IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 17278

Abusievelijke publicatie ritgegevens zorgvervoerder door gemeenten is openbaring bedrijfsgeheimen

Rechtbank Noord-Holland 6 sep 2017, IEF 17278; ECLI:NL:RBNHO:2017:7337 (Zorgvervoercentrale Nederland c.s. tegen Gemeenten), https://ie-forum.nl/artikelen/abusievelijke-publicatie-ritgegevens-zorgvervoerder-door-gemeenten-is-openbaring-bedrijfsgeheimen

Rechtbank Noord-Holland 6 september 2017, IEF 17278; IT&R 2411; ECLI:NL:RBNHO:2017:7337 (Zorgvervoercentrale Nederland c.s. tegen Gemeenten). Databankenrecht, geen inbreuk. Privacy. Onrechtmatige daad. Verschillende gemeenten hebben in 2015 via TenderNed een openbare aanbesteding georganiseerd voor zorgvervoer. Zorgvervoercentrale Nederland (ZCN) was de huidige vervoerder. Gemeenten hebben een van ZCN ontvangen Excel-bestand met gegevens over gefactureerde ritten gepubliceerd als bijlage bij de aanbesteding. Vanwege geheime informatie in het bestand heeft ZCN verzocht tot verwijdering, wat 5 dagen na publicatie is gebeurd. Als gevolg van het gebeurde is de aanbesteding ingetrokken. Hoewel de gegevens in het bestand afkomstig zijn uit een databank van ZCN, is er geen sprake is van het opvragen of hergebruiken van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van ZCN. De gemeenten hebben wel de zorgvuldigheidsnorm overschreden, nu door de publicatie van het bestand geheime bedrijfsinformatie verspreidt is. Het publiceren van de persoonsgegevens zoals die in het bestand stonden, is niet onrechtmatig jegens ZCN. Het is niet ondenkbaar dat ZCN schade heeft geleden, welke bepaald zal worden in een schadestaatprocedure.

IEF 17281

Uitspraak ingezonden door Nathalie Noesen, TaylorWessing.

Blijk geven van professioneel gebruik bij toestaan van behangdessin door fotograaf, is geen afstand doen van recht

15 nov 2017, IEF 17281; ECLI:NL:RBDHA:2017:13386 (Cashman tegen Marc Cain), https://ie-forum.nl/artikelen/blijk-geven-van-professioneel-gebruik-bij-toestaan-van-behangdessin-door-fotograaf-is-geen-afstand-d

Rechtbank Den Haag 15 november 2017, IEF 17281; ECLI:NL:RBDHA:2017:13386 (Cashman tegen Marc Cain GmbH). Modellenrecht. Auteursrecht. Schadeberekening. Cashman ontwerpt bloemendessins voor papier- en kledingsindustrie, waaronder het behang Dark Floral II. Fotograaf voor de reclamecampagne van Marc Cain heeft behang gekocht en verzocht om een factuur, in reactie daarop is geantwoord dat Cashman uitkijkt naar het gebruik van het behangdessin 'in any of your work'. Op de kaft van de catalogus, op foto's, in de tv-commercial en op Facebook en de website is het dessin terug te zien. Partijen onderhandelen en Marc Cain heeft bij elke afbeelding een link naar de ontwerpster geplaatst. Dat het behangdessin aansluit bij een klassiek motief dat reeds door schilders in de Gouden Eeuw werden gebruikt, leidt niet tot een ander oordeel dat er geen auteursrecht op zou gelden. Uit de mail blijkt dat Cashman rekening hield met gebruik voor professionele doeleinden, maar niet wat de aard en omvang daarvan zou zijn, laat staan dat zij daarmee afstand deed van enig door haar in te roepen recht. Over betaling van vergoeding is geen akkoord bereikt. Van de 207 winkel wereldwijd zijn er 11 winkels (5,3%) in Nederland. Over een bedrag van €35.000 dat gevraagd zou worden voor de gehele reclamecampagne is dat €1.860,00. En wegens het ontbreken van de naamsvermelding gedurende een periode: €650 euro, in totaal €2.510,00.

IEF 17277

Bijdrage ingezonden door Edward Appelman, LinkedIn-profiel.

Edward Appelman - Portretrecht in de media, wanneer wel of geen toestemming?

Het is een zeldzaam fenomeen, maar het kan voorkomen: voor een artikel in de krant wordt een persoon -meestal met diens toestemming- gefotografeerd, waarna die foto na een jaar opduikt in een andere krant. In veel gevallen zal een freelance fotograaf worden gevraagd een foto te maken van bepaalde personen over wie het artikel gaat. Het biedt immers een duidelijke context en ondersteuning van het artikel. Wat zegt de Auteurswet over het gebruik van dergelijke foto’s na een eerste publicatie en zou de gefotografeerde -lees, geportretteerde- iets kunnen ondernemen tegen de tweede publicatie indien hij voor het meermalig gebruik van zijn foto geen toestemming heeft verleend? Deze vraag deed zich voor naar aanleiding van een onlangs in Trouw verschenen artikel [Adri Vermaat, Een foto uit NRC na een jaar in Trouw. Kan dat eigenlijk wel, 10 november 2017 (online publiek)]. Een -met toestemming verkregen- foto verscheen in eerste instantie op 21 november vorig jaar in een artikel uit de NRC over een reportage bij aardbevingsschade. Er werd een foto gebruikt van het gezin Winter, die in dat artikel centraal stond. Diezelfde foto van het gezin verscheen vervolgens in een onlangs gepubliceerd artikel van Trouw van 18 oktober in een tamelijk andere context. Dat vonden zij vreemd en ze wilden graag weten hoe dit mogelijk was. Reden om deze bijdrage in te gaan op de relevante aspecten uit de Auteurswet en hoe het gebruik van dergelijke foto’s wettelijk gezien geregeld is.

IEF 17275

Gezamenlijk makerschap video's aangezien beide partijen het risico droegen

Rechtbank Noord-Holland 29 mrt 2017, IEF 17275; ECLI:NL:RBNHO:2017:1736 (Zense tegen Leskracht), https://ie-forum.nl/artikelen/gezamenlijk-makerschap-video-s-aangezien-beide-partijen-het-risico-droegen

Rechtbank Noord-Holland 29 maart 2017, IEF 17275; ECLI:NL:RBNHO:2017:1736 (Zense tegen Leskracht). Auteursrecht. Vanuit Leskracht zijn de lesmethodes 'Regenboog Wereldkist' en 'Spectrumbox' ontwikkeld voor het basisonderwijs. In deze lesmethodes bevinden zich verschillende video's, gemaakt door Zense naar aanleiding van ideeën van Leskracht. Zense kreeg voor deze werkzaamheden geen honorarium. Uiteindelijk willen partijen uit elkaar. Zense doet o.a. een beroep op auteursrechten om geldelijke tegemoetkoming te zien. De video's gemaakt voor de Spectrumbox zijn in nauwe samenwerking tussen Zense en Leskracht tot stand gebracht. Leskracht kan niet als producent worden gezien, nu zij bijvoorbeeld niet het kapitaal verschafte. De werken worden aangemerkt als gemaakt onder gezamenlijk makerschap. Ook andere werken met betrekking tot de Spectrumbox worden gezien als gemaakt onder gezamenlijk makerschap. Leskracht is gehouden tot een billijke vergoeding voor de overdracht van de rechten en de exploitatie van deze materialen. T.a.v. de Regenboog Wereldkist wordt geoordeeld dat Zense geen auteursrecht toekomt, nu dit werk al tot stand was gekomen voor het contact van Leskracht met Zense. 

IEF 17272

Opvragen bescheiden om rechtspositie te bepalen maakt 'fishing expedition'

Rechtbank Gelderland 25 okt 2017, IEF 17272; ECLI:NL:RBGEL:2017:5704 (De Oude Muntkelder tegen Remalin), https://ie-forum.nl/artikelen/opvragen-bescheiden-om-rechtspositie-te-bepalen-maakt-fishing-expedition

Rechtbank Gelderland 25 oktober 2017, IEF 17272; ECLI:NL:RBGEL:2017:5704 (De Oude Muntkelder tegen Remalin). Exhibitie. De stukken waarvan De Oude Muntkelder inzage/afschrift vordert zijn onvoldoende concreet omschreven, waardoor de bescheiden onvoldoende bepaald zijn. Daarnaast heeft De Oude Muntkelder onvoldoende toegelicht dat zij bekend is met de inhoud van de stukken. Ook heeft De Oude Muntkelder blijk gegeven van haar vermoeden dat de gevraagde bescheiden kunnen leiden het vaststellen van haar rechtspositie. Dit is echter niet de bedoeling van de exhibitieplicht.

IEF 17276

Conclusie AG: Een consument verliest niet zijn hoedanigheid na langdurig gebruik van een particulier Facebookaccount om activiteiten te ontplooien

HvJ EU 14 nov 2017, IEF 17276; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-een-consument-verliest-niet-zijn-hoedanigheid-na-langdurig-gebruik-van-een-particulier

Conclusie AG HvJ EU 14 november 2017, IEF 17276; IEFbe 2403; IT 2410; RB 3032; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook) vgl. IT 1878 . Voor „socinfluencers”, „prosumers” (professionele consumenten) zijn hun persoonlijke accounts op sociale netwerken een onmisbaar instrument voor hun werk. Een consument verliest niet zijn hoedanigheid indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen. Bevoegdheid in zaken betreffende consumentenovereenkomsten – Begrip ,consument’ – Sociale media –Facebookaccounts en Facebookpagina’s – Cessie van vorderingen door consumenten die woonplaats hebben in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat en in een derde land – Collectief verhaal.

IEF 17274

Cassatieberoep over afgeven gegevens blogger verworpen

Hoge Raad 10 nov 2017, IEF 17274; ECLI:NL:HR:2017:2844 (Arthur van M. tegen Google), https://ie-forum.nl/artikelen/cassatieberoep-over-afgeven-gegevens-blogger-verworpen

HR 10 november 2017, IEF 17274; ECLI:NL:HR:2017:2844 (Arthur van M. tegen Google). Mediarecht. 81 RO. Eiser vordert onder meer verwijdering van een artikel geplaatst op een misdaadblog met de titel "Peter de Vries mag gestolen materiaal niet uitzenden", waarover de kort gedingrechter besloot dat een samenvattend artikel over een openbaar vonnis niet onrechtmatig is. De blog is geplaatst op een website die door middel van “BLOGGER”, een door Google aangeboden dienst, op het internet is aangesloten. Het Hof overwoog eveneens [IEF 16161] dat de publicatie niet onrechtmatig jegens eiser is. Dan is er ook geen reden om Google bevel te geven tot verwijdering van dit artikel of bevel te geven tot het verschaffen van de NAW-gegevens van de blogger. De Hoge Raad acht dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en volgt de conclusie A-G.

IEF 17271

Politieke organisatie dient rectificatie te plaatsen wegens verwijten jegens radiostation

Rechtbank Den Haag 8 nov 2017, IEF 17271; ECLI:NL:RBDHA:2017:12864 (Feel Good Radio tegen Vereniging Onafhankelijk Rijswijk), https://ie-forum.nl/artikelen/politieke-organisatie-dient-rectificatie-te-plaatsen-wegens-verwijten-jegens-radiostation

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 november 2017, IEF 17271; IT&R 2406; ECLI:NL:RBDHA:2017:12864 (Feel Good Radio tegen Vereniging Onafhankelijk Rijswijk). Rectificatie. Feel Good Radio produceert radioprogramma’s voor de Stichting Omroep Rijswijk (SOR). De VOR is een politieke organisatie welke verschillende nieuwsberichten op haar website heeft geplaatst met betrekking tot Feel Good Radio. De VOR heeft onrechtmatig gehandeld jegens Feel Good Radio door het publiceren van de berichtgeving, nu deze feitelijke grondslag missen. De VOR zal voorts worden geboden een rectificatie te plaatsen. 

IEF 17270

HvJEU: "normaal gebruik" merk als enkel beeldelement van een samengesteld merk is gebruikt

HvJ EU 11 okt 2017, IEF 17270; ECLI:EU:C:2017:750 (Cactus), https://ie-forum.nl/artikelen/hvjeu-normaal-gebruik-merk-als-enkel-beeldelement-van-een-samengesteld-merk-is-gebruikt

HvJ EU 11 oktober 2017, IEF 17270; IEFbe 2402; ECLI:EU:C:2017:750 (Cactus). Merkenrecht. In 2009 is een Uniemerkaanvraag ingediend voor een beeldmerk met daarin de woorden CACTUS OF PEACE / CACTUS DE LA PAZ. Tegen deze aanvrage is oppositie ingesteld op basis van eerdere woord-/beeldmerken waarin eveneens het woord CACTUS opgenomen is. De oppositie werd gehonoreerd voor de klassen 31 en 44. Na beroep bij het EUIPO en een beslissing van het Gerecht wordt nu om een hogere voorziening bij het Hof van Justitie gevraagd. Ten eerste is het betoog van het EUIPO dat de arresten IP Translator [IEF 11454] en Praktiker Bau- und Heimwerkermärkte [IEF 10516] onjuist zijn gelezen door het Gerecht niet juist. Een merk dat is ingeschreven vóór deze uitspraken, zoals het woordmerk Cactus (ingeschreven op 18 oktober 2002) en het beeldmerk Cactus (ingeschreven op 6 april 2001), kan niet worden aangetast door deze arresten, voor zover deze slechts zien op nieuwe aanvragen tot inschrijving van Uniemerken. Ten tweede is aan de voorwaarde van „normaal gebruik” van de verordening voldaan als enkel het beeldelement van een samengesteld merk is gebruikt, voor zover het onderscheidend vermogen van dat merk zoals ingeschreven niet wordt gewijzigd. Het Gerecht kan niet worden verweten dat het niet is nagegaan in hoeverre het weggelaten deel, namelijk het woordelement „Cactus”, onderscheidend vermogen had en van belang was in de perceptie van het teken in zijn geheel, terwijl het Gerecht het teken zoals gebruikt in zijn gereduceerde vorm correct heeft vergeleken met het teken zoals het is ingeschreven. Het Gerecht mocht zich beperken tot een onderzoek van de gelijkwaardigheid van de betrokken tekens op visueel en conceptueel vlak.