IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 5543

Productores de Música de España (Promusicae)

HvJ EG, 29 januari 2008, zaak C-275/06.

Auteursrecht. Spaanse prejudiciële vragen over verplichtingen van serviceproviders. “De lidstaten zijn (…) niet gehouden, in een situatie als die van het hoofdgeding de verplichting op te leggen om ter verzekering van de doeltreffende bescherming van het auteursrecht in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens te verstrekken.

De lidstaten dienen er krachtens het gemeenschapsrecht bij de omzetting van deze richtlijnen wel acht op te slaan dat zij zich baseren op een uitlegging daarvan die het mogelijk maakt een juist evenwicht tussen de verschillende door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten te verzekeren. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter omzetting van deze richtlijnen moeten de autoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten vervolgens niet alleen hun nationale recht conform deze richtlijnen uitleggen, maar er ook acht op slaan dat zij zich niet baseren op een uitlegging van deze richtlijnen die in conflict zou komen met deze grondrechten of de andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht, zoals het evenredigheidsbeginsel.”

Lees hier meer

IEF 5526

Een vergissing

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 januari 2008, LJN: BC2420 (Stichting Postwanorder tegen Otto B.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Reclamerecht. Overeenkomstenrecht. Geen geldig aanbod te koop aangeboden lcd tv voor 99 euro. Ontvangstbevestiging is geen opdrachtbevestiging. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch bekrachtigt het vonnis waarvan beroep (lees dat vonnis hier).

Otto heeft naar voorlopig oordeel van het Hof voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een vergissing (oneigenlijke dwaling) en in dat verband genoegzaam aangetoond dat door een fout in haar computersysteem de bij de wandsteun behorende prijs abusievelijk als koopprijs bij de lcd tv is vermeld (r.o. 4.9).

Het verzenden van een opdrachtbevestiging betekent niet dat Otto haar wil heeft bevestigd. Het betreft hier geen ‘opdrachtbevestiging’ doch enkel een ontvangstbevestiging (r.o. 4.11). Daardoor heeft Otto ook niet afstand gedaan van haar recht op zich op artikel 3:33 BW te beroepen of dat sprake is van rechtsverwerking (r.o. 4.12). Daarnaast is niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Otto zich beroept op 3:33 BW (r.o. 4.13). Er is geen koopovereenkomst tot stand gekomen op grond van artikel 3:33 omdat aannemelijk is dat de verklaring van Otto niet in overeenstemming is met haar wil.

Bij de vraag of consumenten gerechtvaardigd mochten vertrouwen op de verklaring van Otto (3:35 BW) dient te worden uitgegaan van de gemiddeld geïnformeerde consument, waarvan verwacht mag worden dat hij zich tevoren globaal heeft georiënteerd op de prijzen van lcd tv’s. Door de wijze van aanbieden van de lcd tv moet de consument begrijpen dat sprake is van een vergissing, omdat hij weet, althans behoort te weten dat prijzen van vergelijkbare lcd tv’s variëren van ca. € 700,00 tot ongeveer € 1.300,00 (r.o. 4.16).

Het verschil in prijs is volgens het Hof zo aanzienlijk dat er in ieder geval reden is tot twijfel. Ingeval van twijfel omtrent de juistheid van de prijs dient de consument dienaangaande nader onderzoek te verrichten (artikel 3:11 BW). Een dergelijk onderzoek is niet bezwaarlijk. Een van de voordelen van internet is nu juist dat de consument betrekkelijk eenvoudig, want vanachter de pc, kan achterhalen welke prijzen voor dezelfde of vergelijkbare lcd tv’s door andere dienstverleners worden gehanteerd. Ook een eenvoudig telefoontje naar de klantenservice van Otto zou hebben volstaan. Kortom: ook bij twijfel hadden de consumenten kunnen én moeten weten dat de door Otto vermelde prijs een vergissing was (r.o. 4.17). Daarbij is niet van belang dat Otto de lcd tv gedurende zeven dagen aanvankelijk voor een prijs van € 99,90, na drie dagen gewijzigd in een prijs van € 99,00, op haar website te koop heeft laten staan (4.18) noch dat tot tweemaal toe een bevestiging is verstuurd (r.o. 4.19).

De voorlopige conclusie van het hof is dat de aanvaarding van het aanbod bij gebreke van een met de verklaring overeenstemmende wil en bij gebreke van gerechtvaardigd vertrouwen aan de kant van de consumenten niet leidt tot gebondenheid van Otto.

Lees het arrest hier.

 

IEF 5525

De Joran-tapes

fb.gifFulco Blokhuis (Boekx): De Joran-tapes. Gepubliceerd in de Volkskrant, 5 februari 2008.

“En dus zou ook Joran auteursrecht kunnen hebben op zijn voorbankgesprekken. Hij koos zijn woorden ‘cono’, ‘focking’, ‘oceaan’ en ‘gezwogen’ immers zorgvuldig. En zijn woordkeus was zeker origineel. Dit heeft verstrekkende gevolgen. Hij zou iedereen kunnen verbieden die gesprekken te exploiteren. Wie dat al heeft gedaan, moet de winst die daarmee gemaakt is afdragen. (…) Maar Joran kan de goed gevulde broekzakken van Peter en SBS wel leegtrekken voor verdere exploitatie, zoals bijvoorbeeld CD’s, DVD’s of merchandise met daarop een van zijn kenmerkende uitspraken. Het huisje in Spanje komt voor Joran weer in beeld.”

Lees hier meer.

IEF 5502

Regels uit richtlijn

"Stichting Reclame Code past regels uit richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken per 1 februari 2008 toe. Sinds medio december 2007 gelden in alle 27 landen van de EU nieuwe wettelijke regels betreffende oneerlijke handelspraktijken (OHP). De Stichting Reclame Code (SRC) heeft de nieuwe regelgeving opgenomen in de Nederlandse Reclame Code. Zij zal deze per 1 februari toepassen op alle reclame-uitingen die sinds 12 december 2007 verschenen zijn. Behalve dat de nieuwe regels gelden voor B-to-C reclame, zullen zij ook van toepassing zijn op B-to-B reclame."

Lees hier meer.

IEF 5501

Het begrip belanghebbende

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 januari 2008, LJN: BC2703, Dijkzicht Beheer B.V. tegen Euro Management Consultants België N.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort, weinig opzienbarend arrest over o.a. begrip 'belanghebbende' bij vordering tot vervallenverklaring merk.

Door de eigenaar van geintimeerde, Euro Management Consultants België (EMC België) en de directeur van appelante, Dijkzicht, is in 1997 Euro Management Consultants B.V. opgericht. Dijkzicht heeft deze naam vervolgens als woordmerk gedeponeerd. De samenwerking loopt stuk, Euro Management Consultants B.V. gaat failliet en de vraag blijft over wie de naam mag blijven gebruiken.

EMC België roept in eerste aanleg op succesvolle wijze het verval van het merkrecht wegens niet-gebruik in. In appel betoogt Dijkzicht dat EMC België de vervallenverklaring niet kan inroepen, omdat zij niet is aan te merken als belanghebbende. EMC België zou zich namelijk schuldig hebben gemaakt aan malversaties, die erop gericht waren de belangen van Dijkzicht te schaden.

Het Hof oordeelt dat dit niet terzake doet bij de beantwoording van de vraag of een partij een belanghebbende is:

"4.8 Het hof overweegt hierover het volgende. Het begrip 'belanghebbende' in verband met het inroepen van verval dient op zichzelf ruim uitgelegd te worden. EMC België valt daar in beginsel onder; dat is tussen partijen niet in discussie. Echter, het begrip is in die zin beperkt dat er niet onder valt degene die op grond van bijzondere omstandigheden onbehoorlijk zou handelen jegens degene van wiens merk hij de vervallenverklaring vordert. Van dergelijk onbehoorlijk handelen is sprake indien dat handelen neerkomt op misbruik van bevoegdheid.

De omstandigheden die Dijkzicht in dit verband aanvoert betreffen handelen van EMC België dat op zichzelf genomen los staat van het voeren van het merk. Het door Dijkzicht gestelde onbehoorlijk handelen betreft daardoor een andere situatie dan waarop de hiervoor bedoelde beperking van het begrip 'belanghebbende' ziet. Ook indien hetgeen Dijkzicht over het handelen van EMC België heeft aangevoerd juist is, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat EMC België misbruik van bevoegdheid maakt door de vervallenverklaring van het merk te vorderen dan wel anderszins daardoor zodanig onbehoorlijk jegens Dijkzicht handelt dat zij niet als belanghebbende in de zin van artikel 2:27 BVIE kan worden aangemerkt.”

Rechtsinstandhoudend gebruik van het merk wordt niet bewezen geacht, evenals het gestelde eerste gebruik van de handelsnaam. Ook is er geen sprake van misbruik van procesrecht zijdens EMC België. Het Hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Bosch.

Lees arrest hier.

IEF 5500

Trollbeads

Rechtbank Arnhem 10 januari 2008, KG ZA 07-798. D-Sign Denemarken B.V. en Lise Aagaard Copenhagen APS tegen StudioSV B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken. Verbod om met gebruikmaking van de merknaam Trollbeads te afficheren als geautoriseerde dealer van het distributienetwerk van D-sign.

Lise Aagaard brengt onder de naam Trollbeads in 40 landen diverse kralen op de markt, waarin glas is verwerkt. Hiermee kunnen kopers zelf sieraden maken. D-sign is door Aagaard als exclusieve distributeur in de Benelux aangesteld. D-sign heeft hiervoor een aantal juweliers als exclusieve dealer geselecteerd, maar heeft hiermee geen dealerovereenkosmten gesloten. Wel 'Voorwaarden met betrekking tot de zakelijke relatie'.

D-sign heeft geconstateerd dat op de internetsite van StudioSV Trollbeads te koop worden aangeboden. D-sign vordert onder meer het gebruik van het merk Trollbeads en de foto's van de producten te verbieden. De rechtbank acht zich op grond van artikel 99 GMVo bevoegd kennis te nemen van de in kort geding gevorderde voorlopige maatregel.

D-sign beroept zich ten eerste op inbreuk op haar merkrecht. Nu StudioSV de kralen van het merk Trollbeads heeft betrokken van een erkende dealer van D-sign binnen de gemeenschap (hetgeen aangetoond is door overlegging van een proces-verbaal van een notaris), kan D-sign zich niet verzetten tegen het verdere gebruik van het gemeenschapsmerk Trollbeads voor die waren door StudioSV.

Dat de verkoop via internet afbreuk zou doen aan de exclusiviteit van het merk, hetgeen een gegronde reden zou zijn tegen verzet van verhandeling, acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt. 'Niet gebleken is dat het merk Trollbeads door StudioSV zodanig is afgebeeld dat daarmee ernstig afbreuk is gedaan aan het door de merkhoudster gestelde luxueuze imago. Enige mate van afbreuk aan de allure van het merk, bijvoorbeeld doordat StudioSV wellicht ook gelijksoortige artikelen van mindere kwaliteit verkoop, is daarvoor blijkens de genoemde jurisprudentie niet voldoende.'

Met betrekking tot de gestelde indruk van een commerciële relatie is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat StudioSV ten onrechte de indruk heeft gewekt dat zij tot het distributienet van de merkhoudster behoort of dat zij een commerciële band met D-sign heeft. Hiermee is StudioSV over de schreef gegaan en de voorzieningenrechter zal haar verbieden om dit ongeoorloofde gebruik van het merk te hervatten. Dit verbod laat onverlet dat D-sign zich niet op grond van hun merkrecht kunnen verzetten tegen de onafhankelijke wederverkoop van hun kralen en toebehoren met gebruikmaking van de merknaam Trollbeads.

Het standpunt dat het openbaarmaken en verveelvoudigen van de foto's van de Trollbeads inbreuk maakt op het auteursrecht van Aagaard kan de voorzieningenrechter, onder verwijzing naar Dior/Evora I, niet volgen.

Het beroep op onrechtmatig handelen van StudioSV kan volgens de rechter in kort geding niet slagen, ongeacht eventuele wetenschap van StudioSV, omdat D-sign in het licht van de door de rechter aangehaalde jurisprudentie onvoldoende bijkomende omstandigheden hebben gesteld dan wel aannemelijk hebben gemaakt, die het handelen van StudioSV onzorgvuldig maken.

Slechts toewijsbaar is een verbod om zich met gebruikmaking van de merknaam Trollbeads te afficheren als geautoriseerde dealer van het distributienetwerk van D-sign of anderszins de indruk te wekken een bijzondere commerciële band met D-sign te hebben. De kosten worden tussen partijen gecompenseerd.

Lees het vonnis hier.

IEF 5499

Hij neemt het roer over

Het NUV bericht: "Aad Kosto nieuwe voorzitter Auteursrechtbelangen. Oud-minister en voormalig lid Raad van State, mr. A. Kosto, wordt per 1 februari voorzitter van de Stichting Auteursrechtbelangen. Hij neemt het roer over van Rob Stuyt, voorzitter sinds de oprichting van de stichting in 1984. In de Stichting Auteursrechtbelangen werken organisaties samen die zich bezighouden met de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten, waaronder het NUV."

IEF 5498

Gem Gim

Vzr. Rechtbank Rotterdam, 14 juli 2006,  Gemnet B.V. tegen Stichting Stimular.

Nieuwe oude domeinnaamzaak via Domjur.nl.  Domeinnaam gimnet.nl.  “De tekens ‘gemnet’ en ‘gimnet’ zijn niet identiek, zodat het beroep van Gemnet op art. 13A lid 1 sub a BMW faalt. Het beroep op art. 13A lid 1 onder b BMW faalt eveneens, omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van soortgelijke waren als bedoeld in die bepaling.v (…) Gemnet kan zich evenmin met succes beroepen op het bepaalde onder c en d van genoemd artikel, omdat zij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Stimular door gebruik van het teken ‘gimnet’ als domeinnaam ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk ‘gemnet’.

Onder de naam Gimnet wordt uitsluitend een website onderhouden die informatie verschaft, zodat naar oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake is van het drijven van een onderneming onder die naam in de zin van art. 1 Hnw en het beroep op art. 5 en 5a Hnw wordt verworpen. Volgens de voorzieningenrechter evenmin sprake van onrechtmatig handelen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de naam niet misleidend gebruikt. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Gemnet af.”

Lees hier meer.

IEF 5497

Auteurswet zonder 1912

Kamerstuk  31248, B, Eerste Kamer.  Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Justitie (Reparatiewet III Justitie). Eindverslag van de vaste commissie voor justitie, vastgesteld 29 januari 2008.

“Het onderzoek van dit voorstel heeft de commissie geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.”

Lees hier meer. Eerder bericht hier.