EHRM: Veroordeling gezicht OvJ op vrouwenlichaam in satirische publicatie, is schending 10 EVRM
EHRM 22 november 2016, IEF 16438; IEFbe 2022; ECLI:CE:ECHR:2016:1122JUD000891805 (Grebneva en Alismchik tegen Rusland) Mediarecht. Artikel 10 EVRM. Verzoekster Grebneva is de uitgever van een regionaal weekblad en verzoekster Alisimchik is journalist en columnist. Tijdens een verkiezingscampagne voor de Doema in het najaar van 2003 publiceerde de krant een reeks satirische artikelen, geschreven door verzoekster Alisimchik waarin een Russisch stripfiguur genaamd Masyanya gevolgd werd op haar reis van Sint Petersburg naar Vladivostok als verkiezingswaarneemster. Masyanya kwam in de artikelen in aanraking met ene Vasilinka, de directeur van een escortbureau. In een van deze artikelen, geschreven door verzoekster Alisimchik en getiteld "kandidaten moeten bekend zijn van binnenuit", werd het karakter Vasilinka geïnterviewd. Bij het artikel was een lijst van verkiezingskandidaten gevoegd, voorzien van Vasilinka’s commentaar op hen, waarbij gebruik was gemaakt van “slang” en uitdrukking die gebruikelijk zijn in de onderwereld. Bij het artikel stond een foto van het gezicht van de officier van justitie, V., afgebeeld op een vrouwenlichaam gekleed in een één dollarbiljet.
Klik op afbeelding voor vergroting of hier voor pdf. Mail uw antwoord vóór 27 februari 2017 naar nieuwsbrief@chiever.nl
Conclusie ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Conclusie AG: Mediaspeler met add-ons die auteursrechtelijk materiaal zonder toestemming direct toegankelijk maakt, is mededeling aan het publiek; streaming uit illegale bron is niet toegestaan
Conclusie AG HvJ EU 8 december 2016, IEF 16434; IEFbe 2019; C-527/15 (Stichting BREIN tegen Filmspeler) Auteursrecht. Add-ons. X heeft op een mediaspeler add-ons geïnstalleerd waarin zich hyperlinks bevinden die indien aangeklikt, linken naar websites die door derden worden beheerd. Conclusie AG:
De verkoop van een mediaspeler zoals die waarop het hoofdgeding betrekking heeft, waarin de verkoper hyperlinks heeft geïnstalleerd naar websites waarop auteursrechtelijk beschermde werken, zoals films, series en live‑uitzendingen, zonder toestemming van de rechthebbenden direct toegankelijk zijn gemaakt,
– is een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 3, lid 1, [InfoSocRl], en
– komt niet in aanmerking voor de uitzondering van artikel 5, lid 1, van richtlijn 2001/29, aangezien hij niet valt onder het begrip ‚rechtmatig gebruik’ in de zin van die bepaling, onder b), en in elk geval niet voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 5, lid 5, van die richtlijn.
Vragen aan HvJ EU: Is er slechts “nadeel berokkenend bij de mededinging” indien de benadeelde onderneming de capaciteit niet heeft of invloed op winstgevendheid
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 13 juli 2016. IEF 16433; IEFbe 2018; C-525/16 (MEO) Auteursrecht. Mededingingsrecht. Verzoekster is aanbieder van elektronische communicatiediensten. Zij heeft in 2014 een klacht ingediend bij verweerster (de Portugese mededingingsAutoritieit ‘PMa’) tegen GDA, een organisatie zonder winstoogmerk voor collectief beheer van naburige rechten van artiesten (en de enige die in Portugal op dat gebied actief is) die zij misbruik van machtspositie verwijt. GDA biedt in het bijzonder diensten aan degenen die gebruik willen maken van werken van het repertoire van de aangesloten leden. Het gaat om ‘wholesale’diensten voor de collectieve exploitatie van naburige rechten waarbij GDA een monopoliepositie inneemt, en in deze zaak met name om de ‘retail’dienst voor abonnementen op televisiesignalen waar verzoekster aanbieder van is: zij heeft het grootste marktaandeel op het gebied van contracten met consumenten voor pakketten. Verzoekster verwijt GDA verschillende tarieven voor haar diensten op haar en haar directe concurrenten toe te passen.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.
Bas Kist: Marilyn Monroe lingerie
Damesondergoed met een label met het hoofd van Marilyn Monroe! Wie wil dat nu niet, zou je zeggen. Nou, de erven van Monroe. Begin november heeft de Marilyn Monroe estate een aanklacht ingediend bij de rechtbank van New York tegen kledingbedrijf Fashion Central, dat de damesonderbroeken verkoopt.
Beschikking ingezonden door Michiel Rijsdijk, Arnold&Siedsma.
YELLOW in het teken betekent - ook voor het Benelux-publiek - geel
Hof Den Haag 6 december 2016, IEF 16431; IEFbe 2017 (MR tegen Yellow Strom) Merkenrecht. MR schrijft versneld het woordbeeldmerk YELLOW IDEAS in. Daartegen komt Yellow Strom succesvol tegen in oppositie op basis van haar YELLO-merken. MR verzoekt het hof om de beslissing van het BBIE te vernietigen. Het verzoek wordt afgewezen. De ingeroepen merken zijn sinds 2012 ingeschreven en waren op het moment van publicatie van de versnelde inschrijving nog niet gebruiksplichtig. Het bestanddeel YELLOW is het dominante bestanddeel, dat - ook voor het Benelux-publiek - geel betekent. Het extra woord IDEAS is voor de diensten beschrijvend. Er is een verwarringsgevaar, de oppositie is terecht toegewezen.
Beschikkingen ingezonden door Victor den Hollander, stichting BREIN.
Brein schikt met BitTorrent-uploader en ongelicenseerde internetradio-DJ
Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 (+28) november 2016, IEF 16430 (Stichting BREIN tegen gerekwestreerde) Auteursrecht. Handhaving. Gerekwestreerde is onderdeel van een groep op grote schaal middels BitTorrent bestanden uploadt. Ze communcieren via Skype met elkaar en zenden tevens een ongelicenseerd internetradiokanaal uit. Onmiddellijke staking van het uploaden van torrents op een website die zich specialiseert in Nederlandstalige entertainment content op straffe van een boete van €2.000 per dag(deel). Daarnaast werd de twee uploaders verboden via een ongeautoriseerd internet radiostation werken van de bij Stichting BREIN aangeslotenen openbaar te maken.
Auteursrechtroyalty's niet vrijgesteld van Omzetbelasting
Rechtbank Noord-Nederland 22 november 2016, IEF 16429; ECLI:NL:RBNNE:2016:5067 (hoogleraar tegen inspecteur Belastingdienst Leeuwarden) idem ECLI:NL:RBNNE:2016:5068 IB/PVV. Royalty's uit auteursrechten vormen resultaat uit overige werkzaamheden. Hoogleraar aan UMC Groningen is (mede-)auteur van vaktechnische uitgaven en heeft hiervoor royalty's ontvangen, deze zouden zijn vrijgesteld ex artikel 11, lid 1, q wet Omzetbelasting. Tevergeefs beroep op vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel. De royalty's uit auteursrechten zijn een bron van inkomen. Dat eiser het beoogde voordeel niet zelf wilde houden, maar wilde laten toekomen aan de stichting, maakt het bronkarakter niet anders. Kostenvergoedingen van de Stichting zijn geen bron van inkomen.
Uitspraak ingezonden door Iris Jansen, Van Benthem & Keulen.
Geen slaafse nabootsing noch onrechtmatige advertorial huidverzorgingsproducten
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 november 2016, IEF 16428 (PFB tegen CRT Emotions) Eind distributierelatie. Slaafse nabootsing. PFB ontwikkelt en verkoop huidverzorgingsproducten tegen huidirratie en ingegroeide haren. CRT is fabrikant en distributeur. Partijen hadden een distributierelatie; CRT is niet langer geautoriseerde dealer en komt onder het merk Avoyd met een vergelijkbaar product. In een vakblad wordt Avoyd geïntroduceerd als "PFB Vanish wordt vervangen door Avoyd". Het artikel is aan te merken als een 'advertorial' en geldt als reclame ex 6:194a BW; omdat het blad bestemd is voor beslissingsbevoegde managers in de drogisterij-branche, wordt bekend verondersteld met de rol van CRT als distributeur van PFB-Vanish. Er is geen beroep gedaan op een auteurs- of merkrecht en de totaalindruk van beide verpakkingen levert geen verwarringsgevaar op in de zin van slaafse nabootsing. CRT heeft mededeling op haar website geplaatst over einde van de distributie en heeft geen opzettelijke verwarring gecreëerd. De rechtbank wijst de vorderingen af.
Dat bij intikken voor- en achternaam op Google de volledige naam wordt genoemd, is onvoldoende
Hof Den Haag 6 december 2016, IEF 16427; ECLI:NL:GHDHA:2016:3513 (Arthur van M. tegen AD) Mediarecht. Vrijheid van meningsuiting. Persoonlijke levenssfeer. De vraag is of AD gehouden is een publicatie te verwijderen dan wel naamsaanduiding in te korten tot voorletter en eerste letter achternaam in artikel "6 jaar cel voor opdracht huurmoord escortbaas". Eiser is veroordeeld wegens het plegen van een ernstig strafbaar feit, melding daarvan is conform in de journalistiek gebruikelijke wijze van vermelding voornaam en eerste letter van de achternaam gedaan. In een tv-uitzending van SBS6 en zelfs in het persbericht van het Hof Amsterdam wordt dit zo gedaan. Er bestaat geen algemene rechtsregel die verbiedt de voornaam van een verdachte of veroordeelde in een perspublicatie op te nemen. Dat door het intikken van voor- en eerste letter achternaam op Google de volledige achternaam op een hoge plaats bij de zoekresultaten verschijnt, legt onvoldoende gewicht in de schaal.
Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.