Uitspraak ingezonden door Bert-Jan van den Akker, Doen Legal.
Plantenbox kwalificeert als model en levert onrechtmatige inbreuk op
Vzr. Rechtbank Den Haag 18 juni 2021, IEF 20034; ECLI:NL:RBDHA:2021:6312 (Blomma tegen Greengifts) Blomma heeft in 2019 een relatiegeschenk onder de naam 'Blooms out of the Box' ontwikkeld, waarbij een drietal plantjes in een houten kistje met waterreservoir worden geplaatst. Het kistje is ontwikkeld, zodat de plantjes geschikt zijn voor verzending, maar het kan ook gebruikt worden als plantenbak. Op de buitenkant van het kistje is het Uniebeeldmerk - Blomma is houder van dit merk - 'Blooms' te zien. Greengifts heeft dit beeldmerk en het model ook gebruikt voor soortgelijke relatiegeschenken, maar is gestopt met de verkoop na een sommatie van Blomma. Blomma vordert in dit kort geding onder andere inzage in de lijst met klanten die een plantenbox van Greengifts hebben gekocht en dat de rechter Greengifts beveelt om een terugroepactie van de boxen te starten. De voorzieningenrechter oordeelt dat Greengifts inbreuk heeft gemaakt op het model van Blomma, doordat het te veel gelijkenissen vertoont. Verder krijgt Blomma inzicht in de voorraad van de boxen van Greengift en heeft zij recht op afgifte van de voorraad ter vernietiging. Een terugroepactie wordt niet toegewezen, omdat particulieren niet verplicht kunnen worden om door hen gekochte producten te retourneren.
Vacature: advocaat IE/ICT/Privacy bij Marree + Dijxhoorn
Marree + Dijxhoorn Advocaten is voor haar team Ondernemingsrecht op zoek naar een advocaat IE/ICT/Privacy. In deze functie adviseer en procedeer je op het gebied van het auteursrecht, naburige rechten, portretrecht, merkenrecht, modellenrecht, handelsnaamrecht, mediarecht en marketing- en reclamerecht. Daarnaast houd je je bezig met het opstellen, onderhandelen of beëindigen van allerhande ICT-contracten: automatiseringscontracten, service level agreements (SLA), outsourcing, e-commerce, databasis en bescherming persoonsgegevens.
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam.
Geen rectificatie uitlatingen tv-programma
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 17 juni 2021, IEF 20031; ECLI:NL:RBMNE:2021:2502 (Eiser tegen Avrotros) Kort geding. Het programma Opgelicht?! heeft op 8 februari 2021 aandacht besteed aan de handelwijze van voormalig advocaat Bharatsingh en zijn vele tuchtrechtelijke veroordelingen. De voormalig advocaat stelt dat in de uitzending sprake is van een zevental valse uitlatingen/beschuldigingen en wil dat AVROTROS deze rectificeert. In het kader van de belangenafweging komen de zeven bestreden uitlatingen individueel aan de orde. Volgens de voorzieningenrechter vinden de uitlatingen deels voldoende steun in de feiten en voor zover dat niet zo is geldt dat bepaalde uitlatingen wellicht minder zorgvuldig zijn, maar niet onrechtmatig. De uitzending draait in de kern om het feit dat Bharatsingh uitzonderlijk vaak met het tuchtrecht in aanraking is geweest. De impact van de uitlatingen is gezien het geheel van het item beperkt. Daarnaast zijn de feiten voor een deel door middel van een update inmiddels door AVROTROS gecorrigeerd. De verweten uitlatingen zijn in het geheel van het item beschouwd volgens de voorzieningenrechter niet van zodanig gewicht dat dit tot onrechtmatigheid moet leiden. De vorderingen worden afgewezen.
Rechthebbende op wodkamerken in diverse landen
Rechtbank Den Haag 16 juni 2021, IEF 20030; ECLI:NL:RBDHA:2021:6053 (FKP en FGUP tegen Spirits) Vervolg op [IEF 16798]. Procedure over in totaal 25 nationale woord- en beeldmerken voor STOLICHNAYA en MOSKOVSKAYA in dertien landen: Italië, Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Zweden, Spanje, Portugal, Tsjechië, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Cyprus en het Benelux woordmerk en het Benelux beeldmerk SPI. Beoordeling resterende geschilpunten naar het recht van de betrokken landen. FKP is rechthebbende op de merken STOLICHNAYA en MOSKOVSKAYA in zes van de dertien landen: het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Zweden, Italië en Tsjechië. Voor het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Zweden en Tsjechië worden de inbreukvorderingen van FKP toegewezen. In Italië is de situatie anders dan in voornoemde landen, omdat Spirits daar wodka verhandelt onder tekens die geen inbreuk maken op de Italiaanse merken waarvan de rechtbank heeft bepaald dat FKP daarop rechthebbende is. In de overige zeven landen (Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Spanje, Portugal en Polen), blijven de merken op naam van Spirits geregistreerd. De SPI-Beneluxmerken worden nietig verklaard.
Centrum voor Kinderwens geen inbreuk op Medisch Centrum Kinderwens
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 16 juni 2021, IEF 20029; ECLI:NL:RBNHO:2021:4846 (Kinderwens MC tegen Dijklander Ziekenhuis) Kort geding. Deze zaak gaat over de vraag of het Dijklander Ziekenhuis door het gebruik van de naam ‘Centrum voor Kinderwens’ en de domeinnaam www.centrumvoorkinderwens.nu - voor de op 1 februari 2021 door haar geopende IVF-kliniek - inbreuk pleegt op de handelsnaam ‘Medisch Centrum Kinderwens’, die sinds 2006 wordt gebruikt voor de IVF-kliniek van Kinderwens MC (dan wel van een aan haar gelieerde onderneming) alsmede op het woord/beeldmerk dat voor laatstgenoemde kliniek wordt gebruikt. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er geen sprake van inbreuk op handelsnaam- of merkrechten omdat er geen direct dan wel indirect verwarringsgevaar valt te duchten. ‘Medisch Centrum Kinderwens is namelijk een volledig beschrijvende handelsnaam, waaraan in beginsel geen onderscheidend vermogen toekomt. De Handelsnaamwet biedt in dat geval geen dan wel slechts geringe bescherming, tenzij kan worden gesproken van inburgering. Inburgering wordt niet aangenomen. Geoordeeld wordt dat het relevante publiek meer oplettend zal zijn dan het normaal oplettende consumentenpubliek. Dat publiek zal zich er van bewust zal zijn dat er aanbieders zijn met sterk gelijkende handels- en/of domeinnamen of aanbieders die zich met de zoekterm ‘kinderwens’ willen laten vinden, zodat zij bijzonder oplettend zullen zijn met welke kliniek zij concreet van doen hebben. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat het relevante publiek de verschillen tussen ‘Medisch Centrum Kinderwens’ en Centrum voor Kinderwens’ eenvoudig zal opmerken en neemt geen handelsnaaminbreuk aan. Ook inbreuk op het woord/beeldmerk wordt niet aangenomen omdat de aanduidingen die partijen gebruiken onvoldoende met elkaar overeenstemmen. De vorderingen van Kinderwens MC worden afgewezen.
Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, jurist NPO, op persoonlijke titel geschreven.
Dos Santos Gil: Facebook, Google en het nieuwe uitgeversrecht
De wijziging van de Auteurswet en Wet naburige rechten per 7 juni is nog vers van de pers en meteen zijn de eerste pogingen zichtbaar van platforms, zoals Facebook, daar zo min mogelijk ‘last’ van te hebben.
Het gaat in dit geval om het nieuwe naburige recht van uitgevers op online hergebruik van hun perspublicaties door online dienstenverleners, zoals nieuwsaggregatoren en mediamonitordiensten (artikel 7b Wnr). De creatie van dit recht op Europees niveau was een controversieel onderwerp met intense lobbies van de (pers)uitgevers versus de grote tech platforms. Het recht is er toch gekomen, met een beperkte beschermingstermijn van twee jaar na publicatie en met uitgebreide uitzonderingen voor onder meer non commercieel hergebruik, het puur linken naar perspublicaties en zeer korte overnames.
De achterliggende gedachte is dat de productie en verspreiding van nieuws door (vooral traditionele) persmedia, bijvoorbeeld kranten, worden bedreigd door de online platforms. Tegelijkertijd profiteren de platforms van de beschikbaarheid van deze perspublicaties. De platforms, zoals Google (News) en Facebook, presenteren de publicaties van uitgevers vaak via een korte samenvatting en beeldmateriaal aan de bezoekers van hun diensten en “verkopen” diezelfde bezoekers weer aan hun adverteerders. Weliswaar kan door bezoekers vervolgens worden gelinkt naar de volledige online publicatie, maar dit zou toch de directe relatie tussen klanten en uitgevers en het verdienmodel van de uitgevers – verkoop van reclame en abonnementen – ondermijnen.
Lees verder.
Geen inbreuk op moederoctrooi en divisional
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 juni 2021, IEF 20027; ECLI:NL:RBDHA:2021:6085 ( Belparts tegen Belimo) Kort geding. Eiser Belparts is actief in de ontwikkeling, productie en verkoop van apparatuur die kan worden gebruikt voor het automatisch reguleren van systemen in gebouwen. Zij richt zich in het bijzonder op HVAC-systemen (Heating, Ventilation, Air Conditioning/Cooling). Belparts is houdster van het octrooi EP 938, het moederoctrooi “Flow control system” dat ziet op de beïnvloeding van de stroomsnelheid van het medium binnen een debietregelsysteem. Gedaagde Belimo c.s. is actief op het gebied van de ontwikkeling en verkoop van onderdelen voor (onder andere) HVAC-systemen. Belfarts verwijt Belimo cs inbreuk op haar octrooien door productie en verhandeling van regelkleppen. De voorzieningenrechter heeft grensoverschrijdende bevoegdheid ten aanzien van de Zwitserse gedaagde op grond van artikel 6 lid 1 Lugano II enkel voor Nederland en België. Er is geen sprake van inbreuk op het moederoctrooi en op de divisional. Daarnaast is er gerede kans dat het moederoctrooi niet inventief is.
Uitspraak ingezonden door Alfred Meijboom, Kennedy Van der Laan.
Spoedeisend belang ontbreekt bij auteursrechtinbreuk roostersoftware
Hof Den Haag 15 juni 2021, IEF 20025, IT 3548; ECLI:NL:GHDHA:2021:1552 (Scientia tegen Eveoh) Kort geding. Vervolg op [IEF 19452]. Scientia is een wereldwijde leverancier van roostersoftware voor onderwijsinstellingen, waaronder de Syllabus Plus en de Exam Schedular. Scientia maakt voor haar software gebruik van twee databases (ESDB en RDB) die bestaan uit tabellen die door ‘views’ worden weergegeven. Eveoh ontwikkelt ook software ten behoeve van onderwijsinstellingen, waaronder de MyTimetable software. Bij klanten van Eveoh die de roostersoftware van Scientia afnemen, leest de MyTimetable de data van de databases uit. Scientia meent dat Eveoh daarmee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Scientia wordt in het ongelijk gesteld vanwege het ontbreken van spoedeisend belang. Er is onvoldoende voortvarend opgetreden tegen het gestelde onrechtmatige handelen. Pas 2,5 jaar na ontvangst van een e-mail heeft Scientia Eveoh gesommeerd het kopieren van de RDB naar haar eigen server te staken. Ook een belangenafweging leidt niet tot de conclusie dat Scientia een bodemprocedure niet meer zou kunnen afwachten.
Uitspraak ingezonden door Paul Tjiam en Edwin van der Velde, Simmons & Simmons.
Blurren onvoldoende voor volledig onherkenbaar in tv-programma
Vzr. Rechtbank Amsterdam 14 juni 2021, IEF 20021, IT 3547; ECLI:NL:RBAMS:2021:3758 (Noordkaap en Talpa tegen X) Executiekortgeding. Mediarecht. Talpa en Noordkaap verbeuren dwangsommen door X niet “volledig onherkenbaar” in beeld te brengen in hun uitzending van het televisieprogramma “Undercover in Nederland”. Daartoe werden zij veroordeeld in een kort geding dat aan de uitzending voorafging [IEF 19385]. In dit executiekortgeding stellen Talpa en Noordkaap op correcte wijze uitvoering te hebben gegeven aan het vonnis door X te blurren. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet en stelt vast dat X door de blur niet volledig onherkenbaar is geworden. Daardoor is het vonnis overtreden en hebben Talpa en Noordkaap dwangsommen verbeurd. In reconventie beveelt de voorzieningenrechter tot het volledig zwart maken van X in de betreffende uitzending. De reconventionele vordering tot algehele verwijdering van de betreffende delen uit de uitzending, wijst de voorzieningenrechter af.
HvJ EU: Facebook Ierland e.a.
HvJ EU 15 juni 2021, IEF 20023, IT 3546, IEFbe 3234; ECLI:EU:C:2021:483 (Facebook Ierland e.a.) Beantwoording van prejudiciële vragen ingediend door het Hof van Beroep van Brussel. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG): het Hof verduidelijkt de voorwaarden waaronder de nationale toezichthoudende autoriteiten hun bevoegdheden inzake grensoverschrijdende gegevensverwerking kunnen uitoefenen. Een nationale toezichthoudende autoriteit kan onder bepaalde voorwaarden haar bevoegdheid uitoefenen om elke vermeende inbreuk op de AVG ter kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten van een lidstaat, ook al is zij niet de leidende autoriteit voor die verwerking. Zie ook het persbericht van het HvJ EU.
Beantwoording van de prejudiciële vragen: