IViR Sci-Fi & Information Law Essay Competition
IViR Sci-Fi & Information Law Essay Competition, before december 15th 2018. Science fiction and information law have more in common than meets the eye. Both are fascinated by new and emerging technologies, and both feel a strong urge to write about them. Authors in both ‘genres’ dedicate a considerable share of their time speculating about how these technologies may evolve. Most importantly, science fiction authors, as well as information law scholars, ponder what the implications will be for society, markets and the values that we cherish and seek to protect.
Cassatie verwerpt het cassatieberoep van Ooglaserkliniek tegen Consumentenbond
HR 29 juni 2018, IEF 17800; ECLI:NL:HR:2018:1023 (eiser tegen Consumentenbond) Kort. 81 RO. Geen motivatie. Onrechtmatige daad. Procesrecht. Publicatie Consumentenbond onrechtmatig jegens ooglaserkliniek. Hoge Raad volgt de conclusie van de advocaat-generaal tot verwerping van het cassatieberoep. Vordering tot schadevergoeding van bestuurder-grootaandeelhouder/schuldeiser van inmiddels gefailleerde kliniek tegen de Consumentenbond. Zorgvuldigheidsnorm; grenzen van de rechtsstrijd; stelplicht.
Bijdrage ingezonden door Adee Keppy en Kurt Stöpetie, Brinkhof.
High Court of Justice - GIORDANO v GIORDANO
High Court of Justice 28 june 2018, IEF 17799; IEFbe 2628; [2018] EWHC 1608 (Ch) (Walton/Giordano tegen Verweij Fashion) In de alweer enige jaren durende en over zo’n 60 procedures verspreide strijd om de beste merkrechten in Europa op het merk GIORDANO voor (m.n.) kleding (klasse 25) heeft het Nederlandse bedrijf Verweij Fashion B.V. andermaal een belangrijke overwinning behaald. Nadat in 2017 de rechtbank in Amsterdam al de doorhaling had bevolen van drie GIORDANO-merken, omdat daarvan in de Benelux geen normaal gebruik was gemaakt (zie IEF 16769), en dat bevel vervolgens ook in Duitsland, Oostenrijk, Ierland, Portugal en Italië was gegeven, heeft Mr Justice Arnold in een doorwrochte beslissing Verweij Fashion B.V. andermaal gelijk gegeven door de negen merkregistraties die door de Aziatische Giordano Group waren ingeroepen ongeldig te verklaren, de inbreukvorderingen van Giordano Group af te wijzen en de Giordano Group schuldig te bevinden aan ‘passing off’.
HR: The Pirate Bay-blokkeringszaak moet over bij Hof Amsterdam
HR 29 juni 2018, IEF 17798; IT 2592; ECLI:NL:HR:2018:1046 (Stichting Brein tegen Ziggo c.s.) De Hoge Raad bevestigt de conclusie van de AG [IEF 17565] dat de zaak van Stichting BREIN over het blokkeren over moet. Een indexeringssite met zoekmotor The Pirate Bay doet een mededeling aan het publiek, aldus het antwoord van het HvJ EU [IEF 16859] op de gestelde prejudiciële vragen aan het HvJ EU. Vordering ex artikel 26d Aw. Er is geen grond om een andere regel te hanteren dat uit artikel 150 Rv voortvloeit: indien een tussenpersoon de effectiviteit of evenredigheid van een gevorderd bevel betwist, dat de bewijslast van de effectiviteit of evenredigheid bij de eisende partij rust. Partijen hebben overeenstemming bereikt over de proceskosten tot en met het tussenarrest van €60.000 dat aan BREIN toekomst. De kosten daarna zijn begroot volgens Indicatietarieven IE 2017: €15.000 voor de zaak bij het HvJ EU, €3.000 voor de repliek en €2.000 voor de Borgersbrief. Het hof Amsterdam gaat zich over de zaak buigen.
Uitspraak ingezonden door Mira Herens, NVJ.
Via CLIP geen rechtstreekse toestemming overname artikel over gamejournalistiek
Ktr. Rechtbank Amsterdam 22 juni 2018, IEF 17797; ECLI:NL:RBAMS:2018:5551 (Gamejournalistiek) Auteursrecht. Freelance journalist heeft een artikel geschreven met de titel 'Gamejournalist? Je kop houden en luisteren' dat niet-exclusief is verkocht aan VillaMedia. Media Digitaal heeft via haar website dit artikel overgenomen. Ondanks dat Media Digitaal door Stichting PRO wordt belast volgens CLIP voor digitaal hergebruik in knipselkranten, volgt daaruit geen rechtstreekse toestemming. VillaMedia heeft geen volmacht verstrekt aan CLIP. Uit het feit dat Media Digitaal meermaals is belast voor het gebruik van artikelen van Villamedia kan niet zonder meer worden afgeleid dat een algemene volmacht aan CLIP is afgegeven, noch specifiek voor het onderhavige artikel toestemming was verleend. Schadevergoeding van €798,00 en proceskostenveroordeling.
Hogere voorziening over aanname van 'groot onderscheidend vermogen' Puma-merk afgewezen
HvJ EU 28 juni 2018, IEF 17796; IEFbe 2627; ECLI:EU:C:2018:509 ; C-564/16P (EUIPO tegen PUMA) Merkenrecht. Gemma heeft een Uniebeeldmerk aangevraagd van een springende katachtige, de oppositie is in het geheel afgewezen. De stukken die Puma had overleg ten bewijze van uitvoerig gebruik en bekendheid van haar ouder merk is om redenen van proceseconomie niet onderzocht in de veronderstelling dat het "groot onderscheidend vermogen" had. De kamer van beroep verwerpt het beroep van EUIPO na onderzoek van de stukken. Het EUIPO is verplicht om rekening te houden met beslissingen in soortgelijke aanvragen. De hogere voorziening door EUIPO ingesteld wordt afgewezen.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser en Marnix Langeveld, Visser Schaap & Kreijger.
Dirk Visser en Marnix Langeveld - Kunnen nieuwe merkenregels oude kenmerk-merken alsnog nietig laten zijn?
Die vraag was de afgelopen weken onderwerp van hevig debat. Het antwoord daarop zal door het HvJ EU worden gegeven in de zaak Textilis/Svenskt Tenn Aktiebolag (IEF 17527, zaak C-21/18) over de geldigheid van een als merk gedeponeerde stof(patroon), genaamd ‘MANHATTAN’.
Aanleiding voor het debat over de terugwerkende kracht was het arrest inzake de rode zool van Louboutin (IEF17759). In dat arrest oordeelde het HvJ EU dat een teken bestaande uit een op de zool van een hooggehakte schoen aangebrachte kleur niet uitsluitend bestaat uit de 'vorm' in de zin van de oude Merkenrichtlijn – en dus geen weigerings- of nietigheidsgrond oplevert.
In 2015 zijn de Europese merkenrechtelijke regels echter gewijzigd en zijn de weigeringsgronden op een belangrijk onderdeel uitgebreid.
Dezelfde handelsnaam voor brasserie binnen 5 kilometer is schending non-concurrentiebeding
Hof Amsterdam 12 juni 2018, IEF 17794; ECLI:NL:GHAMS:2018:1943 (Handelsnaam X) Tussenarrest. In maart 2012 is Appellant in dienst getreden bij Geïntimeerde in brasserie X in Amsterdam-Noord. Enkele maanden later zijn de partijen in onderhandelingen getreden over de koop van X door Appellant. Uiteindelijk is in september 2013 de koopovereenkomst gesloten, inclusief een non-concurrentiebeding. In 2013 en 2014 schreef Geïntimeerde respectievelijk brasserie X in Zaandam en brasserie X in Amsterdam-Oost in bij de KvK. Blijkens Google Maps bedraagt de afstand tussen brasserie X te Amsterdam Noord en brasserie X te Amsterdam-Oost 4,63 kilometer. Het beroep van Appellant op dwaling wordt afgewezen, omdat in het licht van het non-concurrentiebeding Geïntimeerde niet had hoeven meedelen dat zij voornemens was een X-vestiging te openen binnen een straal van 5 kilometer. Het staat vast dat Geïntimeerde het non-concurrentiebeding heeft geschonden. Beroep op de contractuele verboden is niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de hoogte van de contractuele boete. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
France.com kan niet worden geregistreerd als Uniemerk
Gerecht EU 26 juni 2018, ECLI:EU:T:2018:381; C-71/17 (France.com) Merkenrecht. Het tegen 'france.com' kan niet worden geregistreerd als Uniekmerk. Fonetisch zijn de conflicterende tekens bijna gelijk, veel consumenten refereren aan France.com met de enkele term 'france', de afkorting .com wordt gezien als slechts indicatie van een website. Conceptueel zijn de tekens vergelijkbaar met de Eiffeltoren en de kleuren van de franse vlag. Er worden geen vragen gesteld aan het Hof van Justitie.
28 juni - IE-Zomer Forum: stellingen Max Verstappen
Het juiste antwoord wordt gegeven tijdens het IE-Zomerforum op donderdag 28 juni 2018 in Amsterdam. Sinds het arrest Cruijff/Tirion van de Hoge Raad is de ‘redelijke vergoeding’ in het commerciële portretrecht.
1. Bij boeken met veel foto’s van de geportretteerde
a) 3% van de publieksprijs min boekhandelskorting
b) 5% van de publieksprijs min boekhandelskorting
c) 10% van de publieksprijs min boekhandelskorting
d) gelijk aan wat de geportretteerde kan vragen als hij een exclusieve deal maakt met een auteur of uitgever
Bij gebruik in reclamecampagnes
2. Met originele beelden waarbij de indruk wordt gewekt dat de geportretteerde zijn medewerking heeft verleend
a) (Helemaal verboden) (de facto verbodsrecht van toepassing, zie M/Bios- arrest)
b) Gelijk aan wat de geportretteerde kan vragen als hij een exclusieve deal maakt met een adverteerder