IEF 22174
2 augustus 2024
Uitspraak

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

 
IEF 22172
2 augustus 2024
Uitspraak

Hof van Beroep van UPC vernietigt beslissing omtrent verzoek tot bewijsbewaring

 
IEF 22175
1 augustus 2024
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke openbaarmaking

 
IEF 14573

The EP’s work on the Trade Secrets Directive – state of play and input from industry and experts

Wouter Pors, The European Parliament’s work on the Trade Secrets Directive – state of play and input from industry and experts, IEF 14573, IE-Forum.nl.
Een bijdrage ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird. The European Commission published a proposal for a Trade Secrets Directive in November 2013, following some in-depth studies on the legal protection of trade secrets in the Member States and discussions with stakeholders and experts [IEF 13607].  This proposal was discussed extensively with stakeholders, experts and the Member States, which resulted in an improved proposal that was adopted by the Council on 19 May 2014. (...)Presentations at the Committee on Legal Affairs hearing

(...) Presentation Wouter Pors - Protecting Trade Secrets – A practitioner’s perspective
(...) In my opinion, the proposed Trade Secrets Directive is a very important asset for the innovative European industry. With some tweaks it may create the best and most modern system available and thus may set an example for other countries and regions around the world. The sooner it will become available, the better, both for the industry and for practitioners.

Wouter Pors

IEF 14572

Verbod openbaarmaken privégegevens en bedreigende uitlatingen aan AvroTros-medewerkers

Hof Amsterdam 20 januari 2015, IEF 14572 (AvroTros tegen L.)
Uitspraak mede ingezonden door Bertil van Kaam en Nils Winthagen, Van Kaam. Uit het persbericht Hof: Het hof heeft vandaag geoordeeld dat L. geen privégegevens van medewerkers van de redactie van ‘Opgelicht’ en AvroTros openbaar mag maken. Het hof volgt hiermee een eerdere uitspraak van de rechtbank. Anders dan de rechtbank oordeelde het hof echter over de uitlatingen van L. Volgens het hof moeten deze als bedreigend worden aangemerkt en L. dient zich van verdere bedreigende uitlatingen richting medewerkers te onthouden.

Programma ‘Opgelicht’ plaatst dossier L. op website

Het televisieprogramma ‘Opgelicht’ van AvroTros besteedde in 2010 aandacht aan de werkwijze van L. bij de verkoop van zonnepanelen. Ook plaatste AvroTros een dossier over L. op de website van ‘Opgelicht’.

L. wil dat AvroTros zijn dossier van de website verwijdert. Om dat te bereiken zocht hij per email en telefonisch contact met medewerkers van de redactie van ‘Opgelicht’ en AvroTros.
Hierbij kondigde hij aan privégegevens van medewerkers op het internet te zullen plaatsen. Ook deed L. tegenover de medewerkers uitlatingen, die volgens het oordeel van het hof als bedreigend konden worden ervaren.
L. hoopte hiermee kracht bij te zetten aan zijn wens het dossier van de website verwijderd te krijgen.

Dwangsom
Het hof legt L. voor iedere overtreding van een verbod een dwangsom van  € 250,-- op, met een maximum van € 10.000,--.

IEF 14571

NUV blij met verbod van Hof tegen Tom Kabinet

Uit het persbericht NUV: Vandaag heeft het Hof Tom Kabinet verboden haar onrechtmatige handelwijze voort te zetten [IEF 14569]. Het overweldigende illegale aanbod op haar website en de onmogelijkheid van Tom Kabinet om daar daadwerkelijk iets tegen te doen vormen daarvoor voldoende grondslag.

Het argument van Tom Kabinet dat zij slechts een neutrale dienst aanbiedt, te vergelijken met Marktplaats, wordt door het Hof verworpen. Het Hof heeft ook duidelijk gesteld dat uitgevers en hun auteurs schade lijden als gevolg van de doorverkoop van illegale e-books via een website als Tom Kabinet.

Tijdens de zitting hebben het Nederlands Uitgeversverbond (NUV), de Groep Algemene Uitgevers (GAU) en Media voor Vak en Wetenschap (MVW) laten zien hoe groot het aanbod van illegale e-books is op de website van Tom Kabinet en hoe eenvoudig het is om deze aan te bieden. Ook vandaag bleek dat er nog steeds aanbieders zijn met meer dan duizend e-books en dat een verkoper een en hetzelfde e-book, waarvan niet eens een legale versie bestaat, drie keer aanbiedt.

Het NUV, de GAU en MVW zijn dan ook blij dat het Hof aan deze praktijken een einde heeft gemaakt.

IEF 14570

Ledenvergadering VVA: Uitleg van beperkingen

Uit het persbericht: Met zijn arresten in de zaken ACI Adam, Suske en Wiske en TU Darmstadt heeft het HvJ EU belangrijke nuances in het systeem van auteursrechtelijke beperkingen aangebracht. Aan de ene kant geldt nog steeds het uitgangspunt dat beperkingen in beginsel eng moeten worden uitgelegd. Aan de andere kant moet echter de nuttige werking van beperkingen worden verzekerd. In feite leidt dit tot een systeem waarin op verschillende manieren met beperkingen kan worden omgegaan: soms prevaleert de enge uitleg, soms de noodzaak om de nuttige werking van een beperking te waarborgen. Naast beperkingen met strikte voorwaarden bestaan dus ook beperkingen die veel ruimte bieden...

Tijdens deze studiemiddag laten we de arresten van het afgelopen jaar nog eens de revue passeren. Op de schets van de Europese rechtspraak volgt een nadere bespreking van de gevolgen voor actuele probleemgevallen op het terrein van beperkingen. Wat betekent de rechtspraak van het HvJ EU voor het debat over user-generated content? Welke gevolgen heeft het voor text en data mining? Zijn ten aanzien van de daarmee verbonden gebruikshandelingen nog steeds nieuwe beperkingen nodig? Of zorgen de genoemde arresten voor aanvullende ruimte binnen het bestaande systeem? Daarnaast gaat Dirk Visser een radicaal nieuw standpunt verkondigen...

Datum: 13 februari 2015, 14:00 tot 17:00 uur
Locatie: KNAW, Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29 te Amsterdam

14:00 - 14:05OpeningMr. Cyril van der Net (MinVenJ)
14:05 - 14:35De oogst van 2014: ACI Adam, Suskse & Wiske en TU Darmstadt nader beschouwdProf. dr. Martin Senftleben (VU/Bird & Bird)
14:35 - 15:05User generated content - De wetgever nog steeds aan zet?Prof. mr. Bernt Hugenholtz (IViR)
15:05 - 15:30Pauze 
15:30 - 16:00Text and data mining - Meer ruimte in de bestaande systemen?Mr. dr. Lucie Guibault (IViR)
16:00 - 16:30Je suis Ashby DonaldProf. mr. Dirk Visser (UL/KMVS)
16:30 - 17:00Plenair debat 
17:00Borrel 
IEF 14569

Verbod Tom Kabinet beperkt tot doorverkoop van illegaal verkregen e-books

Hof Amsterdam 20 januari 2015, IEF 14569; ECLI:NL:GHAMS:2015:66 (NUV tegen Tom Kabinet)
Uitspraak mede ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis. Auteursrecht. Kort geding [IEF 14055]. Reikwijdte UsedSoft-arrest HvJ EU. Verkoop van legaal gedownloade e-books via website kan vooralsnog niet onrechtmatig worden geacht. Het hof verbiedt Tom Kabinet wel om een online dienst aan te bieden waarop illegaal gedownloade e-books kunnen worden verkocht. Wanneer Tom Kabinet er alsnog in slaagt om voldoende effectieve maatregelen te nemen om dergelijke content van haar website te weren, dan kan zij zich tot de voorzieningenrechter wenden met een verzoek tot opheffing. Rechtspraak.nl: Feitelijk verbod website Tom Kabinet.

3.5 (...) Het hof is voorts met de voorzieningenrechter van oordeel dat het verwijt van Tom Kabinet dat NUV c.s. voorafgaand aan de onderhavige procedure onvoldoende getracht hebben het gevorderde door het voeren van overleg met Tom Kabinet te bereiken gegrond is. Voor zover NUV c.s. hun vordering op de voet van artikel 3:305a BW als collectieve actie hebben ingesteld, mede namens uitgeverijen die niet bij hen zijn aangesloten noch procesvolmachten hebben verleend, strandt deze hierop.
3.6. Dat NUV c.s. er (los van het voorgaande) belang bij hebben om Tom Kabinet te beletten covers van door hun leden uitgegeven boeken en/of daarop geplaatste teksten te openbaren, is door hen onvoldoende toegelicht, zodat in het midden kan blijven of – zoals Tom Kabinet aanvoert – hierop de beperking voorzien in artikel 15a van de Auteurswet (het citaatrecht) van toepassing is.

3.7.2 (...) Dat Tom Kabinet op dit moment voldoende in staat is om te controleren of e-books op rechtmatige wijze door de aanbieder daarvan zijn verkregen en dat de door haar genomen maatregelen voldoende zijn om de doorverkoop van illegale e-books via haar website op adequate wijze te bestrijden, wordt door NUV c.s. echter betwist en is door Tom Kabinet in het licht van die betwisting niet voldoende aannemelijk gemaakt. Het hof verwerpt het betoog van Tom Kabinet voor zover dat inhoudt dat het aan NUV c.s. (c.q. de uitgevers) is om haar behulpzaam te zijn bij het treffen van de juiste/effectieve maatregelen en om de website van Tom Kabinet voortdurend in de gaten te houden teneinde deze in staat te stellen om via de door haar gehanteerde ‘notice and take down’ procedure illegale e-books van haar website te verwijderen. De verantwoordelijkheid voor het treffen van adequate maatregelen tegen inbreukmakende handelingen rust in de eerste plaats op Tom Kabinet die deze immers op de geschetste wijze faciliteert.
3.7.3. Het hof zal dan ook het door NUV c.s. gevorderde verbod in beperkte vorm toewijzen, waarbij het hof aantekent dat indien Tom Kabinet er alsnog in zou slagen om voldoende effectieve maatregelen te nemen om illegaal verkregen e-books van haar website te weren zij zich tot de voorzieningenrechter kan wenden met het verzoek dit verbod op te heffen.

Op andere blogs:
KluwerCopyrightBlog
Dirkzwager
AKD
NVJ
Charlotte's Law

IEF 14568

Grijparm is slaafse nabootsing van Bakker's RBOX

Vzr Rechtbank Midden-Nederland 24 december 2014, IEF 14568; ECLI:NL:RBMNE:2014:6961 (Bakker tegen Mollen c.s.)

Kort geding. Slaafse nabootsing. De RBOX van Bakker neemt een eigen plaats in op de markt, omdat de uiterlijke kenmerken naar totaalindruk niet zijn terug te vinden bij grijpers van andere aanbieders. Niet aannemelijk is dat er een behoefte aan standaardisatie is die het nabootsen zou rechtvaardigen. De professionele eindgebruiker kan bovendien verward raken als gevolg van slechts geringe afwijkingen. Mollen c.s. dient de inbreuk te staken en wordt veroordeeld in de proceskosten.

Onderscheidend product

5.9. Een vergelijking van de grijpers in rechtsoverwegingen 5.7 en 5.8 met de RBOX laat zien dat bijna alle elementen van de RBOX die Bakker onderscheidend noemt in het uiterlijk van de RBOX en die dus de totaalindruk van de RBOX bepalen, niet terug te vinden zijn in de grijpers van de andere aanbieders. De zijplaten, de borgsleutel, de oren, het brugstuk en de armen zijn anders vormgegeven en/of anders gepositioneerd. Een uitzondering vormen de vorm en de positie van de hijshaken (zie productie 6e van Mollen c.s.) en de positie van het merk in het brugstuk (zie productie 6a van Mollen c.s.). De wijze van aanbrengen van het merk (uitgesneden) komt echter niet terug bij de andere grijpers. Productie 7c van Mollen c.s. is niet relevant, aangezien dit geen soortgelijke producten (openschalengrijpers) betreft.

Onnodige nabootsing

5.11. Uit de door Bakker overgelegde foto’s van de RBOX en Y-Grab 1 (productie 3, 4 en 10, deels afgebeeld onder 2.7) volgt dat de hierboven genoemde kenmerkende elementen van de RBOX allemaal zijn overgenomen bij de Y-Grab 1. De zijplaten van de schaal (vier platen met accenten), de borgsleutel op het brugstuk (met onbeschilderde moeren), de oren (hoekig), het brugstuk (hoekig), de armen (vrij recht tot net boven de snijplaat van de schaal) en de wijze van aanbrengen van het logo (ingesneden in het brugstuk) zijn (vrijwel) identiek. In tegenstelling tot hetgeen Mollen c.s. heeft gesteld, zijn deze gelijkenissen niet noodzakelijk om aan de functionaliteit van de grijpers en de aan de grijpers gestelde wettelijke vereisten te voldoen. De producten van de andere op de markt aanwezige openschalengrijpers hebben terzake de vorenbedoelde elementen immers andere (vorm)keuzes gemaakt (zie 5.9). Verder heeft Mollen c.s. haar stelling dat bij de afnemers van de grijpers een behoefte aan standaardisatie bestaat, niet onderbouwd. Gelet op de betwisting van die stelling door Bakker is in dit kort geding daarom niet aannemelijk geworden dat van een dergelijke behoefte sprake is. Aangenomen wordt derhalve dat bij het ontwerp van de Y-Grab 1 een andere weg ingeslagen had kunnen worden zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product afbreuk te doen.

Verwarringsgevaar

5.13. Zoals hiervoor is overwogen zijn de kenmerkende elementen van de RBOX overgenomen bij de Y-Grab 1. Mollen c.s. heeft aan de hand van de door haar als productie 4 overgelegde producties betoogd dat de grijpers op andere punten van elkaar verschillen: de kleuren van de grijpers zijn anders (zwart versus grijs), de grijpers hebben andere registratieplaten, de RBOX heeft aan weerskanten van de cilinderhouder een inkeping en de Y-Grab 1 niet, de kleuren van de cilinders verschillen (zwart versus geel), de cilinder van de RBOX is gesloten en de cilinder van de Y-Grab 1 open, de cilinder van de Y-Grab 1 bevat anders dan de cilinder van de RBOX een extra druk regulerende buis, de RBOX is gegoten en de Y-Grab 1 gelast, de meeneempen van de Y-Grab 1 zit op een andere plek dan die van de RBOX, de RBOX heeft interne peertjes en de Y-Grab 1 externe peertjes en de Y-Grab 1 heeft andere maatvoeringen dan de RBOX. Voorts is de Y-Grab 1 in de optiek van Mollen c.s. kwalitatief beter dan de RBOX. Deze verschillen, wat daarvan ook zij, doen echter niet af aan de totaalindruk van de grijpers, die vanwege de overgenomen kenmerkende elementen voor beide grijpers hetzelfde is. Met Bakker is de voorzieningenrechter dan ook voorshands van oordeel dat (zelfs) de professionele wederverkoper of eindgebruiker bij de aanschaf van een openschalengrijper vanwege de nodeloze gelijkenissen tussen de Y-Grab 1 en de RBOX zal kunnen denken dat de Y-Grab 1 een alternatieve uitvoeringsvorm van de RBOX is. De indruk dat het gaat om een alternatieve uitvoeringsvorm van de RBOX, wordt voorts niet weggenomen door het afwijkende logo dat op de Y-Grab 1 is aangebracht, nog daargelaten dat de enkele aanwezigheid van een ander logo of merk op een product nog niet betekent dat geen sprake meer zou kunnen zijn van verwarringsgevaar waartegen op grond van de leer van slaafse nabootsing kan worden opgetreden. Gelet op de grootte, vormgeving, plaats en de keuze voor een letter van het alfabet doet het logo in het onderhavige geval niet af aan de totaalindruk dat de Y-Grab 1 een alternatieve uitvoeringsvorm is van de RBOX. Het enkel aanbrengen van het logo van Y Sales neemt het gevaar voor verwarring dus niet weg.
IEF 14567

Conclusie AG: Aandacht voor (geringe) reversibiliteit

Conclusie AG HR 16 januari 2015, IEF 14567 (Xingraphics c.s. tegen AGFA)
Conclusie ingezonden door Otto Swens en Remco de Ranitz, Vondst. Octrooirecht. Afga en Pakon zijn gezamenlijk houdster van EP 0823327B1 voor een methode van het maken van fotogevoelige lithografische drukplaten. Het hof verbood de indirecte octrooiinbreuk door Xingraphics c.s., gezamenlijk of ieder afzonderlijk. Zie tevens [IEF 12291].

In deze octrooizaak is in cassatie aan de orde de maatstaf die de rechter moet hanteren bij het verbinden van rechtsgevolgen aan het niet-overleggen van (bewijs)stukken door de octrooihouder waarop hij een beroep heeft gedaan (art. 21, 22 en 58 Rv) [klacht slaagt ten dele], de toepassing van de criteria van het inventiviteitsvereiste bij de beoordeling van de geldigheid van het octrooi [onderdeel faalt], en de motivering omtrent de indirecte octrooi-inbreuk [onderdeel slaagt]. Er is slechts een geringe reversibiliteit van maximaal 10% en dat is geen voldoende substantiële mate. De conclusie strekt tot vernietiging en verwijzing.

Het hof achtte bewezen dat de FIT-platen voldoen aan kenmerk 8 inzake de oplosbaarheid zodat van (indirect) octrooiinbreuk sprake is. Het hof heeft onvoldoende kenbaar aandacht besteed aan het feit dat in beide testen slechts een geringe reversibiliteit is geconstateerd, wat erop duidt dat de FIT-platen niet voldoen aan kenmerk 8 van de conclusie. Het zou niet moeten gaan om reversibiliteit, maar of er sprake is van een substantiële mate van reversibiliteit, namelijk van gemiddeld 67% (tussen 37% en 87%). De tests, zowel van Agfa als Xingraphics c.s., spreken over een maximale 10% film remaining ratio, hetgeen niet substantieel is.

Partijen zijn proceskosten in cassatie overeengekomen.

IEF 14566

Geen verbod op DeMonitor-uitzending over Karl Noten

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 16 januari 2015, IEF 14566 (Karl Noten tegen KRO-NRCV)
Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan. Mediarecht. Kort geding met mondeling vonnis. Karl noten poogt met een kort geding de uitzending van tv-programma De Monitor te verbieden. Noten stelt dat er sprake is van een zeven jaar oude zaak die zonder aanleiding opnieuw onder de aandacht zou worden gebracht. De rechter oordeelt echter dat de zaak door het onderzoek van IGZ wel actueel is, omdat daaruit blijkt dat Noten ondanks zijn veroordeling voor het bezit van kinderporno werkzaam is als zorgverlener. Het recht om het publiek te informeren over misstanden weegt in dit geval zwaarder dan privacy. De vorderingen worden afgewezen.

Bron: Medical Facts en NRC.

Op andere blogs:
MediaReport

IEF 14565

Auteursrechtdebat: IE-advocaat gezocht

Door Anthon Keuchenius, Freelance journalist. Auteursrechtdebat – thema: Auteursrecht vanuit economisch perspectief. Toen ik een jaar of vijftien geleden begon als journalist wilde ik lid worden van vakvereniging NVJ. Ik kreeg een brief: dat kon helaas niet, want ik verdiende te weinig geld met mijn stukjes. Daarop schreef ik een stukje getiteld Catch NVJ, met als argumentatie dat ik te weinig geld verdien, omdat ik te weinig geld verdien. Kort na publicatie in het NVJ-blad kreeg ik bericht dat ik alsnog lid mocht worden. Ik mocht de uitzondering op de regel worden.

Ik moest daar aan denken toen ik me onlangs voor rechtsbijstand wendde tot de Lira, een stichting voor auteursrechten, waarvan ik tegenwoordig lid ben via freelancersorganisatie FLA. Ik had de Lira nodig omdat de website van Distrifood - een blad van Reed/Elsevier - een stukkie van mij integraal had overgenomen, zonder te vragen of ervoor te betalen. Gejat dus.

Het ging niet om wereldnieuws, maar om een gemeentebestuur dat geen zin had in de bouw van een nieuwe Aldi. De redacteur van Distrifood had de woorden van het stukje in een enkele zin omgegooid en een twee alinea’s geschrapt, maar verder stonden in alle zinnen precies dezelfde tweehonderdvijfenveertig woorden in precies dezelfde volgorde. Zelfs mijn gebruikelijke tikfout had de redacteur van Distrifood integraal overgenomen. Eenvoudig bewijsbaar- knip en plakwerk.

Ik stuurde daarop een rekening van €80 naar Distrifood. Het was zeker mijn magnum opus niet, maar er zaten wel uren in en zoiets dacht ik er namelijk mee verdiend te hebben als ik het aan het AD had verkocht, de krant waar ik destijds wel vaker mijn regionale stukjes en foto’s sleet. Ergens was ik niet echt verrast dat antwoord van Distrifood uitbleef, ook niet dat ze nul geld overmaakten. Ook na een herinnering, en nog een herinnering: geen geld en geen reactie. Niks

Daarna benaderde ik ook nog een tweetal IE-advocaten, want die gaan over auteursrecht, ook wel: intellectueel eigendom. Beiden gaven me goede kans een rechtszaak te winnen. Alleen moest de ene advocaat wel keihard lachen toen ze hoorde dat het ging om een factuur van €80. Dat lachen moest voldoende duidelijk zijn, verder maakte ze er geen woorden aan vuil: over €80 gaan we niet procederen.

Vrijwel tegelijkertijd kreeg ik antwoord van het rechtsbijstandsfonds van Lira. Ze gingen me niet steunen, want het factuurbedrag stond niet in verhouding tot de mogelijke kosten. Mijn verweer dat de kosten uiteindelijk door de tegenpartij vergoed zouden moeten worden werd door het bestuur verworpen; ze deden het gewoon niet.

Kortom zit ik nu een beetje in hetzelfde schuitje als vijftien jaar geleden. Ik krijg niet betaald, omdat ik te kleine facturen schrijf. Zelfs de organisaties die zijn opgericht om de auteur juridisch bij te staan geven niet thuis. Uiteindelijk komt daardoor een beursgenoteerd bedrijf, dat miljarden omzet, weg met diefstal van een journalist die braaf de stukken leest en de lokale bestuurders een beetje in de gaten houdt.

Ik heb op dit moment nog even geen zin me daarbij neer te leggen, vandaar dit stukje. Misschien dat er iemand is bij Distrifood die dit leest en de redelijkheid van mijn factuur alsnog inziet. Of iemand bij Lira, die zich de doelstelling van de stichting toch nog kan herinneren. En anders is er misschien wel een onbaatzuchtige advocaat die dit leest en wel in is voor een geinig zaakje. Ze kunnen me allemaal bereiken op: abumelle@xs4all.nl

Anthon Keuchenius

 

IEF 14564

IP Congres in De Efteling: De waarde van intellectueel eigendom

Innovatie, technologische ontwikkelingen, toenemende concurrentie en verdergaande globalisering: de wereld verandert in rap tempo. Octrooibureau Arnold + Siedsma geeft een wake-up call en organiseert op 23 april 2015 een IP Congres in De Efteling. Centraal thema is ʻDe waarde van intellectueel eigendomʼ. Voor relaties van Arnold + Siedsma is deelname aan dit congres gratis.

Onder leiding van dagvoorzitter Pieter Jan Hagens (EenVandaag, Buitenhof) geven toonaangevende wetenschappers, opinieleiders en managers hun visie op de toekomst van ondernemen, innovatie en valorisatie in relatie tot intellectueel eigendom. Daarnaast zijn er zes informatieve workshops geprogrammeerd. Het congres wordt afgesloten met een netwerkborrel en de watershow Aquanura.

Plenaire sprekers
In het plenaire programma komen een aantal inspirerende sprekers aan het woord, waaronder prof. dr. ir. Egbert-Jan Sol, director of Innovation bij TNO en deeltijd hoogleraar Research aan de Radboud Universiteit. En prof. dr. Paul Louis Iske, hoogleraar Open Innovation & Business Venturing aan de Universiteit van Maastricht en chief dialogues officer bij ABN AMRO. Olaf Vugts, directeur Imagineering De Efteling, neemt zijn gehoor mee in de wereld van IP achter dit attractiepark.

Workshops
Daarnaast staan er zes informatieve workshops op het programma. De TU/Delft verzorgt een workshop over valorisatie van kennis, PNO Consultants vertelt alles over de innovatiebox en (Europese) subsidiemogelijkheden zoals Horizon 2020, BDO geeft inzicht in de waardering van intellectueel eigendom, RvO/OctrooicentrumNL informeert uitgebreid over het nieuwe Europese eenheidsoctrooi, Arnold + Siedsma verzorgt een workshop over ondernemen met IP en Continental Foods verzorgt een praktijkcase merkenbeleid en rebranding na bedrijfsovename.

www.ipcongres.nl