IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 17359

Verwarring tussen beschrijvende handelsnamen webcamsex en webcam-sex, maar geen onrechtmatigheid

Rechtbank Noord-Nederland 8 dec 2017, IEF 17359; ECLI:NL:RBNNE:2017:4802 (PK Multimedia tegen E-Entertainment), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarring-tussen-beschrijvende-handelsnamen-webcamsex-en-webcam-sex-maar-geen-onrechtmatigheid

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 8 december 2017, IEF 17359; ECLI:NL:RBNNE:2017:4802 (PK Multimedia tegen E-Entertainment). Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht. PK Multimedia (PKM) handelt onder de handelsnaam webcamsex.nl, gebruikt eenzelfde domeinnaam en heeft een beeldmerk. E-Entertainment heeft de domeinnaam webcam-sex.nl geregistreerd. De totaalindrukken van het merk en het teken zijn sterk verschillend. De visuele verschillen springen in die mate in het oog dat niet gesproken kan worden van verwarringsgevaar. Webcamsex betreft een beschrijvende aanduiding voor de diensten die partijen aanbieden. De aanduiding webcam-sex is sterk verwarringwekkend met de aanduiding webcamsex. Van onrechtmatig gebruik van een beschrijvende handelsnaam is slechts sprake als er bijkomende omstandigheden worden gesteld. Nu PKM geen bijkomende omstandigheden heeft aangevoerd kan niet worden aangenomen dat het gebruik door E-Entertainment onrechtmatig is. Ten aanzien van het handelsnaamgebruik geldt hetzelfde.

IEF 17358

EHRM: laster van een bekende blogger door de woorden "fuck you rapist bastard" op Instagram

EHRM 7 nov 2017, IEF 17358; Application no. 24703/15 (Egill Einarsson tegen IJsland), https://ie-forum.nl/artikelen/ehrm-laster-van-een-bekende-blogger-door-de-woorden-fuck-you-rapist-bastard-op-instagram

EHRM 7 november 2017, IEF 17358; IEFbe 2432; IT&R 2441; Application no. 24703/15 (Egill Einarsson tegen IJsland). Privacy. Vrijheid van meningsuiting. Een bekende blogger, de heer Einarsson, klaagt over een uitspraak van het IJslandse Hooggerechtshof, waarin werd vastgesteld dat er geen sprake was van laster door de woorden "fuck you rapist bastard" die bij een post op Instagram van de blogger werden geplaatst. Het strafrechtelijk onderzoek naar het plegen van seksueel geweld door deze blogger was net gestaakt. Het EHRM is het niet met de IJslandse rechtbanken eens dat de post een waardeoordeel inhoudt. Het woord 'rapist' is objectief en impliceert een aantijging van verkrachting. Nu het strafrechtelijk proces geseponeerd werd verviel de feitelijke onderbouwing van de aantijging. Het EHRM constateert dat de rechtbanken geen 'fair balance' hebben gevonden tussen het recht van de heer Einarsson op eerbiediging van zijn privé-leven krachtens artikel 8 EVRM en het recht op vrijheid van meningsuiting van de persoon die de opmerking had gepost krachtens artikel 10 EVRM. 

IEF 17356

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey en Arnoud Martens, Van Benthem & Keulen 

Vernietiging van de gegevensselecties die door late toezending niet tijdig zijn afgerond

Rechtbank Midden-Nederland 13 dec 2017, IEF 17356; ECLI:NL:RBMNE:2017:6184 (Holland Legacy Pump Group c.s. tegen Houttuin en Equilibristen), https://ie-forum.nl/artikelen/vernietiging-van-de-gegevensselecties-die-door-late-toezending-niet-tijdig-zijn-afgerond

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland, 13 december 2017, IEF 17356; ECLI:NL:RBMNE:2017:6184 (Holland Legacy Pump Group c.s. tegen Houttuin en Equilibristen) Executiegeschil. Bewijsbeslag. Inzage in gegevens van Holland Legacy Pump Group (HLPG) is in eerste aanleg afgewezen [IEF 15030], maar in hoger beroep toegewezen. De gegevens zijn in bewaring gegeven bij Equilibristen. In 2017 heeft Equilibristen selecties van de gegevens aan HLPG gestuurd voor controle. De gegevens die niet definitief geselecteerd waren zouden op 27 juni 2017 vernietigd moeten worden. Een belangrijk deel van de selecties is in de week voor deze einddatum naar HLPG gestuurd. HLPG heeft vervolgens haar bezwaren tegen de korte termijn kenbaar gemaakt. Daarnaast heeft Equilibristen in diezelfde periode medegedeeld dat tijdens de beslaglegging bestanden zijn gewist. De gewiste gegevens zijn ten dele hersteld. De bescheiden die niet onder de definitieve selectie vallen dienen vernietigd te worden. Hieronder begrepen zijn de selecties die vlak voor de einddatum zijn verstuurd, omdat deze selectie, door de late toezending, niet is afgerond. Daarnaast wordt de bewaring van forensische kopieën (Images) bevolen, omdat deze kunnen dienen als bewijs van wisacties. Houttuin dient een afschrift te krijgen van de verwijderde data, voor zover die binnen de selectie.

[eiseres] c.s. is opgericht door enkele voormalige werknemers van Houttuin. Houttuin meent dat sprake is van onrechtmatige concurrentie en inbreuk op rechten van intellectuele eigendom. Zij heeft verlof gekregen om bewijs beslag te leggen. In conventie wordt Houttuin en gedaagden veroordeelt tot vernietiging van alle data en bescheiden die zij onder zich houden, inclusief de links 24 t/m 27, met uitzondering van de Images en de Verwijderde Data [G].

In reconventie wordt de gerechtelijke bewaring van de Images bevolen. Eiseres moet afschrift verstrekken van de Verwijderde Data en dulden dat gedaagden selecteren conform de selectie-bezwaar en inzageprocedure en de definitieve selectie aan Houttuin ter inzage beschikbaar maakt.

IEF 17357

CvTA openbaart advies aan Buma Stemra over nader onderzoek

28 sep 2017, IEF 17357; (Buma-Stemra-advies), https://ie-forum.nl/artikelen/cvta-openbaart-advies-aan-buma-stemra-over-nader-onderzoek

CvTA 28 september 2017, IEF 17356 (Advies Buma Stemra) Op 28 september 2017 heeft het College n.a.v. een in opdracht van Buma Stemra uitgevoerd onderzoek haar geadviseerd een nader onderzoek te laten uitvoeren en haar uitgenodigd om voor 1 november gezamenlijk met het College een opdracht te formuleren. Buma Stemra heeft bezwaar gemaakt en rechtsmiddelen ingezet tegen dit advies en tegen het besluit tot openbaar maken van het advies en van het bijbehorende persbericht (besluit van 27 september en 13 oktober [IEF 17064]). Buma Stemra heeft haar zienswijze n.a.v. (1) het advies, (2) het openbaar maken van het advies en (3) het openbaar maken van het persbericht laatstelijk op 23 oktober 2017 ter kennis van het College gebracht. Daarnaast heeft Buma Stemra een voorlopige voorziening bij de rechter gevraagd tegen onder andere het openbaar maken van het advies en het openbaar maken van het persbericht. De bestuursrechter heeft op 27 oktober vonnis gewezen [IEF 17229].

IEF 17355

Brief aan bestuur en directie van Buma/Stemra – motie

De vergadering bijeen op 30 oktober spreekt (eventueel: mede namens Nieuw GeNeCo, Ntb en VCTN en Popauteurs.nl) zijn afkeuring uit over het communicatiebeleid van bestuur en directie en draagt beiden op om:

  • de zeer beschadigende beschuldigingen in De Volkskrant, overgenomen door andere media, gedetailleerd en openbaar te weerleggen;
  • maximaal de bevindingen en aanbevelingen van en uit de door Nautha Dutilh en BDO uitgevoerde onderzoeken openbaar te delen;
  • resultaten van toekomstig onderzoek pro-actief met de leden en aangeslotenen te delen;
  • en in het algemeen openheid te betrachten.
IEF 17354

Bijdrage ingezonden door P.G.F.A. Geerts, RUG en bureau Brandeis en Wouter van Beek, honours student RUG.

Paul Geerts en Wouter van Beek - Nietigheid in het merken- en modellenrecht

P.G.F.A. Geerts & W. van Beek, 'Nietigheid in het merken- en modellenrecht' in IER 2017/45, p. 343-349; IEF 17354. Inleiding 1. Merken en modellen kunnen nietig verklaard worden. Die nietigverklaring heeft terugwerkende kracht tot aan het moment van inschrijving. Het recht wordt geacht nooit te hebben bestaan; het heeft (wanneer de rechterlijke beslissing onherroepelijk is geworden) van de aanvang af jegens eenieder geen rechtsgevolgen gehad.  Dat doet de vraag rijzen welk effect de nietigverklaring heeft op hetgeen in de periode tussen het ontstaan van het recht en de nietigverklaring is gebeurd. Want stel nu eens dat de merk- of modelhouder zich in dat tijdvak met succes tegen een inbreukmaker heeft verzet en een verbod is uitgesproken of een schadevergoeding is toegewezen. Kan die inbreukmaker de door hem betaalde schadevergoeding van de houder van het nietig verklaarde merk of model terugvorderen of andere door hem geleden schade vergoed krijgen? En hoe zit het met de door de houder van het nietig verklaarde merk of model gesloten licentieovereenkomst waarvoor de licentienemer veel geld heeft betaald? Kan de licentienemer de door hem betaalde royalty’s terugvorderen?

IEF 17353

Systeem van "triple damage" ook in Curaçao te hanteren

Antilliaanse Gerechten 11 dec 2017, IEF 17353; ECLI:NL:OGEAC:2017:178 (Persbureau tegen Ultimo Noticia N.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/systeem-van-triple-damage-ook-in-cura-ao-te-hanteren

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 11 december 2017, IEF 17353; ECLI:NL:OGEAC:2017:178 (Perbureau Curaçao tegen Ultimo Noticia N.V.) Auteursrecht. Persoonlijkheidsrecht. Triple Damage. Ultimo Noticia publiceerde door Persbureau gemaakte foto's zonder bereid te zijn daarvoor te betalen. De foto's vermelden niet eisers naam noch zijn zij gewaarmerkt. Ultimo Noticia brengt naar voren gebracht dat "je niet altijd de baas bent over je eigen creatie". Eiser vordert voor de schending van het persoonlijkheidsrecht NAf 24.150,- en een bedrag voor onbetaalde facturen: Vanwege de houding van Ultimo Noticia, waarin het zich niets aantrok van het auteursrecht, ziet het Gerecht aanleiding om het systeem van “triple damage” ook in Curaçao te hanteren. Dit houdt in dat de schade wordt vastgesteld op het bedrag dat door eiser in rekening is gebracht, namelijk aanvankelijk NAf 150,- per foto en later driemaal die prijs. Het Gerecht veroordeelt Ultimo Noticia tot betaling van een schadevergoeding van NAf 100.457,10 en verbiedt Ultimo Noticia het zonder toestemming van eiser publiceren van enige door hem gemaakte foto.

IEF 17352

Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, TaylorWessing.

Noch in Nederland, noch in België aanspraak op auteursrechtelijke bescherming voor Eames-stoel

Rechtbank Den Haag 13 dec 2017, IEF 17352; ECLI:NL:RBDHA:2017:14483 (Kwantum tegen Vitra), https://ie-forum.nl/artikelen/noch-in-nederland-noch-in-belgi-aanspraak-op-auteursrechtelijke-bescherming-voor-eames-stoel

Rechtbank Den Haag 13 december 2017, IEF 17352; IEFbe 2430; ECLI:NL:RBDHA:2017:14483 (Kwantum tegen Vitra) Auteursrecht. Modellenrecht. Internationale verdragen. Vitra heeft de Eames stoel DWS ontworpen en constateert de 'Paris'-stoel die door Kwantum op de markt is gebracht. In kort geding is een auteursrechtinbreuk verbod opgelegd [IEF 14584]. Vitra beroept zich op artikel 2 lid 1 van het Unieverdrag. Ook artikel X van het Nederlands-Amerikaanse Vriendschapsverdrag en artikel 5.3 van het Belgisch-Amerikaanse Vriendschapsverdrag bieden volgens Vitra basis voor auteursrechtelijke bescherming van de DSW. Daarnaast voert Vitra aan dat 10 lid 2 Duurrichtlijn in Nederland in artikel 51 Aw en in België in de WER en de interpretatie hiervan in HvJ EU Sony/Falcon auteursrecht aan de DSW toekent. In het onderhavige geval staat tussen partijen vast dat de DSW in het land van oorsprong geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Voor de groep modellen waar de DSW toe behoort heeft in Nederland en België immers nooit de mogelijkheid bestaan om modelrechtelijke bescherming te verkrijgen omdat die groep nooit heeft voldaan aan de nationale beschermingsvoorwaarden. Verklaring voor recht dat er geen auteursrechtinbreuk is en geen slaafse nabootsing.

IEF 17351

HvJ EU: Als situatie niet onder artikel 18 GMVo valt, dan mag nationaal recht toegepast worden

HvJ EU 23 nov 2017, IEF 17351; ECLI:EU:C:2017:889 (Salvador Benjumea Bravo de Laguna tegen Esteban Torras Ferrazzuolo), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-als-situatie-niet-onder-artikel-18-gmvo-valt-dan-mag-nationaal-recht-toegepast-worden

HvJ EU 23 november 2017, IEF 17351; IEFbe 2428; ECLI:EU:C:2017:889; C-381/16 (Salvador Benjumea Bravo de Laguna tegen Esteban Torras Ferrazzuolo). Merkenrecht. Torras Ferrazzuolo heeft een vordering tot revindicatie ingesteld ex artikel 18 Uniemerkverordening. De Spaanse rechter was van mening dat het in het geding zijnde feitencomplex niet viel onder artikel 18 UMVo, maar wel onder artikel 2 van de Spaanse Merkenwet. Zolang er geen sprake is van een situatie die valt onder artikel 18 UMVo, is toepassing van een nationale bepaling op een Uniemerk niet in strijd met het Unierecht.

Antwoord HvJ EU:

De artikelen 16 en 18 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het [Uniemerk] moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan de toepassing op een Uniemerk van een nationale bepaling als in het hoofdgeding, op grond waarvan een persoon die is benadeeld door de inschrijving van een merk waarvoor bij de aanvraag tot inschrijving werd gehandeld in strijd met zijn rechten of een wettelijke of contractuele verplichting niet werd nagekomen, het recht heeft de eigendom van het merk op te eisen, mits de betrokken situatie geen onder artikel 18 van die verordening vallende situatie is.

IEF 17349

Uitspraak ingezonden door Emiel Jurjens en Christien Wildeman, Kennedy Van der Laan.

Uitlatingen hoogleraar zijn binnen grens vrijheid van meningsuiting, wel hogere mate van zorgvuldigheid vereist

Hof Amsterdam 12 dec 2017, IEF 17349; ECLI:NL:GHAMS:2017:5137 (ex-voorzitter YPFDJ Nederland tegen hoogleraar Universiteit Tilburg), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-hoogleraar-zijn-binnen-grens-vrijheid-van-meningsuiting-wel-hogere-mate-van-zorgvuldighe

Hof Amsterdam 12 december 2017, IEF 17349; ECLI:NL:GHAMS:2017:5137 (ex-voorzitter YPFDJ Nederland tegen hoogleraar Universiteit Tilburg). Mediarecht. Radio. Vrijheid van meningsuiting. Naar aanleiding van een gepubliceerd artikel is de hoogleraar gevraagd voor een interview, de ex-voorzitter van YPFDJ heeft vervolgens aangifte gedaan van smaad en laster. In kort geding werd o.a. een rectificatie gevorderd, welk werd afgewezen [IEF 15686]. Hoewel de juistheid van de beweringen niet onomstotelijk vast hoeft te staan, bevat het aanwezige feitenmateriaal de nodige aanwijzingen voor de beweringen. Dat de beweringen van een hoogleraar afkomstig zijn, maakt dat er een grotere mate van zorgvuldigheid vereist kan worden dan van de gemiddelde burger. Dit is van onvoldoende gewicht om tot een ander oordeel te komen over de beweringen. Het hof deelt de conclusie van de voorzieningenrechter dat in dit geval het belang van de hoogleraar om zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend te kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken zwaarder weegt dan het belang van de ex-voorzitter om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan verdachtmakingen en zijn belang dat zijn privacy niet onnodig wordt geschonden.