Handelsnaamrecht  

IEF 17754

Ondanks staking gebruik toch belang bij vordering in hoger beroep

Hof 's-Hertogenbosch 5 jun 2018, IEF 17754; ECLI:NL:GHSHE:2018:2424 (zonnestudio's), https://ie-forum.nl/artikelen/ondanks-staking-gebruik-toch-belang-bij-vordering-in-hoger-beroep

Hof 's-Hertogenbosch 5 juni 2018, IEF 17754; ECLI:NL:GHSHE:2018:2424 (zonnestudio's) Inbreuk op handelsnaamrechten en merkrechten. Omdat de kenmerkende onderdelen van de handelsnaam ‘ [de handelsnaam] ’ beschrijvend van aard zijn, komt hieraan geringe handelsnaamrechtelijke bescherming toe. Ook als gebruik is gestaakt nog belang voor merkhouder bij vorderingen. Domeinnaam. Proceskosten gevorderd ex artikel 1019h Rv. Bij gebreke van kostenopgave en –specificatie begroting proceskosten volgens liquidatietarief.

IEF 17741

Papa Eatalia maakt handelsnaaminbreuk op Eatalia

Rechtbank Den Haag 5 jun 2018, IEF 17741; ECLI:NL:RBDHA:2018:6464 (Eatalia tegen Papa Eatalia), https://ie-forum.nl/artikelen/papa-eatalia-maakt-handelsnaaminbreuk-op-eatalia

Vzr. Rechtbank Den Haag 5 juli 2018, IEF 17741; ECLI:NL:RBDHA:2018:6464 (Eatalia tegen Papa Eatalia) Handelsnaaminbreuk. Eatalia is opgericht op 20 augustus 2014. Eatalia exploiteert sindsdien een winkel in Italiaanse delicatessen met eetgelegenheid. In het handelsregister staat Eatalia ingeschreven onder de handelsnamen ‘Eatalia Delicatessen’ en ‘Eatalia’. Papa Eatalia is opgericht op 13 juni 2017 en exploiteert onder de handelsnaam Papa Eatalia, die ook is ingeschreven in het handelsregister, een Italiaans restaurant. Beiden zijn gevestigd in Den Haag. De handelsnaam Eatalia heeft onderscheidend vermogen en is geen algemeen gebruikelijke aanduiding voor een onderneming die zich toelegt op Italiaans eten. De handelsnaam Papa Eatalia wijkt niet in meer dan geringe mate af van Eatalia. Er is als gevolg van het gelijktijdig gebruik van beide handelsnamen bij het publiek verwarring tussen partijen te duchten.

IEF 17729

Uitspraak ingezonden door Kriek Wille en Marjolijn Ebels, Van Doorne.

Dit vonnis heeft dezelfde kracht als een opdracht tot wijzigen handelsnaam in Handelsregister

Rechtbank Den Haag 17 mei 2018, IEF 17729; (X te Moskou tegen gedaagde Y), https://ie-forum.nl/artikelen/dit-vonnis-heeft-dezelfde-kracht-als-een-opdracht-tot-wijzigen-handelsnaam-in-handelsregister

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 mei 2018 , IEF 17729 (X te Moskou tegen gedaagde Y) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. X vordert dat Y verboden wordt gebruik te maken van het teken dat overeenstemt met haar in 2001 geregistreerd EU-woordmerk en wordt gebruik voor waren en diensten die overeenstemmen. X vordert ook verwijdering van een element uit de handelsnaam in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Bij verstek bepaalt de rechtbank dat bij het niet (tijdig) voldoen, dit vonnis in de plaats komt van de daartoe te verrichten handelingen. Gelet hierop bestaat geen aanleiding om een dwangsom op te leggen.

IEF 17664

Uitspraak ingezonden door Hans Bakker, Avinci Advocaten.

Relevante publiek zal D&R en DR Logistics niet met elkaar verwarren

Rechtbank Rotterdam 26 apr 2018, IEF 17664; (Van Donge & De Roo tegen DR Logistics), https://ie-forum.nl/artikelen/relevante-publiek-zal-d-r-en-dr-logistics-niet-met-elkaar-verwarren

Vzr. Rechtbank Rotterdam 26 april 2018, IEF 17664 (Van Donge & De Roo tegen DR Logistics) Handelsnaamrecht. Van Donge & De Roo gebruikt al sinds 1977 de handelsnamen DR en D&R. Zij meent dat DR Logistics inbreuk maakt op haar (oudere) handelsnaamrecht door de letters DR in haar handelsnaam te gebruiken en vordert onder andere om het gebruik van DR Logistics te staken. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. De handelsnaam van DR Logistics wijkt in meer dan gerine mate af van de handelsnaam D&R door de toevoeging van het woord 'logistics' en het ontbreken van het &-teken. Het wordt onvoldoende aannemelijk geacht dat het relevante publiek de ondernemingen met elkaar zal verwarren. Het gebruik van de letters DR is niet onrechtmatig op grond van artikel 6:162 BW.

IEF 17653

Uitspraak ingezonden door Remco Klöters, Van Kaam.

Voldoende afstand van AHK-merken gezien zeer geringe bescherming van Dutch Film Academy

Rechtbank Den Haag 25 apr 2018, IEF 17653; ECLI:NL:RBDHA:2018:6108 (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten tegen Nederlandse Fotovakschool-opleiding)), https://ie-forum.nl/artikelen/voldoende-afstand-van-ahk-merken-gezien-zeer-geringe-bescherming-van-dutch-film-academy

Rechtbank Den Haag 25 april 2018, IEF 17653; ECLI:NL:RBDHA:2018:6108 (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten tegen Nederlandse Fotovakschool-opleiding) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. AHK is houder en aanvrager van diverse Uniewoordmerken 'Dutch Film Academy'. NFo handeld onder de naam Dutch Filmers Academy. In het kader van de registratie van de AHK Uniemerken, gedaan nadat NFo het teken Dutch filmers Academy is gaan gebruiken, moet AHK als ‘voor-voorgebruiker’ te goeder trouw worden gekwalificeerd, zodat zij zich met succes jegens NFo op haar merkrechten kan beroepen. De merken zijn grotendeels beschrijvend voor de in deze zaak relevante diensten in klasse 41; Education. Gezien de zeer geringe beschermingsomvang van het AHK-Uniemerken is de rechtbank van oordeel dat ondanks de met name begripsmatige gelijkenis tussen merk en teken, Nfo met haar teken voldoende afstand heeft genomen van de AHK-Uniemerken en -handelsnamen en dat er geen sprake is van direct- of indirect verwarringsgevaar. Vordering wordt afgewezen.

IEF 17616

Uitspraak ingezonden door Yves Janssen, Huver advocaten.

Niet iedere graad van verwarring tussen Addcomm en Appcomm rechtvaardigt een gebod tot naamswijziging

Rechtbank Amsterdam 11 apr 2018, IEF 17616; ECLI:NL:RBAMS:2018:2558 (Addcomm tegen Appcomm), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-iedere-graad-van-verwarring-tussen-addcomm-en-appcomm-rechtvaardigt-een-gebod-tot-naamswijzigin

Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 april 2018, IEF 17616; ECLI:NL:RBAMS:2018:2558 (Addcomm tegen Appcom) Handelsnaamrecht. AddCom is in 1996 opgericht en verleent fysieke en online marketing, zoals online applicaties. Appcomm is in 2013 opgericht en verleent eveneens online diensten met op maat gemaakte apps. De handelsnaam Appcomm wijkt zowel visueel als auditief slechts in geringe mate af van AddComm. De namen zijn niet louter beschrijvend, immers zijn ze samengesteld uit afkortingen (enerzijds Add van advertisement en App van application en anderzijds Comm van communication) die geen beschrijving van de onderneming geeft. Het palet aan diensten van AddComm is ruimer, maar ze begeven zich in beperkte mate op dezelfde markt. Klanten hebben een hoger dan gemiddeld niveau van oplettendheid. In geringe mate is verwarringsgevaar te duchten, maar niet iedere graad van verwarring rechtvaardigt een gebod tot naamswijziging.

IEF 17610

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert, Leeway.

Amsterdam Aesthetics is niet gelijkluidend aan Essential Aesthetics en wijkt niet in slechts geringe mate af

Rechtbank Amsterdam 29 mrt 2018, IEF 17610; (Essential Aesthetics tegen Amsterdam Aesthetics), https://ie-forum.nl/artikelen/amsterdam-aesthetics-is-niet-gelijkluidend-aan-essential-aesthetics-en-wijkt-niet-in-slechts-geringe

Vzr. Rechtbank Amsterdam 29 maart 2018, IEF 17610 (Essential Aesthetics tegen Amsterdam Aesthetics) Handelsnaamrecht. Contract. Essential Aesthetics houdt zich bezig met medische diensten op het gebied van plastische, reconstructieve en anti-aging behandelingen. Partners zijn persoonlijk en zakelijk uit elkaar gegaan middels aandelenoverdracht aan de een. De ander richt Amsterdam Aesthetics op. Essential Aesthetics vordert een verbod op gebruik van de handelsnaam Amsterdam Aesthetics, de bijbehorende domeinnaam, het ontwerp van de website en het Amsterdam Aesthetics logo. Voorzover er geen is handelsnaaminbreuk en auteursrecht inbreuk, heeft Essential Aesthetics gesteld dat ook zonder IE-inbreuk de (niet inbreukmakende gelijkenissen) in combinatie met het inhuren op ZZP-basis van dezelfde artsen, een onrechtmatige daad opleveren jegens Essential Aesthetics. Het inhuren van (deels) dezelfde artsen en plaatsen daarvan op de website zou onrechtmatig zijn omdat het bij zou dragen aan (onrechtmatige) verwarring. Die vorderingen worden afgewezen. Enkel verbiedt de voorzieningenrechter om gebruik te maken van e-mailadressen en andere contactgegevens van klanten van Essential Aesthetics en gedurende 2 jaar contacten te onderhouden in de zin van de vaststellingsovereenkomst.

IEF 17598

Uitspraak ingezonden door Nanda de Jongh-Ruyters, BRight Advocaten.

Illustratief voor de verwarring is dat ook partijen zelf in de namen Leff! en LEF! hebben vergist

Rechtbank Oost-Brabant 30 mrt 2018, IEF 17598; (Leff! Kinderkleding tegen LEF! Kinderschoenen), https://ie-forum.nl/artikelen/illustratief-voor-de-verwarring-is-dat-ook-partijen-zelf-in-de-namen-leff-en-lef-hebben-vergist

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2018, IEF 17598 (Leff! Kinderkleding tegen LEF! Kinderschoenen) Handelsnaamrecht. Leff! Kinderkleding (2005) exploiteert een winkel in Bergeijk. LEF! Kinderschoenen opent op 14 februari 2018 een winkel in Veldhoven. In de aanloop van de opening is contact gemaakt over het voornemen onder die naam te starten. Er is sprake van een duidelijk vergelijkbare aard van de ondernemingen op slechts 14 kilometer van elkaar gelegen. Illustratief is dat ook partijen zelf zich in hun pleidooien een enkele maal hebben vergist in de namen en de voorzieningenrechter heeft bij het vervaardigen van dit vonnis steeds het onderscheid bewust in de gaten moeten houden en zich steeds weer moeten afvragen: wie van de twee was nou weer Leff! en wie LEF!? en wie van de twee partijen deed er nu in kleding en wie in schoenen? Staking van handelsnaaminbreuk wordt bevolen binnen 14 dagen.

IEF 17579

Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten.

De niet geheel overlappende rechtsgebieden, noch afstand, doen niet af aan verwarringsgevaar tussen LINK en LINQ

Rechtbank Amsterdam 21 mrt 2018, IEF 17579; ECLI:NL:RBAMS:2018:1687 (LINK tegen LINQ), https://ie-forum.nl/artikelen/de-niet-geheel-overlappende-rechtsgebieden-noch-afstand-doen-niet-af-aan-verwarringsgevaar-tussen-li

Rechtbank Amsterdam 21 maart 2018, IEF 17579; ECLI:NL:RBAMS:2018:1687 (LINK tegen LINQ) Handelsnaamrecht. Zie eerder IEF 16870. LINK voert advocatenpraktijk in Amsterdam en Amersfoort en is houdster van een Beneluxmerk, domeinnaam, social media-accounts. LINQ is een advocatenmaatschap met praktijk in Roermond, gericht op MKB. De niet geheel overlappende rechtsgebieden doen niet af aan het verwarringsgevaar, nu de kern bij beide immers het in de hoedanigheid van advocaat verlenen van bijstand. De geografische afstand (200 km over de weg) doet evenmin afbreuk, LINK stelt zich uitdrukkelijk te richten op rechtszoekenden uit het gehele land. Staking handelsnaaminbreuk wordt bevolen.

IEF 17555

'Making It Happen Now' hoeft niet te worden gestaakt of overgedragen

Rechtbank Midden-Nederland 7 mrt 2018, IEF 17555; ECLI:NL:RBMNE:2018:782 (Making It Happen Now), https://ie-forum.nl/artikelen/making-it-happen-now-hoeft-niet-te-worden-gestaakt-of-overgedragen

Rechtbank Midden-Nederland 7 maart 2018, IEF 17555; ECLI:NL:RBMNE:2018:782 (Making It Happen Now) Domeinnaamrecht. Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Partijen hebben gezamenlijk onder de naam 'Making it happen now' een vastgoedevenement georganiseerd. Vier jaar later wordt de stekker uit de samenwerking getrokken. Tot zover lijken partijen het met elkaar eens te zijn. Wat betreft andere feiten in de zaak staan partijen lijnrecht tegenover elkaar. Eiseres vordert gedaagde te veroordelen het gebruik van de domeinnaam www.makingithappennow.nl, de handelsnaam 'Making It Happen Now' en het beeldmerk te staken, de domeinnaam over te dragen en de handelsnaam en het beeldmerk uit te schrijven. Eiseres heeft onvoldoende onderbouwd dat zij de handelsnaam reeds gebruikte voordat gedaagde de handelsnaam is gaan gebruiken. Omdat is vastgesteld dat er op het moment van registratie van de domeinnaam geen sprake was van handelsnaamgebruik door eiseres, was de registratie van de domeinnaam door gedaagde niet onrechtmatig. Op basis van de overgelegde stukken kan niet worden vastgesteld dat het beeldmerk al door eiseres werd gebruikt ter onderscheiding van hun diensten voorafgaand aan het depot door gedaagde. Daarbij komt dat het enkele weten of behoren te weten van het bestaan van het ‘voorgebruik’ niet langer voldoende is om van een depot te kwader trouw te spreken. De vorderingen worden afgewezen.