Bestreden beslissing moet gedeeltelijk nietig worden verklaard
Gerecht EU 6 juli 2022, IEF 20822, IEFbe 3498; ECLI:EU:T:2022:419 (Les Éditions P. Amaury tegen EUIPO) Les Éditions P. Amaury (hierna: verzoeker) verzoekt het Gerecht om de beslissing van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) nietig te verklaren. Verzoeker had in 2004 een aanvraag voor de inschrijving van een Uniemerk in verschillende klassen ingediend voor BALLON D’OR. In 2017 heeft Golden Balls Ltd gevraagd om een vervallenverklaring van het betreffende merk op grond van niet-gebruik. In 2020 is het merk vervolgens ingetrokken voor alle klassen, behalve klasse 41. Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd slechts gedeeltelijk gegrond verklaard. Verzoeker stapte vervolgens naar het Gerecht. Het Gerecht oordeelde dat terecht geoordeeld was dat verzoeker niet had aangetoond dat het merk normaal gebruikt was in verband met de relevante diensten uit klasse 38.
Gerechtvaardigde uitzondering op perpetuatio fori-beginsel
Hof Den Haag 5 oktober 2021, IEF 20819; ECLI:NL:GHDHA:2021:2856 (Primary Holdings tegen Nikon) Zie ook [IEF 17918]. Nikon houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en verkoop van optische en elektronische apparatuur. Nikon is houdster van een aantal Uniemerken. Primary Holdings Limited (PHL) is een vennootschap die meerdere domeinnamen onder haar beheer heeft. In eerste aanleg werd geoordeeld dat de rechtbank wel degelijk bevoegd was kennis te nemen van de vorderingen op grond van artikel 125 lid 2 UMVo aangezien Nikon haar woonplaats in Nederland heeft. In hoger beroep wordt door het hof geoordeeld dat er geen reden bestaat om af te wijken van het beginsel dat rechterlijke bevoegdheid vastgesteld moet worden op grond van de situatie zoals die was op het moment van het aanhangig maken van de procedure in eerste aanleg.
In Memoriam Paul Steinhauser
In het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom is stilgestaan bij het overlijden van Paul Steinhauser met een ‘In Memoriam’. Paul Steinhauser was ere-redacteur van het BIE.
“Op 21 mei 2022 is Paul Steinhauser op 78 jarige leeftijd plots heengegaan.
Paul Steinhauser studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, thans de Radboud Universiteit. Daarna kende Paul een succesvolle loopbaan als advocaat. Hij was een icoon in de IE-wereld en advocaat in hart en nieren. Hij was sinds 1976 vennoot bij het kantoor Dutilh van der Hoeven & Slager en vervolgens bij Nauta Dutilh, na de fusie in 1990 met het kantoor Nauta van Haersholte.
Artikel ingezonden door Rudi Holzhauer, The Legal Group.
Nieuwe regels voor influencers
Per 1 juli zijn er nieuwe reclameregels bijgekomen voor influencers en hun marketing. Vanaf deze datum vallen influencers op YouTube, Instagram en TikTok met meer dan 500.000 volgers officieel onder het toezicht van het Commissariaat voor de Media. Dat brengt extra regels met zich mee. Zo moet je je aanmelden bij o.a. het Commissariaat voor de Media en moet je duidelijk op je profiel informeren over wie je bent. Maar ook gelden er aanvullende reclameregels door een aanpassing van de Reclamecode Social Media & Influencer Marketing.
Nieuwe regels voor video-uploaders – de Mediawet
Op Europees niveau is in 2020 een richtlijn gewijzigd waardoor ook video-uploaders op social mediakanalen onder de regels kunnen vallen. Alle Europese landen dienen daar in hun land invulling aan te geven. In Nederland is de Mediawet hiervoor aangepast, waardoor de regels die eerder alleen voor traditionele media-instellingen golden, nu ook (kunnen) gelden voor video-uploaders. Per 1 juli 2022 moet een groep video-uploaders zich registreren bij het Commissariaat voor de Media en zich houden aan de regels in de Mediawet.
Lees hier het gehele artikel van Rudi Holzhauer op Thelegalgroup.nl.
Vacature: formalities officer bij V.O.
Voor de kantoororganisatie van V.O. in Den Haag zijn wij op zoek naar een Formalities Officer. Kwaliteit en nauwkeurigheid staan hierbij hoog in het vaandel. Je maakt onderdeel uit van een enthousiast team dat bestaat uit 11 gedreven collega’s. Dit team is verantwoordelijk voor het aanvragen van octrooien (voornamelijk Nederland/Europa/internationaal) en het verzorgen van de formaliteiten met betrekking tot de gehele octrooiprocedure.
Lees verder >>
Vacature: trainee patent attorney bij V.O.
V.O. zoekt een Trainee Patent Attorney. Heb jij je master of PhD Natuurkunde, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Industrieel Ontwerpen of van een andere technische studie op zak? En nog lang niet uitgeleerd? Ga je een intellectuele uitdaging en een eigen verantwoordelijkheid niet uit de weg? En wil je met jouw technische kennis topbedrijven juridisch en strategisch adviseren, zodat zij alles uit hun innovatie halen? Dan is de functie van Trainee Patent Attorney echt iets voor jou.
Lees verder >>
Uitspraak ingezonden door Arjen Schram, Wieringa Advocaten.
Verwarring tussen handelsnamen valt niet te duchten
Rb. Limburg 8 juni 2022, IEF 20816; ECLI:NL:RBLIM:2022:6470 (P-P Consult Rct tegen Mr. Jobs) In deze procedure staan de handelsnamen "Mister Jobs" en "Mr. Jobs" tegenover elkaar. Eiseres exploiteert een uitzendbureau onder de naam Mister Jobs en is gevestigd in het Gelderse Rheden. Gedaagde exploiteert eveneens een uitzendbureau onder de naam Mr. Jobs en is gevestigd in het Limburgse Maasbracht. Eiseres vordert een verbod op het gebruik van de jongere handelsnaam Mr. Jobs. De rechtbank oordeelt dat de bestanddelen “Mister” en “Jobs” veelgebruikte aanduidingen van louter beschrijvende aard zijn, die het daarom met een beperktere beschermingsomvang zullen moeten doen. De rechtbank komt tot het oordeel dat de handelsnamen weliswaar auditief en begripsmatig met elkaar overeenstemmen, doch dat de overige omstandigheden ertoe leiden dat verwarring niet valt te duchten.
Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.
Voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af
Vzr. Rb. Amsterdam 1 juli 2022, IEF 20815; ECLI:NL:RBAMS:2022:4410 (Scopema tegen gedaagde) Een zaak over zit/slaapbanken en draaiplateaus voor in busjes. Scopema had gedaagde gedagvaard op grond van auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing en ongeoorloofd parasiteren. De voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af. Er is geen sprake van auteursrechten, omdat alle ingeroepen elementen niet origineel, ofwel banaal, ofwel functioneel bepaald zijn, of een combinatie van die drie. Aan de inbreukvraag wordt niet toegekomen. Slaafse nabootsing wordt ook afgewezen. Er is geen sprake van verwarring omdat de totaalindruk van de bank van gedaagde afwijkt van die van Scopema, en overgenomen keuzes zijn gedaan in het kader van de deugdelijkheid en bruikbaarheid van producten. Ook van een onrechtmatig profiteren van de prestatie van Scopema is geen sprake. Het enkele feit dat [naam bedrijf] distributeur is geweest is onvoldoende voor een geslaagd beroep op het leerstuk van parasiteren, waarvoor een hoge drempel geldt. De rechter weigert de door Scopema gevraagde voorzieningen.
Boetes wegens overtreding reclameverbod uit Tabaks- en rookwarenwet
Rb. Rotterdam 4 juli 2022, IEF 20814, RB 3668; ECLI:NL:RBROT:2022:5348 (Eiseres tegen verweerder) Verweerder meent dat eiseres het reclameverbod heeft overtreden en legt daarom een boete op aan eiseres. De vraag die in deze zaak centraal staat is of de afspraken van eiseres met wederverkopers aan te merken zijn als reclame in de zin van artikel 1 Tabaks- en rookwarenwet (Trw). Om van reclame te kunnen spreken hoeft er niet per se een tabaksproduct of aanverwant product publiekelijk te worden aangeprezen. Wanneer een wederverkoper op grond van de overeenkomst met eiseres een tegenprestatie kan/zal ontvangen, is er sprake van afspraken met als doel het bevorderen van de verkoop van tabaksproducten. Deze afspraken zijn aan te merken als ‘reclame’ en door het maken van deze afspraken wordt het reclameverbod overtreden. Op de afspraken die eiseres heeft gemaakt met wederverkopers zijn geen uitzonderingen van toepassing. De aan eiseres opgelegde boetes moeten wel worden gematigd vanwege het feit dat het rechtszekerheids- en evenredigheidsbeginsel te zeer in gedrang zijn gekomen.
Onvoldoende waarschijnlijkheid bescherming farmaceutisch octrooi
Hof van beroep Brussel 20 februari 2018, IEF 20812, IEFbe 3482, LS&R 2086; rolnr. 2018/KR/3 (Mylan tegen Icos) Zie ook de latere uitspraak: [LS&R 1764] en de gelijktijdige uitspraak: [IEFbe 3480]. Icos is een biotechnologisch bedrijf dat is overgenomen door de farmaceutische onderneming Eli Lilly & Company. Eli Lilly brengt het geneesmiddel Cialis op de markt, met als actieve bestanddeel tadalafil. Tadalafil maakt onderdeel uit van het octrooi EP 668 waarvan de beschermingsduur in 2017 is verstreken, na afloop van het aanvullend beschermingscertificaat 009. Icos is nog wel houder van het tweede generatie octrooi betreffende de doseringssamenstelling van tadalafil, genaamd EP 181. Het Hof oordeelt dat de bescherming die wordt ingeroepen door Icos omtrent EP 181 niet voldoende waarschijnlijk is, waardoor de vordering van Icos onvoldoende schijn van recht heeft om de door haar gevorderde maatregelen te verantwoorden. De vordering van Icos wordt daarom in hoger beroep als ongegrond bestempeld.