IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22659
18 april 2025
Uitspraak

Vorderingen in kort geding over RTL Nieuws-uitzending en artikel over bemiddelingsbureau in de zorg afgewezen wegens voldoende feitelijke basis en toegepast wederhoor

 
IEF 22657
17 april 2025
Uitspraak

Rechtbank oordeelt dat Easycosmetic inbreuk heeft gemaakt op de Uniemerken van Coty

 
IEF 22516

Gaat ‘t eigenlijk wel goed met ’t voortboemelende treintje van de IE in het AI-tijdperk? - Speech Robert van Peursem tijdens het IE-diner 2025

Op donderdag 30 januari sprak Robert van Peursem over IE in het AI-tijdperk tijdens het jaarlijkse IE-diner van deLex. Via deze weg delen we de tekst van zijn speech. 

Gaat ‘t eigenlijk wel goed met ’t voortboemelende treintje van de IE in het AI-tijdperk?
Dat ‘treintje’ is een mooie vondst van A-G Tim Koopmans – geen IE-specialist – die toen ook in de IE wereld is opgevallen. Hij bedoelde dat er steeds meer karretjes met nieuwe IE-vormen werden gehaakt aan de IE-trein, zonder dat het grotere geheel goed in de gaten werd gehouden. Dat sprak mij wel aan als specialist die altijd andere dingen ernaast is blijven doen: IE-recht is civielrechtelijk natuurlijk niets anders dan een species van de onrechtmatige daad. Als je zicht op commune o.d. ontwikkeling verliest, kom je in de IE ook in de problemen – een bekend stokpaardje van mij. Ik zeg tegen nieuwe medewerkers zonder IE-specialisatie altijd: geeft niks, ‘t is gewoon o.d. recht – zij het met fratsen ja, dat geef ik graag toe. Belangrijk om dat o.d.-zicht op de bal te houden, vind ik. Ouderwets, vinden sommigen. De doorsnee IE-specialist specialiseert zich alleen maar verder en kan daardoor voeling met die o.d. wortels kwijtraken. Daar schuilt het gevaar in dat je de aansluiting met de juridische of procedurele realiteit verliest. 

IEF 22512

Uitspraak ingezonden door Nadiya Disveld, BRIGHT ip lawyers

Geen auteursrechtelijke bescherming voor oprijplaten van Van Wanrooij

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 jan 2025, IEF 22512; (Van Wanrooij onderhouds- en servicedienst B.V. tegen H.O.D.N. Event-Express), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrechtelijke-bescherming-voor-oprijplaten-van-van-wanrooij

Rb. Zeeland-West-Brabant 29 januari 2025, IEF 22512; (Van Wanrooij onderhouds- en servicedienst B.V. tegen H.O.D.N. Event-Express). De rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tussen Van Wanrooij Onderhouds- en Servicedienst B.V. en Event-Express. Van Wanrooij stelt dat Event-Express inbreuk maakt op haar auteursrechten door vrijwel identieke oprijplaten op de markt te brengen. Daarnaast beroept zij zich op slaafse nabootsing en misleidende reclame. Van Wanrooij vordert onder meer een verbod op verdere productie en verkoop van de inbreukmakende oprijplaten. Daarnaast vordert hij dat de producten worden teruggehaald en vernietigd, een rectificatie en een schadevergoeding van €50.000. Event-Express betwist de inbreuk en stelt dat de oprijplaten geen auteursrechtelijke bescherming genieten en dat er geen sprake is van verwarringsgevaar. De rechtbank beoordeelt eerst de vraag of de oprijplaten auteursrechtelijke bescherming genieten. De rechtbank oordeelt dat de oprijplaten van Van Wanrooij onvoldoende oorspronkelijk zijn, omdat de kenmerken die zij aanwijst – zoals het profiel, de handgrepen, het scharnier en het kantelbare klepprofiel – functioneel bepaald zijn en geen creatieve keuzes bevatten. Hierdoor komt de oprijplaat niet in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming. 

IEF 22514

Save the date: Merken-, Modellen- en Auteursrecht op donderdag 17 april 2025

Op donderdag 17 april 2025 vindt de voorjaarseditie van de Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht plaats. Tijdens deze middag praten we u bij over de laatste ontwikkelingen binnen deze rechtsgebieden. We doen dit samen met Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Jesse Hofhuis (AC&R) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER).

De jurisprudentielunch vindt plaats op donderdag 17 april 2025. U bent welkom om 12.15 uur voor de lunch. Het inhoudelijke programma begint om 13.00 uur en eindigt rond 16.15 uur. Voor deelname ontvangt u 3 PO punten.

Aanmelden kan al, via deze link.

IEF 22513

Article: Forecasting the EU intellectual property law landscape for 2025

Article written by Tobias Cohen Jehoram, Anne Marie Verschuur and Selmer Bergsma, De Brauw Blackstone Westbroek. As we step into 2025, IP law in the European Union is set to undergo interesting changes. This article outlines the most anticipated developments in all areas of IP law. From landmark court cases to pivotal legislative reforms, we explore the key trends and decisions that will shape the future of IP in the EU.

IEF 22532

UPC overzicht: 28 januari t/m 3 februari 2025

UPC CFI LD Düsseldorf 28 januari 2025, IEF 22532, IEFbe 3865; UPC_CFI_355/2023 (FUJIFILM tegen Kodak). FUJIFILM, eiser in deze procedure, heeft een octrooi op een lithografische drukplaat en methode voor het vervaardigen daarvan. Het octrooi in geding is van kracht in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In deze procedure voor de Local Division in Düsseldorf vordert eiser dat wordt vastgesteld dat gedaagden inbreuk maken op conclusies 1, 2 en 3 van het octrooi. Daarnaast bestaat de hoofdvordering uit een verbod op inbreukmakende handelingen en een dwangsom bij overtreding. Gedaagden vorderen afwijzing van de vordering en een kostenvergoeding. Daarnaast dienen ze een tegenvordering in waarin ze volledige nietigverklaring vorderen en beperkingen voor de rechtsmacht van de UPC met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk. Volgens gedaagden heeft het UPC geen rechtsmacht over het Verenigd Koninkrijk. Maar het Gerecht van Eerste Aanleg oordeelt dat de UPC wel rechtsmacht heeft om de inbreukzaak te behandelen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk-gedeelte van het octrooi, omdat gedaagde is gevestigd in Duitsland, een verdragsluitende lidstaat. De UPC kan beslissingen nemen met effecten buiten de UPC-lidstaten.

IEF 22519

IE klassieker: Rosuvastatine

Hoge Raad 8 jun 2018, IEF 22519; ECLI:NL:HR:2018:854 (Rosuvastatine), https://ie-forum.nl/artikelen/ie-klassieker-rosuvastatine

HR 8 juni 2018, IEF 22519; ECLI:NL:HR:2018:854 (Rosuvastatine)

Onderwerp:
Uitlegleer wezenlijkheid, afstandsleer

Feiten:
AZ heeft een exclusieve licentie van de octrooihouder van Rosuvastanium in de vorm van zou en in het bijzonder calciumzout. Resolution verhandelt zink met rosuvastatine. Hier komt de uitlegleer weer ter sprake. Daarnaast betrof de zaak de afstandsleer.

Rechtsregel (rechtsoverweging 4.3.3):
De beschermingsomvang mag niet worden bepaald door alleen de letterlijke tekst van de conclusies, maar mag ook niet zijn dat de conclusies alleen een richtlijn zijn. Er moet een midden gevonden worden tussen de twee, waarbij er een redelijke bescherming van de octrooihouder is en een redelijke rechtszekerheid voor derden bestaat. De afstandsleer is hierbij niet langer het uitgangspunt, maar een gezichtspunt. Dit betreft de regel dat de gemiddelde vakman slechts dan mag aannemen dat afstand is gedaan van een gedeelte van de bescherming waarop het octrooi naar het wezen van de uitvinding aanspraak geeft, indien daartoe goede grond bestaat, gelet op de inhoud van het octrooischrift en andere relevante gegevens.

IEF 22510

Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Ruby Nefkens Legal.

Executiegeschil na merkinbreukvonnis: voorzieningenrechter wijst schorsingsverzoek af

Rechtbank Den Haag 7 jan 2025, IEF 22510; (Eiser tegen Sisley), https://ie-forum.nl/artikelen/executiegeschil-na-merkinbreukvonnis-voorzieningenrechter-wijst-schorsingsverzoek-af

Vzr. Rb. Den Haag 7 januari 2025, IEF 22510 (Eiser tegen Sisley). Op 24 december oordeelde de voorzieningenrechter dat een verkoper inbreuk heeft gemaakt op de merkenrechten van Sisley. Sisley hanteert een selectief distributiesysteem. De verkoper bood zonder toestemming Sisley-producten aan. De rechter oordeelde dat dit merkinbreuk was en wees Sisleys vorderingen toe: een inbreukverbod, inzageplicht en proceskostenveroordeling [zie IEF 22507]. Tegen dit vonnis heeft de verkoper, eiser in deze zaak, een executie kort geding aanhangig gemaakt, dat op 7 januari 2025 diende en waarvan mondeling vonnis is gewezen. In deze zaak vordert eiser op voet van artikel 438 lid 2 Rv dat de executie van de toegestane inzage in en afschrift van beslagen bescheiden wordt geschorst totdat in hoger beroep eindarrest is gewezen. Er is niet gebleken dat er sprake is van een kennelijke juridische of feitelijke misslag. Voor de vraag of de gevorderde schorsing van de tenuitvoerlegging toewijsbaar is, moet er dus een belangenafweging gemaakt worden. Hierbij wegen ook de omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor de datum van het vonnis mee. 

IEF 22511

Handhaving Digital Services Act in Nederland van start met ACM en AP als toezichthouders

De Europese Digital Services Act (DSA) geldt sinds februari 2024 voor alle onlinemarktplaatsen, sociale netwerken, zoekmachines, cloudaanbieders, online reis- en accommodatieplatforms, internetproviders en diensten om content te delen, zoals videoplatforms. Zij moeten grondrechten van gebruikers beter beschermen, online misleiding en illegale informatie aanpakken en een gelijk speelveld realiseren voor gebruikers. De Nederlandse uitvoeringswet die het nationale toezicht op de naleving hiervan regelt, gaat vanaf 4 februari 2025 in. Na de Tweede Kamer, is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel van minister Beljaarts (Economische Zaken) om de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hiervoor aan te wijzen. Zij kunnen de DSA gaan handhaven.

IEF 22509

Verwarringsgevaar tussen Novares en Novaresine vastgesteld

Gerecht EU (voorheen GvEA) 22 jan 2025, IEF 22509; ECLI:EU:T:2025:49 (Rain Carbon Germany GmbH tegen EUIPO, Novaresine Srl), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-novares-en-novaresine-vastgesteld

Gerecht van de Europese Unie 22 januari 2025, IEF 22509; IEfbe 3858; ECLI:EU:T:2025:49 (Rain Carbon Germany GmbH tegen EUIPO, Novaresine Srl) Novaresine Srl diende een aanvraag in voor de inschrijving van een beeldmerk, bestemd voor alkydharsen. Rain Carbon Germany GmbH diende oppositie in tegen deze aanvraag op basis van het eerder ingeschreven EU-woordmerk "Novares", geregistreerd voor kunstharsen. De oppositie was gebaseerd op verwarringsgevaar vanwege de overeenkomsten tussen de merken en de betrokken waren. De Oppositieafdeling van het EUIPO verklaarde de oppositie gegrond en weigerde de inschrijving van het aangevraagde merk. Zij stelde vast dat het niet nodig was om te beoordelen of het oudere merk door gebruik een verhoogde onderscheidingskracht had verkregen, omdat er al verwarringsgevaar bestond op basis van de gemiddelde intrinsieke onderscheidingskracht van "Novares". Novaresine Srl stelde beroep in bij de Kamer van Beroep van het EUIPO, die de beslissing van de Oppositieafdeling vernietigde en de zaak terugverwees. De Kamer van Beroep oordeelde dat er geen verwarringsgevaar bestond op basis van de intrinsieke onderscheidingskracht van het oudere merk en achtte een verdere beoordeling nodig om vast te stellen of het merk door gebruik een verhoogde onderscheidingskracht had verkregen.

IEF 22508

A-G over de toetsing van inventiviteit en prioriteit in zaken tegen BMS

Hoge Raad 20 dec 2024, IEF 22508; ECLI:NL:PHR:2024:1407 (Sandoz en Teva tegen BMS), https://ie-forum.nl/artikelen/a-g-over-de-toetsing-van-inventiviteit-en-prioriteit-in-zaken-tegen-bms

Parket bij de Hoge Raad 20 december 2024, IEF 22508; ECLI:NL:PHR:2024:1407 (Sandoz en Teva tegen BMS). In onderhavige twee (gecombineerde) zaken procedeert Bristol-Myers Squibb (BMS) tegen generieke fabrikanten Sandoz en Teva over de geldigheid van haar octrooi op apixaban, de werkzame stof in de bloedverdunner Eliquis. De generieke partijen betwisten de geldigheid van octrooi EP 415 en stellen dat het octrooi niet inventief is. De zaak draait om twee vragen: (1) hoe moet een belangrijke uitspraak van het Europees Octrooibureau (G2/21) worden geïnterpreteerd bij de beoordeling of een uitvinding vernieuwend is (de inventiviteitstoets) en (2) is het octrooirecht van BMS geldig, of had het niet verleend mogen worden omdat het prioriteitsrecht niet correct is overgedragen? De voorzieningenrechter had eerder geoordeeld dat het octrooi waarschijnlijk niet inventief was en de vorderingen van BMS afgewezen. Het hof oordeelde echter anders en vond dat BMS zich terecht op haar octrooi kon beroepen [zie IEF 21629]. In cassatie wordt deze beslissing nu aangevochten door de generieke fabrikanten.