IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 4259

Geen stap verder

SAGR.bmpCollege van Beroep RCC, Stichting Alcoholpreventie (STAP) tegen Stichting Amstel Gold Race (met dank aan Ebba Hoogenraad, Steinhauser Hoogenraad)

Opgekomen wordt tegen het eerdere oordeel van de RCC dat, gelet op het feit dat de Stichting Amstel Gold Race een zelfstandige organisatie met een eigen naamsbekendheid en met een eigen logo is dat op een aantal belangrijke punten afwijkt van dat van Amstel Bier, er geen sprake is van verwarringsgevaar met reclame voor alcoholhoudende drank.

STAP stelt dat de reclame-uiting, waarop een sporter is te zien met een tenue met het logo van de Stichting Amstel Gold Race, in strijd is met art. 28 RvA, welke bepaling reclame voor alcoholhoudende drank op een individuele sporter verbiedt. Het College acht dat hier geen sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank.

Volgens het College van Beroep is voldoende aannemelijk gemaakt dat het gemiddelde in aanmerking komende publiek de onderhavige reclame-uiting zal opvatten als aanprijzing van de Amstel Gold Race. Daarbij is niet van belang of ten aanzien van de beide logo's "gevaar voor verwarring" bestaat. Ook al heeft het Amstel Gold Race logo duidelijke overeenkomsten met het biermerk Amstel, en ook al zijn er in zoverre associaties, toch wil dat nog niet zeggen dat op het wielershirt bierreclame wordt gemaakt. Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.

Lees de beslissing hier.

IEF 4258

De flesvormige interieurs

fw.JPGGerechtshof 's-Hertogenbosch, 12 juni 2007 LJN: BA7814. Appellante Sub 1, Emkapak Verpakkingen BV, Keku-Kist BV, Appellant Sub 4 tegen Present International BV

Geen auteursrecht op het interieur van wijnkisten. Geen sprake van slaafse nabootsing wegens gebrek aan onderscheidend vermogen.

Appellant sub 1 houdt zich bezig met de im- en export van geschenkverpakkingen, waaronder wijnkisten en heeft een ‘interieur’ ontworpen dat in een houten wijnkist kan worden aangebracht om daarin flessen wijn (voor één, twee of drie flessen) te leggen. De flesvormige interieurs zijn gemaakt uit bordeauxrood kunststof met een fluweeleffect en zijn voorzien van een kliksysteem om de fles(sen) op de plaats te houden. Present International BV, die zich onder meer bezighoudt met de verkoop van wijnverpakkingen, heeft eenzelfde serie interieurs voor wijnkisten op de markt gebracht.

Volgens appellanten rust er auteursrecht op de door haar ontworpen interieurs, omdat deze een aantal specifieke kenmerken vertonen die er een eigen karakter aan geven en die niet voortvloeien uit louter technische vereisten. Het hof oordeelt anders.

"4.8 Naar het voorlopig oordeel van het hof is de vormgeving van de drie interieurs, zoals deze blijkt uit de door appellanten overgelegde producties, in overwegende mate ingegeven door het technisch effect ervan en niet door de persoonlijke invulling van de maker. Bij deze interieurs gaat het er bovenal om dat de flessen eenvoudig in de kist kunnen worden geplaatst, daar zonder veel moeite weer uit kunnen worden gehaald en dat zij in de tussentijd goed op hun plaats blijven ook als de kisten worden bewogen of verplaatst. Om dat te bereiken is een flesvormig interieur nodig met een kliksysteem, zoals dit overigens ook al van andersoortige verpakkingen bekend was (zoals bij pennen), en met uitsparingen, uitstulpingen en tussenschotten (ingeval van twee of drie flessen) die een zekere hoogte dienen te hebben. Aan appellanten kan worden toegegeven dat bij die verschillende onderdelen persoonlijke keuzes van de ontwerper mogelijk zijn, maar deze betreffen naar het voorlopig oordeel van het hof op het geheel van de voor het overige in de markt reeds gebruikelijke vormgeving zodanig geringe aspecten dat niet gesproken kan worden van een eigen oorspronkelijk karakter met het persoonlijk stempel van de maker. Dit betekent dat voorshands geconcludeerd dient te worden dat het beroep van appellanten op een haar toekomend auteursrecht niet opgaat."

Met betrekking tot de eveneens gestelde slaafse nabootsing oordeelt het hof dat de vormgeving ten opzichte van de interieurs van de overige verpakkingsproducten geen eigen plaats inneemt. "4.13 De consequentie hiervan is dat reeds vanwege het ontbreken van onderscheidend vermogen van de interieurs van appellanten geen sprake kan zijn van toewijzing van haar vordering op grond van de door haar gestelde slaafse nabootsing, zodat beantwoording van de vraag of Present tekortgeschoten is in haar verplichting om alles te doen om verwarring(sgevaar) te voorkomen niet aan de orde komt (…)." Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter.

Lees het vonnis hier.

IEF 4257

Alle rechten vallen terug aan jou

Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, 20 juni 2007, LJN: BA8183. Foreign Media B.V. tegen Werknemer.

Arbeidsrechtzaak over o.a. een key man’s clause in een auteursrcontract, een clausule waarmee de uitgever een sterauteur, die al eerder back-catalogue problemen met een uitgever heeft gehad, weet over te halen bij zijn uitgeverij te komen.

“Werknemer is in mei 2005 een overeenkomst met auteur Carry Slee aangegaan. Bij brief van 6 mei 2005 heeft werknemer aan Slee onder meer het navolgende bericht:

‘Na jouw vervelende ervaring bij PcM Algemene Boeken, heb je gevraagd om een overkoepelende overeenkomst die extra bescherming biedt voor al jouw titels. Op jouw verzoek bevestig ik daarom hierbij dat voor alle overeenkomsten geldt dat ik persoonlijk werkzaam moet zijn bij Foreign Media Group. Met alle overeenkomsten wordt bedoeld: de contracten die FMG reeds met jou heeft afgesloten, alle toekomstige contracten die we samen nog gaan afsluiten en de contracten die wij hopen te gaan overnemen van jouw vorige uitgevers. Wanneer ik niet langer bij Foreign Media Group werkzaam zou zijn, vervallen alle rechten met onmiddellijke ingang terug aan jou. Jij kunt dan handelen alsof artikel 15.3 volgens het modelcontract voor de uitgave van oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk van toepassing is. Kortom, alsof Foreign Media Group in staat van faillissement verkeert (...).’

De rechbank oordeelt: “Wellicht dat werknemer de komst van Slee naar Foreign Media beter uit had moeten onderhandelen, in die zin dat in de overeenkomst geen key man's clause zou worden opgenomen, maar vast staat dat de komst van Slee voor Foreign Media zeer voordelig was. Daarnaast volgt uit de verklaring van Slee dat het initiatief tot de key man's clause in de overeenkomst op haar initiatief tot stand is gekomen. Tevens is verklaard dat een dergelijke clausule in de wereld waarin Foreign Media zich begeeft zeer gebruikelijk is.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4256

Dit is een toereikende akte

akte.gif

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 juni 2007, KG ZA 05-2906. Starform B.V. tegen Time Out Holland V.O.F. c.s.

Voor wie net bezig was een uitgebreide akte van overdracht op te stellen: “4.21 De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de rechten op de strik aan Starform zijn overgedragen. Time Out betwist dat de onder 2.3. getoonde akte toereikend is om een overdracht van auteursrecht te bewerkstelligen, nu alle gegevens omtrent de ontwerper ontbreken. Dit verweer van Time Out gaat niet op. Blijkens art. 2 lid 2 Aw geschiedt de levering, vereist voor de overdracht van het auteursrecht, door een daartoe bestemde akte. De onder 2.3. getoonde akte, waarbij het ontwerp van de strik is afgebeeld, is gelet op het bepaalde in art. 2 Aw toereikend. Time Out heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist dat de handtekening op die akte van Tamis is. Het is derhalve duidelijk dat de akte is ondertekend door de maker, die blijkens de akte alle rechten op de strik heeft overgedragen aan Starform. Het auteursrecht op de (stickervellen met) strik(jes) komt gelet hierop Starform toe.”

Nadere bespreking volgt. Lees het vonnis alvast hier.

IEF 4255

Rijksoctrooiwet

2k.bmpKamerstukken 30975 (R 1821), nrs.7, 8 & 9, 2e Kamer.  Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995);

- Tweede nota van wijziging:

“Deze nota van wijziging bevat slechts een strikt wetstechnische verbetering. Bij de wijziging van artikel 23, derde lid, als voorgesteld in de nota van wijziging, gedrukt onder nummer 6, is abusievelijk niet uitgegaan van de tekst van dat lid zoals dat in het najaar van 2007 zal gaan luiden. Dan zal namelijk artikel 23, derde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 worden gewijzigd door de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel J, onder 2, van de Rijkswet van 17 november 2005 (Stb. 2006, 22). Deze nota van wijziging, die puur wetstechnisch van aard is, strekt dus uitsluitend tot rechtzetting van deze misstelling.”

- Motie van het lid Aptroot c.s. over een voorlichtingscampagne voor het mkb over octrooi:

“Verzoekt de regering het midden- en kleinbedrijf met een voorlichtingscampagne te informeren over de mogelijkheden van een octrooi.”

- Motie van de leden Aptroot en Gesthuizen over het gebruik van innovatievouchers:

"Verzoekt de regering het mogelijk te maken dat innovatievouchers ook kunnen worden gebruikt voor het aanvragen van octrooi en de Kamer daartoe voor 1 oktober 2007 een voorstel voor te leggen.”

IEF 4254

Familieruzie

jnhs.gifRechtbank Roermond, 7 maart 2007, LJN: BA7784. Hoes B.V., Telstar B.V. tegen Johnny & Jacqui Hoes BVBA c.s.

Voor de liefhebber. Familieruzie over de rechten op de zogenaamde Oude Catalogus, een bestand van ongeveer 25.000 geluidsopnamen van muziekwerken van diverse artiesten. Geen inhoudelijk IE-vonnis, maar wel interessant uit het oogpunt van rechtenbeheer en royalties. Wat zit in welke B.V. Wie heeft recht op welke erfenis en wat moet er gebeuren met de royalty’s van de Zangeres Zonder Naam?&

Eiser Hoes sr., bekend onder de naam Johnny Hoes, heeft tijdens zijn schrijf- en zangcarrière heeft hij de liedjesteksten ondergebracht in Telstar. Telstar was eigenaar van een bestand van muziekwerken en tot 1 april 1990 gerealiseerde geluidsopnamen daarvan, vastgelegd op banden met daarop ongeveer 25.000 titels van diverse artiesten (de Oude Catalogus) De ongeveer 2.700 werken (de Nieuwe Catalogus) die na 1 april 1990 in Telstar zijn geproduceerd, zijn ondergebracht in Hoes B.V.  De Oude Catalogus is vervolgens verkocht aan een derde partij en vervolgens gekocht door gedaagde Johnny en Jacqui Hoes BVBA (toen nog B.V.), waarvan de in april 2002 overleden dochter van Hoes sr. De enig aandeelhouder en bestuurder was. De gedaagden sub 2 t/m 4 zijn de erfgenamen van de dochter.

Heel erg kort gezegd oordeelt de rechtbank dat het onderbrengen van de Oude Catalogus in een aparte besloten vennootschap niet méér geweest dan een juridische constructie om die catalogus veilig te stellen tegen verhaal. Het betalen door de Hoesgroep van de royalties aan de artiesten duidt ook op de economische zeggenschap. Uit een en ander leidt de rechtbank af dat de Oude Catalogus bij overeenkomst van 7 maart 1994 rechtsgeldig is verkocht aan Johnny en Jacqui Hoes B.V., maar wel ten titel van beheer ten behoeve van Hoes. De rechtbank is eveneens van oordeel dat Hoes de economische eigendom van de Oude Catalogus heeft en dat de BVBA de Oude Catalogus en alle daarmee verband houdende rechten aan Hoes dient over te dragen.

De rechtbank veroordeelt de BVBA de Oude Catalogus en alle daarmee verband houdende rechten om niet over te dragen aan Hoes door overhandiging aan de bestuurder van Hoes in persoon van de geluidsbanden van de Oude Catalogus en het overdragen van de rechten terzake van die catalogus binnen twee dagen na betekening van dit vonnis. De BVBA wordt eveneens veroordeeld aan Telstar de verschuldigde royalty’s van de Zangeres Zonder Naam te betalen.

Lees het vonnis hier.

IEF 4245

Voorgerecht

iens.jpgKort geleden werd de website zienst.nl gelanceerd. Consumenten kunnen op deze site hun oordeel geven over Amsterdamse dienstverleners. Over de naam Zienst.nl had Iens, de bekende (online) restaurantgids, vrijwel meteen haar oordeel klaar en sommeerde te stoppen met het gebruik van de naam Zienst, omdat daarmee inbreuk zou worden gemaakt op het door haar geregistreerde woordmerk IENS. Iens geeft verder geen commentaar, de makers van Zients zien het allemaal niet zo en vinden hun eigen naam eigenlijk gewoon min of meer beschrijvend: “De naam Zienst is afgeleid van de woorden ‘zien’ en ‘dienst’, wat duidelijk maakt waar het op de site om gaat; de beoordelingen van consumenten over Amsterdamse dienstverleners.” en denken er wel uit te komen "laten we eerst om tafel gaan zitten, voordat we naar de rechter stappen."

Lees hier en hier iets meer.

IEF 4227

Pure laster

Videopersbericht Koninklijk Horeca Nederland. “In deze speciale videoboodschap praten Lucas Petit (lid van het Landelijk Bestuur) en directeur Jeu Claes over SENA. De aantijgingen van SENA dat Koninklijk Horeca Nederland haar leden financieel zou hebben benadeeld is pure laster. Koninklijk Horeca Nederland heeft zich volledig gehouden aan de contractuele afspraken met SENA. Koninklijk Horeca Nederland overweegt een stap naar de rechter als SENA niet stopt met haar lastercampagne.

Bekijk het filmpje hier.

IEF 4226

Een idee als zodanig

Handelingen Tweede Kamer,13 juni 2007, 80 80-4274. Behandeling voorstel van wet van de leden Van der Ham en Weekers tot wijziging van de Mediawet en de Auteurswet 1912 (regeling verstrekking programmagegevens , 29680).

“De Raad van State heeft forse kritiek op het voorliggende voorstel. Ik vind dat de indieners de argumenten van de Raad van State op een vrij gemakkelijke manier naast zich neer hebben gelegd. Eigenlijk suggereert de Raad van State om binnen de wetgeving de gehele geschriftenbescherming maar af te schaffen als hiervoor zou worden gekozen. Nu wordt slechts voor één onderdeel een uitzondering gemaakt. Ik vind dat eigenlijk raar. Ik vraag mij zelfs af of dat kan. Ik ben benieuwd naar het antwoord van de minister op de vraag – als dit wetsvoorstel in een volgende ronde aan de orde komt – of dat überhaupt wel kan. De Raad van State stelt voor om dan maar de koninklijke weg te bewandelen en de geschriftenbescherming voor alles af te schaffen. Ik ben benieuwd hoe de leden daarop reageren.”

("Aan artikel 10 van de Auteurswet worden een zesde en zevende lid toegevoegd, luidende:

6. De bescherming van het auteursrecht strekt zich uit tot uitingen en niet tot ideeën, procedures, werkwijzen of wiskundige concepten als zodanig.

7. De programmering van radio- of televisie-uitzendingen, alsmede de schriftelijke neerslag daarvan in lijsten of overzichten, wordt aangemerkt als een idee als zodanig in de zin van het zesde lid. Deze voortbrengselen van de geest zijn uitgezonderd van de bescherming voor andere geschriften in de zin van het eerste lid, onder 1°. ")

Lees de Handelingen hier.

IEF 4225

Een overbevolkt register

bk.JPGBas Kist (Shield Mark): Kosten EU-registratie merken niet verlagen. (Eerder gepubliceerd in het FD van donderdag 21 juni 2007).

Op het eerste gezicht lijkt verlaging van het tarief van Europese merkregistratie aantrekkelijk, maar zal op langere termijn nadelig uitwerken voor ondernemers. Een forse tariefverlaging zal leiden tot een enorme toevloed van Europawijde merkregistraties, waardoor het in de toekomst bijna ondoenlijk wordt om een naam te vinden die nog 'vrij' is. Daarnaast heeft het tot gevolg dat er veel kostbare juridische conflicten zullen ontstaan.

Kortgeleden namen de Europese ministers van justitie in Brussel het besluit om het tarief van een Europese Merkregistratie fors te verlagen. De reden hiervoor is dat het Europese Merkenbureau in Alicante veel te veel geld verdient. Het in 1996 opgerichte bureau, waar bedrijven hun merken Europawijd kunnen registreren, heeft nu al 120 miljoen euro op de bank staan en als het zo doorgaat hebben ze over een jaar of drie meer dan 300 miljoen in kas. Blijkbaar is het tarief dat bedrijven voor hun Europese merkregistratie betalen veel meer dan kostendekkend.

In een persbericht laat de voorzitster van de Brusselse bijeenkomst, de Duitse minister Brigitte Zypries, weten dat het om 'significantly lower costs' zal gaan. Daar voegt zij aan toe dat deze tariefverlaging natuurlijk heel goed is voor alle ondernemers die hun merken in Europa willen registreren.

Dat mag op korte termijn zo zijn, maar naar mijn mening is deze kostenverlaging op lange termijn voor ondernemers zeer ongunstig.

Naast een Europawijde registratie via het merkenbureau in Alicante, hebben ondernemers ook de mogelijkheid om hun merken nationaal per land te registreren. Elk land heeft nog steeds zijn eigen merkenregister. En dat is maar goed ook want heel veel ondernemers zijn eigenlijk alleen actief in een paar landen en zitten helemaal niet te wachten op registratie in alle 27 Europese landen. De kosten van zo'n nationale merkregistratie bedragen nu gemiddeld een zesde van die van een Europese registratie.

Als het Europese tarief, zoals nu gepland is, flink naar beneden gaat en het tarief van de nationale registraties dicht zal naderen, zullen veel ondernemers ervoor kiezen om hun merk Europees te registreren, zelfs als ze maar in twee of drie landen op de markt zijn. Voor een paar honderd euro meer krijg je immers bescherming in 27 landen in plaats van in één land en zo'n voordeeltje laat natuurlijk niemand lopen.

Gevolg is dat het Europese register vol zal lopen met Europawijde merkenclaims van bedrijven die eigenlijk maar in een heel klein deeltje van de EU-landen belangen

hebben. Voor bedrijven die een nieuw merk willen introduceren zal het hierdoor steeds moeilijker worden om namen te vinden die nog 'vrij' zijn. Dat is op dit moment al niet eenvoudig en het wordt straks met zo'n overbevolkt register echt een ramp.

Daarnaast zullen er ook veel meer kostbare juridische conflicten ontstaan. Conflicten die nooit waren ontstaan als iedereen zich zou beperken tot registratie van zijn merk in de landen waar het merk daadwerkelijk gebruikt wordt.

Al met al voldoende reden om op zoek te gaan naar een andere nuttige bestemming voor het miljoenenoverschot van het Europese Merkenbureau.

Bas Kist