Prejudiciële vragen over het verlenen van een licentie en FRAND-voorwaarden
Landgericht Düsseldorf 23 maart 2021, IEF 19958, IEFbe 3219; C-182/21 (Nokia tegen Daimler) Daimler heeft zonder licentie telecommunicatietechnologie van Nokia gebruikt. Tegelijkertijd wil Nokia geen licentie tegen FRAND-voorwaarden verlenen aan de leveranciers van Daimler. Daimler is van mening dat er sprake is van misbruik van machtspositie aan de kant van Nokia. De Duitse rechter heeft in deze zaak een aantal prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de uitleg van het verbod van misbruik, het verlenen van licenties en de verhouding tot FRAND-voorwaarden.
VMC studiemiddag op 25 juni
Digital Services Act: wie bepaalt wat er online gezegd en verhandeld mag worden? VMC studiemiddag, 25 juni 2021, 15.00-17.00 uur.
In 2000 nam de Europese Unie de e-commerce richtlijn aan. Daarin staat onder welke voorwaarden internetaanbieders en aanbieders van hostingdiensten gevrijwaard van aansprakelijkheid zijn voor de informatie zij namens hun klanten doorgeven of hosten. Er zijn de afgelopen 20 jaar allerlei nieuwe platformdiensten ontstaan. Denk aan Bol.com, Amazon, Marktplaats, Werkspot, Uber en natuurlijk sociale media zoals Instagram, YouTube en TikTok.De opkomst van die platformen heeft allerlei mooie dingen gebracht, maar heeft ook geleid tot de verspreiding van illegale informatie en de handel in illegale producten en diensten. De afgelopen 10 jaar hebben we diverse initiatieven gezien om dat aan te pakken. Zo kent Nederland al meer dan 10 jaar een Notice-and-takedown gedragscode, zijn er in de nieuwe Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn regels gesteld voor het tegengaan van aanzetten tot haat, is de Auteursrechtrichtlijn in 2019 aangepast, en is er een verordening voor de bestrijding van terroristische propaganda op komst. De e-commerce richtlijn bleef echter de afgelopen 20 jaar ongewijzigd. Dat gaat veranderen.
Onnodig delen van stukken leidt tot schending geheimhouding en auteursrechten
Hof Den Haag 6 april 2021, IEF 19956; ECLI:NL:GHDHA:2021:566 (Appellant tegen DVR) Appellant heeft een overeenkomst van opdracht met DVR voor het beschrijven van de bedrijfsprocedures van die laatste. Deze beschrijving is nodig voor het verkrijgen van een Authorised Economic Operator (AEO) certificaat. Appellant heeft hierbij een geheimhoudingsclausule en het behoud van zijn auteursrechten bedongen. DVR heeft vervolgens de door appellant opgestelde beschrijvingen doorgestuurd naar twee andere partijen. Het hof legt deze bepalingen uit de overeenkomst ruim uit en stelt dat het delen van de beschreven procedures niet noodzakelijk was voor het verkrijgen van een AEO certificaat. Appellant heeft zich terecht beroepen op deze bepalingen uit de overeenkomst van opdracht.
Inhoudsopgave Mediaforum 2021-1
Inhoudsopgave Mediaforum aflevering 1, 2021.
1 Opinie
Wie beslist of Trump weer online mag? * Anke Strijbos
2 Rechtspraktijk
De nasleep van Schrems II houdt niet over – De gevolgen van de uitspraak van het HvJ EU in Schrems II en de daaropvolgende (concept)aanbevelingen van de EDPD onder de loep genomen * Chloë Baartmans en Manuela Cox
8 Rechtspraktijk
Openbaarheid en auteursrecht anno 2021 * Paul Kreijger
Uitspraak ingezonden door Rien Broekstra, Brinkhof
Centrale beperking octrooi heeft terugwerkende kracht
Rechtbank Den Haag 12 mei 2021, IEF 19954, IT 3521; ECLI:NL:RBDHA:2021:5044 (High Point tegen KPN) High Point vordert in deze zaak een schadevergoeding en een verklaring voor recht dat het UMTS-netwerk van KPN inbreuk maakt op het octrooi van High Point. KPN heeft daartegen aangevoerd, dat dit octrooi al was vernietigd en dat deze vernietiging terugwerkende kracht heeft. High Point heeft tussentijds het octrooi centraal beperkt, maar sinds de wijziging van het Octrooiverdrag is een centrale beperking ook van toepassing op lopende procedures, aldus de Hoge Raad in 2009. De rechtbank gaat uit van het beperkte octrooi en veroordeelt KPN in de kosten van dit incident. De zaak komt in augustus weer op de rol.
Verwarringsgevaar tussen handelsnamen beveiligingsbedrijven
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 17 augustus 2020, IEF 19952; ECLI:NL:OGEAC:2020:331 (Sparta tegen Spartan) Sparta en Spartan exploiteren allebei een beveiligingsbedrijf. Zowel Sparta als Spartan houden kantoor in de wijk Pietermaai te Curaçao. Sparta, als bedrijf met het oudere handelsnaamrecht, vordert dat Spartan het gebruik van de handelsnaam 'Spartan' staakt. Het Gerecht oordeelt dat het gebruik door partijen van hun handelsnamen tot verwarring bij het publiek kan leiden. Hierom stelt zij Sparta in het gelijk en veroordeelt zij Spartan tot het kiezen van een andere handelsnaam.
Uitspraak ingezonden door Olivier Vrins, ALTIUS.
Hoger beroep merkinbreuk afgewezen
Hof van beroep Brussel 6 mei 2021, IEF 19947, IEFbe 3217, 2014/AR/217 (Appellante tegen Louis Vuitton) Appellante meent dat Louis Vuitton een inbreuk heeft gepleegd jegens haar eigen merk. In eerdere aanleg is geoordeeld dat dit niet het geval was gezien het onderscheidend vermogen en de reputatie van Louis Vuitton. Hier is appellante tegen in beroep gegaan, maar tevergeefs. Het hof van beroep heeft deze afgewezen in dit vonnis.
Vacature: merkengemachtigde bij DLA Piper
DLA Piper zoekt een Merkengemachtigde ter versterking en uitbreiding van het IP-team en in het bijzonder het merkenbureau. In deze rol adviseer je over de bescherming van merken, modellen, domeinnamen en auteursrecht. Je dagelijkse werkzaamheden bestaan o.a. uit het uitvoeren van merkonderzoeken, merkregistraties en merkbewakingen, wereldwijd. Je bent betrokken bij onderhandelingen, het opstellen en beoordelen van juridische documenten, zoals verklaringen en overeenkomsten, het voeren van opposities en het begeleiden of opstarten van andere juridische procedures, zowel in binnenland als buitenland (via DLA Piper collega’s of correspondenten). Als Merkengemachtigde werk je intensief samen met DLA kantoorgenoten in binnen- en buitenland en ben je samen met de Partner, een medewerker en de twee merkassistenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het merkenbureau.
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Emmanuel Cornu en Eric De Gryse, Simont Braun en Andreas Reygaert, Fencer.
Gebruikelijk tegelpatroon leidt niet tot modelinbreuk
Hof van beroep Brussel 30 maart 2021, IEF 19943, IEFbe 3214; 2015/AR/1943 (Grosfillex tegen Dumaplast) Grosfillex is sedert 2012 houder van een Gemeenschapsmodel voor een decoratief paneel, voornamelijk gebruikt in badkamers. Dumaplast brengt eveneens quasi identieke decoratieve panelen op de markt. Grosfillex betoogt dat Dumaplast inbreuk pleegt op haar Gemeenschapsmodel. Dumaplast vordert van haar kant de nietigverklaring van het Gemeenschapsmodel wegens gebrek aan eigen karakter. Dumaplast steunt daarbij op enkele anterioriteiten waarvan de meest relevante het tegelpatroon is uit 2011 dat wordt toegepast op keramische tegels. Met extensieve verwijzing naar het Group Nivelles arrest van het Hof van Justitie (C-361/15P), oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat bij de beoordeling van het eigen karakter wel degelijk rekening moet worden gehouden met het oudere model niettegenstaande de vaststelling dat het ouder model (keramische wandtegels) tot een andere sector behoort dan het Gemeenschapsmodel (wandpanelen).
Inhoudsopgave BIE 2021-2
Inhoudsopgave van de nieuwe editie Berichten Industriële Eigendom 2-2021.
Artikelen
Een pleidooi voor herbezinning in FRAND-zaken − Jelle Drok en Romy Siebelink 70
You can’t have your cake and eat it too – over risicoverdeling bij handhaving van octrooirechten − Een kritische beschouwing naar aanleiding van Rb. Den Haag 14 oktober 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:10160 (Menzis/AstraZeneca) − Rutger Kleemans en Romy Siebelink 82