IEF 22162
29 juli 2024
Uitspraak

Gebruik IGLOO-merken door oud-distributeur is toegestaan voor de verkoop van opgebouwde voorraad

 
IEF 22161
29 juli 2024
Uitspraak

Ziggo is niet langer vergoedingen verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen op televisie

 
IEF 22160
29 juli 2024
Uitspraak

Rhedelijk Cultureel maakt inbreuk op auteursrechten fotografe

 
IEF 16808

Reclame met lookalike levert geen schadevergoeding op

Hof Amsterdam 2 mei 2017, IEF 16808; ECLI:NL:GHAMS:2017:1722 (Mavic tegen Picnic), https://ie-forum.nl/artikelen/reclame-met-lookalike-levert-geen-schadevergoeding-op

Hof Amsterdam 2 mei 2017, IEF 16808; RB 2868; ECLI:NL:GHAMS:2017:1722 (Mavic tegen Picnic) Zie eerder IEF 16619. Lookalike en portretrecht. Hof bekrachtigt afwijzende beschikking. Kan er bij het gebruik van een 'lookalike' in een commercial een beroep worden gedaan op artikel 21 Auteurswet en de onrechtmatige daad? Het hof oordeelt dat de commercial van Picnic duidelijk is bedoeld als parodie op de eerdere reclame van Jumbo waarin de echte appellant een rol speelt. Het is duidelijk dat de makers van de commercial niet hebben beoogd dat het publiek de 'lookalike' als de echte appellant identificeert. Bovendien staat het appellant niet vrij om met een concurrent van Jumbo in zee te gaan. Er kan daarom niet van worden uitgegaan dat er sprake is van omzetderving. Het beroep op artikel 21 Auteurswet faalt, evenals het beroep op artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Appellanten hebben niet concreet toegelicht dat en in welke omvang zij schade hebben geleden, gezien er geen sprake is van omzetderving en er ook niet is aangevoerd dat er sprake is van reputatieschade.

IEF 16807

Uitvoeringsverordening en gedelegeerde Verordening bij de EUMVo

FR ci-dessous. De nieuwe Uitvoerings- en de gedelegeerde verordening van de Uniemerkverordening zijn inmiddels door de Commissie goedgekeurd en kunnen hier geraadpleegd worden:  uitvoeringsverordening en gedelegeerde verordening (de documenten worden pas officieel gepubliceerd en in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad geen bezwaren uiten binnen de wettelijk voorziene termijn).

Le nouveau Règlement d’exécution et le Règlement délégué du Règlement sur la marque de l’Union européenne ont entretemps été approuvés par la Commission. Pour consulter ces documents cliquez sur ces liens: règlement d’exécution en règlement délégué (les textes ne seront officiellement publiés et n’entreront en vigueur que si le Parlement européen et le Conseil ne font pas valoir des objections dans le délai légal prévu).

IEF 16806

Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing en Thijs van Aerde, Houthoff Buruma.

HR: Eigen gezicht van hangers kan afnemen, en zelfs ‘verwateren’

19 mei 2017, IEF 16806; ECLI:NL:HR:2017:938 (All round tegen Simstars), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-eigen-gezicht-van-hangers-kan-afnemen-en-zelfs-verwateren

HR 19 mei 2017, IEF 16806; ECLI:NL:HR:2017:938 (All round tegen Simstars). Zie Conclusie AG. Onrechtmatige daad. Intellectuele eigendomsrecht. Slaafse nabootsing van Mi Moneda-hangers. Hof [IEF 15462] en Rechtbank [IEF 13915]. Slaafse nabootsing van een product dat een 'eigen gezicht' heeft op een wijze die nodeloos verwarring veroorzaakt, is een vorm van oneerlijke mededinging, waartegen een onrechtmatige daad kan worden ingeroepen. Dit eigen gezicht kan afnemen, en zelfs verdwijnen (‘verwateren’) naarmate meer soortgelijke producten op de markt verschijnen en zich handhaven. Voor artikel 10bis lid 3, onder 1 VvP bestaat er geen onderscheid tussen directe (product) en indirecte (herkomst) verwarring. De mate van populariteit of bekendheid en de grootte van het marktaandeel kunnen ook het gevolg zijn van bekendheid van de naam of het merk waaronder het product op de markt wordt gebracht. De wel overeenstemmende aspecten (de maatvoering in klein, midden en groot, de drie kleine ringen, waardoor de ketting wordt geleid en de drie verkrijgbare kleuren) wegen niet op tegen de verschillen. Consument zal de verschillen opmerken. De HR verwerpt het beroep.

IEF 16805

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Stichting BREIN.

Ex parte verbod tegen aanbod ongeautoriseerde muziek- en orkestbanden

Rechtbank Oost-Brabant 7 apr 2017, IEF 16805; (Brein tegen aanbieder ongeautoriseerde orkestbanden), https://ie-forum.nl/artikelen/ex-parte-verbod-tegen-aanbod-ongeautoriseerde-muziek-en-orkestbanden

Ex parte Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 7 april 2017, IEF 16805; IT 2287 (Brein tegen aanbieder ongeautoriseerde orkestbanden) Ex parte. BREIN heeft geconstateerd dat Gerekwestreerde ongeautoriseerde instrumentale muziek- en orkestbanden verspreidt via een zestal eigen websites en vier door hem beheerde Facebook pagina's. Hij adverteert veelvuldig op zijn Facebook pagina's voor zijn website(s) waarop lijsten met orkestbanden die hij aanbiedt te vinden zijn. Ter promotie van de verkoop van eigen ongeautoriseerd geproduceerde orkestbanden geeft hij gratis illegaal gekopieerde orkestbanden weg. Gerekwestreerde heeft geen toestemming voor het zelf produceren en verkopen van orkestbanden van originele muziekwerken van derden. De voorzieningenrechter beveelt staking van het inbreukmakend handelen, waaronder in ieder geval ieder ongeautoriseerd verveelvoudigen en openbaar maken op straffe van een dwangsom van €2.000 per dag(deel) met een maximum van €50.000.

IEF 16804

Uitspraak ingezonden door Johannes Cassiman, Hans Dhondt en Mireille Buydens, Janson Baugniet.

EU-brede stopzetting van commercialisatie luchtbed op basis van ogenschijnlijk geldig Gemeenschapsmodel en auteursrechten op de Lamzac

11 mei 2017, IEF 16804; (Fatboy the Original tegen Makro en Belgocamp), https://ie-forum.nl/artikelen/eu-brede-stopzetting-van-commercialisatie-luchtbed-op-basis-van-ogenschijnlijk-geldig-gemeenschapsmo

Voorz. NL Rechtbank van KH Brussel 11 mei 2017, IEFbe 2180; IEF 16804 (Fatboy the Original tegen Makro en Belgocamp) Modelrecht. Auteursrechten. De stakingsrechter beveelt Makro op grond van het ogenschijnlijk geldig geregistreerd Gemeenschapsmodel van Fatboy en de ogenschijnlijk geldige auteursrechten van Fatboy op de Lamzac het te koop aanbieden van, reclame maken voor en verkopen van het luchtbed Loung'Air XL in haar vestigingen of via internet voorlopig stop te zetten in de volledige EU op straffe van dwangsom van €1000 per dag.

IEF 16803

Beschikkingen ingezonden Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Ex parte beschikkingen tegen 'opblaasbare loungers' van Blokker, Leen Bakker en Makro

Rechtbank Den Haag 3 mei 2017, IEF 16803; (Fatboy tegen Blokker; Leen Bakker en Makro), https://ie-forum.nl/artikelen/ex-parte-beschikkingen-tegen-opblaasbare-loungers-van-blokker-leen-bakker-en-makro

Ex parte beschikking Vzr. Rechtbank Den Haag 3 mei 2017 (Fatboy tegen Blokker), 9 mei (tegen Leen Bakker) en 18 mei 2017 (tegen Makro), IEF 16803. Merkenrecht. Modellenrecht. Grijsmaking volgens 1019b-d en 1019e Rv. Gestelde inbreuk op merken- en modellenrechten op de LAMZAC THE ORIGINAL door de verkoop van de 'opblaasbare lounger'. Voorzieningenrechter beveelt staking binnen 4 uur na betekening voor aanbieden via Blokker.nl als in de winkelfilialen en verwijdering van afbeelding van de website en in de folder. Op last van een dwangsom van €25 per product of €5000 per dag(deel), met maximum van €250.000. Leen Bakker blijkt een zustervennootschap van Blokker te zijn, het is Fatboy niet bekend of Blokker de voorraden heeft doorgespeeld aan Leen Bakker. Staking binnen 24 uur door Leen Bakker, en 12 uur door Makro met dwangsom van €250 per product of €5000 per dag(deel), met maximum van €250.000.

IEF 16802

HvJ EU: wanneer een kleindochter vennootschap een 'EU-vestiging' is

HvJ EU 18 mei 2017, IEF 16802; ECLI:EU:C:2017:390 (Hummel tegen Nike), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-wanneer-een-kleindochter-vennootschap-een-eu-vestiging-is

HvJ EU 18 mei 2017, IEF 16802; IEFbe 2178; C-617/15; ECLI:EU:C:2017:390 (Hummel tegen Nike) Procesrecht. Bevoegheid. Merkenrecht. Verzoekster is een in Denemarken gevestigde sportartikelenfabrikant en houdster van een internationaal beeldmerk. HvJ EU: Artikel 97, lid 1 UniemerkVo moet aldus worden uitgelegd dat een in een lidstaat gevestigde juridisch onafhankelijke vennootschap die een dochtervennootschap is van een moedermaatschappij die niet in de EU is gezeteld, een „vestiging” in de zin van deze bepaling van deze moedermaatschappij vormt, wanneer deze dochter een centrum van werkzaamheid is dat, in de lidstaat waar zij is gelegen, beschikt over een vorm van werkelijke en stabiele aanwezigheid van waaruit een bedrijfsactiviteit wordt verricht, en dat zich naar buiten duurzaam manifesteert als het verlengstuk van de moedermaatschappij.

 

IEF 16800

Uitspraak ingezonden door Paul Mazel, Trip advocaten.

Gemeente Groningen heeft verwijdering kunstwerk Virtuele Boteringepoort zorgvuldig voorbereid, aangekondigd en uitgevoerd

Hof Arnhem-Leeuwarden 16 mei 2017, IEF 16800; ECLI:NL:GHARL:2017:4136 (Virtuele Boteringepoort), https://ie-forum.nl/artikelen/gemeente-groningen-heeft-verwijdering-kunstwerk-virtuele-boteringepoort-zorgvuldig-voorbereid-aangek

Hof Arnhem-Leeuwarden 16 mei 2017, IEF 16800; ECLI:NL:GHARL:2017:4136 (Virtuele Boteringepoort) Auteursrecht. Persoonlijkheidsrecht. Afbraak kunstwerk. Belangenafweging tegenover kosten. Zie eerder IEF 14838. Eiser is beeldend kunstenaar. Hij heeft in opdracht van de Gemeente Groningen het kunstwerk 'de Virtuele Boteringepoort' ontworpen. Deze licht-installatie werd verwijderd en hij vordert verklaring voor recht en herplaatsing als dan niet in LED-uitvoering. Na onderhoud en modificatie functioneerd het lichtkunstwerk niet meer volledig. Eiser kan niet worden vergeleken met een kunstenaar als Zadkine. Het werk is kwetsbaar, stond op een kwetsbare locatie en heeft nooit storingsvrij gefunctioneerd. De kosten zijn te hoog en de financiële situatie is een gegronde reden om het kunstwerk te verwijderen. Bij de voorbereiding, aankondiging en uitvoering van de verwijdering heeft de Gemeente niet onzorgvuldig gehandeld of onvoldoende rekening heeft gehouden met de gerechtvaardigde belangen van eiser. Hof bekrachtigt het vonnis.

IEF 16799

Verkoper vervalste parfums mag strafrechtelijk vervolgd worden

Hoge Raad 18 apr 2017, IEF 16799; ECLI:NL:PHR:2017:270 (Namaak merk-parfums), https://ie-forum.nl/artikelen/verkoper-vervalste-parfums-mag-strafrechtelijk-vervolgd-worden

HR 18 april 2017, IEF 16799; ECLI:NL:HR:2017:700 (Namaak merk-parfums). Strafrecht en merkenrecht. Verdachte heeft op 31 mei 2013 in de gemeente Littenseradiel opzettelijk valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken verkocht en in voorraad gehad, bestaande uit parfums voorzien van onder meer logo's van Armani, Cacharel en Kenzo. De raadsman van de verdachte heeft in hoger beroep bepleit dat het OM niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Volgens de Aanwijzing Intellectuele Eigendomsfraude (2005A022) is het uitgangspunt bij inbreuk op IE-rechten civielrechtelijke handhaving door de rechthebbende zelf. Strafrecht is slechts in bepaalde gevallen inzetbaar, waaronder grootschalige namaak en piraterij, gepleegd in beroep of bedrijf, die de markt verstoren. Het Hof verklaart het OM ontvankelijk, de Hoge Raad bevestigt dit.

IEF 16798

Uitspraak ingezonden door Radboud Ribbert, Greenberg Traurig en Léon Dijkman, Laura Fresco, HOYNG ROKH MONEGIER.

Spirits cs dienen per land aan te tonen te goeder trouw de wodka-merken te hebben verkregen

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, IEF 16798; ECLI:NL:RBDHA:2017:5223 (FKP cs tegen Spirits cs), https://ie-forum.nl/artikelen/spirits-cs-dienen-per-land-aan-te-tonen-te-goeder-trouw-de-wodka-merken-te-hebben-verkregen

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, IEF 16798; ECLI:NL:RBDHA:2017:5223 (FKP cs tegen Spirits cs) Merkenrecht. Zie eerder: IEF 14795. De zaak wordt op de rol gezet voor akte. Spirits cs dienen bij per land een uiteenzetting te geven van de toepasselijke rechtsregels op verkrijging te goeder trouw van merken van een niet beschikkingsbevoegde vervreemder.

Merkenrecht. Goederenrecht. Internationaal privaatrecht. Uitspraak in langlopende zaak over iconische Russische wodkamerken. Zie eerder IEF 14795 over aanspraak op Beneluxmerken; thans worden door eiser FKP dertien merken in verschillende EU-lidstaten teruggevorderd. Rechtbank komt niet terug op eerder oordeel omtrent bevoegdheid, hiertegen kan alleen in hoger beroep worden opgekomen (r.ov. 4.8; zie eerder IEF 13888 en IEF 14302); grensoverschrijdende bevoegdheid voor opleggen verbod bestaat ook als dat gevorderd wordt op basis van dertien nationale merken (r.ov. 4.198). Rechtbank honoreert FKP's beroep op gezag van gewijsde van de uitspraken over de Beneluxmerken, maar enkel in de procedure tegen Spirits International (r.ov. 4.14 en 4.15; zie eerder IEF 13355). Ten aanzien van de andere Spiritsvennootschappen stelt de rechtbank opnieuw vast dat er geen rechtsgeldige transformatie heeft plaatsgevonden van VVO (rechtsvoorganger FKP) naar VAO (rechtsvoorganger Spirits) (r.ov. 4.44-4.87). Vraag of Spirits de merken te goeder trouw heeft verkregen wordt beheerst door het nationale recht van het land voor het grondgebied waarvoor de merkenrechtelijke bescherming wordt ingeroepen (lex loci protectionis; r.ov. 4.94). Rechtbank vraagt partijen om per land een uiteenzetting te geven over toepasselijke regels op verkrijging te goeder trouw van een niet beschikkingsbevoegde vervreemder (r.ov. 4.100). Oordeel omtrent inbreuk, schade en doorhaling merken aangehouden; partijen dienen zich eerst nader uit te laten over de inhoud van de relevante rechtsstelsels (r.ov. 4.218 e.v.).