Domeinnaamrecht  

IEF 15612

Geen sprake van negatieve gevolgen, eiseres mag handelsnamen blijven voeren

Rechtbank Oost-Brabant 13 januari 2016, IEF 15612; ECLI:NL:RBOBR:2016:64 (Expertise en Taxatie handelsnamen)
Uitleg overeenkomst. Handelsnaam. Domeinnaam. Beeldmerk. Woordmerk. Eiseres en gedaagde hebben een koopovereenkomst gesloten waarbij gedaagde haar ondernemingen waarin schade-expertises plaatsvonden verkoopt aan eiseres. Met deze overdracht krijgt zij ook het recht om de handelsnaam [B] Expertise, [A] Expertise en [A] contra-expertise, met een beëindigingsmogelijkheid in het geval van negatieve effecten. Gedaagde behoudt haar andere onderneming waarin taxaties plaatsvinden. Zij deponeert bij het BBIE de beeldmerken [B] resp. [B] Taxatie met het onderschrift Taxatie en Expertise. Eiseres vordert een verklaring voor het recht dat het haar is toegestaan de handelsnamen [B] Expertise, [A] Expertise en [A] contra-expertise te gebruiken. Partijen verschillen van mening over de strekking van het begrip ‘negatieve effecten’. Rechter gaat over tot uitleg en oordeelt dat bij gebreke van voldoende relevante feiten en omstandigheden het niet is komen vast te staan dat zich negatieve effecten hebben voorgedaan. Eiseres mag de handelsnamen (blijven) voeren.

4.1.3. Ingevolge het bepaalde in artikel 1 onder B van de Overeenkomst heeft [gedaagde] ten alle tijde het recht om het gebruik van de naam [A] in voormelde handelsnamen in overleg met de aandeelhouders van [eiseres] te beëindigen indien het verdere gebruik van de handelsnamen tot negatieve effecten voor [gedaagde] leidt. Partijen verschillen van mening over de strekking van het begrip ‘negatieve effecten’. Dit begrip is in de Overeenkomst niet nader toegelicht. De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan, anders dan [gedaagde] heeft gesteld, niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.

4.1.4.    De omstandigheid dat in de Overeenkomst niet nader is omschreven wat in het verband van de beëindiging van het gebruik van de naam [A] onder ‘negatieve effecten’ moet worden verstaan, brengt volgens [gedaagde] mee dat daaronder dienen te worden verstaan effecten die door [gedaagde] als negatief worden ervaren. Uit de tekst van de Overeenkomst, die door [gedaagde] is opgesteld zoals tussen partijen niet in geschil is, blijkt dat niet en [gedaagde] heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat het de bedoeling van partijen was dat de onder negatieve effecten dienen te worden verstaan effecten die door [gedaagde] als negatief worden ervaren. Tegen die stelling van [gedaagde] spreekt bovendien dat in artikel 1 onder B van de Overeenkomst is bepaald dat [gedaagde] het recht tot beëindiging kan uitoefenen in overleg met de aandeelhouders van [eiseres] , welk overleg overigens onweersproken niet heeft plaatsgevonden. Dit komt er immers op neer dat [gedaagde] dat recht niet geheel zelfstandig kon uitoefenen. Volgens [eiseres] kwam het recht tot beëindiging van het gebruik van de naam [A] enkel aan [gedaagde] toe als [eiseres] ernstig met justitie in aanraking zou komen dan wel in staat van faillissement zou geraken. De heer [naam 4] , directeur van [gedaagde] , heeft daaromtrent ter comparitie verklaard dat hij navraag heeft gedaan bij degene die zijdens [gedaagde] bij de totstandkoming van de Overeenkomst waren betrokken, te weten [x] [naam 2] en [x] [A] , en dat deze personen hem hebben gezegd dat de negatieve effecten breder waren dan een faillissement of justitiële contacten, zonder dat aan hem daarbij is aangegeven hoeveel breder. Dat onder negatieve effecten dienen te worden verstaan effecten die door [gedaagde] als negatief worden ervaren, is kennelijk door genoemde personen niet bevestigd.

Er kan gelet op het voorgaande niet van worden uitgegaan dat met ‘negatieve effecten’ wordt gedoeld op enkel door [gedaagde] als zodanig ervaren effecten.

4.1.5. Voor wat betreft de door [gedaagde] ondervonden negatieve effecten heeft [gedaagde] gewezen op de omstandigheid dat de clientèle van [gedaagde] door de splitsing steeds vaker in verwarring kwam, hetgeen bleek uit verkeerd geadresseerde e-mails en andere correspondentie en overboeking van bedragen naar het rekeningnummer van het verkeerde [B] . Volgens [gedaagde] heeft de verwarring tussen [eiseres] en [gedaagde] een steeds negatiever effect op de dienstverlening door [gedaagde] en belemmert zij de verdere uitbouw van de onderneming van [gedaagde] . [gedaagde] heeft de verkeerd geadresseerde e-mails, correspondentie en overboekingen en de gestelde verwarring niet nader onderbouwd en evenmin heeft zij nader geadstrueerd in hoeverre dit tot negatieve effecten voor [gedaagde] heeft geleid.

Ter comparitie heeft [naam 4] voornoemd verklaard dat [gedaagde] enorme administratieve lasten en ICT-kosten had en dat [gedaagde] inkomsten misloopt als men bij het zoeken op internet naar [gedaagde] bij de onderneming van [eiseres] terecht kan komen, maar ook dit is door haar niet nader geconcretiseerd en onderbouwd.

4.1.6. Bij gebreke van voldoende relevante feiten en omstandigheden ter onderbouwing van het standpunt van [gedaagde] dat zich negatieve effecten als bedoeld in de Overeenkomst voordoen, komt de rechtbank niet toe aan het opdragen van bewijs aan [gedaagde] . Het door [gedaagde] gedane bewijsaanbod wordt gepasseerd.

IEF 15570

Domeinnaam <dougla.nl> verwarringwekkend identiek aan Douglas bevonden

WIPO Arbitrage 16 december 2015, IEF 155570; DNL2015-0066 (Douglas tegen Sascha Labarbe)
Uitspraak ingezonden door Arno Stoffelsma & Joost Becker, Dirkzwager. Domeinnaamrecht. Klager is houdster van het woordmerk Douglas en gebruikt deze tevens actief als handelsnaam. Eind 2014 is de domeinnaam geregistreerd door Sascha Labarbe. Ondanks het ontbreken van de -s in de domeinnaam wordt deze als verwarrend beschouwd. De domeinnaam is te kwader trouw geregistreerd. De gedaagde was duidelijk op de hoogte van de rechten van klager nu haar website links bevatte naar de website van klager. De domeinnaam moet worden overgedragen aan klager.

Identical of Confusingly Similar

It is a well-established rule that a domain name which contains a common or obvious misspelling of a trademark/tradename (so-called "typo-squatting") will normally be found to be confusingly similar to such trademark/tradename, where the misspelled trademark/tradename remains the dominant or prominent element of the domain name (Thuisbezorgd.nl B.V and Takeaway.com B.V. v. Heather Briggs, WIPO Case No. DNL2015-0013).

In this case, the only difference between the Domain Name, <dougla.nl>, and Complainant's Trademark and Tradename is the removal of the letter "s".

The Panel therefore finds that the Domain Name is confusingly similar to Complainant's Trademark.


Registered or Used in Bad Faith

It is difficult to conceive that Respondent chose to register the Domain Name by accident. Respondent was obviously aware of Complainant's established rights in the Trademark and Tradename when it registered the disputed Domain Name. Respondent's website under the Domain name is a PPC-parking page that contains links to Complainant's website as well as websites of competitors' products. This supports a finding of bad faith registration (Thuisbezorgd.nl B.V and Takeaway.com B.V. v. Heather Briggs, WIPO Case No. DNL2015-0013).

IEF 15548

Andere look and feel en disclaimer op dungs.nl heffen deloyaal gebruik niet op

Rechtbank Den Haag 16 december 2015, IEF 15549; ECLI:NL:RBDHA:2015:14357 (ITT tegen Karl Dungs)
Uitspraak mede ingezonden door Muriel van den Hazenkamp, Bernhaege Advocaten. Domeinnaamrecht. Merkenrecht. ITT Controls heeft onder de domeinnaam dungs.nl meet- en regelapparatuur van het merk DUNGS aangeboden. Karl Dungs, is houder van merk DUNGS en eigenaar van dungs.com. Eiser meent ten onrechte dat de WIPO-Arbitrage de Oki Data-criteria onjuist toepast, omdat de andere producten met andere specificaties niet met de Dungs-producten concurreren. Een andere look and feel van de website kan de indruk van een commerciële band niet wegnemen; de disclaimer staat onderaan de site en zal niet onmiddellijk in het oog springen. Het gebruik van de domeinnaam is deloyaal ten opzichte van de gerechtvaardigde belangen van de merkhouder, Karl Dungs. Met het gebruik van de domeinnaam dungs.nl wordt derhalve inbreuk gemaakt op de Gemeenschapsmerkrechten van Karl Dungs. Vorderingen van ITT worden afgewezen.

5.7. Volgens [X] c.s. heeft de WIPO geschillenbeslechter daarbij de Oki Data-criteria onjuist toegepast, omdat de andere producten die [X] aanbood niet met de Dungs-producten concurreren. Van concurrerende producten is volgens [X] c.s. geen sprake omdat die andere producten andere specificaties hebben, zodat zij niet inwisselbaar zijn voor Dungs-producten en niet als reserveonderdeel van een Dungs-product gebruikt kunnen worden. In het verweerschrift in de WIPO procedure, heeft [X] slechts bestreden dat er op de in 3.5 beschreven pagina concurrerende producten werden aangeboden, zonder de in de vorige zin beschreven nadere motivering voor die betwisting. Dat verweer is in die procedure niet gevoerd. Reeds daarom is het feit dat de arbiter tot de slotsom is gekomen dat er op de website concurrerende producten werden aangeboden niet evident onjuist. Bovendien hebben [X] c.s. ter comparitie verklaard dat die andere producten wel dezelfde functionaliteit hebben als de Dungs-producten. Tegen deze feitelijke achtergrond is het oordeel van de WIPO geschillenbeslechter dat er sprake was van het aanbieden van concurrerende producten evenmin evident onjuist.

5.8. Volgens [X] c.s. heeft de WIPO geschillenbeslechter ook nagelaten om latere WIPO beslissingen waarin de Oki Data-criteria nader zouden zijn genuanceerd toe te passen. Ook die stelling kan niet tot de conclusie leiden dat de beslissing van 6 mei 2014 evident onjuist is. [X] c.s. hebben ter comparitie geciteerd uit een beslissing met nummer D2004-0481, waarop [X] zich ook in de WIPO procedure heeft beroepen. Uit die beslissing zou volgens [X] c.s. volgen dat aan het vereiste “to sell only the trademarked goods” ook is voldaan, indien de links naar pagina’s op de website met andere producten duidelijk herkenbaar (“clearly designated links”) zijn. In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat het niet navolgen van een specifieke andere beslissing van WIPO geschillenbeslechting nog niet betekent dat de beslissing van 6 mei 2014 evident onjuist is. [X] c.s. verliezen bij hun betoog bovendien uit het oog dat de door henzelf ter comparitie geciteerde jurisprudentie het voorbehoud maakt dat die links een klein deel van de website moeten innemen en dat de algemene indruk van de website er een blijft van een website die producten van de merkhouder aanbiedt. In de beslissing van 6 mei 2014 is overwogen dat er zowel bovenaan de pagina een link ‘Products’ en een link ‘Brands’ wordt geboden, als logo’s met links naar pagina’s met (deels) concurrerende producten aan de rechterzijde van de webpagina. Voorts wordt overwogen dat al die links verwijzen naar pagina’s van dezelfde website. Op grond daarvan concludeert de WIPO geschillenbeslechter dat het gebruik van de website niet plaatsvindt uitsluitend voor de verkoop van producten van de merkhouder, alsmede dat de links het relatief eenvoudig maken voor internetgebruikers om te switchen naar producten van andere aanbieders. Die beoordeling acht de rechtbank geenszins onbegrijpelijk en in lijn met de door [X] c.s. aangehaalde WIPO beslissingen. Immers, uit die beslissingen volgt dat het totaalbeeld van de website doorslaggevend is en uit de beslissing van 6 mei 2014 blijkt dat de WIPO geschillenbeslechter dat totaalbeeld aan zijn beoordeling ten grondslag heeft gelegd.

Merkinbreuk
5.13. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er een reële kans dat het gebruik van de domeinnaam ‘dungs.nl’ bij het publiek de indruk wekt dat de onderneming van [X] c.s. een officiële wederverkoper van Karl Dungs is of anderszins een commerciële band heeft met Karl Dungs. Daarvoor is het volgende redengevend. De domeinnaam bestaat uitsluitend uit het Merk gevolgd door ‘.nl’. Het publiek is er aan gewend dat een website met een dergelijke domeinnaam wordt beheerd door of met toestemming van de merkhouder. Het feit dat [X] c.s. de handelsnaam ITT Controls gebruiken, die geen verband met Karl Dungs suggereert, neemt die indruk niet weg. Ook zelfstandige ondernemingen met afwijkende handelsnamen kunnen immers een commerciële band hebben met de merkhouder, bijvoorbeeld als distributeur. Dat de professionele consumenten van brandersystemen en brandermanagementapparatuur zouden weten dat daarvan in dit geval geen sprake is, hebben [X] c.s. onvoldoende onderbouwd. Ook het feit dat [X] c.s. een andere look and feel voor hun website gebruiken dan Karl Dungs doet, kan die indruk niet wegnemen. [X] c.s. hebben niet aannemelijk gemaakt dat de gemiddelde consument van de betreffende producten de look and feel van de website van Karl Dungs zo goed kent, dat die bij het bezoek van de website van [X] c.s. zal opmerken dat deze een andere look and feel heeft. Bovendien kunnen ook ondernemingen die een ander ontwerp voor hun website gebruiken, een commerciële band hebben met de merkhouder. Die andere look and feel kan de indruk van een commerciële band dus niet wegnemen.

5.14. Die indruk kan wel worden weggenomen als het relevante publiek in alle gevallen de disclaimer op de website van [X] c.s. zou lezen. Een niet te verwaarlozen deel van de bezoekers zal de betreffende disclaimer echter niet lezen, omdat die onderaan een lang stuk tekst is vermeld en daardoor niet onmiddellijk in het oog springt. De bezoeker die het wel leest is bovendien al op de website van [X] c.s. aangekomen, waardoor zij al een commercieel voordeel behalen met de aanvankelijk gewekte onjuiste indruk. Gelet op het voorgaande dient het gebruik van de domeinnaam te worden aangemerkt als deloyaal ten opzichte van de gerechtvaardigde belangen van de merkhouder, Karl Dungs. Met het gebruik van de domeinnaam dungs.nl wordt derhalve inbreuk gemaakt op de Gemeenschapsmerkrechten van Karl Dungs.

IEF 15538

Rolls-roycemotorcars.nl te kwader trouw gedeponeerd

WIPO Arbitrage 8 december 2015, IEF 15538; DNL2015-0062 (Rolls Royce tegen Zhao Ke)
Beslissing ingezonden door Hidde Koenraad, Simmons & Simmons. Domeinnaamrecht. Merkenrecht. Het geschil betreft de domeinnaam. Klager is houdster van het merk Rolls-Royce Motors Cars. Gedaagde registreerde dit jaar de domeinnaam, waarop zij met ‘pay-per-click’-links reclame maakt voor een handelaar in onder andere Rolls Royce en Bentleys. De domeinnaam is identiek is aan het merk en levert daarom verwarringsgevaar op. Gedaagde heeft geen gegronde reden voor het gebruik van de domeinnaam, deze is te kwader trouw gedeponeerd. De overdracht van de domeinnaam wordt bevolen.
Lees verder

IEF 15523

Aanduiding &#039;Artiestenverloning&#039; is louter beschrijvend, alleen onrechtmatig bij omstandigheden

HR 11 december 2015, IEF 15523; ECLI:NL:HR:2015:3554 (Artiestenverloning tegen Prae Artiestenverloning)
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek. Domeinnaamrecht. Merkenrecht. De stelling een zekere bekendheid te genieten is onvoldoende om het louter beschrijvend karakter op te hebben middels inburgering. De aanduiding 'artiestenverloning' is louter beschrijvend voor de diensten die partijen leveren. Nu het in beginsel voor iedereen mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten, ook in een domeinnaam, is een dergelijk gebruik, ook indien verwarringwekkend, alleen onrechtmatig indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. Oordeel van het Hof [IEF 13819] geeft geen blijk van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Het cassatieberoep wordt verworpen.

3.3 De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, maar het hof heeft haar alsnog afgewezen. Daartoe heeft het hof als volgt overwogen. De aanduiding ‘artiestenverloning(en)’ is louter beschrijvend voor de diensten die Artiestenverloningen en Prae Artiestenverloning leveren (rov. 8). Het gebruik van een louter beschrijvende domeinnaam waardoor gevaar bestaat voor verwarring met de domeinnaam of de handelsnaam van een ander, is in beginsel niet onrechtmatig, ook niet wanneer dit nadeel aan de ander toebrengt. Dat kan anders zijn indien er sprake is van voldoende ernstige bijkomende omstandigheden. Uit de stellingen van partijen blijkt niet dat in deze zaak sprake is van dergelijke omstandigheden. Dat Prae Artiestenverloning bewust voor deze louter beschrijvende domeinnaam heeft gekozen, levert niet een dergelijke omstandigheid op. Afgezien hiervan geldt nog het volgende. De stelling van Artiestenverloningen dat Prae Artiestenverloning bewust heeft aangehaakt bij de handels- en domeinnaam van Artiestenverloningen is, gelet op de gemotiveerde betwisting door Prae Artiestenverloning, onvoldoende onderbouwd. Dat Artiestenverloningen, naar zij stelt, ‘een zekere bekendheid’ geniet, is onvoldoende om het louter beschrijvende karakter op te heffen (‘inburgering’). (rov. 9)

3.4.4 Naar de in cassatie niet bestreden vaststelling van het hof, is de aanduiding ‘artiestenverloning’ louter beschrijvend voor de diensten die Artiestenverloningen en Prae Artiestenverloning leveren. Nu het in beginsel voor een ieder mogelijk moet zijn zich van een aanduiding te bedienen die beschrijvend is voor zijn diensten of producten, ook in een domeinnaam (vgl. met betrekking tot art. 5 Hnw HR 8 mei 1987, ECLI:NL:HR:1987:AG5592, NJ 1988/36 (Bouwcentrum), rov. 3.6), is in een geval als het onderhavige het gebruik van een dergelijke aanduiding, ook indien verwarringwekkend, alleen onrechtmatig indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen.

Lees de uitspraak hier (pdf/html).

Op andere blogs:
Cassatieblog

 

IEF 15359

Hugobossoutlet.nl te kwader trouw geregistreerd

WIPO Arbitration and Medication Center 21 september 2015, IEF 15359; Case No. DNL2015-0034 (hugobossoutlet.nl)
Uitspraak ingezonden door Annelot Sitsen en Lars Bakers, Bingh Advocaten. Domeinnaamgeschil. Hugo Boss Trade Mark Management stelt dat de domeinnaam "hugobossoutlet.nl" voor verwarring zorgt. Deze website is door de hosting provider geblokkeerd maar is duidelijk zichtbaar geweest als handelsmerk voor kledingproducten. De website creeërde ten onrechte de indruk dat het verbonden is met Hugo Boss. Bovendien is er sterk het vermoeden dat het gaat om namaakproducten. Het Panel oordeelt dat de domeinnaam verwarrende gelijkenis toont door het dominerende bestanddeel Hugo Boss waarin verweerder geen rechten of legitieme belangen heeft. De domeinnaam is geregistreerd en gebruikt te kwader trouw omdat de merkenregistratie 37 jaar voor de domeinnaamregistratie ligt en door een kleine inspanning had verweerder hier achter kunnen komen. De domeinnaam moet overgedragen worden aan Hugo Boss. 

A. Identical or Confusingly Similar
The Complainant has shown that it has rights in the Trade Marks. The Trade Marks consist of (or include) the name “Hugo Boss”, which is incorporated in its entirety in the Domain Name. The addition of the country code Top-Level Domain (“ccTLD”) “.nl ” does not change the overall impression, as the applicable top-level suffix in the domain name is typically disregarded under the confusing similarity test, since it is a technical registration requirement (see WIPO Overview 2.0, paragraph 1.2). The addition of the word “outlet” is descriptive and does not alter the overall impression, as HUGO BOSS clearly is the dominant element in the Domain Name. Therefore, the Panel finds that the Domain Name is confusingly similar to the Trade Marks.

B. Rights or Legitimate Interests
The Complainant has to make out a prima facie case that the Respondent does not have rights or legitimate interests in the Domain Name (WIPO Overview 2.0, paragraph 2.1). The Complainant asserts that the website connected to the Domain Name prominently displayed the BOSS HUGO BOSS trademark, as well as pictures of clothing products which were offered for sale under the HUGO BOSS trademark, which wrongly creates the impression that the website is an online outlet store of or connected to the Complainant. The Panel notes that the domain name <hugobossoutlet.nl> may indeed create the impression of being the website of a reseller or distributor of the Complainant. As set out in paragraph 2.3 of the WIPO Overview 2.0, a reseller or distributor can be making a bona fide offering of goods and services and thus have a legitimate interest in the domain name at issue if certain requirements are met. The leading case on this point is OKI Data Americas, Inc. v. ASD, Inc., WIPO Case No. D2001-0903. Under OKI Data case in order for the offerings of the Respondent on its website under the Domain Name to be characterised as bona fide, the following requirements must be met:
a) the Respondent must actually be offering the goods or services at issue;
b) the Respondent must use the site to sell only the trademarked goods; otherwise, it could be using the trademark to bait Internet users and then switch them to other goods;
c) the site must accurately disclose the registrant's relationship with the trademark owner; it may not, for example, falsely suggest that it is the trademark owner, or that the website is the official site, if, in fact, it is only one of many sales agents;
d) the Respondent must not try to corner the market in all domain names, thus depriving the trademark owner of reflecting its own mark in a domain name.
The Complaint does not expressly reflect upon this decision, and the Panelist will discuss this on the basis of the statements submitted and the evidence provided. On the basis of the screen print, it must be assumed that elements a, b and d of the OKI Data criteria are fulfilled, but element c is not, as the screen print of the website does not contain any information on the relationship with the Complainant. Moreover, in view of the prominent use of the Trademarks (including a device mark) in connection with the goods (fashion products) this may in the Panel’s view create the impression that the website is that of an official distributor. In view of all of the above, the Panel concludes that the Complainant on balance has made out the prima facie case that the Respondent has no rights or legitimate interests in the Domain Name. As no Response has been submitted, the Panel concludes that the Respondent has no rights or legitimate interests in the Domain Name.

C. Registered or Used in Bad Faith
The Complainant has to show that the Domain Name was registered or is being used in bad faith.The Complainant’s case in this respect is based upon the same assertions and evidence referred to in paragraph 6B. Based on the information and the documents provided by the Complainant, the Panel assumes that at the time of registration of the Domain Name the Respondent was or should have been aware of the Trademarks. First, the registration date of the Trademarks lie more than 37 years before the registration date of the Domain Name. Second, one of the designated states for the registration of the Trademarks is Germany, the state of domicile of the Respondent. Thirdly, the name “Hugo Boss”, which is incorporated in its entirety in the Domain Name, is not a name that a person wishing to register a domain name would accidentally think of. In addition, if the Respondent had not actually been aware of the Complainant or the Trademarks, a small effort on its part would have revealed the Complainant’s rights to the Trademarks. A simple online trade mark register search would have informed the Respondent of the existence of the Trademarks (and many other trademarks of the Complainant incorporating the name “Hugo Boss”). Taking into account that the Respondent has not filed a Response to counter the submissions of the Complainant, the Panel on balance concludes that the Domain Name has been registered and used in bad faith.

7. Decision
For all the foregoing reasons, in accordance with articles 1 and 14 of the Regulations, the Panel orders that the disputed domain name, <hugobossoutlet.nl>, be transferred to the Complainant.

Op andere blogs:
Novagraaf

IEF 15247

Klantenwerving laseroogoperaties met merkinbreuk en eerdere klantbeoordelingen

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 september 2015, IEF 15247 (Dünya Göz Hastanesi tegen Dunya EYE)
Uitspraak ingezonden door Eliëtte Vaal, AKD. DGH exploiteert een oogzorgcentrum en werft via tussenpersonen, waaronder gedaagde, klanten voor laseroogoperaties en is beeldmerkhoudster. Gedaagde is houder van Beneluxwoordmerk DUNYA GOZ. Na opzegging van de samenwerking werden domeinnamen te koop aangeboden en is door gedaagde DUNYA EYE gedeponeerd. Hij werft klanten voor een ander ziekenhuis in Turkije via dunyaeye.nl waar een brochure en tv-reportage en klantbeoordelingen met verwijzingen naar DGH's merken. DUNYA EYE moet elke inbreuk op de beeldmerken staken, klantbeoordelingen verwijderen en staken van het openbaarmaken van tv-reportage, de brochure en stoppen met doorlinken van domeinnamen en deze overdragen.

IEF 15244

AG concludeert tot verwerping domeinnaamrechtzaak artiestenverloning.nl

Conclusie AG HR 11 september 2015, IEF 15244 (Artiestenverloningen tegen Prae)
Uitspraak ingezonden door Vivien Rörsch, Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek en Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen. Domeinnaamrecht. Middel klaagt erover dat het hof [IEF 13819] een onjuiste en te terughoudende maatstaf heeft gehanteerd bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van de domeinnaam artiestenverloning.nl, omdat een beschrijvende niet onrechtmatig is, terwijl verwarringsgevaar doorslaggevend moet zijn. Ook is er onvoldoende gewicht toegekend aan "een zeker bekendheid". "Deze zaak doet mij in cassatie enigszins gekunsteld aan. Ik bedoel daarmee dat de handelsnaamrechtelijke poot van het geschil, zoals veel vaker, al snel uit beeld is geraakt (bij de rechtbank [IEF 11997], waar niet incidenteel tegen is opgekomen in hoger beroep) en ik ben niet de enige die dat betreurt, zie bijvoorbeeld annotator M.F.J. Haak in zijn BIE-noot onder het hofarrest in onze zaak." De AG concludeert tot verwerping.

2.2. Deze zaak doet mij in cassatie enigszins gekunsteld aan. Ik bedoel daarmee dat de handelsnaamrechtelijke poot van het geschil, zoals veel vaker, al snel uit beeld is geraakt (bij de rechtbank, waar niet incidenteel tegen is opgekomen in hoger beroep) en ik ben niet de enige die dat betreurt, zie bijvoorbeeld annotator M.F.J. Haak in zijn BIE-noot onder het hofarrest in onze zaak. (...)

2.13 Onderdeel 1 (...) Van een te terughoudende maatstaf bij de door het hof in wezen gehanteerde toets van gekwalificeerde (nodeloze) verwarring is volgens mij dan ook geen sprake.

2.14 Onderdeel 2 (...) Voor zover het onderdeel aanvoert dat rov 9 onbegrijpelijk is in het licht van de aangegeven stellingen uit de eerder instanties (...) die erop neerkomen dat zij wel degelijk voldoende bekendheid geniet om het beschrijvende karakter op te heffen, beoogt het onderdeel in wezen een herbeoordeling van deze feitelijke kwestie, waarvoor in cassatie geen plaats is.

2.15 (...) Bovendien vormt het in cassatie onbestreden oordeel uit rov 9 dat er geen sprake is van bewust aanhaken, omdat Prae juist vanwege het beschrijvende karakter van artiestenverloning(en) voor deze aanduiding heeft gekozen (...).
IEF 15227

Geen exploitatie semafonienetwerk met aan KPN overgedragen activa

Vzr. Rechtbank Den Haag 21 augustus 2015, IEF 15227; ECLI:NL:RBDHA:2015:10459 (BiQ Group NV en The Telecom Company tegen KPN)
Domeinnaamrecht. Semafoniediensten. KPN heeft een overeenkomst gesloten ten aanzien van de aankoop van diverse activa, een klantenbestand, licenties en intellectuele eigendomsrechten ten behoeve van de uitbreiding van haar klantenbestand ten aanzien semafoniediensten. Eisers stellen dat deze overeenkomst betrekking heeft op vermogensbestanddelen die door contractspartij van KPN onrechtmatig aan eisers zijn ontnomen. Anders dan eisers betogen heeft KPN bij het aangaan van de overeenkomst te goeder trouw gehandeld en de voorzieningenrechter gaat uit van de rechtsgeldigheid van de overeenkomst. Diverse vorderingen van eisers, die -kort gezegd- (uiteindelijk) beogen te bereiken dat eisers wederom een semafonienetwerk kunnen exploiteren met de activa die aan KPN zijn overgedragen, worden afgewezen. Eigendom van domeinnaam en merknamen Maxer en Callmax wordt niet onderbouwd.

4. De beoordeling van het geschil:
4.3. Gezien het vorenstaande wordt KPN ten aanzien van de overdracht van de vermogensbestanddelen die vallen onder de werking van artikel 3:86 BW beschermd door dat artikel. BiQ c.s. hebben nog een beroep gedaan op lid 3 van dat artikel, op grond waarvan de eigenaar van een roerende zaak die het bezit daarvan door diefstal – welk begrip volgens BiQ c.s. breder moet worden gelezen en ook verduistering omvat – heeft verloren deze mag revindiceren. Dit beroep slaagt niet. KPN stelt terecht dat BiQ c.s. weliswaar stellen dat er sprake is geweest van oplichting door Secufone, althans [B] en [D] maar dat zij die stelling niet nader concretiseren. Zij hebben niet ook inzichtelijk gemaakt op welke wijze BiQ Group mocht aannemen dat zij 70% van de aandelen in Secufone had – de enkele stelling dat er Duitse documenten waren waaruit dit bleek is daartoe ontoereikend –, terwijl er feitelijk in het geheel geen aandelen zouden zijn verworden. Evenmin is gebleken dat BiQ Group de nietigheid of vernietiging van deze overeenkomst heeft ingeroepen of dat aangifte is gedaan ter zake van de gestelde handelingen. Voor een concrete vaststelling van de aan de totstandkoming van die overeenkomst ten grondslag liggende gebeurtenissen is nader onderzoek vereist, waarvoor een kort geding zich niet leent. Hetzelfde geldt voor de stelling van BiQ c.s. dat KPN zou hebben geprofiteerd van de wanprestatie van Secufone jegens haar, nu van die wanprestatie voorshands niet is gebleken. Overigens zou dat slechts tot een schadevergoedingsactie kunnen leiden en staat dat los van de beschikkingsbevoegdheid van Secufone.

4.11. De vorderingen ten aanzien van de software en/of broncodes of andere intellectuele rechten hebben betrekking op de software/broncodes/intellectuele rechten op de apparatuur die KPN van Secufone, bij rechtsgeldige overeenkomst, heeft gekocht. Zonder deze software zijn de overgedragen activa, zo stelt KPN, waardeloos. Ervan uitgaande dat BiQ Group oorspronkelijke de bedoelde rechten had – hetgeen KPN overigens betwist – valt niet in te zien dat BiQ Group de apparatuur zonder die rechten aan Secufone zou hebben overgedragen, althans dat BiQ Group en Secufone die bedoeling hebben gehad, en dat Secufone de bedoelde rechten niet zou hebben overgedragen aan KPN. Volledigheidshalve wordt in dit verband nog opgemerkt dat het op de weg van BiQ c.s. had gelegen om inzichtelijk te maken op welke concrete software en/of broncodes of andere intellectuele rechten haar vordering betrekking heeft en in voldoende mate te onderbouwen dat zij daarvan (oorspronkelijk) rechthebbende zijn. Dit hebben zij nagelaten.

5. De beslissing.
De voorzieningenrechter:
5.1. wijst de vorderingen van BiQ c.s. af;
5.2. veroordeelt BiQ c.s. in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van KPN begroot op € 1.429,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 613 ,-- aan griffierecht, te betalen binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken;
IEF 15206

Structurele wijze van onrechtmatige concurrentie door Stoer Groen Projecten

Vzr. Rechtbank Overijssel 19 augustus 2015, IEF 15206; ECLI:NL:RBOVE:2015:3934 (Groene Dagen tegen gedaagde)
Domeinnaam. Handelsnaam. Gedaagde heeft tijdens het dienstverband met eiser haar eigen eenmanszaak "Stoer Groen Projecten" laten inschrijven in het Handelsregister en de domeinnaam www.stoergroen.nl. Bovendien heeft gedaagde de vaste klanten benaderd van eiser met gebruikmaking van de opgedane relaties en kennis. Er is sprake van een structurele wijze van concurreren die onrechtmatig is jegens eiser. De voorzieningenrechter verbiedt gedaagde zakelijk contacten te onderhouden met de klanten en leveranciers van de eenmanszaak "Groene Dagen de Nederlandse Manifestatie" van eiser.

4. De beoordeling
4.5. Vast staat dat [gedaagde] al tijdens het dienstverband met [eiser] haar eigen eenmanszaak “Stoer Groen Projecten” heeft laten inschrijven in het Handelsregister. Voorts is door [gedaagde] niet weersproken dat zij ook al tijdens het dienstverband de domeinnaam www.stoergroen.nl heeft laten registeren. Bovendien is voldoende aannemelijk dat zij met gebruikmaking van bij [eiser] opgedane relaties en kennis vaste klanten van de eenmanszaak [eiser] heeft benaderd.

4.8. Uit de hiervoor opgesomde feiten blijkt duidelijk dat [gedaagde] niet alleen de intentie had om de eenmanszaak van [eiser] directe concurrentie aan te doen, maar bovendien lijkt zij doelbewust toe te werken naar een voortvarende eigen organisatie van een beurs volgens de door [eiser] jarenlang toegepaste formule, bestaande in jaarlijkse manifestaties op telkens dezelfde locatie en met inzet van telkens dezelfde dienstverleners, zoals koks. Dat gaat veel verder dan een algemene aankondiging dat zij zelf “ook” beurzen zou gaan organiseren. [gedaagde] richt zich in de berichtgeving hoofdzakelijk tot de standhouders van “De Groene Dagen”. Zij heeft derhalve de bedoeling om specifiek deze doelgroep te bereiken. De passage “Velen van u hebben ons al zeven jaar lang het vertrouwen gegeven” in de verspreide berichtgeving op 25 juni 2015 duidt er ook op dat de eenmanszaak van [eiser] relaties heeft met een duurzaam karakter.

4.9. Op grond van het bovenstaande oordeelt de voorzieningenrechter dat er sprake is van een structurele wijze van concurreren die onrechtmatig is jegens [eiser] . Het bepaalde in artikel 8 van de arbeidsovereenkomst doet daar niet aan af.