IEF 22178
5 augustus 2024
Uitspraak

Geen spoedeisend belang in kort geding tegen MeDirect Bank

 
IEF 22177
5 augustus 2024
Uitspraak

Gerecht vernietigt beslissing over handelsmerk voor oranje kleur op champagne

 
IEF 22174
2 augustus 2024
Uitspraak

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

 
IEF 18062

Uitspraak ingezonden door Marissa Brinks en Lars Bakers, Bingh Advocaten

Vordering afgewezen, Frogs & Dogs geen nagenoeg exacte kopie Nine & Co

Rechtbanken 26 okt 2018, IEF 18062; (Task Retail c.s. tegen M.G. van Meel), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-afgewezen-frogs-dogs-geen-nagenoeg-exacte-kopie-nine-co

Rechtbank Amsterdam 26 oktober 2018, IEF 18062; (Task Retail c.s. tegen M.G. van Meel) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Partijen hebben beide babykleding op de markt gebracht in de kleuren wit, mintgroen en roze. Het gaat om een aan twee kanten te dragen vestje, een broekje en een T-shirt. Nine & Co stelt dat er auteursrecht rust op haar kledingstukken en dat deze op grond van art. 6:162 BW bescherming genieten tegen slaafse nabootsing. Door overeenstemmende kleuren lijken de kledingstukken van partijen op het eerste gezicht veel op elkaar. Er zijn echter ook opvallende verschillen zoals een andere print op het jasje, afwijkende plaatsing van de naden, andere afwerking van de mouwen en het andere merk(logo) op de kleding. Van "een (nagenoeg) exactie kopie" is geen sprake. Vorderingen worden afgewezen. 

IEF 18057

Welke impact zal de gewijzigde Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn hebben op omroep, on-demand diensten en online video-sharing platforms?

“Video-sharing platform services” krijgen voor het eerst te maken met reclameregels, en moeten meer gaan doen om het publiek te beschermen tegen schadelijke informatie. De regels voor omroep en on-demand groeien verder naar elkaar toe. Het oorsprongslandbeginsel wordt versterkt en de jurisdictieregels worden (ietsje) verduidelijkt. Wat gaat dit betekenen voor de praktijk? Remy Chavannes licht dit op donderdag 15 november toe tijdens het Nationaal Mediarechtcongres te Amsterdam. Tijdens deze middag neemt Madeleine de Cock Buning u mee in recente initiatieven van het Commissariaat en in de bevindingen van de commissie on ‘Fake news en Online Disinformation’. Louis Doorman belicht 'de staat van het mediatoezicht' vanuit een ander perspectief. Daarnaast wordt de verhouding Media & Auteursrecht, en Media & Privacy intensief behandeld door respectievelijk Anne Bekema en Anke Strijbos. Meer informatie en aanmelden

IEF 18060

Bijdrage ingezonden door Jacqueline Seignette, Höcker advocaten.

Jacqueline Seignette - Duitse BGH stelt prejudiciële vragen over auteursrechtelijke verantwoordelijkheid YouTube

HvJ EU 13 sep 2018, IEF 18060; ECLI:DE:BGH:2018:130918BIZR140.15.0 (YouTube), https://ie-forum.nl/artikelen/jacqueline-seignette-duitse-bgh-stelt-prejudici-le-vragen-over-auteursrechtelijke-verantwoordelijkhe

BGH 13 september 2018, ECLI:DE:BGH:2018:130918BIZR140.15.0 (YouTube) Op 12 september stemde het Europese Parlement in met een geamendeerd voorstel voor een richtlijn over auteursrecht in de digitale eengemaakte markt  (DSM richtlijn). Onderdeel van dit voorstel is een bepaling over de auteursrechtelijke verantwoordelijkheid van internet platforms als YouTube en Facebook. Deze platforms moeten ofwel licenties voor de content regelen, ofwel in samenspraak met de rechthebbenden maatregelen nemen om inbreukmakende content te weren. De Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europese Parlement zijn intussen in overleg getreden om op basis van de besluitvorming in het Europese Parlement tot een definitieve tekst te komen.

Eén dag (!) na de stemming in het Europese Parlement stelde het Duitse hoogste gerechtshof prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over de auteursrechtelijke verantwoordelijkheid van YouTube. Het Bundesgerichtshof (BGH) vraagt of een video content platform een mededeling aan het publiek verricht en zo niet, wat dan de verantwoordelijkheid van het platform is in het licht van artikel 14 E-commerce richtlijn, artikel 8 lid 3 Auteursrechtrichtlijn en artikel 11 en 13 Handhavingsrichtlijn. Al deze bepalingen zeggen iets over de (grens aan de) maatregelen die rechthebbenden van Internet dienstverleners kunnen verlangen. Het toepassingsgebied en de reikwijdte van deze bepalingen en hun onderlinge verhouding zijn echter allesbehalve duidelijk. Een samenhangend regime voor indirecte aansprakelijkheid ontbreekt. Aan de rechter de taak om deze Europese regels te duiden en in te passen in de nationale regels over indirecte aansprakelijkheid.

IEF 18059

Gerecht EU: DEVIN, naam van Bulgaarse stad, kan worden geregistreerd als EU-merk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 25 okt 2018, IEF 18059; ECLI:EU:T:2018:719 (Funke Medien NRW), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-devin-naam-van-bulgaarse-stad-kan-worden-geregistreerd-als-eu-merk

Gerecht EU 25 oktober 2018, IEF 18059; IEFbe 2778; ECLI:EU:T:2018:719; T-122/17 (Funke Medien NRW) Merkenrecht. Persbericht: DEVIN, de naam van een Bulgaarse stad, kan worden geregistreerd voor een EU-merk voor mineraalwater. De geografische naam blijft niet alleen voor beschrijvend gebruik beschikbaar voor derde partijen, zoals voor promotie van toerisme in de stad, maar ook als een onderscheidingsteken in bepaalde gevallen en waarbij er geen verwarringsgevaar optreedt.

IEF 18054

Advertorial Wolters Kluwer

Due diligence onderzoek – claims, overeenkomsten en compliance – bent u er klaar voor?

Download Whitepaper, A Beginner's Guide to Due Diligence Preparedness, Wolters Kluwer. Of u nou bij een startup werkt of een multinational, er kan aan u gevraagd worden om een due diligence rapport vast te leggen voor een potentiele koper of investeerder. In elk geval moet u voorbereid zijn. Mocht de CEO, CFO of bedrijfsjurist verantwoordelijk zijn voor de voorbereidingen, is het handig om een lijst te hebben met de belangrijkste zaken die aan de orde komen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste zaken om u op weg te helpen:

Bedrijfsinformatie & commerciële contracten
Enkele belangrijke documenten die u moet verstekken zijn onder andere:

  • Statuten
  • Lijst van eigendom en aandeelhoudersregister
  • Notulen van bestuursvergaderingen
  • Lijst van aandeelhouders inclusief data en prijzen
  • Lijst met volmachten

Vraagt u zich nu al af waar deze documenten liggen? Juridische software zoals effacts kunnen u helpen om snel inzichten te genereren.

Claims & Compliance
Stelt u eens voor hoeveel tijd u moet besteden om een samenvatting te geven van de
volgende zaken met betrekking tot het bedrijf, eventuele dochterondernemingen,
de leidinggevende functionarissen – samen met alle actuele en historische
documenten en correspondentie:

  • Lopende contracten en inactieve contracten, inclusief kernvoorwaarden, verplichtingen en data
  • Claims inclusief schikkingsovereenkomsten
  • Dreigende procedures/aansprakelijkheidstellingen.

Meest voorkomende uitdagingen tijdens een onderzoek
In het ergste geval wordt het proces verhinderd doordat er in de loop van de jaren meerdere bedrijfsjuristen werkzaam zijn geweest. Dit betekent vaak dat niet alle informatie beschikbaar is of op de juiste plek te vinden is.

Als de juridische afdeling makkelijk toegang heeft tot de juiste documentatie, moeten zij het grootste deel van hun tijd besteden aan het genereren van rapporten.

De ultieme due diligence oplossing:
Het beste scenario is als u gebruik maakt van een alles-in-een oplossing om u informatie op te slaan, beheren en inzichten te generen. Effacts is speciaal ontwikkeld voor juridische professionals en biedt u de tools die u nodig heeft om uw juridische informatie te beheren op een plek, minder tijd te besteden aan het zoeken en samenvatten van informatie en inzichtelijke rapportages te genereren.

In onze whitepaper (Engelstalig) ‘Due Diligence for Beginners’ geven we tips en handvatten voor het uitvoeren van due diligence onderzoek.

Dit artikel wordt gesponsord door Wolters Kluwer

IEF 18061

Verwerping cassatie tegen publicatie De Gekooide Recherche

26 okt 2018, IEF 18061; ECLI:NL:HR:2018:1987 (De Gekooide Recherche), https://ie-forum.nl/artikelen/verwerping-cassatie-tegen-publicatie-de-gekooide-recherche

HR 26 oktober 2018, IEF 18061; ECLI:NL:HR:2018:1987 (De Gekooide Recherche) Onrechtmatige publicatie. Een oud-rechercheur, heeft een boek geschreven over zijn ervaringen bij de politie. Het hof [IEF 16906, IEF 15800] heeft overwogen dat niet kan worden aangenomen dat oud-rechercheur gebruik heeft gemaakt van geheime informatie, dat de vrijheid van meningsuiting hier zwaarder weegt dan het recht op privacy en dat het verbod om strafrechtelijke gegevens te verwerken geen toepassing vindt omdat deze verwerking noodzakelijk is voor uitsluitend journalistieke doeleinden (art. 3 lid 2 Wbp). HR volgt Conclusie AG [IEF 17993] en verwerpt cassatieberoep met toepassing van 81 lid 1 RO.

IEF 18058

Conclusie AG: Eenvoudig militair rapport niet auteursrechtelijk beschermd

HvJ EU 25 okt 2018, IEF 18058; ECLI:EU:C:2018:870 (Funke Medien NRW), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-eenvoudig-militair-rapport-niet-auteursrechtelijk-beschermd

Conclusie AG HvJ EU 25 oktober 2018, IEF 18058; IEFbe 2777; ECLI:EU:C:2018:870; C‑469/17 (Funke Medien NRW) Auteursrecht. Volgens AG Szpunar (persbericht) kan een eenvoudige militair rapport geen auteursrechtelijke bescherming genieten. Allereerst voldoet zo'n rapport niet als een werk dat voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Ten tweede zou zo'n beperking een ongerechtvaardigde beperking betekenen van de vrijheid van meningsuiting. Conclusie AG:

„Artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 52, lid 1, ervan, moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat zich niet kan beroepen op het auteursrecht zoals neergelegd in artikel 2, onder a), en artikel 3, lid 1, [InfoSoc-Richtlijn] teneinde te verhinderen dat vertrouwelijke documenten van die lidstaat worden meegedeeld aan het publiek in het kader van een debat over vraagstukken van algemeen belang. Deze uitlegging staat er niet aan in de weg dat die lidstaat andere bepalingen van nationaal recht toepast, met name die inzake de bescherming van vertrouwelijke informatie, mits hij daarbij het Unierecht in acht neemt.”

 

IEF 18056

Tweekleurige chocolade krul niet auteursrechtelijk beschermd

Hof Amsterdam 9 okt 2018, IEF 18056; ECLI:NL:GHAMS:2018:3747 (Dobla tegen Chocolate King), https://ie-forum.nl/artikelen/tweekleurige-chocolade-krul-niet-auteursrechtelijk-beschermd

Hof Amsterdam 9 oktober 2018, IEF 18056; ECLI:NL:GHAMS:2018:3747 (Dobla tegen Chocolate King) Auteursrecht. Geheimhouding. Dobla produceert en verhandeld chocoladedecoraties en levert in meer dan 50 landen. De rechtbank heeft bij het tussenvonnis van 24 april 2013 geoordeeld dat chocolade staafjes en krul niet auteursrechtelijk beschermd zijn en dat evenmin sprake is van onrechtmatig handelen in de vorm van slaafse nabootsing. X&Y zijn via respectieve holdingmaatschappijen betrokken bij Chocolate King, maar waren daarvoor in dienst bij Dobla als (technisch) projectleider of ingenieur, bij vertrek hebben zij een geheimhoudingsbeding ondertekend. De richtlijn bedrijfsgeheimen speelt geen rol, nu de gewraakte handelen ruim vóór de datum van de richtlijn en implementatie dateren. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. IE-aandeel in de kosten is 40%, schending geheimhouding 60%.

IEF 18055

Prejudicieel gestelde vraag HvJ EU over een persoon die voor een derde waren opslaat zonder van merkinbreuk op de hoogte te zijn

HvJ EU 26 jul 2018, IEF 18055; (Coty Germany tegen Amazon), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-hvj-eu-over-een-persoon-die-voor-een-derde-waren-opslaat-zonder-van-merk

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 26 juli 2018, IEF 18055; IEFbe 2776; C-567/18 (Coty Germany tegen Amazon)

Heeft een persoon die voor een derde waren opslaat die het merkenrecht schenden, zonder van deze inbreuk op de hoogte te zijn, deze waren in voorraad met het oogmerk deze aan te bieden of in de handel te brengen, wanneer hij niet zelf maar alleen de derde voornemens is de waren aan te bieden of in de handel te brengen?

Via Minbuza: Verzoekster verkoopt parfums. Verweersters behoren tot het Amazonconcern. De eerste verweerster is gevestigd in Luxemburg, de derde verweerster is in Graben in Duitsland gevestigd en drijft aldaar een pakhuis. Verzoekster stelt houder te zijn van een licentie van het Uniemerk nr. 876874 DAVIDOFF (‘het litigieuze merk’) dat de waren ‘perfumery, essential oils, cosmetics’ beschermt en gemachtigd te zijn in eigen naam aanspraak te kunnen maken op de aan het merk verbonden rechten. Op de internetsite amazon.de biedt de eerste verweerster derde aanbieders de mogelijkheid om aanbiedingen te plaatsen op de „Amazon-Marketplace”. De koopovereenkomsten met betrekking tot de aldus verkochte waren komen tot stand tussen de derde aanbieders en de kopers. De derde aanbieders hebben de mogelijkheid deel te nemen aan het programma „Verzending door Amazon”, waarbij de waren door vennootschappen van het Amazonconcern wordt opgeslagen en de verzending wordt uitgevoerd door middel van externe dienstverrichters.

IEF 18053

Prejudicieel gestelde vraag: Is er onderscheidend vermogen #DARFERDAS? als er in de praktijk significante en evidente mogelijkheden bestaan om als herkomstaanduiding te dienen?

HvJ EU 21 jun 2018, IEF 18053; (#DARFERDAS?), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-is-er-onderscheidend-vermogen-darferdas-als-er-in-de-praktijk-significan

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 juni 2018, IEF 18053; IEFbe 2773; C-541/18 (#Darferdas?) De merkenafdeling van het Deutsche Patent- und Markenamt (Duits octrooi- en merkenbureau) heeft de aanvraag voor het woordmerk “ #darferdas? ” voor de waren van klasse 25 (kledingstukken, in het bijzonder T-shirts, schoeisel en hoofddeksels) afgewezen op grond dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen mist. De merkaanvrager heeft hierop beroep ingesteld, welke werd verworpen door het Bundespatentgericht. Met het cassatieberoep wil de merkaanvrager alsnog zijn inschrijvingsaanvraag geldend maken.

1. Heeft een teken onderscheidend vermogen wanneer in de praktijk significante en evidente mogelijkheden bestaan om het als herkomstaanduiding van de waren of diensten te gebruiken, ook wanneer het daarbij niet om de meest waarschijnlijke gebruiksvorm van het teken gaat?