"Nu B heeft erkend de "illustratie" te hebben gebruikt in diverse reclame uitingen van de pizzeria, en voort vaststaat dat B daarvoor geen toestemming heeft gekregen van A, staat daarmee de inbreuk op het auteursrecht van A vast.
Partijen twisten over het feit of deze inbreuk aan B moet worden toegerekend. A is van mening dat dit het geval is, nu B volgens hem op de hoogte was van de rechten van A en op B voorts een onderzoeksplicht rust ten aanzien van het bestaan van auteursrechten op de "illustratie". B stelt echter te goeder trouw te hebben gehandeld, nu hij door de familie C (van wie B het restaurant heeft overgenomen, red) niet is gewezen op het bestaan van eventuele rechten en enig kenmerk van auteursrecht op het werk ontbreekt, waardoor hij niet heeft stilgestaan bij een eventuele onderzoeksplicht.
Vast staat dat op de "illustratie" geen copyright-notice of andere aanduiding is geplaatst waardoor B bedacht had moeten zijn op rechten van derden. Ondanks dit feit is de kantonrechter van oordeel dat op B in ieder geval een minimale onderzoeksplicht rust en hij de "illustratie" niet zonder meer als logo voor zijn bedrijf heeft mogen gaan gebruiken. B had alvorens de "illustratie" op die wijze te gaan gebruiken zich ervan dienen te vergewissen bij de vorige eigenaar van de pizzeria dat het hem vrijstond dit te doen.
Daaraan doet niet af de stelling van B dat hij door de familie C niet op de hoogte is gesteld van de rechten van A, welke stelling overigens door A uitdrukkelijk en gemotiveerd wordt betwist.
Nu B niet heeft voldaan aan de gestelde onderzoeksplicht, is de inbreuk op het auteursrecht hem toe te rekenen, en is hij aansprakelijk voor de door A als gevolg van die inbreuk geleden schade."
Leeshet vonnis
hier.