IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22188
15 augustus 2024
Uitspraak

Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar

 
IEF 22187
13 augustus 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Football Dataco/Yahoo

 
IEF 7948

Feitelijke of juridische macht

Vzr. Rechtbank Alkmaar, 28 mei 2009, LJN: BI5235, K.S. Verlichting B.V. tegen Tierlantijn B.V.
 
Executiegeschil in buitenlampenzaak (slaafse nabootsing, zie IEF 7750). Onvoldoende aannemelijk geworden dat KS het in haar juridische en/of feitelijke macht heeft om het te koop aanbieden door de vof op bepaalde website te staken. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat eiseres dwangsommen heeft verbeurd met betrekking tot de lampen van het type Bordeaux en Provence. Twee van de drie nieuwe Viena-lampen die eiseres op de markt wenst te brengen, zijn geen ongeoorloofde nabootsingen van de lampen van gedaagde.

Geen juridische en/of feitelijke macht m.b.t. websites.  4.4 Op basis van hetgeen hiervoor werd overwogen, is onvoldoende aannemelijk geworden dat KS het in haar juridische en/of feitelijke macht heeft om het te koop aanbieden door de vof op meergenoemde website te staken. Dat kennelijk de foto's van de nabootsingen van de online webshop van buitenlampentotaal zijn gehaald, leidt niet tot een ander oordeel. Uit overgelegde e-mailberichten blijkt dat zulks kennelijk is gebeurd nadat de vof van de uitkomst van het kort geding door KS op de hoogte is gesteld. Feitelijke of juridische macht van KS over de vof en haar websites kan daaruit niet afgeleid worden. Evenmin is voldoende aannemelijk geworden dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen KS en KSTotaalverlichting. Het (doen) verkopen van de desbetreffende lampen door KS na betekening van het vonnis van 26 maart 2009 via de website is dan ook onvoldoende komen vast te staan. Tierlantijn kan derhalve niet volhouden dat KS dwangsommen heeft verbeurd, doordat de lampen nog op de assortimentslijst van de feitelijk door de vof geëxploiteerde website voorkomen.

Viena 2 wel ongeoorloofde nabootsing. 4.12 Ten aanzien van de Viena 2 geldt het volgende. Net als bij de lampen van Tierlantijn is de kap van de Viena 2 voorzien van één enkele bolling. Hoewel de bolling een ander is dan die van de lampen van Tierlantijn, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de Viena 2 eenzelfde totaalindruk biedt als de zogenaamde Lucce-lampen. Hiervoor is van belang dat niet alleen de kap min of meer gelijk is, maar dat ook de beugel - in het bijzonder de kromming daarvan - bij beide lampen min of meer hetzelfde is en dat ook het aantal bevestigingspunten van de rozetten overeenkomen. Dat het rozet van de Viena 2 niet voorzien is van groeven, is van dermate ondergeschikt belang voor het totaalbeeld van de lamp, dat dit KS niet kan baten.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de Viena 2 een ongeoorloofde nabootsing van de lampen van Tierlantijn vormt. Voor het opleggen van een verbod om meergenoemd vonnis ten aanzien van het (doen) verkopen van de Viena 2 bestaat derhalve onvoldoende aanleiding.

Lees het vonnis hier.

IEF 7947

Vlechtwerkmeubelen

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 23 april 2009, sector kanton,  LJN: BI6162, Fonkel Meubelmarketing B.V. tegen Loom Furniture B.V.

Pseudo-IE. Agentuurovereenkomst in het kader waarvan Fonkel door Loom vervaardigde meubels verkoopt. Beëindiging door Loom wegens dringende redenen.

Als belangrijkste reden heeft Loom opgevoerd dat Fonkel in strijd heeft gehandeld met de exclusiviteitsbepalingen door een alternatief weefsel (stoelen van Cabana Loom of Natural Coco) op de markt te brengen. Deze exclusiviteit houdt volgens de agentuurovereenkomst in dat Fonkel niet gerechtigd zal zijn vlechtwerkmeubelen, vervaardigd volgens een systeem ontwikkeld door Marshall B. Lloyd (…) te verkopen voor anderen dan voor Loom.
Haviltex-criterium. Fonkel heeft de agentuurovereenkomst redelijkerwijs zo mogen begrijpen dat de exclusiviteit ziet op Lloyd Loom-meubelen met een vlechtwerk voorzien van een schering met metalen kern, en dat Loom redelijkerwijs niet heeft mogen verwachten dat Fonkel zou begrijpen dat de exclusiviteit ook zou zien op meubelen met een vlechtwerk zonder metalen draad.

3.7. De kern van de exclusiviteit heeft, conform artikel 1.1 van de overeenkomst, betrekking op vlechtwerkmeubelen, vervaardigd volgens een systeem ontwikkeld door Marshall B. Lloyd. Ten eerste moet worden vastgesteld dat het derhalve niet om vlechtwerkmeubelen zonder meer gaat. Dat opent voor Fonkel reeds de mogelijkheid om vlechtwerkmeubelen die niet zijn geproduceerd door Loom, te verkopen, namelijk als deze niet zijn vervaardigd volgens het door Marshall Lloyd ontwikkelde systeem.

De Cabana Loom meubelen en de Natural Coco meubelen missen deze metalen draad. Geen dringende reden voor beëindiging. Loom is schadeplichtig. 

Lees het vonnis hier.

IEF 7946

Codicil Persoonlijkheidsrechten

Codicil AR NRBezoekers van de IEForum.nl Wereld IE Dag Borrel hebben hem al in gedrukte vorm, maar vanaf vandaag is het Codicil Persoonlijkheidsrechten ook als gratis download beschikbaar.

Het Codicil is een schijnbaar ludiek, maar in werkelijkheid bijzonder serieus document waarmee je er voor kunt zorgen dat een of meer aangewezen personen, bijvoorbeeld degenen die jouw auteurs- of naburige rechten erven, ook je persoonlijkheidsrechten kunnen uitoefenen (artt. 4:97 BW, 25 AW en 5 WNR).

Na overlijden gaan de auteurs- of naburige rechten (openbaarmaking en verveelvoudiging) namelijk vanzelf via het erfrecht over aan de erfgenamen, of aan een andere partij, als dat zo bij testament is geregeld, maar de persoonlijkheidsrechten (zoals naamsvermelding, recht op wijziging, tegengaan van verminking) vererven niet vanzelf. Die vererving moet expliciet door de erflater geregeld worden, bijvoorbeeld middels een codicil.

Het Codicil is ontwikkeld in samenwerking met de BNO (de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers) en is na de introductie op 24 april jl. in het kader van de Wereld IE-dag ook door de BNO in gedrukte vorm verspreid onder de leden en relaties van de BNO.

Het Codicil bevat een voorbeeldtekst en een toelichting. Voor wie het aangaat (en wie is dat niet): Vul het codicil in, dagteken en onderteken het en bewaar het op een plek waar je erfgenamen het kunnen vinden na je overlijden.

Download het Codicil hier.

IEF 7945

VvA Ledenvergadering

VvA Ledenvergadering, 5 juni 2009 (morgen): Toezicht en geschillenbeslechting collectief beheer. Van 2 tot 6 in het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29 in Amsterdam.

De Vereniging voor Auteursrecht wijdt haar vergadering op 5 juni a.s. aan het thema Toezicht en geschillenbeslechting collectief beheer. Het concept-rapport van de Studiecommissie Toezicht wordt in dat kader besproken. Verder komt het resultaat van de werkgroep Pastors aan de orde.

Programma wetenschappelijk gedeelte:

14.00 uur - 14.45 uur:  Jacqueline Seignette (Höcker Advocaten)
14.45 uur – 15.30 uur:  Kamiel Koelman (Van Diepen van der Kroef Advocaten)
15.30 uur – 15.45 uur: pauze
15.45 - 16.15 uur: Michiel Frequin (directeur VOICE)
16.15 – 17.15 uur: Paneldiscussie - Antoon Quaedvlieg (Klos, Morel, Vos & Schaap)
17.00 - 18.00 Borrel.

IEF 7944

Een beroepsfout hebben gemaakt

Hoge Raad, 29 mei 2009, LJN: BH4042 (Beroepsaansprakelijkheid octrooigemachtigde)

Beroepsaansprakelijkheid octrooigemachtigde. Cassatie. Toegewezen incidentele vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad; belangenafweging; restitutierisico. ROW 1910. In het kort:

 [A] heeft in de hoofdzaak gevorderd dat [B] c.s. zullen worden veroordeeld tot schadevergoeding op de grond dat [B] c.s. een beroepsfout hebben gemaakt bij het aanvragen van een Nederlands octrooi ten behoeve van [A].  De rechtbank heeft bij eindvonnis van 8 oktober 2003 de vordering toegewezen en [B] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [A] van een bedrag van € 660.710,35, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Het hof heeft in zijn eindarrest van 29 mei 2008, voor zover thans van belang, het vonnis van 8 oktober 2003 vernietigd en [B] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van - in hoofdsom - € 6.223,60. Het hof heeft voorts [A] veroordeeld tot terugbetaling aan [B] c.s. van hetgeen krachtens het vonnis van 8 oktober 2003 meer is betaald dan het in het eindarrest van het hof toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. Tegen (onder meer) dit eindarrest is door [A] principaal cassatieberoep ingesteld en door [B] c.s. incidenteel cassatieberoep.

De Hoge Raad verklaart het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 mei 2008 uitvoerbaar bij voorraad, voor zover het betreft de daarin uitgesproken veroordeling van [A] tot terugbetaling aan [B] c.s. van hetgeen krachtens het eindvonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 8 oktober 2003 meer is betaald dan het in het dictum van het eindarrest van het gerechtshof toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van die betaling tot aan de dag der algehele voldoening.

Lees het arrest hier

IEF 7943

De nieuwste niche

"Per 1 juni jl. zetten Gert-Jan van den Bergh, Aad Stoop en Berber Brouwer hun praktijk voort aan de Leidsegracht 3 onder de nieuwe naam Bergh Stoop & Co. Martijn Sanders en Theo Bremer zijn aan het kantoor verbonden als adviseur.
 
Bergh Stoop & Co voert een uiteenlopende praktijk met gespecialiseerde advocaten op het gebied van intellectuele eigendom, reclame- en mediarecht en handels- en ondernemingsrecht. Bergh Stoop & Co richt zich op een brede cliëntenkring variërend van (beursgenoteerde) ondernemingen – veelal met internationaal bekende merkenportefeuilles –, culturele instellingen, en non-profitorganisaties tot individuele artiesten en ontwerpers. Bergh Stoop & Co biedt een alternatief voor de verzakelijking en stijgende tarieven van de grote kantoren, waarbij het hoge kwaliteit juridische dienstverlening combineert met een klantgerichte benadering en aanpak van zaken door advocaten met een uitgebreide staat van dienst.
 
Bergh Stoop & Co verwacht op korte termijn uit te breiden met een medewerker intellectueel eigendom /  mediarecht en een medewerker ondernemingsrecht / arbeidsrecht."

IEF 7942

Uit de Raad voor Concurrentievermogen (28/29 mei)

Community Patent: As regards the unified patent litigation system, discussions have focused on a draft agreement and a draft statute of the future court. EU delegations made progress on a better understanding of the functioning of the envisaged court system. Important areas that have been addressed and further developed are mainly: the composition of the panels of judges, the implementation and operation of the envisaged agreement, the role of the European Court of Justice (ECJ) in the interpretation of Community law and transitional arrangements. The analysis of economic aspects was carried out on the basis of an expert study highlighting the saving costs for businesses of a unified patent litigation system.

In this regard, the Council reached an agreement in principle for requesting an opinion to the ECJ on whether the envisaged agreement, to be concluded between the Community, its member states and other contracting parties to the European Patent Convention1, is compatible with the EC Treaty.

Google  project: The Council took note of information provided by the German delegation concerning the “Google Books Project”  (scanning of books in US libraries for establishing a database on the basis of digital copies) and its possible legal implications as regards copyright matters (10221/09). The Commission was asked to elaborate an assessment and to report back in due course.

Lees hier meer.

IEF 7941

Personalia

Willem LeppinkWillem Leppink (1968) is per 1 juni jl. als equity partner toegetreden tot de maatschap van Ploum Lodder Princen Advocaten en Notarissen in Rotterdam. Hij maakt de overstap van Simmons & Simmons. Willem bouwt de intellectuele eigendoms- en marketingpraktijk verder uit.

Duco Lodder, maatschapvoorzitter van Ploum Lodder Princen: "Wij zijn buitengewoon verheugd over de komst van Willem Leppink. Willem brengt een dynamiek en enthousiasme mee die naadloos passen bij ons kantoor. Net als wij gelooft hij in de internationale slagkracht van een Rotterdamse no-nonsense aanpak. Zijn brede Europese ervaring op het gebied van intellectuele eigendom en marketing sluit goed aan bij een van de belangrijke pijlers van onze Osborne Clarke Alliance. Bovendien draagt zijn komst bij aan de gestage groei van ons kantoor.”

Willem procedeert en adviseert vooral op het gebied van het merken-, auteurs- en reclamerecht. Zo treedt hij bijvoorbeeld, in samenwerking met douane en andere overheidsinstanties, namens diverse merkhouders in heel Europa op tegen namaak. Ook heeft hij grote ervaring op het gebied van het coördineren van pan-Europese marketingprojecten. Daarnaast procedeert hij in Nederland in merkengeschillen en in zaken over misleidende en vergelijkende reclame.

Hij is bestuurslid van MARQUES, de Europese organisatie van merkhouders en oprichter en secretaris van de Vereniging voor Reclamerecht (VvRr). Als geschillenbeslechter in domeinnaamgeschillen is hij verbonden aan de World Intellectual Property Organization (WIPO) in Genève en het Tsjechisch Arbitragehof, de instantie die zich bezighoudt met geschillen over .eu-domeinnamen.

IEF 7940

De ongelukkige samenvoeging door Google

Rechtbank Amsterdam, 13 mei 2009, KG ZA 09-938 SR/MdB, Zwartepoorte Goes B.V. tegen Schoonderwoerd c.s.

Uitgebreide motivering na eerder kop-staartvonnis (zie IEF 7911). Exploitant website is verantwoordelijk voor Google-zoekresultaat. Gedaagde Schoonderwoerd wordt veroordeeld om “de inrichting van de website klup.nl zodanig aan te passen en aangepast te houden, dat niet langer via deze website, door middels van de website van Google, een zoekresultaat wordt weergegeven waarin de onjuiste indruk wordt gewekt dat Zwartepoorte failliet is.” Eerst even kort, in citaten:

“Zoeken met de termen Zwartepoorte failliet leverde als eerste resultaat op: "zwartepoorte bedrijven.klup.nl - Informatie en meningen over ...†- [ Translate this page ] Volledige naam: Zwartepoorte Specialiteit: BMW ... Dit bedrijf is failliet verklaard, het is overgenomen door het motorhuis Ik heb bij Boot Rialto gewerkt ... zwartepoorte.bedrijven.klup.nl/"

4.3 (…) De weergave van beide teksten op www.klup.nl (de bedrijfsgegevens van Zwartepoorte en het commentaar over Boot Rialto), is op zichzelf niet onrechtmatig. De teksten geven geen onwaarheden weer, betreffen geen vertrouwelijke gegevens en schaden op zichzelf ook niet de reputatie van Zwartepoorte. Aannemelijk is echter dat de ongelukkige samenvoeging door Google van deze twee op zichzelf staande teksten, bij een groot aantal mensen de indruk kan wekken dat Zwartepoorte failliet zou zijn verklaard. De samenvoeging staat bovenaan de zoekresultatenpagina van Google. 

4.4. Schoonderwoerd heeft aangevoerd dat Zwartepoorte Google dient te dagvaarden, omdat het probleem is ontstaan door de zoekbewerking die Google uitvoert. Schoonderwoerd kan daarop geen invloed uitoefenen. Hoewel het zeker zo is dat er vragen bestaan over de wijze waarop zoekresultaten door Google worden gegenereerd en vervolgens weergegeven zonder dat daarop enige invloed kan worden uitgeoefend door de eigenaren van de websites, geldt dat deze vragen binnen een bredere discussie aan de orde dienen te worden gesteld. Nu Schoonderwoerd gebruik maakt van de diensten van Google, hij daarvan ook voordeel heeft, althans kan hebben, en hij rijn website zo beeft ingericht dat deze "hoog" scoort bij Google, heeft Schoonderwoerd in deze ook een eigen verantwoordelijkheid.

4.7 (…) Nu voldoende aannemelijk is geworden dat het voor Zwartepoorte aanmerkelijke schade oplevert als Schoonderwoerd de aanpassingen niet verricht, is de voorzieningenrechter van oordeel dat in dit concrete geval, nadat Zwartepoorte Schoonderwoerd daartoe meermalen heeft gesommeerd, Schoonderwoerd onrechtmatig jegens Zwartepoorte handelt na te laten de kleine aanpassing te verrichten. Het belang van Zwartepoorte weegt in deze zwaarder dan dat van Schoonderwoerd.

4.8. Het voorgaande betekent niet dat een websitehouder als Schoonderwoerd bij de inrichting van een website zoals www.klup.nl voortdurend moet controleren of er mogelijk schadelijke zoekresultaten ontstaan. Het betekent slechts dat, wanneer door de inrichting van de website bij zoekresultaten voor degene die op die website wordt genoemd schade ontstaat en de benadeelde de websitehouder verzoekt die schade op heffen, zal moeten worden bezien wat het zwaarste weegt, de vrijheid van meningsuiting van de websitehouder of de schade van de benadeelde. Deze toets behoeft niet altijd in het voordeel van de benadeelde uit te vallen. Alle omstandigheden van het concrete geval dienen in aanmerking te worden genomen. In de onderhavige zaak valt de belangenafweging ten gunste van Zwartepoorte uit. Daarbij spelen een rol de schade die Zwartepoorte lijdt, de geringe omvang van de ingreep die Schoonderwoerd moet toepassen om de schade op te heffen, het feit dat Schoonderwoerd uit zijn website inkomsten genereert, althans wil genereren, en Schoonderwoerd zijn eigen website zo heeft ingericht dat deze hoog scoort bij de weergave van zoekresultaten van Google.

Lees het vonnis hier.

IEF 7939

Eintragungshindernisse

HvJ EG, beschikking van 12 februari 2009, gevoegde zaken C-39/08 en C-43/08, Bild Digital & Co. En Zeitungsvertrieb Stuttgart GmbH tegen de president van het Deutsche Patent- und Markenamt (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Merkenrecht. Prejudiciële vragen Bundespatentgericht over de bekende vraag waarom het ene merk geweigerd wordt, terwijl een ander, min of meer het zelfde soort, merk wel is ingeschreven. De (wel vertaalde) prejudiciële vragen luidden:

1) Vereist artikel 3 van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 een gelijke behandeling van identieke of overeenstemmende merkaanvragen teneinde gelijke mededingingskansen te waarborgen?

2) Zo ja, is het Bundespatentgericht dan gehouden om concrete aanwijzingen voor een mededingingsverstorende ongelijke behandeling na te trekken en hierbij rekening te houden met oudere beslissingen van de bevoegde autoriteit in soortgelijke gevallen?

3) Zo ja, is het Bundespatentgericht dan gehouden om bij de uitlegging en de toepassing van artikel 3 van richtlijn 89/104/EEG het verbod van een mededingingsverstorende ongelijke behandeling in aanmerking te nemen, wanneer het een dergelijke ongelijke behandeling heeft geconstateerd?

4) Wanneer de eerste tot en met de derde vraag ontkennend worden beantwoord, moet de nationale wettelijke regeling dan, ter voorkoming van verstoring van de mededinging, voorzien in een verplichting voor de nationale merkenautoriteit om ambtshalve een nietigverklaringsprocedure tegen oudere ten onrechte ingeschreven merken in te leiden?

Het antwoord van het HvJ EG op de vragen is vrij kort. Ieder merk moet op zijn eigen merites en niet in relatie tot andere merken worden beoordeeld:

Die zuständige Behörde eines Mitgliedstaats, die über eine Markenanmeldung zu entscheiden hat, ist nicht verpflichtet, die in Art. 3 Abs. 1 Buchst. b und c der Richtlinie 89/104/EWG des Rates vom 21. Dezember 1988 zur Angleichung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Marken in der durch die Entscheidung 92/10/EWG des Rates vom 19. Dezember 1991 geänderten Fassung aufgeführten Eintragungshindernisse unberücksichtigt zu lassen und dem Antrag auf Eintragung deshalb stattzugeben, weil das Zeichen, dessen Eintragung als Marke begehrt wird, auf identische oder vergleichbare Art und Weise wie ein Zeichen gebildet wird, dessen Eintragung als Marke sie bereits gebilligt hat und das sich auf identische oder ähnliche Waren oder Dienstleistungen bezieht.

Lees de beschikking hier.