Geen inbreuk door 'Wijnwereld.Online' op handelsnaam 'Wijnenwereld.nl'
Rb. Den Haag 5 april 2024, IEF 22001; ECLI:NL:RBDHA:2024:5487 (Eisende partij tegen Wijnwereld.Online). De eisende partij houdt zich bezig met de verhandeling van wijn. Dit doet zij onder meer aan de hand van haar webshop wijnenwereld.nl. De wederpartij Wijnwereld.Online B.V. houdt zich ook bezig met de verhandeling van wijn en maakt op haar website gebruik van de naam ‘Wijnwereld.Online’. De eisende partij vordert in dit kort geding dat Wijnwereld.Online het gebruik van de handelsnamen staakt en gestaakt houdt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de behoefte tot vrijhouding van aanduidingen die beschrijvend zijn, een omstandigheid is die bij de beoordeling van de vraag of verwarring te duchten is, moet worden betrokken. Ondanks de behoorlijke mate van overeenstemming tussen ‘Wijnenwereld.nl’ en ‘Wijnwereld.Online’, acht de voorzieningenrechter dat Wijnwereld.Online geen inbreuk maakt op het handelsnaamrecht. ‘Wijnenwereld.nl’ is immers in aanzienlijke mate beschrijvend, wat het verwarringsgevaar bij het normaal oplettende publiek vermindert. De voorzieningenrechter is er voorshands niet van overtuigd dat het normaal oplettende publiek de combinatie van de woorden ‘wijn’ en ‘wereld’ in een handelsnaam zal associëren met (specifiek) de onderneming van de eisende partij. De vorderingen van de eisende partij zullen daarom worden afgewezen.
Gerecht EU: 'Pablo Escobar' mag niet worden geregistreerd als EU-merk
Gerecht EU 17 april 2024, IEF 22000; ECLI:EU:T:2024:240 (Pablo Escobar). Op 30 september 2021 heeft Escobar Inc., gevestigd in Puerto Rico (Verenigde Staten), een aanvraag ingediend bij het EUIPO voor registratie van het woordmerk 'Pablo Escobar' als een EU-handelsmerk voor een breed scala aan goederen en diensten. Het woordteken doet denken aan de Colombiaanse Pablo Escobar, die wordt verondersteld een drugsbaron en narco-terrorist te zijn die het Medellín-kartel heeft opgericht. Het EUIPO heeft de aanvraag voor registratie afgewezen op grond dat het merk in strijd was met het openbare beleid en met algemeen aanvaarde beginselen van moraliteit. Escobar Inc. heeft beroep ingesteld tegen die beslissing bij het Gerecht van de Europese Unie. Volgens het Gerecht kon EUIPO bij zijn beoordeling steunen op de perceptie van de gemiddelde Spaanse burger, met een gemiddelde gevoeligheid en tolerantiedrempels en die de ondeelbare en universele waarden delen waarop de Europese Unie is gebaseerd. Het EUIPO heeft terecht vastgesteld dat die personen de naam van Pablo Escobar zouden associëren met drugshandel en narco-terrorisme en met de misdaden en het lijden die daaruit voortvloeien, in plaats van met zijn mogelijke goede daden ten gunste van de armen in Colombia. Het handelsmerk zou daarom worden beschouwd als strijdig met de fundamentele waarden en morele normen die heersen binnen de Spaanse samenleving. Het Hof voegt eraan toe dat het fundamentele recht van Pablo Escobar op het vermoeden van onschuld niet is geschonden omdat, hoewel hij nooit strafrechtelijk is veroordeeld, hij in Spanje openbaar wordt gezien als een symbool van georganiseerde misdaad die verantwoordelijk is voor talrijke misdaden.
Uitspraak ingezonden door Nanda Ruyters en Anne de Laat, BRIGHT ip lawyers.
Hof: beeldmerk Puma niet vervallen, maar Monshoe maakt ook geen inbreuk
Hof Den Haag 9 april 2024, IEF 21999; 581197 / HA ZA 19-1057 (Monshoe tegen Puma). In deze zaak vordert Puma op grond van merkinbreuk dat Monshoe Fashion B.V. (hierna: Monshoe) stopt met het verhandelen van schoenen waarop (volgens Puma) een inbreukmakend teken op is aangebracht. Monshoe betwist dit en vordert vervallenverklaring van de beeldmerken waarop Puma zich beroept. Deze zouden namelijk gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar niet normaal gebruikt zouden zijn. De rechtbank heeft de vordering tot vervallenverklaring afgewezen en de op merkinbreuk gebaseerde vorderingen van Puma grotendeels toegewezen [zie IEF 20569]. Tegen dit vonnis is Monshoe in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof (hierna: het hof).
Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen 'Mr. Jobs' en 'Mister Jobs'
Hof 's-Hertogenbosch 26 maart 2024, IEF 21998; ECLI:NL:GHSHE:2024:1031 (PP Consult tegen Mr. Jobs). PP Consult, een onderneming op het gebied van arbeidsbemiddeling, heeft onder meer de handelsnaam 'Mister Jobs' en de domeinnaam www.misterjobs.nl ingeschreven. Zij vorderde in eerste aanleg een bevel tot staking van het gebruik van de handelsnaam 'Mr. Jobs' en/of gelijke handelsnamen door de vennootschap Mr. Jobs. B.V. Het gebruik door Mr. Jobs B.V. zou wegens het eigen karakter van de handelsnaam van PP Consult verwarring veroorzaken bij het relevante publiek, hetgeen in strijd is met de Handelsnaamwet. De rechtbank heeft de vordering van PP Consult in eerste aanleg afgewezen. PP Consult gaat in hoger beroep bij het gerechtshof (hierna: het hof). Het hof is van oordeel dat 'Mister Jobs', in deze woordcombinatie, als handelsnaam in hoge mate beschrijvend is voor de aard van de daaronder gedreven onderneming van PP Consult. De stelling van PP Consult dat 'Mister Jobs' ingeburgerd is bij het relevante publiek en onderscheidend vermogen heeft verkregen, volgt het hof niet. Het hof haalt hierbij het Dairy Partners-arrest [zie IEF 19773] aan en legt uit dat het publiek gewend is aan beschrijvende handelsnamen, waardoor het verwarringsgevaar verminderd wordt. Het hof komt tot het oordeel dat geen reëel verwarringsgevaar te duchten is tussen de onderneming van PP Consult (handelsnaam ‘Mister Jobs’) en de onderneming van Mr. Jobs B.V. (handelsnaam ‘Mr. Jobs’). Oplettende klanten van PP Consult en andere geïnteresseerden zullen immers de verschillen tussen beide ondernemingen zonder meer waarnemen. Het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd.
Voorlopig beslagverlof op IE-rechten verleend met oog op mogelijke doorstart
Rb. Rotterdam 22 februari 2024, IEF 21997; ECLI:NL:RBROT:2024:3066 (Verzoekster tegen belanghebbende). In onderhavige procedure heeft verzoekster bij verzoekschrift van 16 februari 2024 verlof verzocht om beslag te mogen leggen op de octrooi- en merkenrechten (inclusief octrooiaanvragen) van belanghebbende genoemd in het verzoekschrift. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de curator bezig is met een doorstart waarbij de IE-rechten worden betrokken. Ook blijkt dat verzoekster een vordering heeft op belanghebbende van € 1.718.464,80, inclusief rente en kosten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat voorlopig verlof kan worden verleend voor de beslaglegging. De proportionaliteit en subsidiariteit van deze beslaglegging zullen later, nadat partijen en curator gehoord worden, beoordeeld worden. In de beschikking van 12 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter de termijn van het voorlopige beslag verlengd tot 12 april 2024, 12.00 uur.
Curator mag containers met identificatietekens niet verkopen
Rb. Den Haag 31 januari 2024, IEF 21996; ECLI:NL:RBDHA:2024:1089 (Container Centralen tegen QPE). Container Centralen is een Deense onderneming die zich bezighoudt met exploiteren van twee rouleersystemen van containers die gebruikt en uitgewisseld worden in onder meer de bloemen- en potplantenbranche. Deze “poolsystemen” maken het mogelijk dat een partij een beladen container kan afleveren bij een andere partij en eventueel vandaaruit aan verdere afnemers, zonder dat bij elke tussenstop de op de container geladen producten van de ene container op de andere overgeplaatst hoeven te worden. De CC Containers zijn, ongeacht of ze eigendom van CC zijn of door één van de contractanten in het CC Containersysteem zijn ingebracht, onderling op het oog niet van elkaar te onderscheiden. Naast CC Containers verhuurt Container Centralen ook EC Containers. Quality Plants Europe B.V. (hierna: QPE) exploiteert een groothandel in bloemen en planten. Zij is op 16 februari 2022 failliet verklaard. Op haar bedrijventerrein heeft de curator 614 CC Containers en 463 EC Containers aangetroffen. Diverse contractanten van Container Centralen en ook Container Centralen zelf hebben QPE verzocht deze te retourneren. Container Centralen is houdster van het Uniebeeldmerk, drie Gemeenschapsmodellen en het octrooi betreffende het RFID-label. Container Centralen vordert bij de rechtbank (onder meer) afgifte van de containers en een verkoopverbod voor de curator.
HvJEU: Televisie in hotelkamers met eigen kabeldistributienetwerk is mededelingshandeling
HvJEU 11 april 2024, IEF 21995; ECLI:EU:C:2024:289 (Citadines tegen MPLC Deutschland). Verweerster is de exploitant van Citadines Hotel in München. Op televisietoestellen in de kamers en fitnessruimte van het hotel werd op 17 november 2019 een aflevering uit de televisieserie “Wickie und die starken Männer” uitgezonden. Het televisiesignaal werd simultaan en ongewijzigd naar de toestellen doorgegeven via een eigen kabeldistributienetwerk van het hotel. De kabeldoorgifte is door verweerster geregeld in licentieovereenkomsten gesloten met de Duitse collectieve beheersorganisaties. Verzoekster (MPLC) is van mening dat verweerster afbreuk doet aan het recht van mededeling aan het publiek door het zendsignaal via een eigen kabeldistributiesysteem van het hotel door te geven. MPLC betoogt dat de door Citadines gesloten licentieovereenkomst geen betrekking heeft op de directe en indirecte doorgifte van radio- en televisieprogramma’s via een eigen distributienetwerk van het betrokken hotel. De verwijzende rechter vraagt zich af of er sprake is van een mededeling aan het publiek wanneer de gebruiker van een beschermd werk een licentie heeft verworven op grond waarvan hij beschikt over een recht op wederdoorgifte via de kabel en zijn handelswijze voor het overige beperkt blijft tot het ter beschikking stellen van ontvangtoestellen.
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Fruytier Lawyers in Business.
Strengere maatstaf winstafdracht bij BVIE dan bij Handhavingsrichtlijn en TRIPs
Rb. Den Haag 10 april 2024, IEF 21994; ECLI:NL:RBDHA:2024:4751 (Motor Mania tegen AGM). Motor Mania is een vennootschap die zich bezighoudt met de invoer, uitvoer en handel van (gepatenteerde) scootermodellen. Zij heeft een exclusieve licentie gekregen van Multimox Holding B.V. (hierna: Multimox) op grond waarvan zij de IE-rechtelijk beschermde scooters mag verhandelen. Ook beschikt Motor Mania over een volmacht op grond waarvan zij inbreuk- en schadevergoedingsvorderingen mag instellen. Asian Gear B.V. en Valdemi B.V. (hierna: AGM) verhandelen sinds 2006 ook scooters in de Europese Unie. Bij de rechtbank en het Gerechtshof is eerder ook al geprocedeerd over dezelfde scootertypen, zie [IEF 20335] en [IEF 21479]. Bij brief van 31 maart 2013 is AGM gesommeerd om iedere inbreuk op het modelrecht Model-04 en de auteursrechten die verbonden zijn aan het model te staken en gestaakt te houden.
Artikel ingezonden door Florence Chapin, Novagraaf.
Handelsmerken en sociale media: Communicatiemiddel of bewijs van gebruik?
Geldt het gebruik van een merk op sociale netwerksites als daadwerkelijk bewijs van gebruik? Dit was de vraag waar het Gerecht van de EU zich op 7 februari 2024 over boog toen het uitspraak deed in zaak T-74/23. Florence Chapin analyseert een recente uitspraak van de EU over handelsmerken en sociale media. Caramé Holding AG heeft de Europese Unie aangewezen in haar internationale inschrijving voor de volgende waren van klasse 3: "Reinigings-, verzorgings- en verfraaiingsproducten voor de huid, de nagels, de lippen, de ogen en het haar; parfumerieën; cosmetica; decoratieve cosmetische producten; nagelverzorgingsproducten; haarverzorgingsproducten; haarstylingproducten."
Laatste kans om aan te melden: Actualiteiten Privacyrecht | dinsdag 16 april 2024
Wilt u binnen twee uur weer helemaal bijgepraat zijn over alle relevante privacyrechtspraak van de afgelopen periode? Schrijf u dan in voor Actualiteiten Privacyrecht! Vita Zwaan (bureau Brandeis) en Quintus Kroes (Brinkhof) zullen u bijpraten aan de hand van een aantal hoofdthema's, die hier later bekend gemaakt zullen worden. Uiteraad sluiten we de middag af met een borrel. Zeker weten dat u erbij kan zijn? Meld u dan aan via deze link, of stuur een e-mail naar info@delex.nl.