IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 896

ter verdere harmonisatie

Kamervragen met antwoord nr. 2322. 2e Kamer 2004-2005.  Eerder bericht hier. Vragen van de leden Kortenhorst en Hessels (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de toepassing van octrooiregels. (Ingezonden 30 juni 2005); Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken). (Ontvangen 6 september 2005) "Ja, ik ken de berichten inzake Cordis. De gerechtelijke procedure tussen Cordis B.V. en Schneider Gmbh is onderdeel van een octrooigeschil tussen hun moederondernemingen, de farmaceutische multinationals Johnson & Johnson en Boston Scientific. Deze ondernemingen zijn sinds 1995 wereldwijd verwikkeld in octrooigeschillen en hebben deze in meerdere landen voor de rechter gebracht.

Ik heb geen informatie of signalen waaruit zou blijken dat de toepassing van octrooiregels in Nederland strenger is dan die in andere landen van de EU. Rechters kunnen overigens in individuele zaken in verschillende landen wel tot een verschillend oordeel komen. Naar huidige inzichten heb ik geen reden om aan te nemen dat het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen als gevolg van de Nederlandse rechtspraak in een ongunstiger positie verkeert dan concurrenten in andere EU-landen. Binnen Europa kennen we (nog) geen gemeenschappelijke rechtsgang voor octrooigeschillen. Als gevolg hiervan zijn het de nationale rechters die zich uitspreken over octrooizaken.

Naar mijn mening zou de consistentie van rechterlijke uitspraken in Europa verbeteren, wanneer bijvoorbeeld de Gemeenschapsoctrooiverordening met de daarin opgenomen centrale rechtsgang voor geschillen over gemeenschapsoctrooien, of de gecentraliseerde rechtsgang van het Europees Octrooiverdrag, zoals neergelegd in de zogenaamde «European Patent Litigation Agreement» (EPLA), tot stand zou komen. Ik zet me nadrukkelijk in voor de totstandkoming van deze verdragen. Tot op heden is over beide nog geen politieke overeenstemming bereikt. Momenteel ligt overigens ter verdere harmonisatie van het octrooirecht in algemene zin het voorstel voor implementatie van drie verdragen (Europees Octrooiverdrag-herziening, Vertalingenprotocol en Verdrag inzake Octrooirecht) in de Rijksoctrooiwet 1995 ter behandeling in de Tweede Kamer."

IEF 895

nooit eerder vernieuwd

Op 1 april 1996 kon voor het eerst een Gemeenschapsmerk worden aangevraagd. Dit betekent dat vanaf 1 november 2005 de eerste vernieuwingsverzoeken kunnen worden ingediend bij OHIM. Voor diegenen die een Gemeenschapsaanvrage hebben van 1 april 1996, maar waarbij het merk vanwege slepende kwesties nog steeds niet is geregistreerd, geldt de volgende procedure: wanneer het merk alsnog wordt geregistreerd, dienen gelijktijdig met de registratietaksen eveneens de vernieuwingstaksen te worden betaald. Een flinke smak geld, let hier dus op bij de (marketing)budgetten. Lees volledig bericht van OHIM hier.

IEF 894

Geschriftenbescherming

"De Nederlandse Omroep Stichting (NOS) is bezig met marktafscherming van programmagegevens voor de Nederlandse markt. Dit is de stelling van een aantal internationale leveranciers van programmagegevens die daardoor anoniem aan DutchMedia verklaarden niet actief te kunnen zijn op de Nederlandse markt. De leveranciers willen hun naam niet noemen omdat deze niet hun onderhandelingspositie in gevaar willen brengen. Ook het verwerken en verspreiden van de programmagegevens van Nederland 1, 2 en 3 voor distributie in Vlaanderen, Franstalig België en Duitsland blijken problematisch te worden." Lees hier meer.

IEF 893

het beschrijvende woord

Voorzieningenrechter Gerechtshof Leeuwarden, 31 augustus 2005, LJN: AU2305, Rolnummer 0500167. Diagnostic Ultrasound Europe tegen P.T.S. Holding c.s.

De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt, ingekort: "te vernietigen het vonnis door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle en de geïntimeerden alsnog te veroordelen om binnen drie dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis in kort geding alle concurrerende activiteiten, waaronder koop en verkoop van "bladder scanners", promotie en reclame daarvoor, het benaderen van de potentiële markt daarvoor, en het gebruik van de term "bladderscan" waarop appellante merkrecht heeft, te staken gedurende twee jaar vanaf datum dagvaarding in deze, danwel gedurende een door U E.A. in goede justitie te bepalen termijn, en als onderdeel daarvan de internetsite www.mcube-europe.nl te beëindigen gedurende dezelfde periode, alsmede binnen dezelfde termijn te verstrekken aan appellante een overzicht van door geintimeerden verkochte concurrerende producten, met daarbij de gehanteerde prijzen indien niet aan dit gebod is voldaan nadat drie dagen na voormelde betekening zijn verstreken.'

Enige inbreuk op welk IE-recht dan ook is volgens het hof voorshands echter onvoldoende aannemelijk geworden.

19. Dat P.T.S. c.s. inbreuk hebben gemaakt op het sinds 9 december 2004 door DxU bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerde woordmerk "BladderScan DXU" wordt betwist en is voorshands onvoldoende gebleken. Daarbij tekent het hof aan dat het enkele gebruik van het woord bladderscan niet als een zodanige inbreuk kan worden gezien, nu bedoeld woord niet meer is dan de engelse vertaling van het beschrijvende woord "blaasmeetapparatuur" en het een feit van algemene bekendheid is dat in de medische wereld het engels veelvuldig als voertaal wordt gebruikt.

20. Nu vaststaat dat DxU in Nederland geen patent heeft op haar bladderscanner kan het beweerdelijk onrechtmatig handelen van P.T.S. c.s. daarin niet zijn grondslag vinden, zoals de voorzieningenrechter onder overweging 4.6 van het beroepen vonnis kennelijk bedoeld heeft te zeggen. Met de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een zodanig complex aan omstandigheden dat voldaan is aan de vereisten welke de jurisprudentie stelt alvorens kan worden geconcludeerd dat er sprake is van oneerlijke concurrentie. Met name is onvoldoende komen vast te staan dat P.T.S. c.s. gebruik hebben gemaakt van kennis en gegevens omtrent klanten, welke zij in de samenwerkingsperiode bij DxU zouden hebben opgedaan.

21. Ook het gestelde omtrent de slaafse nabootsing en de schending van het auteursrecht is voorshands onvoldoende aannemelijk geworden. Rapporten (bijvoorbeeld van een terzake deskundig bureau) zijn niet overgelegd en op basis van de wel overgelegde producties (enkel de technische ontwerpen van Mcube - productie 11 in eerste aanleg - en een brief van [betrokkene] - productie 14 ) kan het hof de conclusies die DxU terzake in zijn stellingen heeft neergelegd niet delen. Derhalve is verder thans niet van belang wie de door P.T.S. c.s. op de markt gebrachte producten heeft vervaardigd en of Mcube al dan niet een door [geïntimeerde 2] gedreven eenmanszaak is, dan wel een andere (rechts)persoon. Lees arrest hier.

IEF 892

geen batterij advocaten

In aansluiting op dit eerdere bericht: Aan de onenigheid tussen presentatrice Yvon Jaspers en fotografe Melanie Rijkers over een door de laatste in opdracht van Japsers gemaakte en in de Telegraaf gepubliceerde foto van de BN-se in hoogzwangere en niet volledig geklede toestand blijkt een soort auteursrechtelijke geschil ten grondslag te liggen, een wanhopige schreeuw om naamsvermelding. Tenminste, dat lijkt af te leiden uit een artikel in BN/De Stem van afgelopen zaterdag. Helaas voor de fotografe laat art. 20 AW geen ruimte voor wat voor belangenafweging dan ook.

"Wel vindt ze (Melanie Rijkers) dat ze lang genoeg door het stof heeft gekropen. „Ik heb via de KRO Yvon gevraagd of ik een fotoserie van haar mocht maken. Daar ben ik goed in en dat heeft ze op mijn website vooraf ook gezien. Ze ging akkoord en het is een mooie serie geworden. Ze was er zelfs lyrisch over. Ik heb haar gratis een heel pak foto’s en een cd-rom gegeven. Daarnaast heb ik tegen kostprijs het geboortekaartje geleverd. We hebben duidelijk afgesproken dat mijn naam genoemd zou worden. Dat gebeurde telkens niet toen de kaartjes deze week in de publiciteit kwamen en dat klopt niet. Er zit copyright op die foto's en dan hoort men de naam van de fotografe te noemen. Daarom heb ik de volgende ochtend een mailtje naar de Telegraaf gestuurd met die foto. Daarin heb ik ook gewezen op het copyright. Maar bij de plaatsing ontbrak mijn naam opnieuw.“

Op de website van Jaspers staat dat ze de fotografe zal aanklagen omdat het privéfoto’s betreft. Rijkers vindt dat vreemd. „Ze heeft het copyright niet afgekocht of een contract gesloten dat ik er niets mee mocht doen. Net als in de kunst ben ik eigenaar van de foto’s. Ze wist ook dat ik het voor de naamsbekendheid deed. Trouwens ík heb haar gevraagd voor de reportage en dan zijn de foto’s van mij. Ik wilde ze voor mijn website gebruiken, maar heb nu besloten geen van de foto’s meer te publiceren, want in principe heb ik hun vertrouwen geschaad, dat zie ik ook wel. Anderzijds heeft zij dat ook bij mij gedaan door de naam van de fotografe niet te noemen toen de geboortekaartjes in de publiciteit kwamen. Overigens moet ze de kaartjes nog betalen. En ik ben nog steeds trots op de serie.“

„Ik heb geen batterij advocaten achter me. Als kunstenaar heb ik helaas te graag willen bewijzen dat ik de maker was van de foto en het geboortekaartje van baby Keesje en hiermee heb ik Yvons vertrouwen aangetast door haar foto te gebruiken als bewijs naar de media.“ (Bron: BN/De Stem)

IEF 891

Gezonde strijd

De supermarktoorlog heeft een nieuw strijdfront gekregen. Het Nederlands Dagblad bericht dat supermarktconcert Laurus boos is op Albert Heijn vanwege de introductie afgelopen weekend van het nieuwe gezondheidslogo, het Gezonde Keuze Klavertje (reg. nr. 1083670, als individueel merk gedeponeerd). Laurus stelt dat de supermarkten gezamenlijk een keurmerk zouden gaan gebruiken om gezonde producten aan te duiden, dit in navolging van de oproep van minister Hoogervorst en het Centraal Bureau Levensmiddelen. Als reactie op de introductie van het klavertjeslogo van Albert Heijn komen nu ook de A-merken met een eigen keurmerk.

IEF 890

Eerst even voor jezelf lezen

Hoge Raad, 9 september 2005, LJN: AT3135, Nr. C04/085HR. Vennootschap naar Antilliaans recht Navcom tegen Philips Nederland.  Bespreking volgt. Interessante uitspraak (octrooirecht), onder meer over overgangsrecht en de verschillen tussen de vereisten van nawerkbaarheid, industriële toepasbaarheid en inventiviteit.  Lees arrest hier.

IEF 889

Wie de schoen past (2)

In aansluiting op eerdere berichtgeving, meldt het ANP dat Schoenontwerper Jan Jansen afgelopen vrijdag aan de hand van diverse schoenen en ontwerpen heeft getracht de rechtbank Amsterdam er van te overtuigen dat Armani zijn ontwerp heeft gekopieerd. "Er zit een duidelijk vormgeving in", aldus Jansens advocaat Marcel de Zwaan. Advocaat Gregor Vos van Armani sprak van “een storm in een glas water” (is het nou echt zo dat IE-advocaten vaker dierennamen dragen dan andere advocaten, of lijkt dat maar zo?).

Jansen zou via de fabrikant van de vermeende Armani-variant hebben gehoord dat een stylist van de Italiaanse ontwerper Jansens schoen op het Waterlooplein zou hebben gekocht en vervolgens nagemaakt. Volgens advocaat Gregor Vos van Armani is daar geen bewijs voor. Armani heeft echter wel laten weten de schoen, die slechts in een geringe oplage is vervaardigd, uit de verkoop te halen.

Jansen zou daarom ‘genoegen nemen met neemt genoegen met een rectificatie van de advertentie met zijn schoen die in de Italiaanse Vogue stond. Maar volgens Vos is "Een rectificatie een te groot middel voor een storm in een glas water.” En bovendien minder makkelijker dan het lijkt "Want het rectificatierecht in het buitenland is anders dan hier.” Ook zouden de schoenen volgens Vos nauwelijks te zien zijn geweest in de reclame die al maanden geleden is verschenen. De in de Bijenkorf uitgedeelde flyers van Armani met de litigieuze schoen zouden zijn verspreid door L'Oréal en de Italiaanse modekoning is daar dus niet verantwoordelijk voor. 

Volgens het bericht liet Vos duidelijk blijken dat Jansen met alle media-aandacht naar zijn mening wel voldoende genoegdoening zou hebben gekregen. Jansen vond dat echter niet relevant. "Mijn ontwerp is vogelvrij en iedereen kan er aan verdienen. Dat heb ik in het verleden al te vaak meegemaakt." Of er naast het ogeschijnlijk ingeroepen auteursrecht ook nog een beroep is gedaan op modellenrecht of slaafse nabootsing blijkt niet uit het bericht. Uitspraak volgt op 22 september.

IEF 888

Grensoverschrijdend verstekvonnis

Met dank aan Bird & Bird, Den Haag: Rechtbank Den Haag, 7 september 2005, rol nr 05/2474 Ericsson tegen Sendo (verstekvonnis). Ericsson - verkoper van mobiele systemen - vordert een meervoudig en grensoverschrijdend inbreukverbod o.g.v. haar octrooien met betrekking tot de mede door haar in ETSI-verband ontwikkelde GSM standaard.

Daar tegen gedaagde verstek is verleend wijst de rechtbank direct eindvonnis en wijst al het in de dagvaarding gevorderde (met uitzondering van de provisionele vordering) toe. Het inbreukverbod wordt toegewezen voor alle gedesigneerde landen, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Lees vonnis

IEF 887

Databank van bloemen en planten

Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 21-07-2005, KG ZA 05-383 Triodos Bank tegen DC Automatiseringsgroep (LJN AU2345) Triodos bank is houdster van het op 11 juli 1995 bij het Belenux Merkenbureau gedeponeerde  woordmerk GROENBANK. DC Automatisering ontwikkelt software voor bloemisten . In 2002 hebben gedaagden de domeinnaam www.groenbank.nl geregistreerd bij de SIDN. Vooralsnog linkt deze site door naarwww.dcag.nl omdat nog geen concrete invulling aan de site is gegeven.

Triodos vordert op grond van artikel 13A lid 1 sub d BMW  (gebruik anders dan ter onderscheiding van waren) overdracht van de domeinnaam doch dit wordt afgewezen door de rechter. Gedaagde heeft een geldige reden voor het gebruik en het feit dat eiseres geen gebruik kan maken van de domeinnaam levert geen schade op voor eisers. " Tegenwoordig zoekt de consument met behulp van zoekmachines, waarbij de domeinnaam niet van doorslaggevende betekenis is, maar vooral de inhoud van de informatie die hij zoekt."

 

De rechtbank loopt de vereisten van artikel 13A lid 1 sub b stap voor stap na.

1. gebruik anders dan ter onderscheiding van waren
Daar de domeinnaam doorgelinkt staat naar de website van gedaagden, waarop verschillende software programma's te vinden zijn, is er sprake van het aanbieden van diensten 

2. geldige reden
Gedaagden hebben aangetoond dat "groenbank" een eigen betekenis heeft in hun branche. De term wordt namelijk gebruikt voor een databank van bloemen en planten. "Tevens hebben gedaagden naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat zij de term groenbank hebben bestemd voor de drie jaar geleden voorgenomen vervanging van het softwarepakket DC Verzorging & Label door een internet gerelateerd programma." De rechter oordeelt dat gedaagden aldus een geldige reden hebben voor het gebruik van de domeinnaam www.groenbank.nl

3. Onderscheidend vermogen en ongerechtvaardigd voordeel
Het merk groenbank van eiseres is, voorshands geoordeeld, geen bekend merk, noch een merk met een sterk onderscheidend vermogen. Daarnaast is het merk van eiseres ingeschreven voor de klasse 36 en daarmee voor geheel andere diensten dan die door gedaagden onder de naam groenbank worden aangeboden. Voorts is op voorhand niet gebleken dat gedaagden om speculatieve redenen de domeinnaam zouden hebben laten registreren.
Het is een feit van algemene bekendheid dat men op internet informatie van zeer gevarieerde herkomst kan aantreffen. Daarbij kunnen zowel de bron als de inhoud van die informatie voor de match met de ingetikte tekst van belang zijn. Tegenwoordig zoekt de consument met behulp van zoekmachines, waarbij de domeinnaam niet van doorslaggevende betekenis is, maar vooral de inhoud van de informatie die hij zoekt. Uitgaande van de gemiddelde hedendaagse internetgebruiker moet het er dan ook voor worden gehouden dat de stelling van eiseres dat de exploitatie van haar merk wordt geblokkeerd doordat zij geen gebruik kan maken van de domeinnaam niet van doorslaggevende betekenis kan worden geacht

Lees vonnis