IEF 22167
31 juli 2024
Uitspraak

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

 
IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 22165
30 juli 2024
Uitspraak

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

 
IEF 16267

Merkinbreuk door verkoop restvoorraad en als partij aangeboden merkkleding

Rechtbank Den Haag 14 sep 2016, IEF 16267; ECLI:NL:RBDHA:2016:10887 (Guy Laroche tegen 4 Every Ware), https://ie-forum.nl/artikelen/merkinbreuk-door-verkoop-restvoorraad-en-als-partij-aangeboden-merkkleding

Rechtbank Den Haag 14 september 2016, IEF 16267; ECLI:NL:RBDHA:2016:10887 (Guy Laroche tegen 4 Every Ware) Uniemerken. Rechtsverwerking. Inbreuk. Guy Laroche is een Frans modehuis. 4EveryWare is een onderneming die zich bezighoudt met de groot- en kleinhandel in partijgoederen en heeft merkproducten als partij aangeboden op haar website, advertenties geplaatst op www.eurotradefair.nl en doorverkocht. Guy stelt dat 4 Every Ware onrechtmatig heeft gehandeld en vordert staking van inbreuk op haar merkrecht. 4 Every Ware voert onterecht aan dat Guy Laroche haar rechten heeft verwerkt. Van rechtsverwerking is slechts sprake indien een schuldeiser zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht. De restvoorraad merkproducten tot aan de verkoop door Promeco aan Boxter is niet in de handel is gebracht volgens artikel 13 lid 1 UMVo, dus kan er geen sprake zijn van uitputting. Staking wordt bevolen.

IEF 16266

Uitspraak ingezonden door Wim Maas, TaylorWessing.

Inzagevordering ex 843a Rv in UMTS-LTE-octrooiportefeuille in bovengemiddeld complexe procedure afgewez

Rechtbank Oost-Brabant 23 sep 2016, IEF 16266; (Asus tegen Philips), https://ie-forum.nl/artikelen/inzagevordering-ex-843a-rv-in-umts-lte-octrooiportefeuille-in-bovengemiddeld-complexe-procedure-afge

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 23 september 2016, IEF 16266 (Asus tegen Philips) Octrooirecht. FRAND. Kosten tolken. Octrooien van Philips zijn SEPs voor de ETSI vastgestelde UMTS-standaard. Asus de door Philips aangeboden licentie niet aanvaard en verzoekt om inzage in UMTS-LTE-octrooiportefeuille ex 843a Rv met het oog op Asus' verweer in drie in Den Haag gevoerde octrooiinbreukprocedures.

Gelet op de verwevenheid van de onderhavige inzagevordering met de stellingen van partijen en de beoordeling daarvan die zal moeten plaatsvinden in de bodemprocedure bij de rechtbank Den Haag, acht de voorzieningenrechter het toewijzen van diezelfde inzagevorderingen in dit kort geding, vooruitlopend op de beoordeling door de bodemrechter, niet opportuun en zelfs ongewenst. De vordering is geen "relatief eenvoudige zaak", maar bovengemiddeld complexe en omvangrijke procedure inzake octrooiinbreuk. Aansluiting IE-indicatie bij maximum van 15.000 euro conform de IE-indicatietarieven en veroordeling in de kosten van de ingeschakelde tolken.

IEF 16265

i-DEPOT vernieuwd

En français ci-dessous. Eerder werd het online indienen van opposities ter beschikking gesteld, werd de MyBOIP-omgeving vernieuwd en is het nu ook mogelijk om een modelregistratie online te verlengen. Vandaag wordt een verbeterde versie van het i-DEPOT gelanceerd. Hiermee is het mogelijk om naast merken en modellen, ook i-DEPOTs voor klanten in te dienen. Wist u dat het i-DEPOT bewijs officieel bekrachtigd is in het BVIE, artikel 4.4bis? En, wist u dat het bewijsmiddel (het certificaat) aan de Europese richtlijn inzake de elektronische handtekening voldoet en dus door de rechters in Europa aanvaard wordt?

IEF 16264

Uitspraak ingezonden door Remy Chavannes, Brinkhof

Auteursrechtinbreuk door heruitvoering van gemeenschappelijk werk

Rechtbank Amsterdam 21 sep 2016, IEF 16264; ECLI:NL:RBAMS:2016:5983 (auteursrechtinbreuk performancekunstenaars), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-door-heruitvoering-van-gemeenschappelijk-werk

Rechtbank Amsterdam 21 september 2016, IEF 16264; ECLI:NL:RBAMS:2016:5983 (auteursrechtinbreuk performancekunstenaars) Auteursrecht. Gemeenschappelijk auteursrecht. Twee performancekunstenaars hebben jarenlang, van 1976 tot 1988, gezamenlijke werken gemaakt. In 1999 hebben zij een overeenkomst gesloten over de uitoefening van het gemeenschappelijke auteursrecht. Op grond van de overeenkomst is aan gedaagde het recht verstrekt de gezamenlijke werken te exploiteren, met de verplichting aan eiser een vergoeding te betalen. Over de uitleg van de overeenkomst is een geschil ontstaan. De rechtbank legt de overeenkomst uit aan de hand van de Haviltex-maatstaf, waarbij ook gekeken is naar de wijze waarop partijen in de praktijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven. De heruitvoering van een gemeenschappelijk werk in gewijzigde vorm is onder de overeenkomst niet toegestaan, er is daardoor sprake van auteursrechtinbreuk door gedaagde. De handhaving van een gemeenschappelijk auteursrecht door een deelgenoot jegens de andere deelgenoot is mogelijk. De overeenkomst beperkt het wettelijk toegestaan gebruik van gezamenlijk werk waarbij geen toestemming van de andere deelgenoot nodig is (zoals tentoonstellen en citeren) niet. Publieke uitlatingen van beide kunstenaars over elkaar zijn niet onrechtmatig.

 

IEF 16263

HvJ EU: Vaststelling van verwarringsgevaar voor slechts een deel van de Unie

HvJ EU 22 sep 2016, IEF 16263; ECLI:EU:C:2016:719 (Combit Software GbmH tegen Commit Business Solutions Ltd), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-vaststelling-van-verwarringsgevaar-voor-slechts-een-deel-van-de-unie

HvJ EU 22 september 2016, IEF 16263; IEFBE 1935; ECLI:EU:C:2016:719 (Combit Software GbmH tegen Commit Business Solutions Ltd) Uniemerk. Verwarringsgevaar. In haar hoedanigheid van houdster van de merken combit heeft combit Software een rechtsvordering ingesteld tegen Commit Business Solutions. Primair verzocht zij, op grond van het Uniemerk waarvan zij houdster is, Commit Business Solutions te gelasten het gebruik, in de Unie, van het woordteken „Commit” voor de door haar verkochte computerprogramma’s te staken. Subsidiair heeft zij met een beroep op haar Duitse merk verzocht, diezelfde vennootschap te gelasten om het gebruik van dit woordteken in Duitsland te staken. De rechter geeft in deze zaak antwoord op de vraag of het bestaan van een inbreuk op het Uniemerk moet worden erkend of afgewezen voor de hele Europese Unie indien slechts in een deel verwarringsgevaar bestaat, of dat er in dat geval een onderscheid gemaakt moet worden tussen de verschillende lidstaten. Het HvJ EU stelt dat wanneer gebruik van een teken leidt tot gevaar voor verwarring met een Uniemerk in een deel van het grondgebied van de EU, geoordeeld moet worden dat er sprake is van schending van het aan dit merk verbonden uitsluitende recht en de staking van dit gebruik moet gelasten voor het gehele grondgebied van de Europese Unie, met uitzondering van het deel van dit grondgebied waarvoor het ontbreken van verwarringsgevaar werd vastgesteld.

IEF 16262

Met eigen waar vullen van gele broodkratten van 't Stoepje is merkinbreuk

Rechtbank Midden-Nederland 31 aug 2016, IEF 16262; ECLI:NL:RBMNE:2016:4722 (Market Food Group B.V. tegen De Bakkerie Nijkerk B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/met-eigen-waar-vullen-van-gele-broodkratten-van-t-stoepje-is-merkinbreuk

Rechtbank Midden-Nederland 31 augustus 2016, IEF 16262; ECLI:NL:RBMNE:2016:4722 (Market Food Group B.V. tegen De Bakkerie Nijkerk B.V.) Merkenrecht. Woordmerk. Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij 't Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk "Bakkerij 't Stoepje". Dit merkrecht is niet uitgeput, omdat de gele kratten geen eigendom zijn van de franchisenemers van Bakkerij 't Stoepje, maar van de franchisegever. In de algemene voorwaarden is het gebruik van de gele broodkratten door de franchisenemers ook beperkt tot het vullen met de waren van Bakkerij 't Stoepje.

IEF 16259

Bijdrage ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.

Charlotte Vrendenbarg - Annotatie bij HvJ EU: Forfaitaire tarieven met max. bedragen toelaatbaar, mits deel van de kosten wordt gedragen door de verliezende partij

Annotatie bij HvJ EU 28 juli 2016, ECLI:EU:C:2016:201, C-57/15 (United Video Properties/Telenet) 

DEZE NOOT ZAL VERSCHIJNEN IN IER 2016/5

In de Belgische octrooizaak United Video Properties/Telenet heeft het HvJ EU geoordeeld dat een stelsel van forfaitaire tarieven met maximumbedragen in IE-zaken toelaatbaar kan zijn, mits het waarborgt dat minstens een significant en passend deel van de redelijke kosten van de winnende partij wordt gedragen door de verliezende partij. Daarmee is het Belgische stelsel van rechtsplegingsvergoeding op losse schroeven komen te staan. De rechtspraak van het HvJ EU biedt voorts belangrijke aanknopingspunten voor een meer rechtszekere en voorspelbare toepassing van de Indicatietarieven.

 

IEF 16261

Uitspraak ingezonden door Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.

Geen inbreuk: onvoldoende aannemelijk dat gebruik is gemaakt van auteursrechtelijk beschermde trekken van levensverhaal in VPRO-serie

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 sep 2016, IEF 16261; ECLI:NL:GHARL:2016:7612 (Moszkowicz tegen Dutch Mountain Film en VPRO), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-onvoldoende-aannemelijk-dat-gebruik-is-gemaakt-van-auteursrechtelijk-beschermde-trekken

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 september 2016, IEF 16261; ECLI:NL:GHARL:2016:7612 (Moszkowicz - RAAF-VPRO) Eiser heeft beslag laten leggen op alle scenarioversies van de serie ‘De Maatschap’, omdat er volgens hem inbreuk gemaakt is op het auteursrecht van zijn autobiografie ‘De Straatvechter.’ Zie eerder IEF 15979 en IEF 16041. In hoger beroep stelt het hof, aansluitend op het oordeel van de rechtbank, dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een inbreuk is gemaakt op het auteursrecht en er is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat schrijvers van de op zijn familie geïnspireerde televisieserie gebruikt hebben gemaakt van auteursrechtelijk beschermde trekken van zijn levensverhaal. Eiser krijgt dan ook geen inzage in het script.

IEF 16258

Uitnodiging VvA 14 oktober 2016

, IEF 16258; https://ie-forum.nl/artikelen/uitnodiging-vva-14-oktober-2016

VvA vergadering 14 oktober 2016

Recente ontwikkelingen: Sanoma/GS Media en het Value Gap voorstel 

Op 8 september 2016 deed het Hof van Justitie uitspraak in Sanoma v. GS Media. Hyperlinken naar een werk dat zonder toestemming ter beschikking is gesteld, kan aldus het Hof een mededeling aan het publiek zijn als de linkende partij kennis heeft of redelijkerwijs kan hebben van het illegale karakter. Bij hyperlinks die worden geplaatst met winstoogmerk wordt kennis vermoed. 

Op 14 september 2016 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor een ontwerprichtlijn over auteursrecht in de digitale eengemaakte markt. Artikel 13 (door de EC aangeduid als het Value Gap voorstel) bepaalt dat diensten voor opslag en toegang tot werken die door gebruikers worden geupload, geëigende en proportionele maatregelen moeten nemen om te zorgen dat overeenkomsten met rechthebbenden goed functioneren of om te voorkomen dat werken die door rechthebbenden door middel van samenwerking met de dienstverleners zijn geïdentificeerd, beschikbaar komen. Overweging 38 beoogt daarnaast meer duidelijkheid te scheppen over de verhouding tussen het auteursrecht en de hosting exceptie van artikel 14 van de E-Commerce richtlijn. 

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor Internet gebruikers, social media platforms, P2P netwerken, file sharing services, ISP’s, auteurs en uitgevers? Hoe verhoudt de uitspraak van het Hof zich tot de internationale auteursrechtverdragen? 

Lees verder voor de locatie en dagindeling

IEF 16257

Beroep m.b.t. beeldmerk van '3D' en '3D's' afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 13 sep 2016, IEF 16257; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/beroep-m-b-t-beeldmerk-van-3d-en-3d-s-afgewezen

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16257; IEFBE 1933; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO) Merkenrecht. Afwijzing van het beroep omtrent beeldmerk voor graanproducten met woordelement 3D. Het ging om een beroep door de aanvrager van het beeldmerk met het woordelement “3D” voor waren in klasse 30 tegen de toegewezen oppositie door de houder van het beeldmerk met het woordelement “3D’s” ook ingeschreven voor waren in klasse 30. Het beroep wordt afgewezen en het gaat in deze zaak om verwarringsgevaar. De waren stemmen volgens het GEU minder dan gemiddeld overeen. De snacks hebben niet hetzelfde doel en niet dezelfde productiewijze. Verder is er geen spraken van concurrentie. Beide elementen bevatten ‘3D’ en stemmen daarom visueel overeen. Daarnaast stemmen de merken ook fonetisch overeen, ondanks de kleine verschillen. Verder staan beide merken voor driedimensionaliteit.