HvJ EU Conclusie A-G: filteren verenigbaar met artikel 11 Handvest
HvJ EU Conclusie A-G 15 juli 2021, IEF 20633, IEFbe 3413, IT 3879; ECLI:EU:C:2021:613 (Republiek Polen tegen Europees Parlement) De zaak gaat over artikel 17 van Richtlijn 2019/790. Polen wil lid 4 sub b en c van dit artikel nietig verklaard hebben en subsidiair het hele artikel. Dit omdat het in strijd zou zijn met de in artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest) neergelegde rechten op vrijheid van meningsuiting en van informatie die gebruikers van deeldiensten genieten.
Het Nationaal IE-Studentencongres 2022
Op 11 mei vindt de 3e editie van het Nationaal IE-Studentencongres plaats!
Wil jij kennismaken met de advocaten van de top IE-kantoren van Nederland? Schrijf je dan gratis in voor het Nationaal IE-Studentencongres 2022.
Tijdens dit event kun je deelnemen aan verschillende workshops over octrooirecht, soft IP of mediarecht, verzorgd door advocaten van de Brauw Blackstone Westbroek, Brinkhof, Freshfields Bruckhaus Deringer, Hogan Lovells, HOYNG ROKH MONEGIER en Simmons & Simmons. Ook zullen IE-studieverenigingen het tegen elkaar opnemen in een pleitwedstrijd, waarna de dag feestelijk wordt afgesloten met een borrel. Deze dag is de ideale manier om meer te weten te komen over de verschillende advocatenkantoren en het intellectuele-eigendomsrecht!
Aanmelden kan t/m 17 april door je CV te mailen naar Britt.Morren@simmons-simmons.com.
Inbreuk op waterzuiveringssysteem autowasstraat
Rechtbank Rotterdam 30 maart 2022, IEF 20629; ECLI:NL:RBROT:2022:2421 (iClean tegen TSG) iClean verkoopt onder meer een biologisch (bacteriologisch) waterzuiveringssysteem voor wasstraten genaamd Bionic. iClean heeft het auteursrecht hierop rechtsgeldig verworven. TSG maakt met haar systeem dat als twee druppels water op de Bionic lijkt, inbreuk op dit auteursrecht. Volgens de rechtbank vloeit het uiterlijk van de Bionic niet enkel voort uit de noodzaak om een bepaald technisch effect te bereiken en is de combinatie van de genoemde elementen te kwalificeren als een werk. Schadevergoeding. TSG en gedaagde zijn hoofdelijke aansprakelijk.
Conclusie A-G over hoofdelijke veroordeling in proceskosten
HR Conclusie A-G 25 februari 2022, IEF 2628; ECLI:NL:PHR:2022:181 (Curator tegen Converse c.s). Deze merkenzaak gaat over uitputting: hebben A, B en D door het verhandelen van Converse-schoenen inbreuk gemaakt op de merkrechten van Converse c.s., of is hier sprake van uitputting? Het hof oordeelt in tegenstelling tot de rechtbank dat de bewijslast met betrekking tot de gestelde uitputting van het merkrecht op de curator rust, [IEF 19395], en [IEF 13012] en [IEF 17820]. Daartegen wordt volgens A-G Van Peursem tevergeefs in cassatie opgekomen door de curator. Ook de andere klachten van het principaal cassatieberoep ziet hij niet slagen. In het incidenteel cassatieberoep wordt volgens de A-G terecht een punt gemaakt van de afgewezen hoofdelijke proceskostenveroordeling van de gefailleerde vennootschappen. De andere klachten van het incidenteel cassatieberoep zien op de afwijzing van de gevorderde opgave en kunnen in zijn ogen niet tot cassatie leiden.
Vacature: ervaren merkengemachtigde bij Brinkhof
Heb je een passie voor het merkenrecht plus ambitie en zin om aan de weg te timmeren? Vind je het leuk om zelfstandig te werken en initiatieven te ontplooien, maar ook om in teamverband te werken en overal bij betrokken te zijn? Dan ben je bij Brinkhof aan het juiste adres.
De praktijkgroep TMD (trademarks and designs) is een hecht team van advocaten en gemachtigden. Wij zoeken een ervaren merkengemachtigde om dat team te komen versterken. Dat kan ook in deeltijd.
Lees verder >>
HvJ EU: Nevenvorderingen beoordeeld naar recht van land waar inbreukmakende handelingen zijn verricht
HvJ EU 3 maart 2022, IEF 20626, IEFbe 3410; ECLI:EU:C:2022:152 (Acacia tegen Bayerische Motoren Werke) BMW is houder van een litigieus gemeenschapsmodel. Acacia produceert velgen voor motorvoertuigen en brengt deze op de markt in de EU. Dit zou volgens BMW inbreuk maken op het litigieuze gemeenschapsmodel, terwijl Acacia zich beroept op de reparatieclausule van artikel 110 VGM. De rechter in eerste aanleg wijst de vorderingen van BMW toe, met als gevolg dat Acacia de inbreuk op het modelrecht van BMW in Duitsland moet staken. De rechter heeft op de nevenvorderingen op grond van artikel 8(2) Rome II-verordening het Duitse recht toegepast. Volgens Acacia is het Italiaanse recht van toepassing. Hierover stelde het Oberlandesgericht Düsseldorf prejudiciële vragen [zie IEF 20282 voor de prejudiciële vragen].
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Arrest van hof verduidelijkt
Vzr. Rb Rotterdam 15 maart 2022, IEF 20625; ECLI:NL:RBROT:2022:2057 (Verduidelijking arrest) De vraag stond centraal of LONGi met door haar verhandelde zonnepanelen inbreuk maakte op een Europees octrooi van Hanwha. Zowel de voorzieningenrechter als het hof oordelen dat LONGi onrechtmatig handelt. Volgens het hof zelfs ook op grond van directe octrooirechtinbreuk. In dit kort geding vraagt de eisende partij om verduidelijking van het arrest van het hof [zie IEF 20566]. De voorzieningenrechter beslist hiertoe de executie van 7.3 van het arrest tot en met maandag 21 maart 2022 te schorsen. Daarnaast wordt de tekst van de recall-brief verduidelijkt. Verder legt de voorzieningenrechter delen van het arrest van het hof verder uit. Andere voorstellen van eiseres tot aanpassing van het arrest worden geweigerd.
Distributieovereenkomst is opgezegd
Vzr. Rb Rotterdam 18 maart 2022, IEF 20624; ECLI:NL:RBROT:2022:2056 (ARVA Spices) ARVA Spices is een fabrikant van voedingsmiddelen en specerijen, waaronder kruidenmengsels. Het gaat om een eenmanszaak, opgericht door [persoon A]. Gedaagde was exclusieve distributeur van ARVA Spices tot [persoon A] overleed en de onderneming van ARVA Spices is voortgezet door zijn echtgenote. De advocaat van ARVA Spices heeft toen aan gedaagde medegedeeld dat alle afspraken die in het verleden zijn gemaakt door [persoon A] beëindigd zijn.
Advocaat is niet onafhankelijk
HvJ EU 24 maart 2022, IEF 20623, IEFbe 3409; ECLI:EU:C:2022:218 (PJ en PC tegen EUIPO) PJ was houder van het Uniewoordmerk Erdmann & Rossi. Nadat Erdmann & Rossi GmbH een vordering tot nietigverklaring had ingesteld, verklaarde het EUIPO het merk nietig. PJ heeft bij het Gerecht beroep tot nietigverklaring van deze beslissing ingesteld. Het inleidend verzoekschrift was ondertekend door een advocaat. PJ bleek medeoprichter en een van de twee vennoten van het advocatenkantoor dat hij had gemachtigd om hem te vertegenwoordigen via de advocaat, die voor rekening van dit kantoor optrad. Het Gerecht heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het inleidend verzoekschrift dus niet door een onafhankelijke advocaat was ondertekend.
Hoge Raad verwerpt beroep: octrooi en ABC blijven geldig
HR 25 maart 2022, IEF 20622, LS&R 2046; ECLI:NL:HR:2022:441 (Accord tegen NPS) Accord heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof [zie IEF 19380]. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten over het arrest van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen.