Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.
Rb. Noord-Holland 22 mei 2024, IEF ; ECLI:NL:RBNHO:2024:7175 (EIC c.s. tegen Reflexy c.s.). Eisers in deze zaak zijn Ucelli Holding B.V. en Great Horizon B.V. (samen hierna: EIC c.s.). EIC c.s. is aandeelhouder in EIC, een vennootschap die als doel heeft de octrooirechten van gedaagde en zijn bedrijf Reflexy Nederland B.V. ((samen) hierna: Reflexy (c.s.)) te exploiteren. Ook gedaagde is aandeelhouder in EIC, namelijk via Spectrum Energy Holding B.V. (hierna: Spectrum) en Reflexy (Spectrum is de enig aandeelhouder van Reflexy). De exploitatie door EIC vindt plaats op basis van een licentieovereenkomst. Reflexy heeft aan EIC c.s. laten weten dat zij een beroep doet op de opzegging van de overeenkomst. In reactie hierop heeft EIC c.s. verlof verkregen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van Reflexy c.s., waarna Reflexy heeft bevestigd dat de opzegging geen rechtsgevolg heeft gehad. EIC c.s. vordert bij de rechtbank onder andere dat Reflexy wordt veroordeeld tot nakoming van de licentieovereenkomst en tot betaling van de boetes die Reflexy op grond van de overeenkomst verbeurt. Reflexy c.s. vordert in reconventie onder andere dat een verklaring voor recht wordt gegeven dat de nieuwe, niet geoctrooieerde uitvindingen van gedaagde niet onder de reikwijdte van de licentieovereenkomst vallen en dat de tussen Reflexy en EIC c.s. gesloten licentieovereenkomst opzegbaar is.
Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam
Rb. Amsterdam 17 juli 2024, IEF 22190; ECLI:NL:RBAMS:2024:4410 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres in deze kort geding procedure is de exploitant van een (pizza)restaurant in Nederland. Gedaagde exploiteert een restaurant met een internationale keuken. Voor de exploitatie van zijn restaurant heeft gedaagde verschillende handelsnamen geregistreerd, waaronder sinds kort een handelsnaam die volgens eiseres inbreuk maakt op haar (oudere) handelsnaam. Eiseres vordert daarom dat gedaagde wordt veroordeeld tot het wijzigen van deze handelsnaam. Ter onderbouwing voert eiseres onder andere een aantal bij haar door klanten ingediende recensies aan, waarvan duidelijk is dat deze eigenlijk aan gedaagde gericht zijn. Bovendien zou eiseres regelmatig worden gebeld door klanten die met gedaagde te maken hebben gehad. De rechter stelt voorop dat eiseres spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, ondanks het feit dat eiseres ook eerder naar de rechter had kunnen stappen. Verder stelt de rechter vast dat eiseres de handelsnaam in kwestie al langere tijd hanteert dan gedaagde. Het verweer van gedaagde hiertegen dat er geen “handelsnaamrechtelijk relevante verwarring” te duchten zou zijn, slaagt volgens de rechter niet. Allereerst is de gebruikte handelsnaam niet beschrijvend van aard: deze bezit onderscheidend vermogen. Bovendien liggen de restaurants van eiseres en gedaagde op fietsafstand van elkaar. Ook komt de aard van de ondernemingen overeen, nu partijen restaurants exploiteren waar onder andere Italiaans eten wordt geserveerd. Kortom, er is wel degelijk sprake van verwarringsgevaar tussen de twee restaurants, wat uit de praktijk ook al is gebleken. Zowel leveranciers als klanten halen beide ondernemingen door elkaar en/of denken dat zij aan elkaar zijn gelieerd. Dat gedaagde maatregelen kan treffen om de verkeerd geplaatste recensies tegen te gaan doet niet af aan het feit dat verwarring zich al heeft voorgedaan. De vordering van eiseres wordt dan ook toegewezen; een belangenafweging leidt niet tot een andere uitkomst.
Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar
EOB 24 april 2024, IEF 22188, LS&R 2250; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia). Appellant is Smartfish AS (hierna: Smartfish), de exploitant van Nutrifriend: een mengsel van onder andere visolie dat kan worden gebruikt voor de behandeling van kanker. Hiervoor heeft appellant een octrooi verkregen. De oppositieafdeling van het Europees Octrooibureau (hierna: EOB) heeft dat octrooi later weer ingetrokken wegens gebrek aan nieuwheid, op verzoek van opponent N.V. Nutricia (hierna: Nutricia). Daartegen gaat Smartfish in beroep. Smartfish gebruikt deze mogelijkheid om de omvang van haar octrooi in te perken: Nutrifriend zou nu enkel nog dienen voor de behandeling van alvleesklierkanker en neurologische kanker. Nutricia stelt dat Smartfish te laat is met haar wijziging, maar de Kamer van Beroep (hierna: KvB) van het EOB staat de wijziging toe en zal haar oordeel daarop baseren. Verder voert Nutricia aan dat niet is bewezen dat Nutrifriend de door Smartfish beweerde effecten heeft. Al zou het mengsel die effecten wel hebben, dan is onduidelijk of dat door de beschermde substantie van Smartfish komt of door de tal van andere (bioactieve) stoffen die zich in het mengsel bevinden.
IE-klassieker: Football Dataco/Yahoo
HvJ EU 1 maart 2012, IEF 22187; ECLI:EU:C:2012:115 (Football Dataco/Yahoo)
Onderwerp:
Auteursrecht op databanken
Feiten:
Football Dataco maakt een voetbalwedstrijdkalender, gebonden aan specifieke vereisten, en is van mening dat dit onder het auteursrecht valt. Immers zijn er intellectuele en deskundige inspanningen verricht.
Rechtsregel (rechtsoverweging 45):
Auteursrecht vereist een eigen intellectuele schepping van de maker. Ten aanzien van databanken kan dit zien op de keuze van de gegevens in de databank of de rangschikking, niet op de inhoud van de gegevens zelf. Er komt geen auteursrecht tot stand wanneer er beperkingen zijn die geen ruimte meer laten tot creatieve vrijheid.
In hoeverre speelt creativiteit een rol in het modellenrecht?
Juzgado de lo Mercantil Número 1 de Alicante 23 december 2023, IEF 22186; Case C-323/24 (Deity Shoes S.L. tegen Mundorama Confort S.L. en Stay Design S.L.). Een Spaanse rechtbank heeft prejudiciële vragen ingediend bij het Europese Hof van Justitie om inzicht te krijgen in de omvang van het Gemeenschapsmodelrecht. Aanleiding hiertoe is een inbreukzaak tussen Deity Shoes S.L. (hierna: Deity Shoes) enerzijds en Mundorama Confort S.L. en Stay Design S.L. (hierna gedaagden) anderzijds. Deity Shoes en gedaagden zijn beide aanbieders van schoenen in Spanje. Deity Shoes beschuldigt gedaagden ervan dat zij met het aanbod van hun schoenen inbreuk maken op de geregistreerde en ongeregistreerde Gemeenschapsmodellen van Deity Shoes. Gedaagden beroepen zich ter verweer op de invaliditeit van de modelrechten van Deity Shoes. Zij stellen dat er geen enkele innovatie te pas is gekomen aan de schoenen waarop de modelrechten zijn gevestigd.
eOx International c.s. en verweerders in het nauw gedreven: het hof veronderstelt onterechte ontlening aan ATSSE-mengsel
Hof Den Haag 25 juli 2023, IEF 22185, LS&R 2249; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders). Het hof behandelt hier gelijktijdig twee zaken die, kort samengevat, als volgt in elkaar steken. ATSSE heeft een formule ontwikkeld voor het maken van een chloordioxideoplossing. Deze formule heeft zij onder een geheimhoudingsverplichting in licentie gegeven aan een zustervennootschap van eOx International. De Belgische rechter heeft de zustervennootschap onherroepelijk veroordeeld tot betaling van contractuele boetes aan ATSSE, vanwege schending van de geheimhoudingsplicht. De boetes zijn echter nooit betaald en de zustervennootschap is inmiddels ingebracht in eOx International via een activa-/passivatransactie. ATSSE houdt appellanten in de eerste zaak (hierna: eOx International c.s.) en verweerder 1 en 2 (tezamen hierna: verweerders) in de andere zaak aansprakelijk voor het niet kunnen incasseren van de boetes. Bovendien verwijt zij eOx International c.s. en verweerders onrechtmatige betrokkenheid bij de verkoop van een chloordioxideproduct, dat ontleend zou zijn aan de formule van ATSSE. ATSSE eist hiervoor schadevergoeding en een verbod op verdere verkoop van het chloordioxideproduct. De vorderingen van ATSSE zijn in eerste aanleg door de rechtbank deels toegewezen [zie IEF 20357]. Zowel ATSSE als eOx International c.s. gaan daartegen in hoger beroep.
Virtueel aangeboden parfum stemt niet automatisch overeen met fysiek aangeboden equivalent - geen verwarringsgevaar
EUIPO 8 juli 2024, IEF 22182, IEB 3769 (Artessence FZC tegen Vinicio SRL). Artessence FZC (hierna: Artessence) is houdster van het (beeld)merk Initio. In juli 2023 voert zij oppositie tegen het door Vinicio SRL (hierna: Vinicio) ingeschreven (beeld)merk Vinicio. Artessence vindt dat het merk van Vinicio verwarringsgevaar schept ten opzichte van het relevante publiek voor haar producten. Zij heeft haar merk ingeschreven met betrekking tot de goederen in klasse 3 (parfum, cosmetica, etc.) en 4 (kaarsen en geurkaarsen) onder de Nice classificatie. Vinicio heeft haar merk ingeschreven met betrekking tot de goederen van klasse 3 en de diensten van klasse 35 (het samenbrengen van goederen, ten behoeve van anderen). Vinicio heeft gespecificeerd dat haar diensten onder andere betrekking hebben op (de verkoop van) virtuele goederen, waaronder de goederen in klasse 3.
Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025
Meer uit jezelf halen, je eigen praktijk versterken en leren van vakgenoten samen met vakgenoten? Dit kan met de leergang 'IE- en procesrecht in de commerciële praktijk' van de Mr. S.K. Martens Academie.
Maandag 7 november start de nieuwe lichting van klas 2024-2025. In 8 masterclasses en 4 online sessies ontdek je nieuwe processtrategieën en leer je snel tot concrete adviezen te komen. Ook dit jaar biedt de opleiding een mix aan fascinerende sprekers uit praktijk, wetenschap en rechterlijke macht bij elkaar die elk vanuit een andere invalshoek vertellen wat de inzichten, procesrechttechnieken en principes van het intellectuele eigendomsrecht zijn.
De nadruk ligt op de commerciële implicaties van de verschillende IE-rechten. We werken in kleine groepen met veel ruimte voor eigen inbreng en interactie. Zo leer je ook van elkaar en breid je tevens jouw professionele netwerk uit.
Werk samen met gelijkgestemden en leer van de besten uit het vakgebied. Krijg tips en tricks, verdiep je kennis en vergroot je professionele netwerk. Kortom: neem deel aan de klas van 2024-2025. Wees er snel bij voor de start op 7 november. Kom zelf, kom samen of tip een collega!
Benieuwd naar het programma, naar de ervaringen van studenten, of naar een offerte op maat? Stuur ons een mail of check de website. Neem voor meer vragen contact op met Claudia Zuidema of Vivien Rörsch.
Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi
EOB 23 april 2024, IEF 22180, LS&R 2248, IEB 3768; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia). In deze zaak wordt een uitspraak van de oppositieafdeling van het Europese Octrooibureau (EOB) aangevochten, waaruit bleek dat het product van Nutricia in aanmerking komt voor een octrooirecht. Het betreft een voedingssamenstelling, bedoeld om de positieve effecten van natuurlijke borstvoeding na te bootsen ter bevordering van de postnatale groei of lichaamsontwikkeling van baby’s die geen borstvoeding krijgen. Volgens het EOB wordt de samenstelling van Nutricia op een nieuwe, therapeutische wijze toegepast, waardoor deze geschikt is voor octrooibescherming. Appellant Société des Produits Nestlé S.A. gaat echter tegen de beslissing in beroep bij de Kamer van Beroep van het EOB.
Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak
Hoge Raad 5 juli 2024, IEF 22179, IT 4598; ECLI:NL:PHR:2024:731 (DME tegen Inc). Eiser in deze zaak is DME en verweerder is Inc. Beide bedrijven houden zich bezig met het leveren van producten en diensten op het gebied van identiteitsbeveiliging van e-mailadressen. In januari 2016 hebben DME en Inc een overeenkomst gesloten met betrekking tot het gebruik en de distributie van de door Inc ontwikkelde software (hierna: de Inc-software). Op grond hiervan kreeg DME een eeuwigdurende licentie om de Inc-software te gebruiken en deze te verkopen, in ruil tegen toekenning van een optierecht aan Inc voor een meerderheidsbelang in DME. Op 13 juli 2018 heeft Inc toepassing gegeven aan haar optierecht en 50,01% van de aandelen in DME verkregen. Vanaf dat moment buigen DME en Inc zich samen over de ontwikkeling van de Inc-software, waarbij onder meer een uitgebreide versie van de Inc-software wordt ontwikkeld. Aanleiding tot het onderhavige geschil is de vraag bij wie het auteursrecht berust van deze uitgebreide versie. Het geschil heeft ertoe geleid dat Inc de samenwerking heeft stopgezet en DME de toegang tot haar systemen heeft ontnomen.