IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 7254

Merkenrichtlijn vervangen: 89/104/EEG wordt 2008/95/EG

Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (Gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst).

Een louter codificerende wijziging: Richtlijn 2008/95/EG vervangt met ingang van 28 november de zogenaamde Merkenrichtlijn (richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten). De oude richtlijn is ‘inhoudelijk gewijzigd [o.a. door richtlijn 89/104/EEG] en ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.”

Niet veel nieuws dus, een update en een nieuwe naam. ‘Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.’

Lees de richtlijn hier

IEF 7253

IE-Gevelstenen

Inventum Mutat Mundum

Inventum Mutat Mundum. Het zou een mooie nieuwe rubriek zijn, IE gevelstenen, maar zou dit niet de enige zijn? Te bezichtigen aan de gevel van Octrooibureau Los en Stigter, Weteringschans 96, Amsterdam.

Update: Wie over een foto beschikt van de gevelsteen van het IE-Akwadukt bij Woudsend (Fr.) mag 'm vanzelfsprekend mailen.

IEF 7252

Het portret van een professioneel fotomodel (incident)

LJN: BC7354, Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26 februari 2008, Appellant tegen Maxim Europe B.V.

Portretrecht. Nog een oudere Bossche zaak. Hoger beroep in incident. Incidentele conclusie tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, het verstrekken van een door een registeraccountant gecontroleerde en geaccordeerde opgave van het aantal verschillende verpakkingen waarvoor Maxim het portret van appellant heeft gebruikt, gedurende welke periode en in welke landen, alsmede een met dezelfde waarborgen omgeven publicatielijst van het litigieuze fotomateriaal betreffende onder meer het gebruik ervan op internet en overig gebruik, op verbeurte van een dwangsom. Rechtbank en hof bij weigeren de voorziening.

“4.5 [appellant] heeft aangevoerd dat het in verband met het kunnen berekenen van de omvang van zijn claim, in verband met eventuele schikkingsonderhandelingen en met het oog op de comparitie van partijen in de hoofdzaak van belang is over de thans door hem verlangde gegevens te kunnen beschikken. Deze argumenten gaan naar het oordeel van het hof niet op, aangezien de precieze omvang van de claim gelet op de formulering van de verschillende onderdelen van de vordering van [appellant] in de hoofdzaak nog niet aan de orde is. Door [appellant] is niet aannemelijk gemaakt dat schikkingsonderhandelingen noodzakelijkerwijs gedurende de onderhavige procedure dienen plaats te vinden en dat daarvoor niet het resultaat van de procedure, waarin eenzelfde vordering aan de orde is als in dit incident, kan worden afgewacht. Wat de comparitie van partijen betreft stelt het hof vast dat hiermee inmiddels een begin is gemaakt en dat daarin door Maxim een toezegging is gedaan waarmee in ieder geval tot op zekere hoogte tegemoet wordt gekomen aan hetgeen [appellant] in dit incident verlangt.

 4.6 [appellant] heeft verder aangevoerd dat het voor hem vanwege zijn marktpositie als model van belang is te weten in welke mate en op welke wijze zijn portret is gebruikt. Het hof wil op grond van hetgeen [appellant] in dit verband naar voren heeft gebracht aannemen dat een dergelijk belang voor hem aanwezig is, maar dat wil nog niet zeggen dat gesproken kan worden van een dringend belang als vereist voor toewijzing van vordering ingevolge artikel 223 Rv. Door [appellant] is in ieder geval onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een afwachten van de afloop van de hoofdzaak van hem niet gevergd kan worden. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat het geruime tijd heeft geduurd voordat [appellant] ervan op de hoogte raakte dat zijn portret op ruimere schaal werd benut dan dat hij kennelijk had verwacht c.q. had mogen verwachten. Het hof leidt daaruit af dat dit gebruik voor hem toen niet van bijzonder grote invloed is geweest, terwijl niet is aangetoond dat dit thans wel het geval is geworden.

4.7 [appellant] brengt naar voren dat de bodemprocedure lang kan duren, zeker gezien de daarmee verbonden vrijwaringsprocedures, zodat het verkrijgen van de gewenst gegevens lang, en wat hem betreft: te lang, op zich zal laten wachten. Dit argument gaat niet op aangezien in ieder geval wat betreft de hoofdzaak [appellant] het mede zelf in de hand heeft of de procedure met de nodige voortvarendheid wordt gevoerd, terwijl daarnaast de toezegging die door Maxim bij de comparitie van partijen is gedaan vooralsnog enig soulaas zal kunnen bieden.

4.8 [appellant] stelt zich in de toelichting op zijn grieven op het standpunt dat het verweer van Maxim inhoudende dat de gevraagde voorziening een definitief karakter heeft en dat in de hoofdzaak hetzelfde wordt gevorderd, niet opgaat. Aan [appellant] kan worden toegegeven dat deze argumenten niet van doorslaggevende betekenis geacht kunnen worden. Echter, het gaat er niet alleen om of het verweer van Maxim al dan niet opgaat, maar allereerst en vooral of hetgeen [appellant] aan zijn incidentele vordering ten grondslag legt, deze vordering kan dragen. Dat nu is naar het oordeel van het hof niet het geval.

4.9 Ten slotte heeft [appellant] aangevoerd dat hij hoe dan ook recht heeft op de door hem verlangde informatie, ook indien het gebruik van zijn portret rechtmatig is. Hierin ligt naar het oordeel van het hof geen grond voor toewijzing van de gevraagde voorziening, aangezien niet op voorhand als vaststaand kan worden aangenomen dat dit standpunt juist. Integendeel, het maakt deel uit van de rechtsstrijd tussen partijen en bij de huidige stand van zaken kan niet op het resultaat daarvan vooruitgelopen worden. Wat daar ook van zij, ook hier geldt dat met de door Maxim gedane toezegging ten aanzien van het onderwerp van de incidentele vordering het dringend belang niet (langer) aannemelijk is.”

Lees het arrest hier. Eindvonnis Rechtbank 's-Hertogenbosch, 17 september 2008: IEF 7125.


 

IEF 7251

Voor vrijheid en democratie

Rechtbank Rotterdam, 15 oktober 2008, LJN: BG2551,Volkspartij Voor Vrijheid En Democratie  Perfect Direct Mail B.V.

Automatiseringsgeschil met onbevredigend en onuitgewerkt auteursrecht-componentje. Geldige contractsovername? Wie is de wederpartij van de VVD m.b.t. het VVD.net project? Schadevergoeding m.b.t. (auteurs)rechten op software?

Partijen: “t.a.v. schade door het ontbreken van auteursrechten: Perfect Database zou de auteursrechten hebben verkregen indien T-Systems het project VVD.net naar behoren had afgerond. Nu dit niet is gebeurd, loopt Perfect Database de opbrengsten mis die zij hiermee had kunnen realiseren. Zij begroot deze op  E30.000,--“

“i)  Perfect Database haalt know how en intellectuele eigendomsrechten door elkaar. De know how van het project zit bij de werknemers van Perfect Database die het project hebben uitgevoerd, zodat Perfect Database dit niet is misgelopen.
(ii)  T-Systems betwist de hoogte van de schade en doet een beroep op eigen schuld.”

Rechtbank: “ De vordering tot vergoeding van niet verkregen auteursrechten en de vordering tot vergoeding van reputatieschade zal worden afgewezen, nu deze schadeposten onvoldoende feitelijk zijn onderbouwd.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7250

Nog steeds (ook) een algemeen gebruikelijke term

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 18 maart 2008 LJN: BC7358, Startpagina B.V. tegen geïntimeerde.
 
En nog een vers gepubliceerd Bossche uitspraak, nu een uit maart 2008. Domeinnamen. Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Startpagina is beschrijvend; nieuwe inhoud geven is nog geen ingeburgeren.  “Ook indien Startpagina BV erin is geslaagd de term een nieuwe inhoud te geven, is het nog steeds (ook) een algemeen gebruikelijke term in het internetverkeer, dat wil zeggen een term die duidt op een openingspagina of openingsscherm”.

Het woordmerk STARTPAGINA.NL is allereerst niet identiek aan de domeinnaam startpagina.tv en/of de tekens met die aanduiding zoals hiervoor afgebeeld nu dit woordmerk de toevoeging .nl heeft en de gewraakte tekens de toevoeging .tv. De vraag is vervolgens of sprake is tekens die met het woordmerk overeenstemmen. Het gaat hierbij om de auditieve, visuele of begripsmatige gelijkenis tussen beide. Door partijen is uitvoerig gediscussieerd over de betekenis die in dit verband aan het - overeenkomende - hoofdbestanddeel STARTPAGINA gegeven dient te worden.

Daarbij komt het standpunt van Startpagina BV er goedbeschouwd op neer dat zij aan het begrip startpagina dat op zichzelf genomen in het internetverkeer een algemeen gebruikelijke term is een nieuwe en eigen inhoud heeft gegeven waardoor het in die internetwereld een begrip is geworden. Ook als dat standpunt gevolgd wordt, betekent dat nog niet dat het voorkomen van de term startpagina in de tekens die geïntimeerde gebruikt meebrengt dat merk en tekens als overeenstemmend moeten worden beschouwd. Immers, ook indien Startpagina BV erin is geslaagd de term een nieuwe inhoud te geven, is het nog steeds (ook) een algemeen gebruikelijke term in het internetverkeer, dat wil zeggen een term die duidt op een openingspagina of openingsscherm.

In dit geval moet Startpagina BV het voor haar woordmerk hebben van de combinatie van het woorddeel STARTPAGINA en de toevoeging .NL. Juist in die toevoeging is het verschil gelegen met de tekens waarvan [geïntimeerde] zich bedient. Startpagina BV heeft gewezen op een aantal uitspraken waarin is geoordeeld dat deze toevoegingen voor de onderlinge vergelijking van ondergeschikte betekenis zijn te achten. Ook indien dit standpunt in het algemeen juist zou zijn, betekent dat nog niet dat dit in het onderhavige geval ook opgaat. Zoals gezegd, is hier de toevoeging .NL van belang omdat er anders geen sprake is van een teken waarvoor merkrechtelijke bescherming ingeroepen kan worden. De toevoeging .tv maakt in dit geval dus wel uit, omdat het een toevoeging is die duidelijk verschilt van de door Startpagina BV in haar woordmerk gebruikte toevoeging. Daardoor ontbreekt in dit geval een voldoende auditieve, visuele of begripsmatige gelijkenis tussen het woordmerk en de gewraakte tekens.

Voor het beeldmerk geldt mutatis mutandis hetzelfde. Bij een vergelijking tussen het merk zoals het is geregistreerd en de tekens zoals deze door geïntimeerde worden gebruikt, is voor het beeldmerk de vormgeving ervan van groot belang. Het gaat bij deze vergelijking immers om het geheel, niet om de afzonderlijke onderdelen. Naar het voorlopig oordeel van het hof geldt ook hier dat een voldoende auditieve, visuele of begripsmatige gelijkenis tussen het beeldmerk en de gebruikte tekens ontbreekt. De consequentie hiervan is dat de vorderingen van Startpagina BV voor zover gebaseerd op het merkenrecht in dit kort geding niet voor toewijzing in aanmerking komen. Het hof komt hierbij dus tot dezelfde slotsom als de voorzieningenrechter in het vonnis waarvan beroep.

Handelsnaamrecht Startpagina BV stelt dat geïntimeerde de aanduiding startpagina.tv als handelsnaam gebruikt. Geïntimeerde ontkent dit en stelt dat zij de aanduiding alleen als internetadres gebruikt en niet als handelsnaam (o.a. mva punt 73). Startpagina BV bestrijdt op haar beurt dit verweer. Het hof overweegt hierover het volgende. Het enkele gebruik van een domeinnaam levert op zich nog geen gebruik als handelsnaam op. Dat kan anders zijn, bijvoorbeeld wanneer sprake is van een website met een bedrijfsmatig karakter. In dit geval is de website van geïntimeerde kennelijk nog in een opbouwfase en is onderaan de internetpagina de naam Multimedia Home Service vermeld.

Op grond van hetgeen door Startpagina BV naar voren is gebracht en aan producties is overgelegd kan vooralsnog niet als vaststaand worden aangenomen dat sprake is van gebruik door geïntimeerdevan de aanduiding startpagina.tv als handelsnaam. Tegenover de betwisting van deze stelling door geïntimeerde is het aan Startpagina BV om (nader) bewijs daarvan te leveren. Voor een dergelijke bewijslevering is in een kort geding als dit evenwel geen plaats. De consequentie hiervan is dat de vorderingen van Startpagina BV voor zover gebaseerd op het handelsnaamrecht in dit kort geding niet voor toewijzing in aanmerking komen.
 
Lees het arrest hier.

 

IEF 7249

Steentjes

"Europese rechters worstelen met legoblokjes. Mag iedereen legoblokjes maken of is dat het alleenrecht van de Deense fabrikant LEGO? Het Europees Hof van Justitie beslist woensdag over de bescherming van het ontwerp. Aanleiding is de handelwijze van de Canadese concurrent Mega Brands, die dezelfde blokjes maakt als het Deense bedrijf. De ’Mega Bloks’ van de Canadese fabrikant passen zelfs op de originele steentjes van LEGO. Een inbreuk op het merk, vindt het Deense bedrijf.

(...) Het EU-Merkenbureau in het Spaanse Alicante vernietigde het gemeenschapsmerk van de Deense onderneming, op verzoek van de Canadese concurrent. Een ontevreden LEGO meende dat het merkenbureau de regels verkeerd uitlegde. Het spande in 2006 tegen dat besluit een rechtszaak aan bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Die heeft voorlopig het laatste woord."

Lees hier iets meer (ANP / Telegraaf).

9.15u, 8e Kamer, arrest T-270/06 Lego Juris / OHMI - Mega Brands (brique de Lego)

IEF 7248

Handtassen

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22 januari 2008, LJN: BC7342, Top Tas 2 B.V.v c.s. tegen Van Gils Leather B.V.

Nog een vers gepubliceerde zaak uit januari 2008 (het Hof Den Bosch is kennelijk, zo mag blijken uit rechtspraak.nl, druk bezig om de publicatieachterstanden weg te werken).

Even kort: Auteursrecht. Vormgeving handtassen. Bewijslast bestuurdersaansprakelijkheid berust bij eiser. Faillissement van één van de partijen. € 25.000 Schadevergoeding. Grensoverschrijdend verbod voor België afgewezen. Compensatie proceskosten. Van Gils stelt, kort gezegd, dat zij auteursrechthebbende is op tassen uit de lijn 'Tensione' en uit de lijn 'Rustica Antico'  en dat Top Tas inbreuk maakt op de auteursrechten van Van Gils en jegens haar onrechtmatig handelt door tassen te importeren en te verkopen die overeenstemmen met de auteursrechtelijk beschermde tassen van Van Gils dan wel daarvan een slaafse nabootsing zijn.

Het hof vernietigt het (niet gepubliceerde) vonnis waarvan beroep in die zin dat het wordt aangevuld met veroordeling  tot betaling aan Van Gils van een voorschot op schadevergoeding van € 25.000,-

Lees het arrest hier

IEF 7247

Boedelscheiding

Quote 500 2008Vzr Rechtbank ´s-Gravenhage, 7 november 2008, Hachette Filipacchi Media Netherlands B.V.  tegen Mediamaatjes B.V. 

Databankenrecht. Haagse ex parte in affaire tussen het tijdschrift Quote en voormalig hoofdredacteur Jort Kelder. Kelder plaatst de nieuwe Quote 500-lijst op eigen site en pleegt daarmee inbreuk op de databankrechten van Quote. Quote is databank. Kelder had ook andere vorm kunnen kiezen. Dwangsom van € 50.000 per dag

“De voorzieningenrechter van deze rechtbank is bevoegd omdat de gestelde inbreuk op het databankrecht mede in het arrondissement 's-Gravenhage plaats vindt. Het verzoek zal worden toegewezen op grondslag van het databankrecht op de wijze als hieronder verwoord.

De voorzieningenrechter overweegt daartoe dat de zaak spoedeisend is omdat direct na beschikbaarstelling van de databank aan het publiek de belangrijkste mogelijkheden voor verdere exploitatie beschikbaar zijn. De Quote als zodanig is aan te merken als een databank. Gerekwestreerde kan ook een journalistieke prestatie neerzetten zonder de Quote 500 integraal of voor een belangrijk deel op zijn website te plaatsen.

De beslissing beveelt gerekwestreerde om onmiddellijk na betekening van deze beschikking, de in het lichaam van het verzoekschrift omschreven inbreuken op databankrechten van Hachette, met name door plaatsing van de Quote 500 op haar website, met name onder de domeinnaam 925.nl, te staken en gestaakt te houden; veroordeelt Gerekwestreerde betaling aan Hachette van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij in strijd handelt.”

Lees de beschikking hier.

IEF 7246

Ex Parte Quote 500

Ex parte databankrecht in Quote 500 affairette: "Afgelopen donderdagmorgen publiceerde de mede door oud Quote-hoofdredacteur Jort Kelder opgerichte website 925 onze volledige lijst, editie 2008, ineens online. Om er vervolgens triomfantelijk bij te melden dat er niets meer van zou kloppen: kredietcrisis, u kent het wel. En daar kun je als 'oude media' niet snel op reageren. Het staat een ieder -uiteraard- vrij om veel te denken over onze rijkenlijst, maar eventjes alle namen en bedragen publiceren met een druk op het toetsensbord, gaat wel erg ver.

Vonden wij althans, maar vond gelukkig ook de Haagse voorzieningsrechter, die vanmiddag al in een beschikking recht sprak: '925 dient onmiddellijk deze inbreuk op het databankrecht van Quote te staken op straffe van een dwangsom van €50.000 per dag.' Veel geld, vindt ook 925's medefinancier Ronald van der Laar: 'Dat is veel geld. Wij wilden vandaag al wel wat aanpassen, maar dit is andere koek.'

Update: 925 heeft inmiddels grotendeels bakzeil gehaald. Van hun iets te stoer ingestoken stukje over de oude media is inmiddels weinig meer over. Ook zijn alle actuele Quote 500-cijfers offline gehaald. Wat resteert is hun flinterdunne berekening op basis van onze cijfers. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Lees de beschikking van de Rechtbank Den Haag hier. Bericht op website Quote hier.

IEF 7245

Niet zonder voorafgaande beslissing van de rechter

Verscholen auteursrecht in telecom-hervorming: Commissie stelt nieuwe wetteksten voor om de weg vrij te maken voor een compromis tussen Parlement en Raad

“Amendement 138, dat tijdens de plenaire zitting van 24 september door het Parlement werd aangenomen, stelt dat "zonder voorafgaande beslissing van de rechter geen enkele beperking aan de rechten en fundamentele vrijheden van de eindgebruikers dient te worden opgelegd, met name overeenkomstig artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie over de vrijheid van meningsuiting en informatie, behalve wanneer de openbare veiligheid bedreigd wordt, waarbij de beslissing van de rechter nadien mag volgen".

Lees hier meer. Lees ook hier :EU-Kommission gegen französisches Modell im Kampf gegen Urheberrechtsverletzungen.