IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 7561

Secundaire openbaarmaking

Nazorg in de vorm van de sheets bij de lezingen gehouden op het spoedsymposium ‘Kabeldoorgifte en Auteursrecht’ van vrijdag 6 februari j.l., naar aanleiding van het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 28 januari 2009 in de zaak Norma & IRDA/NL-Kabel.

1- Presentatie Jacqueline Seignette (Höcker), klik hier.
2- Presentatie Madeleine de Cock Buning (Universiteit Utrecht, De Brauw Blackstone Westbroek), klik hier.
3- Presentatie Dirk Visser (Universiteit Leiden, Klos Morel Vos & Schaap) klik hier.
4- Presentatie Remy Chavannes (Brinkhof), klik hier.

IEF 7560

Het op een specifieke wijze inzoomen met de camera

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, Vonnis in kort geding van 9 februari 2009 , LJN: BH2369, Eisers tegen Antilliaanse Televisie Maatschappij N.V.

Antilliaans auteursrecht. Gestelde inbreuk op format van het televisie-programma Moda Ku Mylene, een mode- en beautyprogramma. Het Gerecht oordeelt dat het oorspronkelijke programma inderdaad een oorspronkelijk karakter heeft en een auteursrechtelijke bescherming toekomt, maar dat de programma’s van de wederpartij, zoals het programma Glamur,  voldoende afwijkend zijn, zodat niet van een kopie of bewerking daarvan gesproken kan worden. Geen auteursrechtinbreuk of onrechtmatig handelen. 

“8. De door eiseressen opgesomde elementen van Moda Ku Mylene zijn de indeling van het programma in blokken van 5 tot 10 minuten, het thema mode en schoonheid, een presentatrice die de kijkers meeneemt naar winkels en beautysalons, zelf het assortiment laat zien, soms daarvoor modellen gebruikt, soms als demomodel fungeert voor de aangeboden producten en diensten, winkeleigenaren interviewt en hun winkels promoot door middel van modeshows en demonstraties en aanstormende modellen de kans geeft zich te profileren door af en toe een onderdeel te mogen presenteren. Verder wijzen eiseressen op de algemene inleiding door de presentatrice aan het begin van het programma, het gebruik van een voice-over bij de demonstraties en het op een specifieke wijze inzoomen met de camera op het in de winkels getoonde assortiment.

4.10. ATM heeft aangevoerd dat programma’s vergelijkbaar met Moda Ku Mylene overal ter wereld worden uitgezonden. (…) Te dien aanzien overweegt het gerecht dat het goed mogelijk is dat al eerder (voor 1987) programma´s zijn geproduceerd waarin een of meer van de door eiseressen opgesomde elementen zijn terug te vinden. Dat betekent echter niet dat aan de combinatie van de door [eiseres 1] gekozen combinatie van die elementen, geen oorspronkelijk karakter zou kunnen toekomen.

4.11. Nu de auteursrechtelijke bescherming van het format wordt aangenomen, wordt toegekomen aan de inbreukvraag. (…)  Juist indien een format bestaat uit een combinatie van onbeschermde elementen, zoals hier het geval is, kan van inbreuk slechts sprake zijn indien meerdere van die elementen herkenbaar en in vergelijkbare keuze zijn overgenomen. Daarbij spelen dus ook de in de programma’s afwijkende elementen een rol.

4.14. De genoemde verschillen brengen het gerecht tot de vaststelling dat de totaalindruk van elk van de bestreden programma’s zodanig afwijkend is van de totaalindruk van het programma Moda Ku Mylene dat niet van kopieën of bewerkingen daarvan gesproken kan worden. Het gerecht is van oordeel dat een aantal van de overeenstemmende elementen, waaronder de algemene inleiding, de bezoeken aan winkels en salons en de presentatie van het assortiment, in zekere zin plichtmatig zijn bij een programma van het onderhavige soort. Deze elementen gezamenlijk zijn niet zodanig oorspronkelijk dat deze, als geheel, voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Het gerecht is van oordeel dat ATM met elk van de bestreden programma’s, meer specifiek door de onder 4.13 vermelde verschillen, voldoende afstand heeft genomen van het programma of programmaformat van Moda Ku Mylene.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7559

Luisteren naar vorig jaar

De Zeist Tapes 2008. Even verdwenen van de server, maar net op tijd weer terug  voor het warmlopen voor het 25 jarig lustrum van dit jaar. 

Beluister of download (mp3-formaat, rechter muisknop, opslaan als) de lezingen en debatten hier. maar wees voorbereid op volumewisselingen en de Fygi-muzak die aan enkele voordrachten en conversaties voorafgaat.

Volg deze link.

IEF 7558

Even assuming that there is a difference in legal meaning

HvJ EG, 12 december 2008, beschikking in zaak C-197/07 P, Aktieselskabet af 21. november 2001 tegen OHIM / TDK Kabushiki Kaisha (TDK Corp.) (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Merkenrecht. Beschikking. Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk TDK. Oppositie op grond van oudere gemeenschaps- en nationale woord- en beeldmerken TDK. Ongerechtvaardigd voordeel trekken. “It must be noted that it is not necessary to demonstrate actual and present injury to an earlier mark.” Over het verschil tussen ‘reputation’ en ‘repute’. En of dat relevant is. 

Ter herinnering, dit was de zaak waarin het GvEA oordeelde dat sponsoring bijdraagt aan de bekendheid van een merk.

“19. The appellant essentially maintains that the Court of First Instance wrongly based its conclusion with regard to the existence of an unfair advantage on the notion of ‘reputation’, in English, of the earlier marks, whereas Article 8(5) of Regulation No 40/94 requires that the existence of such an advantage be based on the notion of ‘repute’, in English. It claims in that regard that that provision of the regulation differentiates between those two notions. The former simply means that the trade mark is known by a significant part of the relevant public, whereas the latter requires the existence of a particular image of the mark.

21. In this case, even assuming that there is a difference in legal meaning between ‘reputation’ and ‘repute’, in English, referred to in Article 8(5) of Regulation No 40/94, it need merely be stated that, as is clear from paragraphs 62 to 67 of the judgment under appeal, the Court of First Instance correctly established the existence of an unfair advantage within the meaning of that provision by relying, in any event, on a certain image of the earlier marks in question, resulting from the intervener’s event sponsorship activities, in particular sponsorship of sport events.

22. With regard to the appellant’s argument concerning the standard of proof required of the existence of unfair advantage taken of the repute of the earlier mark, it must be noted that it is not necessary to demonstrate actual and present injury to an earlier mark; it is sufficient that evidence be produced enabling it to be concluded prima facie that there is a risk, which is not hypothetical, of unfair advantage or detriment in the future.

23. In the present case, it is clear that the Court of First Instance, in paragraph 67 of the judgment under appeal, properly established the existence of an unfair advantage within the meaning of Article 8(5) of Regulation No 40/94 in correctly considering that it had available to it evidence enabling it to conclude prima facie that there was a risk, which was not hypothetical, of unfair advantage in the future.

25. It follows from all of the foregoing that the appeal must be dismissed as in part clearly inadmissible and in part clearly unfounded.”

Lees de beschikking hier. Arrest GvEA hier.

IEF 7557

BBIE oppositiebeslissingen

DURBUY KAYAKS tegen DURBUY KAYAKS (Afgew.)
Gusticus tegen Dé Gustibus (Toegew.)
YAYA tegen JAJA (Toegew.)
SENIOR UITZENDBUREAU tegen Seniorum (Afgew.)
ALWAYS tegen AL WAHA (Afgew.)
DELTA tegen DELTA HET NUTTIGSTE BEDRIJF VAN NEDERLAND (Gedeelt.) 
DIGIPASS tegen DIGI PASS (Afgew.)
PRIVA-LITE tegen PRIVALI (Toegew.)
DORATI tegen DORITA (Toegew.)
SOLVAY tegen  SOLVIA (Toegew.)
LIFESTYLE tegen EGO LIFESTYLE (Gedeelt.)
MASCARÓ tegen JOSE MA SOGAS MASCARO (Afgew.)

Lees de beslissingen hier.

IEF 7556

The creation of a Community patent

From the Czech Presidency. Speech of Minister JiÅí Pospíšil, Minister of Justice of the Czech Republic, in the European Parliament on 20 January 2009.

"Nevertheless, let me briefly mention two agendas closely related to justice, which do, however, fall under the Competitiveness Council and in the Czech Republic, therefore, other ministries bear primary responsibility for them.  These include the creation of a Community patent and the project of a single patent court for European and Community patents.  The Czech Presidency is aware of the importance of improvements in the patent system for European industry and will strive to make progress in debates on this project, as many issues remain open.  We will also strive to ensure that the European Court of Justice is approached with a request for its opinion as to the compatibility of the draft agreement on patent judiciary with primary law.  The European Parliament will be duly consulted and its opinions expressed in its 2006 and 2007 resolutions will be duly taken into account.

The second agenda is the proposed European Parliament and Council Directive amending Directive 2006/116/EC of the European Parliament and of the Council on the term of protection of copyright and certain related rights.  Here, too, there are still many problem issues and the positions of individual Member States differ.  The aim of the Czech Presidency will be to find a balanced solution that would bring a real improvement in the social situation of performing artists which would be acceptable for most Member States and would not entail an undue increase in the administrative burden on the participants of the system of collection and disbursement of additional remuneration."

Lees de hele speech hier.

IEF 7555

VIE prijs

Jaarlijks wordt tijdens het Zeist symposium de VIE prijs uitgereikt voor het beste in 2008 verschenen artikel van een jonge auteur (jonger dan 35 jaar) op het gebied van de intellectuele eigendom. Een ieder die de aandacht wil vestigen op een (resp. zijn of haar) artikel wordt verzocht dit per email kenbaar te maken aan de voorzitter van de jury, Prof. Charles Gielen.

Het 25ste Zeist symposium met speciaal Lustrum IE cabaret en diner vindt plaats op 11 maart 2009. Lees het programma hier.

IEF 7554

Aanwijzing van de voorwerpen (privé-kopie)

Staatsblad 2009, 4. Verlenging van vergoedingenbesluit met een jaar. Besluit van 30 januari 2009 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 7 november 2008, houdende wijziging van het Besluit van 5 november 2007, houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet 1912, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet 1912 (Stb.2008, 468)

Het Besluit van 7 november 2008, houdende wijziging van het Besluit van 5 november 2007, houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet 1912, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet 1912 (Stb. 2008, 468) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Lees het besluit hier. Lees Stb.2008, 468 e.v. hier.

IEF 7551

Dat de IE-rechten direct aan de overheid toekomen

Kamerstukken II 2008/09, 2009D02567   Niet-dossierstuk, Brief aan de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO) over de ARVODI 2008

(...) Bij deze overeenkomsten is het, bijvoorbeeld in het kader van vertrouwelijkheid, van groot belang dat de intellectuele eigendomsrechten direct aan de overheid toekomen.

Het is mogelijk dat in geval van specifieke opdrachten sommige bepalingen van de ARVODI 2008 op bepaalde punten niet goed passen. In die gevallen is het mogelijk in onderling overleg, daar waar nodig, af te wijken van de ARVODI 2008 en de overeenkomst aan te passen aan de concrete situatie. Dit zou bijvoorbeeld ten aanzien van de intellectuele eigendosmrechten het geval kunnen zijn bij overeenkomsten waarbij sprake is van innovaties en nieuwe creaties. Er zal per geval moeten worden beoordeeld of afwijking noodzakelijk is en in welke vorm.(...)"
 
Lees de gehele brief hier.

 

IEF 7553

Vrij van alle bijzondere lasten en beperkingen

FINO rozeRechtbank ’s-Gravenhage, 4 februari 2009, HA ZA 08-2558, Motom Italia S.P.A. tegen MM-Exclusief B.V.

Vonnis in incident. Vrijwaring. Modellenrecht. In de hoofdzaak stelt eiser Motom dat gedaagde MM-Exclusive inbreuk maakt op haar gemeenschapsmodelrecht m.b.t. een scooter. MM-Exclusief wil nu het Chinese bedrijf  Zhongneng  in vrijwaring op te roepen, omdat Zhongneng als houdster van een op 5 februari 2007 in China geregistreerd modelrecht op de Fino scooter met MM-Exclusief een koopovereenkomst met betrekking tot de Fino scooters heeft gesloten en verplicht zou zijn de Fino scooters vrij van alle bijzondere lasten en beperkingen in eigendom aan MM-Exclusief over te dragen. De vordering wordt toegewezen.

“4.2. (…) Hoewel zij haar stelling niet met een distributie- of koopovereenkomst en/of een schriftelijke overeenkomst waarin een rechtskeuze voor het Nederlandse recht is gemaakt, heeft onderbouwd, valt gelet op het wel overgelegde ‘Certificate of Design Patent’ met daarin afbeeldingen van de Fino scooters (productie 1 van MMExclusief) alsmede de ‘Power of Attorney’ (productie 5 van MM-Exclusief) niet uit te sluiten dat MM-Exclusief, indien de beslissing in de hoofdzaak voor haar nadelig zal uitvallen, verhaal heeft op Zhongneng.”

Het betoog van Motom dat het oproepen van Zhongneng in vrijwaring tot te veel vertraging in de hoofdzaak zal leiden, kan niet tot een ander oordeel leiden.

Lees het vonnis hier. Zie ook: Rechtbank ’s-Gravenhage, 16 september 2008, IEF 7084.