Laatste kans: Nationaal Mediarechtcongres 2024 aanstaande donderdag
Op donderdag 21 november 2024 vindt ons Nationaal Mediarechtcongres plaats. Er zijn nog plekken beschikbaar. De hoofdonderwerpen van dit congres zijn uitingsvrijheid, toezicht en handhaving van het Commissariaat van de Media, AI in combinatie met mediarecht en tot slot het onlangs verschenen WRR rapport ‘Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies’.
Kortom: een gevarieerd middagprogramma over actuele ontwikkelingen in de rechtspraak, regelgeving en mediatoezicht.
Bent u erbij? Aanmelden kan alleen vandaag nog.
Uitspraak ingezonden door Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Hoger beroep slaagt, BNNVARA moet uitzending ‘Sluiproute Iran’ offline halen
Hof Arnhem-Leeuwarden 19 november 2024, IEF 22383, IT 4676 (Eisers tegen BNNVARA). In 2023 heeft BNNVARA een tv-programma van Zembla uitgezonden met de titel ‘Sluiproute Iran’ (hierna: de Uitzending). Hierin wordt aandacht besteed aan de rol van eiser bij het ontduiken van sancties tegen Iran. Eiser stelt zich op het standpunt dat door de Uitzending zijn eer en goede naam zijn aangetast, wat onrechtmatig is, en dat zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer in de gegeven omstandigheden zwaarder moet wegen dan het recht van BNNVARA op vrijheid van meningsuiting. In een kort geding vorig jaar oordeelde de rechtbank dat de persvrijheid in dit geval diende te prevaleren en wees zij de vorderingen af [zie IEF 21408]. In hoger beroep heeft het hof de verbodsvordering alsnog toegewezen.
Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien
Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.
Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Armita Hosseini, Clairfort Advocaten.
Handelsnaaminbreuk in de uitvaartbranche: rechtbank oordeelt over gebruik persoonsnaam en schending vaststellingsovereenkomst
Rb. Midden-Nederland 13 november 2024, IEF 22381 (Van Tellingen tegen verweerder). Partijen zijn beide actief in de uitvaartbranche en gevestigd in Zeist. De onderneming Van Tellingen was vroeger eigendom van verweerder. De achternaam van verweerder is in de handelsnaam verwerkt. Hij begint later in dezelfde branche en op dezelfde vestigingsplaats een onderneming waarbij hij opnieuw zijn naam gebruikt voor zijn ondernemersactiviteiten. Omdat beide ondernemingen de naam van verweerder gebruiken in bedrijfsmatige uitingen, hebben de partijen in 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Verweerder heeft zich ertoe verbonden geen inbreuk te maken op de handelsnaamrechten van Van Tellingen. Volgens Van Tellingen heeft verweerder zijn naam echter toch weer gebruikt in advertenties, op zijn bedrijfswagen, in een domeinnaam en op zijn website te gebruiken. Voor de rechtbank vordert Van Tellingen dan ook 68.500 euro aan boetes wegens het handelen in strijd met de overeenkomst. Verweerder stelt dat hij zijn naam uitsluitend als persoonsnaam heeft gebruikt en daarom geen inbreuk heeft gemaakt.
Beroep op nietigverklaring merknaam Neuschwanstein door vrijstaat Beieren
Gerecht EU 16 oktober 2024, IEF 22377; ECLI:EU:T:2024:701 (Vrijstaat Beieren tegen EUIPO) De vrijstaat Beieren, de deelstaat in Duitsland waar kasteel Neuschwanstein staat, heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend tegen het woordmerk Neuschwanstein dat is aangevraagd door een bedrijf dat handelt in souvenirs. Deze vordering is door de Kamer van Beroep van het EUIPO afgewezen. De Kamer van Beroep oordeelde dat de handelsnaam beschrijvend is en geen onderscheidend vermogen heeft op basis van het Duitse recht. Beieren heeft tijdens dit beroep wel het gebruik van oudere tekens bewezen. Neuschwanstein en Slot Neuschwanstein zijn door Beieren als Duitse handelsnamen geregistreerd. Deze zijn gebruikt voor zakelijke activiteiten van het museum en de exploitatie ervan. Hierbij is bewijs geleverd dat rechten zijn verworven op basis van deze tekens met betrekking tot de activiteiten van het museum. Het Gerecht komt echter ook tot de conclusie dat de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld.
IE-klassieker: Cofemel
HvJ EU 12 september 2019, IEF 22386, ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel) [IEF 18680]
Onderwerp:
Auteursrecht op design.
Feiten:
G-Star beschuldigt Cofemel ervan inbreuk te maken op het auteursrecht van G-Star door jeans, sweatshirts en T-shirts te verkopen die namaak vormen op de modellen van G-Star.
Rechtsregel (rechtsoverweging 30 en 56):
Modellen, zoals kledingmodellen, genieten alleen auteursrechtelijke bescherming als zij voldoen aan de vereisten voor auteursrechtelijke werken, namelijk originaliteit en een objectieve uitdrukkingsvorm. Een enkel esthetisch effect is niet voldoende om aan deze vereisten te voldoen.
Athom NL tegen inbreukmakende producten beschikbaar op AliExpress
Rb. Den Haag 12 november 2024, IEF 22380; ECLI:NL:RBDHA:2024:18764 (Athom NL tegen Athom Tech en AliExpress NL) Dit kort geding betreft een merkenrechtelijk geschil tussen Athom Tech en AliExpress NL, die allebei niet in de procedure verschenen. Hierdoor moet eerst beantwoord worden of verstek kan worden verleend. Voor AliExpress zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen dus wordt vertek verleend. Athom Tech is gevestigd in China dus zijn de regels van het Haags Betekeningsverdrag gevolgd. Hoewel de dagvaarding Athom Tech niet formeel volgens de Chinese voorschriften is betekend, heeft Athom NL voldoende aannemelijk gemaakt dat Athom Tech de dagvaarding tijdig heeft ontvangen via e-mail, gezien eerdere communicatie via hetzelfde adres. Athom Tech heeft inbreukmakende producten aangeboden op het online platform van AliExpress NL. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de gebruiker van die website de indruk kan krijgen dat AliExpress NL die producten zelf in eigen naam en voor eigen rekening in de handel brengt. De voorzieningenrechter wijst het inbreukverbod van Athom NL toe nu dit niet is weersproken en voldoende aannemelijk is dat AliExpress NL en Athom Tech beide zelfstandig merkinbreuk plegen.
Uitspraak ingezonden door Peter van der Wees, Markedly.
Bundesgerichtshof: afbeeldingen gemaakt met drones vallen niet onder Panoramafreiheit
BGH 23 oktober 2024, IEF 22379; I ZR 67/23 (Über alle Berge) Een Duitse uitgeverij heeft in 2010 en 2016 twee boeken gepubliceerd met daarin foto's van kunstinstallaties in het Ruhrgebied, gemaakt met behulp van een drone. Een auteursrechtenorganisatie stelde dat de publicatie van de foto's inbreuk maakte op het auteursrecht van de kunstenaars.
Grote maten van overeenstemming merken Chocosaurus en Dinosaurus
BBIE 31 oktober 2024, IEF 22376; (Lotus Bakeries tegen Vanijperen) Verweerder heeft een gecombineerd woord en beeldmerk aangevraagd voor het merk 'Chocosaurus'. De opposant heeft hier oppositie ingesteld bij het BOIP gebaseerd op twee oudere merken die het woord dinosaurus bevatten. De opposant stelt dat de tekens zoveel overeenstemming hebben dat verwarringsgevaar bestaat. De waren en het teken moeten beide worden vergeleken om over de mate van verwarringsgevaar te kunnen oordelen. Over de waren oordeelt het Bureau dat ze deels identiek en deels sterk overeenstemmend zijn. Daarnaast oordeelt het Bureau over de tekens door deze visueel, auditief en begripsmatig te vergelijken. Visueel komen de tekens in zekere mate overeen en auditief en begripsmatig zijn ze eveneens overeenstemmend. Op basis van deze factoren concludeert het Bureau dat er verwarringsgevaar bestaat, waarbij het publiek kan denken dat de waren van dezelfde of economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn.
IE-klassieker: Endstra
HR 30 mei 2008, IEF 22374; ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra)
Onderwerp:
Werkbegrip.
Feiten:
De erfgenamen van Endstra stelden dat Nieuw Amsterdam c.s. door publicatie inbreuk plegen op het auteursrecht op de achterbankgesprekken. Nieuw Amsterdam c.s. voerden aan dat er geen auteursrecht rust op de gesprekken.
Rechtsregel (rechtsoverweging 4.5.1):
Het vereiste voor auteursrechtelijke bescherming is dat een werk een eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel van de maker moet hebben. Een eigen, oorspronkelijk karakter houdt in dat de vorm van het werk niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk.