Onvoldoende causaal verband tussen beroepsfout en gederfde winst
Hof 's-Hertogenbosch 20 april 2021, IEF 19984; ECLI:NL:GHSHE:2021:1197 (Beheer B.V. tegen AOMB) Appellant heeft via Algemeen Octrooi- en Merkenbureau (AOMB) een octrooi laten vastleggen voor een gezamenlijke uitvinding van een ijsblokjesmachine. Met de tweede uitvinder is appellant nadien zakelijk gescheiden. In eerste aanleg is al vastgesteld dat er sprake is geweest van een beroepsfout aan de zijde van AOMB, doordat zij appellant een verkeerd advies heeft gegeven. AOMB had nagelaten om te vermelden dat de tweede uitvinder een afstandsverklaring zou kunnen tekenen om ervoor te zorgen dat de octrooirechten ook in landen met andere regimes aan [Beheer B.V.] zouden toekomen. Appellant vordert schadevergoeding vanwege gederfde winst, maar de rechter oordeelt dat van een causaal verband tussen de tekortkoming en de geleden schade onvoldoende sprake is. Appellant heeft volgens de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt dat, zonder de tekortkoming van AOMB, er sprake was geweest van nieuwe overeenkomsten met derden.
Vrijgeven pandrechten aan D-Reizen voor doorstart
Rechtbank Noord-Holland 28 mei 2021, IEF 19985; ECLI:NL:RBNHO:2021:4344 (Curatoren D-Reizen tegen Selten) De curatoren in het faillissement van het D-Reizen concern zijn een doorstart overeengekomen met Prijsvrij. Onderdeel van de doorstart is de overdracht van de IE-rechten van D-Reizen aan Prijsvrij voor een bedrag van 500.000 euro. Voorwaarde voor het doorgaan van de doorstart is dat deze IE-rechten vrij van pandrechten en overige bezwaringen overgaan naar Prijsvrij. De BV Selten stelt een pandrecht te hebben op de IE-rechten en weigert medewerking aan het vrij van pandrecht overdragen hiervan aan Prijsvrij. De curatoren vinden dat Selten met haar opstelling misbruik van haar pandrecht maakt en vorderen dan ook (onder meer) medewerking van Selten aan de overdracht van de IE-rechten vrij van pandrecht. Volgens de voorzieningenrechter komt het in de zaak aan op de afweging van het verhaalsbelang van Selten tegen de belangen van de stakeholders in het faillissement van D-Reizen bij het realiseren van de doorstart. Die afweging valt uit in het voordeel van de stakeholders.
Vacature: (senior) advocaat-medewerker IE & Media bij Kennedy Van der Laan
Kennedy Van der Laan is voor haar sectie IE & Media op zoek naar een gedreven advocaat-medewerker met vijf tot acht jaar werkervaring die toe is aan een horizontale overstap.
Het IE-team van Kennedy Van der Laan adviseert over het volledige spectrum van intellectuele eigendomsrechten en procedeert in geval van inbreuk of andere IE-geschillen. Zij ondersteunen (inter)nationale ondernemingen bij het exploiteren en beschermen van merken, technologieën, innovaties en content.
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD
Voorzieningenrechter: 'powerboat' is werk met eigen, oorspronkelijk karakter
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 9 juni 2020, IEF 19981; KG ZA 20-102 (Atlantic tegen Marell) Marell heeft conservatoir beslag gelegd op een zogenaamde 'powerboat', die op het moment van beslaglegging in eigendom was van Atlantic. Marell meent namelijk dat het ontwerp van de boot inbreuk maakt op haar auteursrechten ten aanzien van een aan Marell toebehorend model. Atlantic vordert in dit kort geding opheffing van dat beslag. Atlantic heeft daartoe aangevoerd dat de objectieve trekken van het ontwerp niet gekwalificeerd kan worden als auteursrechtelijk werk. Marell heeft volgens de voorzieningenrechter voldoende gemotiveerd waarom er geen sprake is van louter functionele elementen. De boot heeft een oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel van de maker. Zodoende wordt dit werk auteursrechtelijk beschermd en de vordering van Atlantic tot opheffing van het beslag wordt afgewezen. Ook in hoger beroep heeft Marell gelijk gekregen [IEF 19978].
Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger en hoogleraar intellectuele eigendomsrecht in Leiden.
Oproep aan alle erfgoedinstellingen en commerciële filmproducenten
Oproep aan alle erfgoedinstellingen in Nederland: Meld de films uit uw archief in Alicante. Dan kunt u ze waarschijnlijk zes maanden later online zetten. Oproep aan alle commerciële filmproducenten: Maak tijdig gebruik van de opt-out mogelijkheid.
Op 7 juni 2021 treedt er een nieuw artikel 18c Auteurswet in werking:
‘1. Als inbreuk op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd het voor niet-commerciële doeleinden beschikbaar stellen voor het publiek van het werk door een cultureel erfgoedinstelling 4 mits:
1° het werk niet in de handel verkrijgbaar is;
2° het werk permanent deel uitmaakt van de collectie van de erfgoedinstelling;
3° het werk beschikbaar wordt gesteld op een niet-commerciële website; en
4° de naam van de maker wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt.’
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD.
Auteursrechtelijk beslag op powerboat is niet ondeugdelijk
Hof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2021, IEF 19978; ECLI:NL:GHARL:2021:5053 (Atlantic tegen Marell) Opheffingskortgeding auteursrechtelijk beslag op een powerboat. Marell Boats AB ontwerpt boten. Een van haar boten – een powerboat met typeaanduiding Marell 900CC – is gekopieerd door een partij uit Letland. Deze boot is verkocht aan een partij in het Verenigd Koninkrijk (Atlantic Supreyacht Services Ltd) maar geleverd in Harlingen waar de powerboat aan boord van een groot motorjacht zou worden geplaatst. Op dat moment is namens Marell beslag gelegd op de boot. In dit opheffingskortgeding vorderde Atlantic opheffing van het beslag, onder meer omdat geen sprake zou zijn van een auteursrechtelijke beschermd werk, en niet van inbreuk. Atlantic wordt in het ongelijk gesteld. De vraag wie de maker is van de powerboot wordt beantwoord aan de hand van het recht van het land van herkomst van de maker, in dit geval Zweeds recht. De vragen of het werk voldoende oorspronkelijk is en of appellante daarop inbreuk maakt, worden op grond van de lex loci protectionis beantwoord aan de hand van Nederlands recht. Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt bekrachtigd [IEF 19981].
Uitspraak ingezonden door Mirjam Mollema, De Merkplaats.
EUIPO: Portretmerk is geldig
EUIPO Vierde Kamer van Beroep 19 mei 2021, IEF 19980; R 468/2021-4 (Portret jonge vrouw II) Beroep betreffende de aanvraag voor Uniemerk. Er werd verzocht om inschrijving van het beeldmerk (foto) als Uniemerk voor de volgende diensten: Klasse 35 - Diensten van mannequins en fotomodellen voor publiciteit of verkooppromotie; Klasse 41 - Diensten van modellen en mannequins voor ontspannende of recreatieve doeleinden. Dit verzoek werd geweigerd op grond van artikel 7, lid 1, sub b) van de Verordening inzake het Uniemerk (‘UMV’) omdat het elk onderscheidend vermogen miste met betrekking tot de diensten waarvoor bescherming werd gevraagd. Aanvraagster YW Holding verzoekt de Kamer van Beroep de weigering met betrekking tot het aangevraagde merk op te heffen en dit in te schrijven voor alle aangevraagde diensten. Het beroep wordt gegrond geacht en de bestreden beslissing vernietigd. Zie ook [IEF 17285] en [IEF 19979].
Uitspraak ingezonden door Mirjam Mollema, De Merkplaats.
Vervolg op EUIPO: Portretmerk van model Maartje Verhoef is geldig
EUIPO Vierde Kamer van Beroep 19 mei 2021, IEF 19979; R 378/2021-4 (Portret jonge vrouw) Beroep betreffende de aanvraag voor Uniemerk nr. 17 358 458. Rozanne Verduin Holding verzocht om inschrijving van het beeldmerk (foto) als Uniemerk voor de volgende diensten: Klasse 35 - Diensten van mannequins en fotomodellen voor publiciteit of verkooppromotie; Klasse 41 - Diensten van modellen en mannequins voor ontspannende of recreatieve doeleinden. Dit verzoek werd geweigerd op grond van artikel 7, lid 1, sub b) van de Verordening inzake het Uniemerk (‘UMV’) omdat het elk onderscheidend vermogen miste met betrekking tot de diensten waarvoor bescherming werd gevraagd. Aanvraagster verzoekt de Kamer van Beroep de weigering met betrekking tot het aangevraagde merk op te heffen en dit in te schrijven voor alle aangevraagde diensten. Het beroep wordt gegrond geacht en de bestreden beslissing vernietigd. Zie ook [IEF 17285].
Prejudiciële vraag over de inhoud van een vonnis in bepaalde merkenrecht uitspraken
Districtsrechtbank Warschau 17 maart 2021, IEF 19977, IEFbe 3227; C-175/21–1 (Harman tegen AB SA) AB is een distributeur van elektronica en vervoert onder andere producten van Harman. Verweerster heeft de genoemde waren verworven van een andere verkoper dan de productdistributeur op de Poolse markt waarmee verzoekster een overeenkomst had gesloten. De gestelde prejudiciële vraag gaat over de inhoud en formulering van een rechterlijke uitspraak in bepaalde vorderingen van een merkhouder. De verwijzende rechter is zich onder andere bewust van het risico op beperking van het vrije verkeer van goederen, wanneer het in rechterlijke uitspraken bij algemene bewoordingen blijft. Dit zou volgens de verwijzende rechter ondervangen kunnen worden door in de uitspraak nauwkeurig serienummers op te nemen.
Prejudiciële vraag over de stel- en bewijsplicht in een vervallenverklaringsprocedure
Landgericht Saarbrücken 4 maart 2021, IEF 19976, IEFbe 3225; C-183/21 (Maxxus tegen Globus) De Duitse rechter heeft in deze zaak een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie gesteld over de uitleg van Europese richtlijnen betreffende het merkenrecht. De vraag ziet op de uitlegging van de merkenrichtlijn(en) met betrekking tot nationale vervallenverklaringsprocedures wegens niet-gebruik van nationale merken. Globus is houder van een merknaam, waarvan Maxxus betwist dat het nog in gebruik is. Volgens de verwijzende rechter heeft Maxxus weinig eigen onderzoek gedaan om aan te tonen dat Globus de merknaam inderdaad niet meer gebruikt. Globus heeft zich uitgebreid verweerd. De verwijzende rechter vraagt zich af bij wie nu de stel- en bewijsplicht rust.