Alle rechtspraak  

IEF 1317

Geen intellectuele schepping

Rechtbank Zutphen 30 november 2005, LJN: AU7454, X - Y

Firma F exploiteerde een agrarische database, die onder meer informatie over agrarische bedrijven in Nederland bevatte. F verkocht de database aan eiseres X. F verkocht en leverde later een groot deel van de adressen uit de database aan gedaagde Y. Tussen F en X is een gerechtelijke procedure gevoerd omdat F volgens X haar verplichtingen uit de koopovereenkomst niet zou zijn nagekomen. Het geschil is beslecht met een vaststellingsovereenkomst waarin wordt bepaald dat F al haar rechten met betrekking tot de database overdraagt.

X vordert nu dat Y zich zal onthouden van het verstrekken van informatie uit haar agrarische database aan derden c.q. gebruik van deze informatie ten behoeve van derden. X doet een beroep op wanprestatie, het auteursrecht en het databankenrecht.

X legt allereerst ten grondslag aan haar vorderingen dat Y toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens F doordat zij gegevens uit de database aan derde ter beschikking heeft gesteld en in haar eigen database heeft opgenomen. Eiseres kan haar vorderingen niet onderbouwen met een beroep op wanprestatie, aldus de rechtbank.

Tevens kan van een onrechtmatig handelen wegens inbreuk op een auteursrecht (subsidiaire vordering) geen sprake zijn. "Tussen partijen staat vast dat de [naam database], naast namen en adressen van agrariërs, bedrijfsrelevante informatie over deze agrariërs, zoals gegevens over het soort bedrijf (rundvee, varkens, pluimvee, akkerbouw, tuinbouw) en de omvang van het bedrijf (stuks vee, hectares), bevat. Hiermee is de database op zichzelf slechts een verzameling van een aantal feitelijke gegevens die als zodanig voor bescherming op grond van de Auteurswet (Aw) niet in aanmerking komt. Dit zou slechts anders zijn indien de verzameling het resultaat is van een selectie die een persoonlijke visie van de maker tot uitdrukking brengt of [...] indien de databank door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de maker vormt."

Tot slot een beroep op inbreuk op het databankrecht. Aangenomen wordt dat X rechthebbende is op de database. "Nu Y niet gemotiveerd heeft betwist dat zij de gehele databank heeft vermengd met haar eigen agrarische databank, staat hiermee vast dat zij de handeling heeft verricht zoals omschreven in artikel 2 lid 1 sub a Dw, dat wil zeggen de inhoud van de databank heeft opgevraagd. Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt, kan eerst na bewijslevering worden beoordeeld of er sprake is van een inbreuk op het databankrecht van X. Vraag is nog of tevens sprake is van hergebruiken in de zin van artikel 2 lid 1 Dw. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Y zal X in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat het hergebruiken door Y de gehele database betreft dan wel een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel gedeelte van die database (sub a), althans dat dit hergebruiken herhaaldelijk en systematisch geschiedt/is geschied en in strijd is met de normale exploitatie van die databank of ongerechtvaardigde schade toebrengt aan X als rechthebbende van die databank (sub b)."
Lees hier het vonnis.

IEF 1307

Nieuw Rechts/ Schlijper

Hof 's-Gravenhage 27 oktober 2005, IEF 1307; ECLI:NL:GHSGR:2005:1109 (Nieuwrechts tegen Thomas Schlijper (schadebegroting na auteursrechtinbreuk))

Nieuw Rechts is (middels een tussenarrest) veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Schlijper wegens het zonder toestemming op een website plaatsen van drie foto's waarvan fotograaf Schlijper auteursrechthebbende is. Dit arrest gaat over de wijze waarop de schade als gevolg van deze auteursrechtinbreuk begroot moet worden.

Het Hof:
"Nu Schlijper geen winstafdracht, maar schadevergoeding heeft gevorderd, zal worden nagegaan of de schade kan worden begroot, hetgeen dient te geschieden op de wijze die het meest met de aard van de schade in overeenstemming is. Bij inbreuk op auteursrecht is in beginsel plaats voor vergoeding van gederfde winst, wegens gemist debiet, wegens prijsbederf en gemiste parallelafzet, voor vergoeding van waardevermindering van het auteursrecht en immateriële schade.

Nu Schlijper weliswaar [de relevante schadeposten] stelt (...) maar niet aannemelijk heeft gemaakt welke bedragen hij ter zake van deze schadeposten heeft geleden en hij volstaat met een (abstracte) berekening (...) kan de schade niet worden begroot en zal deze worden geschat". Het Hof komt uit op een bedrag van 2.000 EURO als een redelijke schadevergoeding voor het auteursrechtinbreuk.

Lees het arrest hier

IEF 1273

Hevige discussie

Interessante vragen in een zeer uitgebreid rechtbankverslag op Netkwesties.nl: "De rechter moet uitspraak doen in het conflict tussen een persfotograaf en Galeries.nl over het zonder toestemming publiceren van een foto van Wieteke van Dort. ... Aanleiding voor de zaak is het zonder toestemming publiceren van een door fotograaf Peter van Rijswijk gemaakte foto van Wieteke van Dort, tegenwoordig kunstenares, op de grootste kunstsite van Nederland, Galeries.nl. … De kwestie spitst zich vooral toe op de hoogte van de schadevergoeding die Van Rijswijk eist. Het bedrag werd zo hoog omdat de fotograaf volgens zijn leveringsvoorwaarden voor gepubliceerde foto's waarvoor hij geen toestemming heeft gegeven een bedrag mag vragen ter hoogte van drie keer de gebruikelijke vergoeding. … Het bedrag wordt nog hoger doordat Van Rijswijk ontdekte dat Tutein Nolthenius meerdere domeinnamen voor zijn site hanteert: naast Galeries.nl ook onder andere Galeries.nu en Artnet.com. Die extra domeinnamen zijn onderwerp van hevige discussie. Moeten we ze zien als nieuwe openbaarmakingen?  … De laatste ophoging van de schadeclaim ontstond doordat Tutein Nolthenius twee kleinere versies van de foto als 'aankeilers' op zijn site plaatste. …Het werken met doorkliks is gewoon een eigenschap van internet," verweerde de uitgever van Galeries.nl zich. Lees hier meer.

IEF 1272

Vogelvrij beperkt

Nog geen mening over het arrest (hier) van de Hoge Raad in Lycos-Pessers? Geen zin om zelf iets te verzinnen? Kies gewoon een mening die bij je past:

- Nu.nl / Brein: "Gebruikers Kazaa vogelvrij verklaard. Auteursrechtenorganisatie Brein heeft vrijdag de aanbieders van illegale muziek via uitwisseldiensten als Kazaa vogelvrij verklaard. Als gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad verliezen de aanbieders hun anonimiteit en kan de stichting ze tot stoppen dwingen en schadevergoeding eisen, zei directeur T. Kuik." Bericht hier, persbericht hier.

- Solv.nl: "Het enige wat men diende aan te tonen is dat de ander mogelijk onrechtmatig heeft gehandeld. De Hoge Raad gaat hier niet in mee en benadrukt dat het Hof geen algemene regel heeft geformuleerd:     

“Het hof heeft ook, anders dan Lycos betoogt, niet een algemene regel geformuleerd dat ieder die kennis bezit van bepaalde informatie verplicht is deze te verschaffen aan degene die bij kennisneming van die voor hem onbekende informatie een redelijk belang heeft, maar zijn oordeel toegesneden op het onderhavige geval.”

Verderop in de uitspraak herhaalt de Hoge Raad dat het oordeel van het Hof is toegesneden op het onderhavige geval en zich over andere gevallen niet heeft uitgelaten. Daarmee heeft de Hoge Raad de reikwijdte van het oordeel van het Hof duidelijk willen inperken. Het is dus de vraag welke maatstaf moet worden gehanteerd als het niet om een mogelijk onrechtmatige uiting gaat, maar om mogelijk auteurs- of merkenrechtinbreuk." Bericht hier.

IEF 1232

Waar ligt de grens?

K.J. Koelman, noot bij Rechtbank Arnhem, 21 september 2005 (Tellegen/Codemasters). Verschenen in AMI 2005, p. 204-207.

"Maar een rechter die zich gaat bezighouden met de vraag of een werk waarde toevoegt aan het product waarin het is opgenomen, begeeft zich op glad ijs. Zou art. 18a Aw er eveneens aan in de weg staan dat een fotograaf optreedt tegen gebruik van een foto in een boek waarin ook honderden foto’s van anderen staan, indien de uitgever kan aantonen dat het boek evengoed verkoopt zonder die foto – en de fotograaf bovendien al genoeg heeft verdiend met het werk? Dat zou een opmerkelijke ontwikkeling zijn. Waarschijnlijk is echter iedereen het er over eens dat bijvoorbeeld een ontwerper die een stoel heeft ontworpen die op een van de foto’s voorkomt, niet moet zeuren, behalve misschien als het een fotoboek is over stoelontwerpen. (...) Maar waar ligt de grens? Waarom de fotograaf betalen en niet de ontwerper? Zou de architect van het stadion wél kunnen optreden tegen gebruik ervan in het spel – als Ajax zich tenminste diens rechten evenmin heeft laten overdragen?" Lees de hele noot hier en het vonnis hier.

IEF 1231

Koelman schrijft door

K.J. Koelman, noot bij Vzr. Rb. Den Haag 16 september 2005 (Stichting Thuiskopie/Opus), AMI 2005, p. 207-211. Tips voor de bewuste consument:

"Het kan echter nog goedkoper, zo blijkt uit deze uitspraak: als een Nederlandse consument de onbespeelde dvd’s of cd’s via internet bestelt bij een Duitse aanbieder die ze vervolgens per post laat bezorgen, hoeft er helemaal geen heffing te worden betaald. In Duitsland hoeft namelijk geen heffing te worden afgedragen, omdat de dragers niet op de plaatselijke (Duitse) markt worden gebracht. En de rechter oordeelt nu dat er in Nederland evenmin een partij kan worden aangewezen die moet betalen."

"Gedaagde verweerde zich met het argument dat een partij die via internet opnamemedia aan Nederlandse consumenten verkoopt niet als ‘importeur’ in de zin van de Auteurswet heeft te gelden en dat hij daarom geen opgave- en/of betalingsplicht heeft. Met enige tegenzin honoreert de voorzieningenrechter dit verweer. Hij schrijft allereerst dat gedaagde civielrechtelijk en volgens het gezonde verstand als importeur van de waar moet worden gezien. Maar uit de toelichting bij de Auteurswet kan worden afgeleid dat de minister niet de verkoper, maar de consument die de dragers via internet bestelt en naar zich laat opsturen als ‘importeur’ beschouwt. [...] De rechter heeft zichtbaar moeite met dit resultaat, maar moet toegeven dat voldoende twijfel is gezaaid over de uitkomst van een bodemprocedure. Hij kan de vordering daarom niet toewijzen."
Lees de hele noot hier en het vonnis hier.

IEF 1217

Eenvoudige herhaling

Voorzieningenrechter Arnhem, 10 november 2005, Syncera de Straat B.V. tegen Synthese c.s. In deze zaak gaat het om aanbestedingsbestekken die in opdracht van gemeenten worden opgesteld door adviesbureau´s. In deze bestekken worden onder meer het object van aanbesteding en de selectie- en gunningcriteria omschreven.

De Voorzieningenrechter vindt dat de bestekken van eiseres Syncera niet in aanmerking komen voor de 'normale' auteursrechtelijke bescherming, omdat ze een onvoldoende eigen karakter zouden hebben. De inhoud van de bestekken zou grotendeels functioneel en zakelijk van aard zijn. Bovendien zou de inhoud op grond van het Europese aanbestedingsrecht grotendeels vastliggen, waardoor ook geen sprake is van een persoonlijk stempel van de maker.

Gelukkig voor Syncera zorgt het vangnet van de geschriftenbescherming voor een auteursrechtelijk zachte landing. De bestekken zijn op schrift gesteld en openbaar gemaakt of bestemd om openbaar gemaakt te worden, omdat ze zien op een openbare  Europese aanbestedingsprocedure en worden verstrekt aan geïnteresseerde inschrijvers en/of opdrachtgevers ( i.c. kan aansluiting worden gezocht bij hetgeen in jurisprudentie over juridische teksten is bepaald).

Er is bovendien onmiskenbaar sprake van een overeenstemmende totaalindruk tussen het bestek van gedaagden en het bestek van Syncera: grote stukken tekst, inclusief taal- en of schrijffouten, stemmen nagenoeg woordelijk overeen en vormgeving, opmaak en indeling vertonen grote gelijkenis. Van toeval kan geen sprake zijn: Synthese c.s. hebben ter zitting zelf verklaard aan het door Syncera ter beschikking gestelde elektronische bestand hebben 'geschaafd'. Dat sprake is van inbreukmakende ontlening door eenvoudige herhaling staat dan ook vast voor de voorzieningenrechter. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek)

IEF 1215

Kort door de bocht

Noot bij Vrz. Rb. Rotterdam 21 juli 2005 (BREIN c.s. tegen Directwarehouse), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 211-214: Een uitvoerige motivering is in kort geding niet nodig. Maar het gaat wel erg kort door de bocht om, zoals deze rechter doet, een wetsartikel in een vonnis te kopiëren en vervolgens te concluderen dat daaruit volgt dat de vorderingen toewijsbaar zijn. De feiten zijn als volgt: op de meeste commercieel uitgebrachte dvd’s staan de films zodanig versleuteld, dat zij alleen kunnen worden afgespeeld op dvd-spelers waarin de juiste sleutels en decryptie-algoritmes zijn ingebouwd. (...) Gedaagde verkocht software waarvan de maker blijkbaar langs andere weg beschikking had gekregen over de sleutels en daarom niet contractueel gebonden was om maatregelen te nemen die het maken van ontsleutelde digitale kopieën belemmeren. Met deze software konden films op een pc worden gedecrypteerd. Als de films eenmaal zijn ontcijferd, is het een koud kunstje om ze in ontsleutelde vorm op de computer vast te leggen.

De rechter oordeelt dat het aanbieden van de software onrechtmatig is op grond van art. 29a Aw. Maar hij gaat niet na of de betreffende beveiliging wel valt onder de definitie van ‘technische voorzieningen’ van art. 29a lid 1 Aw. Als dit niet het geval zou zijn, zou de bepaling niet van toepassing zijn. Het probleem is nu dat niet duidelijk is welke technische beveiligingssytemen eronder vallen. De wetstekst kan suggereren dat de bepaling iedere door de rechthebbende aangebrachte beveiliging beschermt. De toelichting bij de wet impliceert daarentegen dat alléén technische voorzieningen die een handeling verhinderen die als verveelvoudigen of openbaar maken kan worden gekwalificeerd, op bescherming kunnen rekenen.[3] De vraag is dan of de techniek waar het hier om gaat zo’n handeling belet. Lees de hele noot hier.

IEF 1195

De geest van de waarschuwing

Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 november 2005, rolnr. KG 05/1312 Canenco B.V. tegen Goliath B.V. en Jakks Pacific Inc.

Niet de letter, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing lijkt doorslaggevend in deze handleiding voor het waarschuwen van wederverkopers. Vonnis verplicht eisende partijen bij vermeende inbreuk tot terughoudendheid en gedegen inhoudelijke onderbouwing bij het doen van mededelingen aan de afnemers van de vermeendelijk inbreukmakende producten.

Jakks produceert het speelgoedproduct Fly Wheel, Goliath distribueert het exclusief in NL en Vlaanderen. Er komt een concurrerend product op de markt, de Rip Racer, geproduceerd/verkocht door Canenco. Op navraag van Goliath laat Jakks weten een inbreukprocedure tegen Canenco te zullen beginnen. Goliath neemt telefonisch contact op met haar afnemers en meldt dat producent Jakks een procedure tegen Canenco zal beginnen (wat op het moment van zitting inderdaad was gebeurd). De afnemers kiezen er vervolgens op eigen initiatief voor om de Rip Racers uit de winkel te halen. Na het aanhangig maken van het kort geding bevestigt Goliath de bovengenoemde punten schriftelijk aan de betrokken afnemers. Niet blijkt dat partijen betwisten dat dit inderdaad is wat er is voorgevallen.

De voorzieningenrechter mr. Hensen stelt vast dat Goliath en Jakks ("vanwege gezamenlijk optreden") jegens de afnemers gesteld zouden hebben dat er sprake zou zijn van inbreuk, maar dat er bij marginale toetsing geen sprake is van inbreuk op auteursrecht of (ongeregistreerd)modellenrecht, en dat Goliath en Jakks daarom onrechtmatig gehandeld hebben. De mededeling van Goliath aan de afnemers dat producent Jakks een procedure tegen producent Canenco zal beginnen, wordt door de rechter opgevat als een mededeling "die erop was gericht de ontvangers van die waarschuwing of mededeling te doen geloven dat de Rip Racer inbreuk maakt op de Fly Wheel." De opgelegde rectificatie rectificeert dan ook niet de letter van de waarschuwing, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing. Lees het vonnis hier.