Uitspraak ingezonden door Douwe Linders en Jacintha van Dorp, SOLV.
Cirkl maakt inbreuk op merk en handelsnaam
Vzr. Rechtbank Gelderland 13 oktober 2021, IEF 20247; C/05/391238 / KG ZA 21-265 (Cirkel Makelaars tegen Cirkl) Kort geding. Eiser Cirkel Makelaars uit Haarlem is in oktober 2006 opgericht, en staat onder die handelsnaam ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Cirkel Makelaars heeft het Benelux woordmerk 'Cirkel Makelaars' gedeponeerd. Verweerder Cirkl is een platform voor woningzoekenden en is in 2020 opgericht. Zij heeft haar handelsnaam ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en de domeinnaam www.cirkl.nl geregistreerd. Cirkel Makelaars stelt dat Cirkl door gebruik van het teken 'Cirkl' inbreuk maakt op haar woordmerk 'Cirkel Makelaars'. De voorzieningenrechter oordeelt onder meer dat Cirkl inbreuk maakt op het merk en de handelsnaam Cirkel Makelaars. De aard van de ondernemingen is nauw verwant, beide partijen zijn actief in hetzelfde geografische gebied, namelijk heel Nederland. Overlegde zoekresultaten op Google tonen aan dat indien op de term 'Cirkel Makelaars' wordt gezocht, ook de website van Cirkl prominent in beeld verschijnt. Ook de vordering tot overdracht van de domeinnaam wordt toegewezen.
Kerkgenootschappen moeten documenten overhandigen
Rechtbank Noord-Holland 13 oktober 2021, IEF 20246, IT 3683; ECLI:NL:RBNHO:2021:8863 (Documenten dwangarbeid) Twee kerkgenootschappen moeten diverse officiële documenten verstrekken aan negentien vrouwen die stellen dat ze tussen 1951 en 1979 dwangarbeid moesten verrichten voor de katholieke congregatie van de Zusters van de Goede Herder. De vrouwen stellen hierdoor schade te hebben geleden. Zij vinden dat de kerkgenootschappen onrechtmatig hebben gehandeld en civielrechtelijk aansprakelijk zijn.
Dierentuinbestuurder schreef opinie op persoonlijke titel
Rechtbank Amsterdam 8 september 2021, IEF 20245, IT 3682; ECLI:NL:RBAMS:2021:5395 (Dierentuinen tegen EAZA) Vonnis in incident. Voorlopige voorziening. Eiseressen zijn twee in Engeland gelegen dierentuinen. EAZA is een vereniging voor dierentuinen in Europa en West-Azië. Een van de bestuurders van de dierentuinen publiceerde onder meer in de Britse krant 'The Independant' een opiniërend artikel waarin hij kritiek uit op kleine dierentuinen en stelt dat (beschermde) dieren naar natuurlijke leefgebieden moeten worden gebracht. Ook brengen de dierentuinen twee cheeta's naar een reservaat in Zuid-Afrika in plaats van naar een EAZA-dierentuin. EAZA heeft vervolgens de dierentuinen voor twee jaar de status 'uitgesloten' opgelegd op basis van een sanctieprotocol. Geoordeeld wordt onder meer dat de uitingen in de pers op persoonlijke titel zijn gedaan en niet door de dierentuinen zelf. De waarschuwingsbesluiten van EAZA zijn echter wel op die veronderstelling gegrond. EAZA moet de aan de dierentuinen opgelegde status ‘uitgesloten’ ongedaan maken voor de duur van de procedure in de hoofdzaak.
Auteursrechtelijk beschermde foto gebruikt op website
Rechtbank Rotterdam 13 augustus 2021, IEF 20244; ECLI:NL:RBROT:2021:9733 (ANP tegen Trident) ANP stelt dat Trident zonder toestemming of licentie een auteursrechtelijk beschermde foto op haar website heeft geopenbaard en bijgesneden zonder naamsvermelding van de fotograaf en/of rechthebbende. Het auteursrecht op deze foto behoort toe aan ANP. Door deze handelswijze zou Trident inbreuk hebben gemaakt op de auteursrechten van ANP, waardoor ANP schade heeft geleden. Een schikkingsvoorstel van ANP is door Trident niet geaccepteerd. Vanwege het ontbreken van stukken is niet duidelijk of de persoon die ter zitting is verschenen namens Trident gemachtigd is. De vordering van ANP komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen.
Inbreuk op auteursrecht theorie-examen
Hof Amsterdam 9 juni 2021, IEF 20243; ECLI:NL:GHAMS:2021:2934 (Auteursrechtschending CBR) Strafrecht. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan inbreuk op het auteursrecht van het CBR en IBKI door het met een spybril opnemen van examenvragen en deze beelden vervolgens te verwerken in een theorie-cursus. Dit is aan te merken als een verveelvoudiging in de zin van de Auteurswet. De inbreuk op het auteursrecht is gepleegd met een commercieel oogmerk en daarmee gepaard gaand geldelijk gewin. De verdachte heeft met zijn handelen de concurrentieverhoudingen tussen verkeersscholen geweld willen aandoen en daarbij ook andere mensen gebruikt om zijn persoonlijk geldelijk gewin te kunnen bereiken. Voorts heeft het handelen van verdachte bijgedragen aan het ondermijnen van het stelsel van examinering. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een wapen en munitie, en aan het witwassen van bijna € 100.000,00.
HvJ EU over decompileren van computerprogramma
HvJ EU 6 oktober 2021, IEF 20242, IT 3680, IEFbe 3295; ECLI:EU:C:2021:811 (Top System SA tegen Belgische Staat) Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 5, lid 1, van richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s. Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Top System SA en de Belgische Staat over de decompilatie door Selor, het selectiebureau van de federale overheid (België), van een door Top System ontwikkeld computerprogramma dat deel uitmaakt van een applicatie waarvoor dit selectiebureau een gebruikslicentie heeft. De verwijzende rechter is van oordeel dat hij, om uit te maken of Selor die decompilatie mocht verrichten op grond van artikel 6, § 1, WCP, dient na te gaan of de decompilatie van een computerprogramma of een deel daarvan onder de in artikel 5, onder a) en b), WCP bedoelde handelingen valt.
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Commentaar Rijksoctrooiwet door András Kupecz op IE-C
Herzien commentaar gepubliceerd in de databank Intellectuele Eigendom Commentaren (IE-C). Het commentaar, geleverd door András Kupecz, is een herziening van artikel 4 Rijksoctrooiwet. Dit artikel ziet op de nieuwheid van een uitvinding.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg en Sjo Anne Hoogcarspel, Mount Law.
EUIPO: verzoek tot nietigverklaring lampenmerk afgewezen
EUIPO 7 oktober 2021, IEF 20240, IEFbe 3294; 40840 (Ikea tegen Ledar) Op 5 oktober 2021 heeft het EUIPO het merk LEDAR geldig verklaard [zie IEF 20231]. In reactie hierop heeft IKEA bij het EUIPO een verzoek tot nietigverklaring gedaan. Hierbij wordt bepleit dat de onderdelen van het ingeschreven merk uitsluitend uit beschrijvende elementen bestaan en dat LEDAR nu een standaard benaming voor lampen is geworden. Door het ontbreken van onderscheidend karakter zou de inschrijving nietig verklaard moeten worden. Ledar verweert door te stellen dat het element 'AR' geen betekenis heeft. Het publiek zal 'LEDAR' niet als een woord zien dat begint met een apart element LED, maar eerder als een neologisme. Gelet op al het voorgaande komt de nietigheidsafdeling tot de conclusie dat het merk niet valt binnen de werkingssfeer van het verbod van artikel 7, lid 1, sub b, c of d, EUTMR valt. Bijgevolg moet het beroep worden verworpen.
Uitspraak ingezonden door Maarten Haak en Lisanne Steenbergen, Hoogenraad & Haak.
Oppervlaktepatroon niet onderscheidend genoeg
Gerechtshof Den Haag 5 oktober 2021, IEF 20239; ECLI:NL:GHDHA:2021:241 (Birkenstock tegen Footsie) Beide partijen in het geding ontwikkelen en produceren onder andere orthopedisch schoeisel. Birkenstock heeft het Birkenstock-merk ook als Uniemerk willen inschrijven. Footsie vorderde in dit geschil dat de rechtbank de inschrijving nietig zal verklaren en dat deze wordt geschrapt uit het Benelux merkenregister. De rechtbank heeft het Birkenstock-merk inderdaad nietig verklaard wegens gebrek aan ieder onderscheidend vermogen. Birkenstock heeft hiertegen grieven gericht en vordert vernietiging van het vonnis voor zover de vorderingen van Footsie zijn toegewezen. Het hof kijkt opnieuw naar het onderscheidende vermogen van de merkinschrijving. Of er sprake is van een gelijkenis tussen het merk moet worden beoordeeld uitgaande van de perceptie van het relevante publiek, gelet op de intrinsieke kenmerken van het merk. Het Birkenstock-merk bestaat uit een herhalend patroon waarbij de indruk wordt gewekt dat het afgebeelde vierkant slechts een uitsnede is hiervan. Dit moet volgens het hof worden aangemerkt als een oppervlaktepatroon. Er kan daarom alleen onderscheidend vermogen zijn indien het significant afwijkt van de norm of van wat gangbaar is in de betrokken sector. Het hof is van oordeel dat dit vermogen ten tijde van het inschrijven niet aanwezig was en bekrachtigt dan ook het vonnis.
Akkoord homologatie verkoop IE activa
Rechtbank Den Haag 8 oktober 2021, IEF 20237; ECLI:NL:RBDHA:2021:11006 (Verzoek homologatie) Verzoekster is een vennootschap waarbij de activa voornamelijk bestaat uit intellectuele eigendommen. Op 24 juni 2021 heeft verzoekster een crediteurenakkoord aan haar schuldeisers aangeboden. Het akkoord wordt gefinancierd door de verkoop van de activa. Verzoekster verzoekt homologatie van het aangeboden akkoord. De rechtbank wijst dit verzoek toe, tenzij zich één of meer van de afwijzingsgronden voordoen zoals deze bestaan in artikel 384 lid 1 Fw. Gronden om het homologatieverzoek af te wijzen zijn niet aanwezig en ook de schuldeisers hebben geen bezwaar gemaakt. De rechtbank homologeert het door verzoekster aangeboden akkoord.