Beroep op artikel 5 Handelsnaamwet faalt
Vzr. Rb. Rotterdam 6 juli 2022, IEF 20973; ECLI:NL:RBROT:2022:7794 (eiser tegen gedaagde) Eiser exploiteert een verloskundigenpraktijk. Gedaagde is verloskundige en exploiteert ook een verloskundigenpraktijk. In dit geding vordert eiser dat gedaagde wordt veroordeeld het gebruik van haar handelsnaam te staken en ieder gebruik van een handelsnaam die in relatie tot de handelsnaam van eiser verwarringsgevaar oplevert, te staken. Op verzoek van eiser heeft gedaagde per februari 2022 haar handelsnaam gewijzigd. In onder meer telefonisch contact maakt gedaagde gebruik van de van haar handelsnaam afgekorte namen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de nieuwe handelsnaam van gedaagde duidelijk afwijkt van de handelsnaam van eiser. De oude en de verkorte (nieuwe) handelsnaam wijkt echter slechts in geringe mate af van de handelsnaam van eiser.
HvJ EU Conclusie A-G: satellietboeket-aanbieder
HvJ EU Conclusie A-G 22 september 2022, IEF 20974, IT 4084, IEFbe 3546; C‑290/21, ECLI:EU:C:2022:711 (AKM tegen Canal+ Luxembourg) Verzoekster is een Oostenrijkse maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die de uitzendrechten in Oostenrijk in beheer heeft. Verweerster, gevestigd te Luxemburg, biedt tegen betaling gecodeerde programma’s van talrijke Oostenrijkse omroeporganisaties aan. Het aanbod is gebundeld in verschillende pakketten (satellietboeketten) en wordt doorgegeven via satelliet. De verwijzende rechter wenst te vernemen hoe een satellietboeket-aanbieder in rechte moet worden gekwalificeerd [IEF 20046]. De vraag is met name of op een dergelijke aanbieder in het geval van een grensoverschrijdende uitzending per satelliet met signaalversleuteling het uplink-staatbeginsel van toepassing is, dat wil zeggen of hij op dezelfde wijze moet worden behandeld als de omroeporganisatie. A-G Szpunar concludeert onder meer dat artikel 1, lid 2, onder b), van richtlijn 93/83 aldus moet worden uitgelegd dat een aanbieder van satellietpakketten in de lidstaat waarin het meegedeelde beschermde materiaal toegankelijk is voor het publiek geen toestemming hoeft te verkrijgen van de houders van de auteursrechten en de naburige rechten in het kader van de mededeling aan het publiek per satelliet waaraan die aanbieder meewerkt.
Inhoudsopgave Auteursrecht
Inhoudsopgave van het tijdschrift Auteursrecht 2022-3. Auteursrecht wordt in opdracht van de Vereniging voor Auteursrecht (VvA) uitgegeven door uitgeverij deLex en verschijnt vier maal per jaar.
Editorial
De Dataverordening: een rivier die de andere kant op stroomt?! − Cyril van der Net
Artikelen
De beëindiging van muziekexploitatieovereenkomsten − Iris Houben en Dirk Visser
Alleen maar een vorm voor de vorm? Het vormvereiste voor de overdracht en de exclusieve licentie in het auteurscontractenrecht − Evert Neppelenbroek
Groot recht, Klein onrecht? − Marcel de Zwaan
Inhoudsopgave Mediaforum
Inhoudsopgave van Mediaforum, tijdschrift voor media- en communicatierecht, nummer 2022-4.
Opinie Telecommunicatierecht voor de happy few? – Marjolein Geus
Rechtspraktijk Mediadiensten en connectiviteit in het licht van de implementatie van de Telecomcode in de Telecommunicatiewet – Gera van Duijvenvoorde
Rechtspraktijk De eindgebruikersverplichtingen in de Telecomcode: wetgeving met een gebruiksaanwijzing – Hanneke Kooijman
Geen bescherming in VK dus ook geen bescherming Nederland
Hof Arnhem-Leeuwarden 6 september 2022, IEF 20972; ECLI:NL:GHARL:2022:8162 (JLR tegen Ineos) Jaguar Land Rover (JLR) heeft de ‘Defender’ als model voor een auto. Ineos heeft de auto ‘Grenadier’ op de markt gebracht. Ineos maakt hiermee volgens JLR inbreuk op haar auteursrechten en vorderde dan ook dat Ineos zou worden bevolen deze inbreuk te staken. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van JLR af [IEF 20543]. Er is hier sprake van een geschil met een internationaal karakter aangezien JLR en Ineos gevestigd zijn in het Verenigd Koninkrijk, maar de vorderingen van JLR erop gericht zijn de verhandeling van de Grenadier in Nederland te verbieden. Het hof stelt vast dat de vragen in dit geschil op grond van artikel 8 lid 1 Verordening Rome II in verbinding met artikel 10:159 BW worden beheerst door Nederlands recht.
Geen verwarringsgevaar te duchten ondanks gelijkenissen
Vzr. Rb. Rotterdam 30 mei 2022, IEF 20971; ECLI:NL:RBROT:2022:7793 (eiser tegen Boeg) Eiser is een uitzendbureau en richt zich vooral op de bouw, techniek, afbouw en aanverwante sectoren. Boeg bouw & installatietechniek (hierna: Boeg) is een uitleen-/organisatieadviesbureau. Eiser meent dat Boeg inbreuk maakt op haar handelsnaam en vordert in dit geschil dan ook dat Boeg wordt bevolen deze inbreuken te staken. De voorzieningenrechter oordeelt dat het dominante bestanddeel van de handelsnaam van Boeg onmiskenbare visuele en auditieve gelijkenissen met de handelsnaam van eiser vertoont. Ook wat betreft de begripsmatige kenmerken oordeelt de voorzieningenrechter dat het verschil in betekenis tussen de handelsnamen, voor het publiek niet onmiddellijk als zodanig te duiden is. De voorzieningenrechter oordeelt dat er, door de door eiser ingenomen stelling, niet vastgehouden kan worden aan het verwijt dat Boeg handelsnaamrechtelijke verwarring veroorzaakt. Verder stelt de voorzieningenrechter vast dat de aard en de doelgroep van beide partijen verschillen. Eiser is actief in (Zuid-)Limburg en opereert slechts in beperkte mate in andere regio’s van Nederland. De voorzieningenrechter komt tot het voorlopige oordeel dat, ondanks de gelijkenissen, geen verwarringsgevaar te duchten valt. Er is geen sprake van inbreuk door Boeg op de handelsnaam van eiser. De vorderingen van eiser worden afgewezen door de voorzieningenrechter.
Onrechtmatige opzegging samenwerkingsovereenkomst
Rb. Den Haag 24 augustus 2022, IEF 20966, IT 4080; ECLI:NL:RBDHA:2022:8829 (V.O.F. tegen WebinarGeek) De V.O.F. houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en exploiteren van software en websites. WebinarGeek houdt zich bezig met de exploitatie van een webinar platform onder de naam ‘WebinarGeek’. Op 10 juli 2014 is V.O.F. in opdracht van C4C (nu WebinarGeek Holding) gestart met de ontwikkeling van het WebinarGeek platform. De eerste paar facturen die V.O.F. had gestuurd zijn betaald, maar de laatste factuur is onbetaald gelaten. Eind juli 2016 heeft WebinarGeek te kennen gegeven de samenwerking met V.O.F. te willen beëindigen. Hierna zijn er vragen ontstaan over aan wie de exploitatie van het platform toekomt en bij wie de auteursrechten liggen.
Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom
Verkorte inhoud van Berichten Industriële Eigendom • juli/augustus 2022
Artikelen
Het recht van de merkhouder om de eerste verhandeling van zijn merkproducten in de EER te controleren − Een nieuwe inbreukgrond? − Marjolein Bronneman
De Netherlands Commercial Court: procederen in intellectuele eigendomszaken in het Engels − Willem Visser
Geen keuze van de closest prior art conform de problemsolution approach − Een nuancering bij het artikel van Theo Blomme − Paul Marcelis
Korte reactie op het artikel van Paul Marcelis − Theo Blomme
Interne openbaarheid in het civiele proces − Constant van Nispen
Terugblik
Merkenrecht − Josine van den Berg en Sjo Anne Hoogcarspel
Uitspraak ingezonden door Mathijs Peijnenburg en Maarten Haak, Hoogenraad & Haak.
Geen inbreuk op auteursrechten en slaafse nabootsing letterkrat
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 20 september 2022, IEF 20967, RB 3701; C/l 6/542516 / KL ZA 22-164 (Hema tegen Lidl en Delta-Sport) Kort geding. Hema heeft in 2019 het HEMA Letterkrat ontworpen. Het krat kan worden gekocht in combinatie met de HEMA Letterset. De gebruiker kan zelf teksten op het krat plaatsen. In juli 2022 maakte Lidl in een reclamefolder reclame voor een LIDL krat met letterset. Het krat en de letterset werden in Lidl winkels verkocht. Ontwerper en leverancier van deze producten is Delta -Sport. Volgens Hema maken Lidl c.s. en Delta-Sport inbreuk op haar auteursrechten, althans, is sprake van slaafse nabootsing. Hema wordt door de voorzieningenrechter in het ongelijk gesteld. De totaalindrukken van het LIDL letterkrat en het HEMA Letterkrat stemmen in onvoldoende mate overeen om een auteursrechtinbreuk aan te nemen. Ook is het niet aannemelijk dat het HEMA krat en de letterset een eigen gezicht op de markt hadden op het moment dat het LIDL krat en de letterset werden aangeboden.
Uitspraak ingezonden door Lex Keukens,TeekensKarstens advocaten notarissen.
Merkdepot te kwader trouw
Rechtbank Den Haag 7 september 2022, IEF 20940; C/09/599351 / HA ZA 20/885 (MSAR tegen gedaagden) Zie ook [IEF 20168]. MSAR is een onderneming in de ontwikkeling van schepen. MSAR stelt onder meer dat gedaagden inbreuk hebben gemaakt op haar intellectuele-eigendomsrechten die verband houden met teken 'Jetten', meer specifiek de handelsnamen, en op haar eer en goede naam. De rechtbank verklaart voor recht dat het Beneluxmerk te kwader trouw is gedeponeerd. Met het uitbrengen van persberichten hebben gedaagden inbreuk gemaakt op de eer en goede naam van MSAR. De persberichten hebben tot grote onduidelijkheid in de markt geleid over de vraag wie de naam Jetten mocht gebruiken. Termen in de berichtgeving als illegale namaak en piraterij hebben de reputatie van MSAR ernstig aangetast.