IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1301

Vrijdagmiddagberichten

1- Beroemdheden in het nieuws vanwege (vermeend) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten: Tennister (en: Tennisster) Maria Sharapova pakt DVD aan (zie hier) en Jessica Simpson vangt $15.000.000,- voor het gebruik van haar naam, maar er ontstaat ruzie over royalties (zie hier).

2- Strange copyright claims. “The Associated Press's claim at the bottom of this article on eWeek that: "This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed." This material may not be published? What? Hello, it's just been published. That's why you wrote it. Waste of time for AP to write articles that no one is allowed to read.” Lees meer hier.

IEF 10471

Krafft/Vitakraft

HvJ EG 1 december 2005, zaak C-512/04 P (Vitakraft tegen OHIM/Krafft; inzake: Krafft/Vitakraft) - dossier

(verwarring)

Hogere voorziening. Het Spaanse Krafft stelde op basis van haar Spaanse woordbeeldmerken met het woord ‘Krafft’ oppositie in tegen de inschrijving van het woordmerk ‘Vitakraft’.

Volgens het Gerecht van Eerste aanleg is er sprake van verwarringsgevaar, onder andere omdat het bestanddeel ‘Kraft’ voor het Spaanstalige publiek het meest onderscheidende bestanddeel is, aangezien dit geen betekenis heeft in het Spaans. Dit is een feitelijk beoordeling waar het HvJ EG zich niet over uitspreekt.

In zaak C-512/04 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 56 van het Statuut van het Hof van Justitie, ingesteld op 14 december 2004, Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG, gevestigd te Bremen (Duitsland) (advocaat: U. Sander), andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigde: G. Schneider), Krafft SA, gevestigd te Andoain (Spanje) (advocaat: P. Koch Moreno), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Schiemann, kamerpresident, M. Ilešič (rapporteur) en E. Levits, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: R. Grass, op 1 december 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

1. De hogere voorziening wordt afgewezen.

2. Vitakraft-Werke Wührmann & Sohn GmbH & Co. KG wordt verwezen in de kosten, met inbegrip van de kosten die in het kader van het procesincident zijn opgekomen.

IEF 1300

Uitzonderlijk omvangrijk

Rechtbank 's-Gravenhage, 1 december 2005,Heineken/Interbrew en Philips. Lang vonnis in kort geding in de zaak tussen Philips en Heineken: De rechtbank gaat uitgebreid in op de beoordeling van de geschiktheid van de zaak voor kort geding: "De onderhavige zaken zijn niet geschikt om in kort geding te worden beslist, omdat deze vanwege hun complexiteit niet vatbaar zijn om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht. Op grond van art. 256 Rv. zullen de door Heineken in beide procedures gevorderde voorzieningen dan ook worden geweigerd. [...] De zaken zijn in verschillend opzicht als uitzonderlijk complex aan te merken – ook als verdisconteerd wordt dat deze rechtbank vanwege haar exclusieve bevoegdheid in octrooigeschillen in Nederland in beginsel niet terugschrikt voor omvangrijke octrooizaken in kort geding."

Allereerst betreft het de omvang van de in kort geding aan de orde gestelde materie, te weten 5 ingeroepen Nederlandse registratieoctrooien, die elk op hun beurt ook uitzonderlijk omvangrijk zijn. Daarnaast zijn de zaken aanzienlijk feitelijk gecompliceerd. Voorts is in de twee zaken met name zijdens Heineken een in omvang buitensporig pakket producties ingebracht. Daarbij hebben de zittingen in beide zaken gezamenlijk bijna 12 uur geduurd. Bovendien zijn zowel de dagvaardingen als de pleitnota's buitengewoon omvangrijk. Ook zijn er zijdens Philips en Interbrew in de onderhavige kort gedingen 21 nieuwe, beweerdelijk nietigheidsschadelijke octrooischriften ingebracht, die niet eerder door de Europese examiners zijn getoetst of in de inbreukrapportages van de octrooigemachtigde van Heineken zijn besproken. Bovendien moet, aldus de rechtbank, bedacht worden dat Heineken op een naar zich laat aanzien rijkelijk laat moment met de onderhavige procedures is gekomen. Ook wordt meegewogen dat de inmiddels door Heineken aanhangig gemaakte bodemprocedure niet een procedure volgens het versneld regime in octrooizaken is, wat overigens een bewuste keuze is geweest. "De zaken zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ingewikkeld en te omvangrijk (gemaakt) voor kort geding, zodat het daarop gerichte formele verweer zijdens Philips en Interbrew behoort te worden gehonoreerd."

"Nu zij echter, zo stellen zij [Philips en Interbrew], toch gedwongen zijn geweest om de zaak inhoudelijk voor te bereiden [...] hebben zij in beide zaken uitdrukkelijk aangegeven dat het zeer op prijs zou worden gesteld, indien de voorzieningenrechter desalniettemin (ten overvloede) een inhoudelijk oordeel zou willen geven." De rechtbank oordeelt op een bijna verontschuldigende manier: "Het is van tweeën één: De zaken zijn geschikt of ongeschikt voor een voorlopige beoordeling in kort geding, en beetje geschikt bestaat in wezen niet. Bedoeld verzoek zou dan ook moeten worden genegeerd - hoe onbevredigend dat op zichzelf ook moge zijn; het kort geding kent nu eenmaal zijn beperkingen, een verantwoorde integrale beoordeling is op de aangegeven gronden in kort geding niet mogelijk. Daartoe moet de bodemprocedure worden afgewacht. Onbevredigend is ook, dat zij dezerzijds gaarne toegegeven, dat uit de aard van dergelijke kort gedingen pas ná de pleidooien kan worden beoordeeld, of alsdan een zodanige toelichting voorligt, dat het vereiste inzicht is verworven om tot een verantwoorde voorlopige beslissing te komen. Dat is juist het geval in mega-zaken, bij grote hoeveelheden stukken en meervoudige eis- en grondslagwijzigingen. Ook dat is evenwel nu eenmaal het gevolg van ons kort gedingstelsel."

"De voorzieningenrechter realiseert zich echter dat zowel partijen als de markt er bij gebaat zijn - althans gedeeltelijk en waar wel mogelijk - ook een inhoudelijk voorlopig oordeel te vernemen. Voor zover dat wel verantwoord wordt geacht en met de grootst mogelijke nadruk uitdrukkelijk ten overvloede, zal daartoe, mede gelet op de door partijen aangegeven grote commerciële belangen die in het spel zijn, bij wijze van uitzondering worden overgegaan."

De slotsom van de rechtbank leidt tot het afwijzen van alle inbreukeisen met nevenvorderingen van Heineken. De reconventionele eis in de zaak met rolnr. KG 05-1211 wordt toegewezen. Aldus wordt Heineken verboden te kennen te geven dat de PerfectDraft valt onder de beschermingsomvang de Nederlandse registratieoctrooien van Heineken. Tevens mag Heineken niet meer te kennen geven dat Philips bij de ontwikkeling van de PerfectDraft geheimhoudingsafspraken met Heineken heeft geschonden. Lees hier het vonnis.

IEF 1299

Eerst even voor jezelf lezen

Lang vonnis in kort geding in de zaak tussen Philips en Heineken: "De onderhavige zaken zijn niet geschikt om in kort geding te worden beslist, omdat deze vanwege hun complexiteit niet vatbaar zijn om in kort geding genoegzaam te worden toegelicht. Op grond van art. 256 Rv. zullen de door Heineken in beide procedures gevorderde voorzieningen dan ook worden geweigerd. [...] De zaken zijn in verschillend opzicht als uitzonderlijk complex aan te merken – ook als verdisconteerd wordt dat deze rechtbank vanwege haar exclusieve bevoegdheid in octrooigeschillen in Nederland in beginsel niet terugschrikt voor omvangrijke octrooizaken in kort geding."

Persbericht Rechtbank 's-Gravenhage, 1 december 2005: Kort geding vonnissen Heineken tegen Philips en Interbrew, vonnissen KG 05-1210 en KG 05-1211 Heineken/Philips en Interbrew. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage heeft bij vervroeging uitspraak gedaan en bij vonnissen van 1 december 2005 in beide zaken alle octrooi-inbreuk vorderingen van Heineken geweigerd. Lees persbericht en vonnis hier.

IEF 1297

General Public License v3 (3)

De herziening van de General Public License (die o.a. gebruikt wordt voor het programma Linux) begint meer vorm te krijgen (eerder bericht hier en hier). Volgens Gigalaw zal het eerste concept op 16 /17 januari 2006 op een conferentie bij het Massachusetts Institute of Technology gepresenteerd worden. Het tweede concept staat gepland voor de zomer van 2006. Meer informatie over de wijze waarop men deel kan nemen aan het herzienings proces is binnenkort beschikbaar op de site www.gplv3.fsf.org

IEF 1296

Buma bashing

VPRO's 3voor 12 doet verslag van de dinsdag gehouden eerste Creative Commons bijeenkomst in de Amsterdamse Waag.

Volgens het sfeerverslag blijkt de bijeenkomst al snel uit te lopen op een stevig potje 'Buma bashing'. "Na een iets te uitgebreide introductie over de werking van Creative Commons van Paul Keller, wordt, nog voordat iedereen in de zaal zich netjes heeft voorgesteld, al flink uitgehaald richting de BUMA door onder meer Marco Raaphorst (Melodiefabriek) en componist Hans Timmerman. "Ik heb de schurft aan de BUMA", laat een enkeling zich ontvallen".

Verder blijkt dat BUMA Creative Commons ziet als een aanval op haar monopolie-positie, terwijl CC van haar kant BUMA ziet als een onoverkomenlijk struikelblok. Uiteindelijk blijkt de belangrijkste conclusie van de avond te zijn dat de twee partijen een stukje dichterbij elkaar zijn gekomen. Creative Commons wordt gehoord, BUMA krijgt ook de kans om weer eens wat misverstanden over hun werkwijze uit de wereld te helpen. De kou is uit de lucht. "Ga om de tafel zitten en los het op", aldus Konrad Boehmer (componist, maar ook bestuurslid BUMA/STEMRA. Lees hier verslag 3voor12, hier en hier eerdere berichtgeving over Creative Commons.

IEF 1295

Boodschappen

'Adverteerders die reclameboodschappen willen versturen via Bluetooth moeten uitkijken. In sommige gevallen overtreden ze Europese regels. Dat zegt de Mobile Marketing Association (MMA), een internationale belangenvereniging van mobiele marketeers.' Lees hier meer (Emerce)

IEF 1294

Neerslag

Staatscourant 29 november 2005, nr. 232 / pag. 11. Vaststellingen selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000. Alle vaststellingen hebben vrijwel dezelfde tekst. 

- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Defensie beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Buitenlandse Zaken beleidsterrein beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Justitie beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Economische Zaken beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Financiën beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsterrein Auteursrecht

Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Verkeer en Waterstaat beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000  Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945–2000. 15 september 2005/Nr. C/S&A/05/1921

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995; De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 20 juli 2005, nr. arc-20005.02444/3); Besluiten:

Artikel 1 De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Auteursrecht over de periode (1912) 1945–2000’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 15 september 2005. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze: de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, namens deze: de Directeur Personeel, Informatie en Organisatie, L.W.F. Nix.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. OCW, VROM

Artikel 5 Archiefwet 1995

1. De zorgdrager is verplicht tot het ontwerpen van selectielijsten waarin tenminste wordt aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging in aanmerking komen.

2. De lijsten worden, nadat Onze minister de Raad voor cultuur, bedoeld in artikel 2a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, heeft gehoord, vastgesteld, voor zover het betreft:
a. archiefbescheiden van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de andere Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin: bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze minister, in overeenstemming met het betrokken overheidsorgaan;
b. archiefbescheiden van de ministeries: door Onze minister en Onze minister wie het mede aangaat;
c. archiefbescheiden van andere overheidsorganen: door Onze minister.

3. De vastgestelde lijsten worden gepubliceerd in de StaatscoVaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van VROM beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000 

Uit: Staatscourant 29 november 2005, nr. 232 / pag. 11

IEF 1293

Form einer Limonadenflasche

Arrest  GvEA, 30 november 2005, zaak T-12/04.   Almdudler-Limonade  tegen OHIM. (Alleen beschikbaar in het Duits en het Frans).

Daher ist es mit dem Grundsatz, dass die Unterscheidungskraft einer Marke im Hinblick auf die Waren zu prüfen ist, für die sie angemeldet worden ist, nicht unvereinbar, dass die Beschwerdekammer auf den allgemeinen Limonadenmarkt und nicht nur auf den Kräuterlimonadenmarkt, abgestellt hat.

Da, genauer gesagt, die Verpackung eines flüssigen Produkts ein zwingendes Vertriebserfordernis ist, misst ihr der Verbraucher in erster Linie bloße Verpackungsfunktion bei. Eine dreidimensionale Marke, die aus einer solchen Verpackung besteht, hat nur dann Unterscheidungskraft, wenn sie es dem normal informierten und angemessen aufmerksamen und verständigen Durchschnittsverbraucher einer solchen Ware ermöglicht, diese ohne Untersuchung, Vergleich oder besondere Aufmerksamkeit von der Ware anderer Unternehmen zu unterscheiden.

Hinsichtlich der Unterscheidungskraft ist mit der Beschwerdekammer festzustellen, dass die angemeldete Marke eine durchsichtige Glasflasche in einer für die Abfüllung von Limonaden gängigen Form ist, die gegenüber der üblichen Gestaltung keine Besonderheiten aufweist. Somit ist die Form der Flasche lediglich eine Variante der Grundverpackungsform der betreffenden Waren, die es dem betroffenen Verbraucher nicht ermöglicht, die fraglichen Waren von denen anderer Unternehmen zu unterscheiden.

Was den gemaserten oberen und unteren Flaschenbereich betrifft, so ist dieses Merkmal nur von Nahem und nur nach einer eher aufmerksamen Prüfung wahrnehmbar und wird daher nicht die Aufmerksamkeit des Durchschnittsverbrauchers erregen.

Daraus folgt, dass die Form der Flasche bei einer Beurteilung des von ihr hervorgerufenen Gesamteindrucks in Bezug auf die in der Markenanmeldung beanspruchten Waren nicht unterscheidungskräftig ist.

Folglich muss sich das HABM bei der Prüfung der Unterscheidungskraft einer dreidimensionalen Marke auf die der Anmeldung beigefügte Wiedergabe der angemeldeten Marke und gegebenenfalls auf die in dieser Anmeldung enthaltende Beschreibung beziehen. Daraus ergibt sich, dass das HABM Merkmale der angemeldeten Marke, die nicht in der Anmeldung und den sie begleitenden Unterlagen enthalten sind, nicht berücksichtigen kann.

Im vorliegenden Fall war die Goldfärbung der Ware weder in der der Anmeldung beigefügten grafischen Wiedergabe noch in der in dieser Anmeldung enthaltenen Beschreibung angegeben. Somit war die Limonadenfarbe entgegen dem Vorbringen der Klägerin nicht Gegenstand der Markenanmeldung.

(..)ist zu bemerken, dass das Vorbringen der Klägerin zu der Neigung der Wettbewerber zur Vermarktung ähnlicher Produkte in mehr oder minder identischer Verpackung nicht entscheidungserheblich ist. Ein solches Verhalten mag zwar unter Umständen für das nationale Recht des unlauteren Wettbewerbs relevant sein, kann aber einem Zeichen, dem Unterscheidungskraft von vornherein fehlt, nicht zu einer solchen verhelfen. Lees arrest.

 

IEF 1292

Woensdag Thuiskopiedag (2)

Minister Donner kondigde vandaag tijdens het Algemeen Overleg aan dat hij erop vertrouwt dat de SONT niet tot een heffing op MP3 spelers en videorecorders met een harde schijf zal besluiten. Vooralsnog ziet Donner geen reden om in te grijpen in de kwestie. Pas als de huidige zelfregulering niet goed werkt is er volgens Donner reden om te "corrigeren." Dit zou moeten blijken uit een besluit, en dat is er dus nog niet. Volgens Minister Donner en de Tweede Kamer is het niet zinvol om per land een vergoeding voor musici in te voeren. De apparaten kunnen namelijk makkelijk via internet in een land worden aangeschaft waar zo'n heffing niet bestaat. De Minister geeft aan dat ook SONT wacht op een voorstel van de Europese Commissie. (nu.nl)

Commissioner McCreevy gaf in zijn toespraak van 29 november reeds aan dat de Commissie momenteel werkt aan een in 2006 te verschijnen Recommendation on copyright levies in the information society (eerder bericht hier). In dezelfde speech uitte hij zijn bezorgdheid over het toepassen van heffingen op "multi-function devices": "I am also concerned that levies are being increasingly deployed on multi-function devices such as personal computers, hard disks and even printers. We are now carrying out an impact study and collecting empirical evidence on what needs to be done to give both the new technologies and their producers a fair deal in Europe. In the course of 2006, we will come forward with proposals to determine when and how the availability of DRM should trigger the phase-out of equipment levies."