een heel feitelijke rapportage verzorgt. Een en ander onder supervisie van de juridisch marktonderzoeker. Vervolgens stelt laatstgenoemde veelal ook een verklaring op over het uitgevoerde onderzoek, waarin hij ook de onderzoeksconclusies opneemt. Maar de juridische implicaties van het onderzoek laat hij over aan de juristen. Indien een tegenpartij met onderzoeksuitkomsten komt, zal hij deze kritisch beschouwen en becommentariëren. En waar nodig/mogelijk zal hij een tegenonderzoek adviseren en uitwerken.
Nieuwe bakfiets maakt geen inbreuk op auteursrecht
Vzr. Rb. Amsterdam 5 oktober 2022, IEF 20944; ECLI:NL:RBAMS:2022:5698 (Azor tegen SUM) Azor en SUM zijn beide producenten van bakfietsen. Bij kort geding van 18 november 2020 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat Azor met de Shepherd auteursrechtinbreuk pleegt op de Family van SUM [zie IEF 19590]. Azor is voornemens een nieuwe bakfiets op de markt te brengen en heeft SUM in september 2021 foto's gestuurd met de vraag of zij met de nieuwe bakfiets voldoende afstand neemt van de Family van SUM. In december 2021 heeft SUM bericht dat Azor het vonnis van 18 november 2020 overtreedt. Azor vordert schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 18 november 2020 en SUM te verbieden om rechtsmaatregelen te treffen ten aanzien van de nieuwe bakfiets. Azor stelt hiertoe dat SUM ten onrechte stelt dat sprake is van een overeenstemmende totaalindruk tussen de nieuwe bakfiets van Azor en de Family van SUM. SUM heeft niet concreet gemaakt welke elementen zouden overeenstemmen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Azor toe.
Uitspraak en samenvatting ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Door werkneemster geschreven boek valt onder art. 10 EVRM
HR 7 oktober 2022, IEF 21011, IT 4110; ECLI:NL:HR:2022:1402 (Werkneemster tegen ROC Nijmegen) Werkneemster heeft een boek geschreven over de onderwijsvernieuwing bij het ROC Nijmegen, waar zij werkte. Het gaat om de invoering van het zogenaamde gepersonaliseerd onderwijs. De naam van ROC Nijmegen komt in het boek niet voor en ook de namen van collega’s zijn gefingeerde namen. De inhoud van het boek is niet “onnodig grievend” voor de onderwijsinstelling of de collega’s, toch werd werkneemster geschorst en vervolgens werd ontbinding van haar arbeidsovereenkomst verzocht. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat dit een inmenging in de vrijheid van meningsuiting was die getoetst had moeten worden aan artikel 10 EVRM. De A-G was daar ook al heel uitgebreid over. Het raakt dus aan de IE-praktijk, omdat het gaat over de gevolgen van publicaties voor werknemers, niet alleen in het onderwijs.
Uitspraak ingezonden door Robbert Sjoerdsma, Holla legal & tax.
Reclame Boehringer Ingelheim misleidend
CGR 30 september 2022, IEF 21010, RB 3710, LS&R 2115; (AstraZeneca tegen Boehringer Ingelheim) Boehringer Ingelheim brengt in Nederland het geneesmiddel Jardiance op de markt. AstraZeneca klaagt dat Boehringer Ingelgeim zich schuldig maakt aan misleidende vergelijkende reclame. De Codecommissie is het met AstraZeneca eens. Boehringer Ingelheim maakt in haar reclame drie claims over het geneesmiddel Jardiance die bij beroepsbeoefenaars de indruk kunnen wekken dat het geneesmiddel een bepaalde werking heeft, zonder dat dit voldoende wetenschappelijk onderbouwd wordt. De Codecommissie beveelt Boehringer Ingelheim om verder gebruik de voorgenoemde uitingen te staken.
Artikel ingezonden door Jacqueline Seignette, Höcker Advocaten.
Jacqueline Seignette: reactie op conclusie AG in AKM/Canal+
Satellietuitzending, doorgifte, directe injectie en het nieuw publiek criterium. Enkele opmerkingen naar aanleiding van de conclusie van A-G Szpunar in AKM/Canal+.
AG Szpunar concludeert dat de aanbieder van satellietpakketten op grond van de Kabel- en Satellietrichtlijn geen toestemming nodig heeft van de auteursrechthebbende [IEF 20974]. Daarmee roept hij het Europese Hof van Justitie op om terug te komen op het Airfield-arrest waarin het Hof oordeelde dat de omroeporganisatie en de aanbieder van satellietpakketten beide toestemming nodig hebben.
Mededeling aan het publiek per satelliet
De Oostenrijkse collectieve beheersorganisatie voor muziekauteursrechten AKM dagvaardt Canal+ Luxembourg omdat deze geen toestemming van AKM heeft verkregen voor uitzending aan Oostenrijkse abonnees. Canal+ betoogt dat dit niet nodig is omdat de omroeporganisaties al toestemming hebben verkregen. De hoogste Oostenrijkse rechter vraagt zich af hoe de casus moet worden beoordeeld in het licht van artikel 1 lid 2 sub b van de Kabel- en Satellietrichtlijn (93/83/EEG).
Prejudiciële vragen over de procesbevoegdheid van een collectieve beheerorganisatie
Korkein oikeus (Finland) 11 mei 2022, IEF 21007, IEFbe 3554; C-201/22 (Telia Finland) Prejudiciële vragen. Via MinBuza. Cassatie, gesteld door de Korkein oikeus (Hooggerechtshof van Finland). De geregistreerde vereniging Kopiosto is een collectieve beheerorganisatie die houders van auteursrechten vertegenwoordigt. Telia Finland exploiteert een kabeltelevisienet waarin de signalen van binnenlandse vrij toegankelijke televisiezenders worden doorgegeven voor openbare ontvangst. Kopiosto vraagt de Korkein oikeus in eigen naam vast te stellen dat Telia inbreuk maakt op de auteursrechten van de door Kopiosto vertegenwoordigde auteurs. De vraag die centraal staat is of een dergelijke collectieve beheerorganisatie als Kopiosto het recht heeft om in eigen naam een vordering wegens inbreuk op het auteursrecht in te stellen.
IE-rechten modelschip zijn overgedragen
Vzr. Rb. Rotterdam 5 oktober 2022, IEF 21006; ECLI:NL:RBROT:2022:8323 (IMC tegen NVS) IMC en NVS hebben in 2018 een overeenkomst gesloten voor de koop van het ontwerp en de IE-rechten van een model sleepboot (2409-model). Later dat jaar is IMC gestart met de ontwikkeling van het 2410-model. In 2019 zijn de modelrechten ter zake van de vorm van de romp van het 2410-model geregistreerd op naam van IMC. NVS verkoopt in 2021 het eerste exemplaar van het 2410-model aan een derde. Partijen twisten over de vraag of NVS het conceptontwerp en de IE-rechten van het 2410 model van IMC heeft overgenomen. De voorzieningen rechter oordeelt dat de IE-rechten op het 2410-conceptontwerp aan NVS zijn overgedragen en dat het NVS vrij staat aan de hand daarvan een boot te laten bouwen en deze aan een derde te verkopen.