Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger
Nietigheidsaanvraag LAMZAC afgewezen: modelregistratie niet technisch bepaald
EUIPO invalidity division 14 september 2017, IEF 17108; IEFbe 2344 (Hirams Trade tegen Fatboy the Original) Modellenrecht. Fatboy the Original heeft een Gemeenschapsmodel voor een 'chaisse longue': De LAMZAC is een middels 'luchtscheppen' te vullen ligzak. De nietigheidsactie is ingesteld door Hirams Trade GmbH nadat Fatboy deze partij (in Duitsland) in rechte had aangesproken voor de verhandeling van de aan de LAMZAC (vrijwel) identieke LayBag. Het EUIPO wijst de nietigheidsaanvraag af. Het EUIPO oordeelt dat de modelregistratie voor de Lamzac niet technisch is bepaald. De Cozy Canoe en de Sensory Pea Pod doen geen afbreuk aan de nieuwheid en het eigen karakter van de registratie van Fatboy.
Groot begripsmatig verschil tussen SITA en SINA rijst
Rechtbank Den Haag 13 september 2017, IEF 17106; IEFbe 2342; ECLI:NL:RBDHA:2017:10421 (SITA tegen SINA) Merkenrecht. Eiser is houder van het Benelux en internationale woordmerk SITA voor rijst. Gedaagde importeert en verkoopt in Nederland rijst onder de naam SINA. Eiser vordert een merkinbreukverbod, opgave van informatie en een voorschot op schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat tussen SITA en SINA geen sprake is van gevaar voor directe- of indirecte verwarring. Het relevante publiek zijn mensen met een achtergrond in Islamitsiche culturen. Sina is een Islamitische mannelijke geleerde en welbekend in Islamitische kringen. Sita is de naam van een vrouw uit een bekend mythologisch verhaal. Dit levert een groot begripsmatig verschil op en weegt op tegen de fonetische en visuele overeenstemming. De vorderingen van eiser worden afgewezen.
De bescherming die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen krachtens Vo. 1234/2007 genieten kan niet worden aangevuld door nationaal recht
HvJ EU 14 september 2017, IEF 17107; IEFbe 2343; ECLI:EU:C:2017:693; C‑56/16 (EUIPO tegen Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) Merkenrecht. Geografische aanduidingen. Zie eerder: IEF 16809. Het EUIPO heeft het teken 'Port Charlotte' ingeschreven als Uniemerk ter aanduiding van whisky, en wijst de door het IVDP ingestelde vordering tot nietigverklaring af. Gerecht EU wijst het beroep van IVDP gedeeltelijk toe. Het Hof oordeelt dat het Gerecht geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting heeft gegeven door de beginselen die het Hof in het arrest van 8 september 2009 heeft geformuleerd inzake de uniformiteit en exclusiviteit van de beschermingsregeling van verordening nr. 510/2006, toe te passen op de regeling van verordening nr. 1234/2007 aangezien hun doelstellingen en kenmerken vergelijkbaar zijn. Het Gerecht heeft wel blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bescherming die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen krachtens verordening nr. 1234/2007 genieten kan worden aangevuld door het toepasselijke nationale recht dat aanvullende bescherming biedt. Het Gerecht heeft terecht geoordeeld dat merk Port Charlotte geen gebruik van de oorsprongsbenaming 'Porto' of 'Port' inhoudt en dat de gemiddelde consument het merk niet zal associëren met portwijn met de betrokken oorsprongsbenaming.
Hoge Raad: De twee-conclusie-regel is verenigbaar met art. 138 lid 3 van het Europees Octrooiverdrag
Hoge Raad 15 september 2017, IEF 17105; ECLI:NL:HR:2017:2363 (High Point tegen KPN) Octrooirecht. High Point is houdster van het Europees octrooi voor een ‘Wireless access telephone-to-telephone network interface architecture’. Het hof beslist dat de door High Point bij de akte beperking octrooiconclusies naar voren gebrachte nieuwe octrooiconclusies niet toelaatbaar zijn op grond van de twee-conclusies-regel [IEF 15408]. De Hoge Raad bevestigt deze uitspraak. Art. 138 lid 3 van het Europees Octrooiverdrag verzet zich niet tegen weigering van de nieuwe octrooiconclusies. Het recht op wijziging van de conclusies staat niet in de weg aan procedureregels die ertoe dienen het debat te concentreren en het geschil voortvarend te beslechten, zoals de twee-conclusie-regel. De nieuwe octrooiconclusies kunnen niet aangemerkt worden als nieuw feit waarop de grondslag van de eis moet kunnen worden aangepast. De nieuwe octrooiconclusies moeten worden geweigerd.
Uitspraak ingezonden door Gerard van der Wal en Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten
Poolse Botox-producten vallen niet onder bescherming octrooi Allergan
Rechtbank Den Haag 15 september 2017, IEF 17104; ECLI:NL:RBDHA:2017:10574 (Allergan tegen Orifarm) Octrooirecht. De Amerikaanse onderneming Allergan is houdster van het Europese octrooi EP 1658858 B2: "Use of botulinum toxin for the treatment of recalcitrant voiding dysfunction". Orifarm, een Deense onderneming, houdt zich bezig met de parallelimport van geneesmiddelen binnen Europa. Allergan vordert Orifarm te gebieden iedere inbreuk op het Nederlandse deel EP 858 te staken, in het bijzonder door de import vanuit Polen en verhandeling in Nederland van "BOTOX, poeder voor injectievloeistof 100E" te staken. Het Specifiek Mechanisme vormt een uitzondering op de communautaire uitputtingsregel maar wordt niet van toepassing geacht door de voorzieningenrechter omdat (voorshands) niet is komen vast te staan dat de Poolse octrooiwet niet voorzag in bescherming voor ‘second medical use-claims’ ten tijde van de toetreding van Polen tot de EU. Allergan kan geen bescherming ontlenen aan EP 858 om de parallel-import door Orifarm van de Poolse Botox-producten in Nederland tegen te gaan.
Bijdrage ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen, Merkenbureau Abcor
Testarossa vogelvrij? Normaal gebruik van een merk - bekend merk
Met een merk krijgt een bedrijf een monopolie op het gebruik van die naam. De wetgever heeft echter wel een aantal randvoorwaarden geformuleerd om dit gebruik aan banden te leggen. Een belangrijke eis is, dat een merk na vijf jaar ook echt normaal moet worden gebruikt.Maar, merken hebben niet het eeuwige leven. Denk maar aan V&D, Free record Shop, de SRV wagen etc. Als het merk vijf jaar niet meer normaal gebruikt is, kan in principe iedereen (die daarbij belang heeft) de doorhaling hiervan aanvragen. De vraag is daarom, wat is normaal gebruik en kan nu iedereen zomaar met een bekend merk aan de haal gaan als dit merk niet meer wordt gebruikt? Deze vraag staat centraal in de rechtszaak tegen Ferrari over het merk TESTAROSSA. Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC-kranten.
9 oktober - AIPPI Nederland Young Members bijeenkomst
Het Young Members initiatief van VIE/AIPPI Nederland brengt IE Young Professionals (t/m 35 jaar) samen, waaronder IE advocaten, merkengemachtigden en (trainee) octrooigemachtigden. De focus ligt op inhoudelijke en sociale evenementen om zo een waardevol netwerk op te bouwen. Na de succesvolle kick-off bij RTL in 2016, nodigen we je van harte uit voor onze tweede activiteit: de AIPPI Nederland Young Members bijeenkomst 2017 op maandag 9 oktober bij Koninklijke KPN N.V. in Den Haag. Bij KPN komen alle IE rechten samen, zoals auteursrecht en illegale content, octrooien en technische standaarden zoals 5G, en bekende merken zoals ook Telfort, XS4All en Simyo.
Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Stichting Brein
Ex parte tegen Usenet- en BitTorrent-uploader van films & series
Rechtbank Rotterdam 31 augustus 2017, IEF 17101; IT&R 2348 (Stichting Brein tegen grootschalige usenet uploader) Auteursrechtinbreuk. Stichting BREIN heeft een ex parte-beschikking ex art. 1019e Rv behaald tegen een uploader van filmwerken. De uploader gebruikte op grote schaal auteurs- en natuurrechtelijk bescherme werken - populaire (bioscoop)films en tv-series - en heeft deze onder een alias openbaar gemaakt en ter beschikking gestelt aan het publiek via BitTorrent en usenet. De uploader vervulde een sleutelrol in het 'Libra Release Team', een team dat zich erop richt om film en tv-series gratis voor het publiek beschikbaar te stallen zonder dat de rechthebbenden daarvoor toestemming hebben gegeven of een vergoeding ontvangen. De voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van €2.000,- per dag.
Uitspraak ingezonden door Jan Pot, Brinkhof Advocaten
Octrooi hot stamping techniek van ArcelorMittal vernietigd: voor de hand liggende werkwijze
Rechtbank Den Haag 13 september 2017, IEF 17099; ECLI:NL:RBDHA:2017:10432 (Tata Steel tegen Arcelormittal) Octrooirecht. Tata Steel en ArcelorMittal zijn beide producenten van staal. ArcelorMittal is houdster van het Europese octrooi 2 242 863 B1 voor een "process for manufacturing stamped products, and stamped products prepared from the same". Tata Steel vordert vernietiging van het Nederlandse deel van EP 863. Centraal in EP 863 staat de technologie van het door middel 'hot stamping' vervaardigen van staalproducten uit staalplaat of staalstrips. In het bijzonder richt het zich op de eigenschappen van de coating na het doorlopen van dit proces. Tata Steel bestrijdt de in conclusies 1 en 2 geclaimde werkwijzen met een nieuwheids- en inventiviteitsaanval. De rechtbank wijst de vordering toe. De werkwijze van conclusie 1 vloeit voort uit een voor de hand liggende wijze uit de meest nabije stand van de techniek. Ook conclusie 2 zal niet in stand kunnen blijven. Het Nederlandse deel van EP 863 wordt vernietigd.
Uitspraak ingezonden door Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen Advocaten
Direct en indirect verwarringsgevaar tussen handelsnamen Project Moore en Moore Partners
Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 september 2017, IEF 17098 (Project Moore Advocaten tegen Moore Partners) Inbreuk handelsnaamrecht. Project Moore, advocatenkantoor IT-recht en privacy, vordert Moore Partners, een IT-adviesbureau, te veroordelen om iedere inbreuk op de handelsnaamrechten van Project Moore te staken en de inschrijving van de handelsnaam Moore Partners door te laten halen. De vordering wordt toegewezen. De bestanddelen 'Moore' zijn in beide namen het meest kenmerkend en zijn auditief, visueel en begripsmatig identiek. 'Project' en 'Partners' zijn louter beschrijvend. De handelsnaam van Moore Partners wijkt in geringe mate af van Project Moore. De activiteiten van partijen zijn complementair aan elkaar en vertonen zelfs overlap: beide partijen adviseren cliënten die te maken hebben met technologische ontwikkelingen en veranderprocessen. Het gevaar bestaat dat het publiek de ondernemingen met elkaar zal verwarren. De voorzieningenrechter veroordeelt Moore Partners om binnen een maand een naamswijziging door te voeren en iedere inbreuk te staken, in het bijzonder door Moore Partners van haar website te verwijderen.