IEF 22147
23 juli 2024
Uitspraak

Pularys-portemonnees maken inbreuk op Secrid-portemonnees

 
IEF 22145
23 juli 2024
Uitspraak

123inkt vijfmaal in het ongelijk gesteld: Google Shopping advertenties van Media Concept zijn niet misleidend

 
IEF 22146
22 juli 2024
Uitspraak

Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.

 
IEF 19274

Uitspraak ingezonden door Tomas Westenbroek, BOIP, en Diederik Stols, Boekx Advocaten.

Geen strijd met ondernemersvrijheid door wettelijk stelsel van Benelux- en nationale merkbescherming

BenGH 15 jun 2020, IEF 19274; (SPORTS DIRECT), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-strijd-met-ondernemersvrijheid-door-wettelijk-stelsel-van-benelux-en-nationale-merkbescherming

BenGH 15 juni 2020, IEF 19264, IEF 3087; C 2019/5/6 (SPORTS DIRECT) SPORTS DIRECT (hierna: SDC) is in 2009 door het Hof Arnhem-Leeuwarden - op vordering van Sport Direct Holding - verboden de handelsnaam SPORTS DIRECT te gebruiken, omdat het teken inbreuk maakt op de oudere handelsnaam SPORT DIRECT van Sport Direct Holding. Sindsdien gebruikt SDC in Nederland de naam SPORTS WORLD. In 2012 heeft SDC een aanvraag gedaan voor Uniewoordmerk SPORTS DIRECT bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. In 2018 heeft het Benelux-Bureau voorlopig besloten om de aanvraag te weigeren, omdat het teken te beschrijvend is en elk onderscheidend vermogen mist. SDC maakt bezwaar tegen deze weigering. Zij stelt dat het teken SPORTS DIRECT niet beschrijvend is en doet bovendien een beroep op inburgering, waardoor er sprake zou zijn van onderscheidend vermogen. Tot slot stelt SDC dat het wettelijk stelsel, waarbij gekozen is voor één Benelux-merk en een unitair territorium, ervoor zorgt dat haar ondernemersvrijheid (artikel 16 Handvest) ten opzichte van merkhouders in andere EU-landen ernstig wordt belemmerd. Vanwege een plaatselijk recht in Nederland wordt haar feitelijk het recht op merkbescherming in België en Luxemburg ontzegd. Desondanks heeft het Benelux-Bureau in 2019 de aanvraag definitief geweigerd.

IEF 19273

Uitspraak ingezonden door Tomas Westenbroek, BOIP.

Benelux-Gerechtshof: “kunnen dienen” is de juiste maatstaf

BenGH 15 jun 2020, IEF 19273; (Pet’s Budget), https://ie-forum.nl/artikelen/benelux-gerechtshof-kunnen-dienen-is-de-juiste-maatstaf

BenGH 15 juni 2020, IEF 19237, IEFbe 3086; C 2019/6/9 (Pet’s Budget) Merkenrecht. ANISERCO heeft op 24 januari 2017 een aanvraag ingediend bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom voor een Benelux-merk “Pet’s Budget”. Het Benelux-Bureau heeft deze inschrijving geweigerd, omdat het teken van Pet’s Budget te beschrijvend is en elk onderscheidend vermogen mist. ANISERCO betwist de weigering en stelt dat de uitdrukking Pet’s Budget niet beschrijvend is voor de verkochte waren. Bovendien is het onderscheidend vermogen van het merk ingeburgerd door constant gebruik als merk sinds meer dan tien jaar. Dit onderscheidend vermogen zorgt ervoor dat de inschrijving niet geweigerd kan worden op de grond dat het teken beschrijvend is. Toch weigert het Benelux-Bureau op 30 januari 2019 de aanvraag definitief. Volgens het Benelux-Bureau zal de consument het teken als beschrijvend opvatten en is er geen sprake van onderscheidend vermogen, omdat ANISERCO dat niet voor de hele Benelux heeft aangetoond.

IEF 19272

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Lucas de Groot, TaylorWessing.

Inbreuk auteursrecht tiny house

Rechtbank Oost-Brabant 12 jun 2020, IEF 19272; ECLI:NL:RBOBR:2020:2984 (Heijmans Vastgoed tegen EU Chalets en LARK), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-auteursrecht-tiny-house

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 12 juni 2020, IEF 19272; ECLI:NL:RBOBR:2020:2984 (Heijmans Vastgoed tegen EU Chalets en LARK) Kort geding. Eiser Heijmans Vastgoed produceert en verhandelt de Heijmans ONE, een tiny house: een verplaatsbare kleine woning. EU Chalets is een (groot)handel in onder meer chalets; LARK is gevestigd in Polen en produceert mobiele woonconcepten. EU Chalets heeft in 2019 op de vakbeurs tiny house Eco-One aan het publiek getoond. Volgens Heijmans vertoont de Eco-One te veel gelijkenis met de Heijmans One.
Zorgt het vermarkten van de Eco-One die door LARK wordt geproduceerd voor een inbreuk op auteursrechten die rusten op de Heijmans One? Het ontwerp van een woning kan in beginsel gelden als een auteursrechtelijk beschermd werk, zie [IEF 18353]. Het is voldoende aannemelijk dat de vorm van de Heijmans One een eigen, oorspronkelijk karakter bezit. Dat de losse elementen eerder zijn toegepast betekent niet dat het werk geen eigen, oorspronkelijk karakter heeft. De combinatie van de elementen in de vormgeving is niet eerder toegepast. De totaalindruk van het inbreukmakende product, de Eco-One, is nagenoeg hetzelfde. Verbod om de Eco-One te verhandelen in EU. Veroordeling tot verstrekken van informatie over productie en vermarkten inbreukmakend product en rectificatie op de website van gedaagden.

IEF 19271

Branche-overeenkomst van muziekauteurs en muziekuitgevers

Muziekauteurs dienen over audio- en audiovisuele exploitatie in Nederland minimaal 2/3 van hun auteursrecht te ontvangen. Een muziekuitgever kan maximaal 1/3 meedelen in collectief (door onder meer Buma, Stemra, Leenrecht en Thuiskopie) geïncasseerde vergoedingen. Dit staat in de op 15 juni tussen de gezamenlijke verenigingen voor muziekuitgevers (NMUV en VMN) en muziekauteurs (VCTN, BAM!, Popauteurs.nl, BCMM, Nieuw GeNeCo en Kunstenbond/Ntb) afgesloten brancheovereenkomst.

IEF 19270

Geen herziening beslissing kamer van beroep EUIPO door Gerecht EU

Gerecht EU (voorheen GvEA) 10 jun 2020, IEF 19270; ECLI:EU:T:2020:255 (L. Oliva Torras tegen EUIPO en Mecánica del Frío), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-herziening-beslissing-kamer-van-beroep-euipo-door-gerecht-eu

Gerecht EU (Negende kamer) 10 juni 2020, IEF 19270, IEFbe 3085; ECLI:EU:T:2020:255 (L. Oliva Torras tegen EUIPO en Mecánica del Frío) Interveniënte heeft op 10 april 2013 bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een Gemeenschapsmodel ingediend. Het gaat om een type koppeling dat wordt gebruikt om koel- en klimaatregelingsapparatuur met een motorvoertuig te verbinden en wordt op 10 april 2013 ingeschreven en op 22 april 2013 gepubliceerd. Verzoekster doet een aanvraag tot inschrijving van een Gemeenschapsmodel op 22 augustus 2014. Dit Gemeenschapsmodel (hierna: litigieuze model) wordt ingeschreven op 22 augustus 2014 en gepubliceerd op 26 augustus 2014. Dit laatste model is in 2014 nietig verklaard - na een vordering tot nietigverklaring van interveniënte - wegens het ontbreken van nieuwheid en eigen karakter. In 2016 heeft verzoekster nietigheid van het litigieuze model ingediend. Deze vordering werd afgewezen door de nietigheidsafdeling, omdat het enige model daarvan de eerdere beschikbaarstelling voor het publiek was aangetoond, niet kon afdoen aan de nieuwheid en het eigen karakter van het litigieuze model. Hiertegen stelt verzoekster beroep in bij de kamer van beroep van het EUIPO. De kamer van beroep verwerpt het beroep, waarop de zaak bij het Gerecht komt.

IEF 19266

Openbaarmaking auteursrechtelijk beschermde muziekwerken op evenement


Rechtbank Rotterdam 5 jun 2020, IEF 19266; ECLI:NL:RBROT:2020:5245 (Buma tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/openbaarmaking-auteursrechtelijk-beschermde-muziekwerken-op-evenement

Rechtbank Rotterdam 5 juni 2020, IEF 19266; ECLI:NL:RBROT:2020:5245 (Buma tegen gedaagde) Buma vordert betaling van een bedrag van 25.000 euro van gedaagde, omdat gedaagde op een evenement auteursrechtelijk beschermde muziekwerken ten gehore heeft gebracht. Gedaagde betwist de vordering door te stellen dat hij niet de enige organisator was van het evenement, Buma de factuur te laat heeft verzonden en dat de artiesten al zijn betaald voor hun optreden. Het verweer dat gedaagde niet de enige organisator was van het evenement wordt verworpen, omdat uit de stukken niet volgt dat de door gedaagde genoemde rapformatie en boekingskantoor eveneens organisator zijn. Ook het verweer dat Buma de factuur te laat heeft verzonden wordt verworpen. Dat Buma pas anderhalf jaar na het evenement de vergoeding heeft kunnen vaststellen, is volledig te wijten aan het feit dat gedaagde te laat de verlangde gegevens aan Buma heeft verstrekt. Het laatste verweer dat de optredende artiesten reeds betaald zijn voor hun optreden, wordt eveneens verworpen. De gage - toekomend aan de optredende artiesten - en de vergoeding voor het openbaar maken van auteursrechtelijk beschermde muziekwerken - toekomend aan Buma - dienen uitdrukkelijk onderscheiden te worden. Derhalve is er geen sprake van dubbele inkomsten aan de zijde van de artiesten. De vordering van Buma wordt toegewezen.

IEF 19269

HvJ EU genuanceerd over gratis verstrekking medicijnmonsters aan apothekers

HvJ EU 11 jun 2020, IEF 19269; ECLI:EU:C:2020:459 (Ratiopharm tegen Novartis), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-genuanceerd-over-gratis-verstrekking-medicijnmonsters-aan-apothekers

HvJ EU 11 juni 2020, IEF 19269, LS&R 1827, IEFbe 3084; ECLI:EU:C:2020:459 (Ratiopharm tegen Novartis) Het Europees Hof van Justitie beantwoordt in deze zaak prejudiciële vragen van het Bundesgerichthof over de uitleg van artikel 96 lid 1 en 2 van Richtlijn 2001/83/EG. De vraag wordt gesteld in het kader van een geding tussen Ratiopharm en Novartis, waarin Novartis verzoekt om Ratiopharm te verbieden gratis monsters van geneesmiddelen aan apothekers te verstrekken. Novartis produceert en verkoopt het geneesmiddel Voltaren Schmerzgel, dat de werkzame stof Diclofenac bevat. Ratiopharm brengt het geneesmiddel Diclo-ratiopharm-Schmerzgel in de handel, dat eveneens de stof Diclofenac bevat. Ratiopharm heeft “voor demonstratiedoeleinden” gratis verkoopverpakkingen met dat geneesmiddel verstrekt aan Duitse apotheken. Het Bundesgerichthof stelt het Hof van Justitie de vraag of artikel 96 lid 1 van de Richtlijn zo moet worden uitgelegd dat het, onder bepaalde voorwaarden, farmaceutische ondernemingen toestaat gratis monsters van geneesmiddelen ook aan apothekers te verstrekken. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Artikel 96 lid 1 van de Richtlijn moet zo worden uitgelegd, dat het de mogelijkheid van verstrekking van gratis monsters aan apothekers toestaat, mits dit geen geneesmiddelen zijn die zijn onderworpen aan een medisch recept. Dergelijke geneesmiddelen mogen namelijk niet worden gebruikt zonder medisch toezicht.

IEF 19267

Perspublicatie politie geen schending onschuldpresumptie

Hoge Raad 5 jun 2020, IEF 19267; ECLI:NL:HR:2020:1010 (Perspublicatie politie), https://ie-forum.nl/artikelen/perspublicatie-politie-geen-schending-onschuldpresumptie

HR 5 juni 2020, IEF 19267; IT 3169; ECLI:NL:HR:2020:1010 (Perspublicatie politie) Mediarecht. Privacy. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof van 15 januari 2019 [IEF 18201] bekrachtigd. Publicatie van een persbericht door de politie betekende in dit geval geen schending van de onschuldpresumptie. Voorlichting over de huiszoeking en aanhouding, was gelet op de onrust in de gemeente voor de hand liggend, terwijl transparantie over de aard van de (voor de directe omgeving kenbare) huiszoeking mede in het belang was van geïntimeerde.

IEF 19265

Geen verwarringsgevaar bij handelsnamen Budget Phone en Budget Mobiel

Rechtbank Amsterdam 5 jun 2020, IEF 19265; C/13/681170 (Budget Phone tegen Budget Mobiel), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-bij-handelsnamen-budget-phone-en-budget-mobiel

Rechtbank Amsterdam 5 juni 2020, IEF 19265; C/13/681170 (Budget Phone tegen Budget Mobiel) Kort geding. Budget Phone vordert staking van het gebruik van de aanduiding Budget Mobiel. Uit artikel 5 Hnw volgt dat het voeren van een jongere handelsnaam kan worden verboden, indien deze in geringe mate afwijkt van Budget Phone Company, Budget Phone, dan wel budgetphone, voor zover verwarring tussen de ondernemingen kan ontstaan bij het publiek. De handelsnaam Budget Mobiel wijkt in geringe mate af van Budget Phone, want het meest kenmerkende bestanddeel van beide handelsnamen (“budget”) zijn hetzelfde en de overige bestanddelen (“phone” en “mobiel”) stemmen grotendeels begripsmatig overeen. Deze geringe afwijking tussen twee handelsnamen rechtvaardigt alleen dan een verbod op het voeren van de jongere handelsnaam, als daardoor verwarring tussen de ondernemingen kan ontstaan bij het publiek. Hierover wordt geoordeeld dat de handelsnaam Budget Phone (alsook budgetphone of Budget Phone Company) relatief weinig onderscheidend vermogen heeft en dat het voeren van die handelsnaam geen ruime bekendheid heeft, die een ruime beschermingsomvang rechtvaardigt. Daarnaast begeven partijen zich maar in beperkte mate op dezelfde markt en neemt Budget Mobiel afstand van Budget Phone met een visueel afwijkend logo. Derhalve is verwarringsgevaar en daadwerkelijke verwarring onvoldoende aannemelijk. De vordering wordt niet toegewezen.

IEF 19264

Inbreuk op modelrecht barbecuestandaard

Rechtbank Den Haag 10 jun 2020, IEF 19264; ECLI:NL:RBDHA:2020:5138 (Global tegen Outtrade), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-modelrecht-barbecuestandaard

Rechtbank Den Haag 10 juni 2020, IEF 19264; ECLI:NL:RBDHA:2020:5138 (Global tegen Outtrade) Zowel Global en Outtrade zijn ondernemingen in de handel in consumentengoederen. Global heeft een standaard voor een kamado - keramische barbecue - ontwikkeld en laten uitwerken door freelance ontwerper Carana, die de intellectuele eigendomsrechten op de standaard aan Global heeft overgedragen. Global heeft de standaard voor het eerst in mei 2016 (via Xenos) aan het publiek ter beschikking gesteld en op 22 december 2016, binnen de in artikel 7 lid 2 GModVo4 bedoelde respijttermijn, heeft zij het uiterlijk van de standaard als Gemeenschapsmodel laten registreren. Outtrade brengt ook een barbecuestandaard op de markt. Global stelt onder meer dat Outtrade met deze standaard inbreuk maakt op haar (niet-geregistreerde) Gemeenschapsmodelrechten en auteursrechten. Het beroep op modelrechtinbreuk slaagt, aan de bespreking van de (meer) subsidiaire grondslagen in conventie - auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing - wordt niet toegekomen. Zowel het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel als het ingeschreven Gemeenschapsmodel zijn rechtsgeldig.