Uitspraak ingezonden door Paul van der Donck,Van der Donck en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Handelsnamen bouwbedrijven veroorzaken verwarringsgevaar
Rechtbank Overijssel 25 maart 2021, IEF 19855, ECLI:NL:RBOVE:2021:1320 (X tegen D) X en D zijn beide bouwbedrijven. Sinds januari 2021 staat bedrijf D ingeschreven in het handelsregister met de handelsnamen '...' en '...'. Bouwgroep X is van mening dat zij de oudste rechten hebben op hun handelsnaam en dat D hiermee inbreuk maakt op die naam. Daarnaast vordert zij van D om niet meer de domeinnaam 'www....' te gebruiken. De rechtbank oordeelt dat er na de wijziging van de handelsnaam door D een eventueel verwarringsgevaar is toegenomen en dat dit ook geldt voor de domeinnaam. De vorderingen van X worden door haar toegewezen.
Vacature: gevorderde advocaat-stagiaire of advocaat-medewerker bij BINGH
BINGH advocaten heeft plek voor een nieuwe advocaat binnen de praktijkgroep Commercial Litigation en Intellectuele Eigendom. Dat kan zowel een gevorderde advocaat-stagiaire zijn, als een advocaat-medewerker, bij voorkeur met een paar jaar ervaring binnen één van de genoemde praktijkgebieden.
Lees verder.
Webinar over restitutie van kunst op 29 april
Het thema 'restitutie van kunst' heeft de gemoederen behoorlijk geraakt door de jaren heen. Ook in 2020 was dit een actueel onderwerp, zo bleek niet alleen uit de discussie over de Kandinsky in het Stedelijk Museum, maar ook uit acties in onder meer het Louvre. Waar staan we in 2021 met onze vragen over restitutie en welke lessen kunnen we trekken voor de toekomst?
Bij de kwestie restitutie komen ook vragen over herkomst aan de orde, en het proces van authenticatie. Hiervoor is Cafa ingericht, het nieuwe Court of Arbitration for Art. Hoe werkt dit nieuwe instituut?
Op donderdag 29 april gaan Bert Demarsin, René Klomp en Fred Hammerstein dieper in op dit onderwerp tijdens een speciaal door deLex georganiseerd webinar.
Accreditatie: 2 PO punten.
Tijden: 15:30 – 18:00 uur
Kijk hier voor meer informatie of aanmelden.
HvJ EU: 'passende schadeloosstelling' is autonoom Unierechtelijk begrip
HvJ EU 12 september 2019, IEF 19853, LS&R 1927, ECLI:EU:C:2019:722 (Bayer tegen Richter) Richter vordert van Bayer een vergoeding van de schade die zij stellen te hebben geleden ten gevolge van voorlopige maatregelen die zijn getroffen wegens vermeende inbreuk op een later nietig verklaard octrooi. De Hongaarse rechter heeft naar aanleiding van dit geschil een aantal prejudicële vragen gesteld aan het Hof over het begrip "passende schadeloosstelling". Het Hof oordeelt dat het begrip “passende schadeloosstelling” een autonoom Unierechtelijk begrip vormt dat een uniforme uitlegging moet krijgen. Indien een Unierechtelijke bepaling namelijk niet uitdrukkelijk naar het recht van de lidstaten verwijst, moet deze normaliter in de gehele Europese Unie autonoom en uniform worden uitgelegd. Het is aan de nationale rechterlijke instanties om te beslissen of de eiser moet worden veroordeeld tot betaling aan de verweerder van een schadeloosstelling die “passend” moet zijn, dat wil zeggen gerechtvaardigd in het licht van die omstandigheden.
Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger en Samantha Janssen van Buma/Stemra.
Afspelen muziek in zorginstellingen vereist vergoeding
Hof Arnhem-Leeuwarden 23 maart 2021, IEF 19852, ECLI:NL:GHARL:2021:2727 (Dagelijks Leven tegen Sena en Buma) In deze zaak gaat het om de vraag of woonzorgvoorziening Dagelijks Leven voor het afspelen van muziek in de woonkamers van haar zorginstellingen een vergoeding dient te betalen aan Sena en Buma, die namens de rechthebbenden op de auteursrechtelijk beschermde muziek de vergoeding incasseert. De vraag dient wat betreft het Europees geharmoniseerde recht aan de hand van de rechtspraak van het HvJEU met betrekking tot “mededeling aan het publiek” moet worden beantwoord. Het gaat hier om volledige harmonisatie, zodat een aanvullend beroep op artikel 12 lid 4 Aw en artikel 2 lid 7 Wnr niet mogelijk is. Het hof komt daarmee tot hetzelfde oordeel als de kantonrechter, namelijk dat Dagelijks Leven de vergoeding moet betalen.
Gerecht EU: uiterlijk LEGO-blokjes is wel beschermd
Gerecht EU 24 maart 2021, IEF 19850, IEF 3197; ECLI:EU:T:2021:155 (Lego tegen Delta Sport Handelskontor) Delta Sport Handelskontor is een Duitse speelgoedmaker die o.a. langwerpige, rechthoekige blokjes produceert die met rondjes en puntjes in elkaar kunnen worden geklikt. Lego is van mening dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op hun eigen iconische blokjes. Het Bureau voor intellectueel eigendom van de Europese Unie (EUIPO) oordeelde in 2019 dat deze inmiddels niet meer worden beschermd. Het Europees Gerecht is het daar niet mee eens en oordeelt dat het hoe dan ook moeilijk is te voorkomen dat andere speelgoedbedrijven ook blokjes maken die op een of andere manier aan elkaar bevestigd kunnen worden, maar dat de specifieke manier waarop Lego dat doet uniek is. Zij legt hiermee de nadruk van de bescherming op de rondjes en puntjes van het kliksysteem waar de blokjes over beschikken.
Louwers versterkt Haagse vestiging met komst Marijn Rooke
Marijn Rooke heeft in maart de overstap gemaakt van Eversheds Sutherland in Rotterdam naar Louwers IP|Technology Advocaten in de ‘Rode Olifant’ aan het Malieveld in Den Haag. Bij Eversheds heeft hij veel ervaring opgedaan met het adviseren en procederen over met name privacy- en IT-recht voor nationale en internationale cliënten.
Met de komst van Marijn bestaat het kantoor uit tien advocaten die vanuit Eindhoven en Den Haag zowel door nationale als internationale cliënten goed gevonden worden. Binnen het domein van de IT en privacy staat het kantoor zowel afnemers als leveranciers bij, variërend van grote corporates, high-end scale-ups tot organisaties in het (semi-)publieke domein.
Lees verder.
Aankondiging IE-C commentaar art. 12 Auteurswet - Antoon Quaedvlieg
Binnenkort verschijnt het commentaar op artikel 12 Auteurswet, geschreven door Antoon Quaedvlieg, op IE-C.
Art.12 Aw behandelt de openbaarmaking van een werk. In zijn commentaar gaat prof. mr. A.A. Quaedvlieg onder andere in op:
- Het nationale en Europese recht uitgelegd in het licht van
het internationale Verdragsrecht;
- Het begrip openbaar maken als koepelbegrip;
- Het recht van eerste openbaarmaking; verbreiden;
- Openbaarmaking in materiële vorm;
- Immateriële vormen van openbaarmaking;
- Recht van Mededeling aan het publiek in de Auteursrechtrichtlijn.
Artikel ingezonden door Syb Terpstra, bureau Brandeis.
Noot Syb Terpstra bij HvJ EU Atresmedia
Syb Terpstra (bureau Brandeis), noot onder HvJ EU 18 november 2020, zaak C147/19, ECLI:EU:C:2020:935 (Atresmedia) [IEF 19610] en [IEFbe 3152], gepubliceerd in IER 2021/6.
Inleiding
1. Een geluidsopname verliest zijn status als fonogram zodra die met toestemming van de naburig rechthebbenden is samengevoegd met beeld. Degene die het samengevoegde audiovisuele werk vervolgens openbaar maakt, hoeft daarvoor niet de in art. 8 lid 2 Verhuurrichtlijn genoemde billijke vergoeding te betalen.
2. Dit is in twee zinnen de uitkomst van het Atresmedia-arrestvan het Europese Hof van Justitie. Die uitkomst is verstrekkend voor de zogenaamde syncpraktijk. Voordat ik het arrest en de gevolgen daarvan bespreek, leg ik eerst in een notendop uit wat syncing is.
Lees verder.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelen (JGR)
Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR). Aflevering 1 – 25 maart 2021 - jaargang 22.
Apotheker
1. ‘Lidstaten kunnen nationale regels stellen aan onlineverkoop van receptvrije geneesmiddelen, mits deze aantoonbaar in het belang zijn van de volksgezondheid.’ Hof van Justitie van de Europese Unie, 1 oktober 2020, C-649/18, ECLI:EU:C:2020:764 met annotatie van mw. mr. dr. M.D.B. Schutjens.
Geheimhouding
2. ‘Beperkte kennisneming van processtukken die door College ter Beoordeling van Geneesmiddelen zijn ingebracht wordt deels toegewezen, deels afgewezen.’ Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23 maart 2020, 201904167/4/A3, ECLI:NL:RVS:2020:827. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/4.
3. ‘Beperkte kennisneming van interne stukken van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is terecht.’ Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 november 2020, 202003610/2/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2584. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/4.
4. ‘Beperkte kennisneming van een bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen ingediende zienswijze over openbaarmaking documenten wordt afgewezen’. Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 december 2020, 202002708/2/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2841. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/2, «JGR» 2021/3 en «JGR» 2021/4.