Auteursrecht  

IEF 1829

Goh

Rechtbank Zutphen, 13 februari 2006, LJN: AV6421. Van den Hurk Beheer B.V. tegen gedaagde.

Merkregistratie niet meer nodig: auteursrecht op logo, maar ook op de (merk)naam.

De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat de vennootschap onder firma van gedaagde en de bestuurder Van Den Hurk Beheer BV de naam/het logo “O-NE” in de brief van 25 april 2005 als van haar afkomstig heeft openbaargemaakt. Op deze brief is niet de naam van de oorspronkelijke maker vermeld. Gesteld noch gebleken is dat de openbaarmaking onder de bedoelde omstandigheden onrechtmatig was. Ingevolge artikel 8 van de Auteurswet leidt dit ertoe dat de vennootschap onder firma van gedaagde en de bestuurder Van Den Hurk Beheer BV als de maker van dat werk wordt aangemerkt.

Onder deze omstandigheden wordt de gestelde overdracht van de auteursrechten van Studio Baz aan Van den Hurk Beheer BV als ongeldig gepasseerd, omdat er - zonder tegenbewijs, waarvoor in deze procedure geen plaats is – van wordt uitgegaan dat Studio Baz niet (meer) bevoegd was om de auteursrechten over te dragen. Daarbij komt nog dat voor deze overdracht een akte nodig is en dat een dergelijke akte in deze procedure niet is overgelegd noch dat het bestaan ervan op overige wijze aannemelijk is geworden. Uit het vorenstaande volgt dat onvoldoende aannemelijk is dat Van den Hurk Beheer BV auteursrechtelijke aanspraken heeft op de naam en/of het logo “O-NE”.
Het voeren van een handelsnaam betekent het bij het publiek ter identificatie gebruiken van een naam. Het sturen van een rekening door BAZ aan Van den Hurk Beheer BV op 17 april 2005 wordt niet aangemerkt als het voeren van de handelsnaam “O-NE” in voormelde zin, zodat de brief aan Sita van 25 april 2005 als het eerste - bepalende – voeren van de handelsnaam zal worden beschouwd.

Gedaagde wordt gevolgd in zijn verweer dat de vermelding van “onderdeel van Van den Hurk Beheer BV” op het briefpapier, nog niet betekent dat de handelsnaam “O-NE” door Van den Hurk Beheer BV werd gevoerd.

Nu voormelde brief is ondertekend met de namen van bestuurder Van Den Hurk Beheer BV en gedaagde met daarachter de vermelding O-NE, is voldoende aannemelijk geworden dat - zoals gedaagde stelt - de naam voor het eerst werd gevoerd door een als een v.o.f. te kwalificeren samenwerkingsverband tussen bestuurder Van Den Hurk Beheer BV en gedaagde.

Dat het kantooradres van Van den Hurk Beheer BV en “onderdeel van Van den Hurk Beheer BV” op het briefpapier vermeld staan en dat Van den Hurk Beheer BV voor het bedenken van de naam zou hebben betaald is in de onderhavige procedure niet relevant, nu dit niet betekent dat is voldaan aan het beslissende criterium van het zich onder de naam O-NE in het handelsverkeer begeven.

Uit het vorenstaande volgt dat onvoldoende aannemelijk is dat Van den Hurk Beheer BV de oudste rechten heeft op het gebruik van de handelsnaam O-NE

Lees het vonnis hier.


v

IEF 1828

Weeswerken

Nog geen plannen voor het weekend? De BNO bericht over een internationale hulpactie voor weeswerken:

“Via de Amerikaanse Illustrators' Partnership ontving de BNO informatie over wetgeving in wording in de Verenigde Staten, de zogenaamde 'Orphan Works Amendment to U.S. Copyright Law'. Deze wetgeving komt er kort gezegd op neer dat inbreuk is toegestaan als werken worden gebruikt waarvan de maker niet bekend is of niet te achterhalen is. Deze werken worden als 'wees' beschouwd en mogen in feite dus door een ieder vrij gebruikt worden, ongeacht of deze werken van binnen of buiten de Verenigde Staten komen.

Met alle mogelijkheden die het internet tegenwoordig biedt, is het voor een rechthebbende vaak onmogelijk in de gaten te houden waar zijn werk opduikt en of de (verplichte) naamsvermelding heeft plaatsgevonden. Is dat niet gebeurd, dan zou een derde volgens deze nieuwe wet het werk als 'orphan' kunnen claimen en gevrijwaard zijn tegen claims wegens inbreuk op rechten. Uiteraard is dit een zeer onwenselijke situatie voor met name illustratoren en fotografen, maar dit kan ook andere ontwerpers treffen.

Daarom heeft de BNO gevolg gegeven aan een oproep bezwaar te maken tegen deze nieuwe wetgeving en faxen verstuurd aan een aantal senatoren die bij dit wetgevingsproces betrokken zijn (zie hier en hier voor de verzonden faxen). Voor meer informatie en een voorbeeldbrief om zelf bezwaar te maken zie het nieuwsbericht "Call for action" van 24 februari jl. op de site www.illustratorspartnership.org. Lees het bericht ook hier.

IEF 1825

Zelfstandig

Fragment uit de NRC van gisteren: "Bij toeval hoorde Fischer (Joop Visser) destijds dat zijn lied op de plaat zou komen, waarna hij protest aantekende. En de platenmaatschappij moest hem zijn zin geven, omdat hij – anders dan de meeste andere componisten en tekstdichters – zijn auteursrechten niet aan het bureau Buma/Stemra heeft overgedragen, maar die zelf beheert.

„Ik wil zelf kunnen bepalen wat er met mijn werk gebeurt”, zegt hij. Zelfs nu een deel van zijn teksten door allerlei onbevoegden op internet is geplaatst, en er ook ringtones met zijn liedjes kunnen worden gedownload, blijft Fischer bij zijn principe: „Tja, dat internet, dat wordt allemaal gedaan door mensen die zelf niks kunnen. Maar ik heb nog geen argument gevonden om mijn standpunt te wijzigen.” Lees hier alles over Marijke en Blaren.

IEF 1815

Schrikkelbericht (5)

Kamervragen met antwoord, nr. 1091,  2e Kamer. Antwoord op vragen van het lid Örgü (VVD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van der Laan, over de vertoning van televisie-uitzendingen van het WK-voetbal in cafés. (Ingezonden 24 februari 2006); Antwoord, o.a:

“ Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen auteursrechten (Auteurswet) en naburige rechten (Wet op de naburige rechten). Het auteursrecht geeft de rechthebbende het exclusieve recht om vertoningen van zijn werk toe te staan of te verbieden. Dit recht is niet beperkt tot vertoningen waarvoor toegangsgelden worden gevraagd. De publieke omroep is auteursrechthebbende voor een deel  van zijn programmering en heeft Videma op die grond gemachtigd om mede namens de publieke omroep licenties te verlenen. Videma kan uiteraard alleen licenties verlenen namens de publieke omroep op programma’s ten aanzien waarvan de publieke omroep auteursrechthebbende is. Het eindoordeel over de vraag of er auteursrecht rust op een specifiek programma (bijvoorbeeld een sportuitzending) is voorbehouden aan de rechter.”

Lees alle vragen en antwoorden hier. Eerdere berichten hier.
IEF 1812

Plagiaatachtig

Nog even de Russenkwestie (eerder berichten hier): Met een brief aan de Uitgeverij Company of Books heeft nu ook de Nederlandse Boekverkopersbond (NBb) stelling genomen in de zaak rond de naam Russische Bibliotheek.

In de brief vallen de termen plagiaatachtig, misleidend en verwarring. Is het heel juridisch om te denken dat het nu tijd is om of een proces aan te spannen of te berusten?

“Wij bekritiseren ernstig het plagiaatachtig gedrag van Company of Books dat zich in een recente uitgave, die exclusief bij Kruidvat te verkrijgen is, siert met het fenomeen Russische Bibliotheek. (…) Onbegrijpelijk dat uitgeverij Company of Books gebruik maakt van de door uitgeverij Van Oorschot zorgvuldig opgebouwde naam. (…) Het is dan ook misleidend te noemen dat Company of Books de consument doet geloven dat bij Kruidvat ook de Russische Bibliotheek te vinden is. Meerdere consumenten hebben in de boekhandel al gereageerd op de verwarring.” Lees de gehele brief hier.

IEF 1810

Aardige mensen

In aansluiting op deze eerdere berichten, nog een column van uitgever Joost Nijsen over de Russenkwestie: "Er werken vast aardige mensen bij de Foreign Media Group (sterker nog, ik ken er enkelen), maar hun volharding in het voeren van de reeksnaam Russische Bibliotheek, tot in paginagrote kleurenadvertenties in De Groene aan toe, is niet alleen buitengewoon oncollegiaal jegens de enig echte uitgever van een Russische Bibliotheek (Van Oorschot), maar ook een overweldigende demonstratie van creatieve armoede." Lees hier meer.

IEF 1808

Routeplanner

Rechtbank Arnhem, 21 maart 2006, LJN: AV6016. Algemene Omroepvereniging AVRO tegen Leo De Haas Tv-Produkties B.V. Contractrecht en wellicht interessant voor de liefhebbers van formats en aanverwante mediazaken.

De kort gedingrechter is van oordeel dat de AVRO en Leo de Haas TV Producties BV zijn overeengekomen hun samenwerking met betrekking tot het programma Blik Op De Weg  voort te zetten aan de hand van de toen gemaakte afspraken. Op grond van het contract met de AVRO is het De Haas verboden om tot 4 december 2006 overleg te voeren met Talpa en/of mee te werken aan uitzending door Talpa van Blik op de Weg.

De Haas blijkt zelf onderdeel te zijn van het format en moet dus ook zelf opdraven: “Bovendien kan AVRO op grond van het bij bedoelde overeenkomst behorende programmaformat (zie 2.3.) van De Haas eisen dat Leo de Haas de aflevering(en) van Blik op de Weg presenteert. (2.3. Het als bijlage 1 bij de onder 2.2. genoemde productieovereenkomst behorende programmaformat luidt onder meer als volgt.”De presentatie is in handen van Leo de Haas en kan in de studio of op lokatie opgenomen zijn.”).” Lees het vonnis hier.

 

IEF 1807

Lijstjes

Managing Intellectual Property Top Trade Mark Firms revealed. This month, MIP publishes the second and final part of the annual IP survey, ranking the leading firms in trade mark & copyright work worldwide.

The tables have been compiled following five months of research among IP practitioners. All the firms in the survey have been recommended by a significant number of independent specialists, so even firms listed in the lower tiers are highly regarded.

The Netherlands: Trade Mark / Copyright Contentious

Tier 1
De Brauw Blackstone
Kloss Morel Voss Schapp
Nauta Dutilh

Tier 2
Allen & Overy
Steinhauser Hoogenraad

Tier 3
Brinkhof
Freshfields
Howrey LLP
Lovells
Simmons & Simmons

Tier 4
Clifford Chance
Kennedy Van der Laan

Benelux: Trade Mark Prosecution

Tier 1
Bureau Gevers
Novagraaf

Tier 2
Kirkpatrick
Nederlandsch Octrooibureau
Shield Mark
Van Malderen
Vereenigde Octrooibureau
Knijff & Partners

Tier 3
Vriesendorp & Gaade
Nauta Dutilh

Tier 4
Intermark

Tier 5
Cabinet Bede


Belgium: Trade Mark/Copyright Contentious

Tier 1
Allen & Overy
Nauta Dutilh
Simont Braun

Tier 2
Altius
Bird & Bird
Howrey LLP
Linklaters
Stibbe

Tier 3
Cabinet Ulys
Jones Day


Lees hier meer.

IEF 1806

Proefschriftproces

Recht.nl bericht dat Uitgeverij 010 vindt dat de kosten voor beeldrechten zo hoog worden, dat ze niet meer op te brengen zijn. De uitgeverij heeft bij wijze van proefproces een zaak aangespannen tegen het Nederlands Fotomuseum. Vallen foto's van gebouwen in het proefschrift van Michelle Provoost onder het citaatrecht? Lees hier en vooral hier meer. Foto's uit het proefschrift hier.

IEF 1800

Zoek de verantwoordelijke

BN/DeStem bericht dat  “persfotograaf Albert Seghers uit Clinge 900 euro wil hebben van RTL en anders daagt hij de zender voor de rechter. In Jensen! werd Seghers’ foto van vishandelaar Mangnus uit Kapellebrug getoond met het commentaar: ‘Jaap Jongbloed heeft een nieuwe baan gevonden.’ Seghers vindt dat inbreuk is gepleegd op zijn auteursrecht en hij voelt zich moreel geschaad door de grap. „Ik ben het beu. Ik investeer in dure camera’s en computers en zij jatten gewoon mijn foto. Ze hadden vooraf mijn toestemming moeten vragen en aan bronvermelding moeten doen.”

Het artikel richt zich verder op de vraag wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is.  Volgens Seghers’ advocaat,  F. de Vleesschauwer  uit Terneuzen, probeert RTL de claim af te schuiven op producent Eyeworks , ‘H. Hermans’, die een maandelijkse juridisch rubriek heeft in het fotografietijdschrift Focus, wijst RTL aan als verantwoordelijke partij, maar RTL vindt weer dat Eyeworks verantwoordelijk is: „Als er iets mis is met een product wat Albert Heijn verkoopt, dan is niet de supermarkt verantwoordelijk, maar de fabrikant van het product. Eyeworks had dus moeten checken of er auteursrechten op de foto zaten.“ Eyeworks heeft de zaak in behandeling en geeft nog geen commentaar. Lees hier iets meer.