Mediarecht  

IEF 16117

Veroordeling van journalisten die illegaal politieradioverkeer ontvingen, geen schending uitingsvrijheid

EHRM 23 jun 2016, IEF 16117; (Brambilla e.a. tegen Italië), https://ie-forum.nl/artikelen/veroordeling-van-journalisten-die-illegaal-politieradioverkeer-ontvingen-geen-schending-uitingsvrijh

EHRM 23 juni 2016, IEF 16117; IEFbe 1873; Requête no 22567/09 (Brambilla e.a. tegen Italië)
Uit het persbericht: The ECHR held, unanimously, that there had been no violation of Article 10 (freedom of expression) of the European Convention on Human Rights. The case concerned the conviction of three journalists who intercepted radio communications between carabinieri in order to arrive quickly at crime scenes and report on them for their local newspaper. Stressing the notion of responsible journalism and noting that the decisions of the domestic courts had been duly reasoned and had focused primarily on the need to protect national security and prevent crime and disorder, the Court found in particular that the courts had made an appropriate distinction between on the one hand the duty of the three journalists to comply with domestic law, which prohibited in general terms the interception by any persons of communications not addressed to them, including those of the law-enforcement agencies, and on the other hand the pursuit of their journalistic activities, which had not been restricted per se. The Court also noted that the penalties ordered by the domestic courts, consisting in the seizure of the radio equipment and the imposition of custodial sentences, had not been disproportionate, as the sentences of the three journalists had been suspended and the authorities had not prohibited them from bringing news items to the public’s attention.

IEF 16099

Verzoekschrift is niet gepubliceerd of anderszins openbaar gemaakt ex 6:167 BW

Hof Amsterdam 5 jul 2016, IEF 16099; ECLI:NL:GHAMS:2016:2678 (Sapienti tegen directeur Turboned Group), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoekschrift-is-niet-gepubliceerd-of-anderszins-openbaar-gemaakt-ex-6-167-bw

Hof Amsterdam 5 juli 2016; IEF 16099; ECLI:NL:GHAMS:2016:2678 (Sapienti tegen directeur Turboned Group)
Onrechtmatige mededeling/verzoekschrift. In het AD stond dat het faillissement van Turboned te zijn veroorzaakt door bedrijfsspionage en gestolen technische informatie van concurrent ABB zou zijn doorverkocht. Appellanten vorderen te verklaren voor recht dat geïntimeerde sedert oktober 2012 onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld en dat de aantijgingen en beschuldigingen van geïntimeerde aan hun adres zijn te kwalificeren als smaad. De inhoud verzoekschrift tot voorlopig getuigenverhoor is niet onrechtmatig. Gesteld noch gebleken is dat het verzoekschrift door toedoen van [geïntimeerde] is gepubliceerd of anderszins openbaar is gemaakt zodat geen sprake is van een publicatie in de zin van artikel 6:167 BW. Geen andere onrechtmatige uitlatingen/publicaties. Geen schade.

IEF 16081

Instagram moet naw-gegevens inmiddels verwijderd vals profiel verstrekken vanwege seksueel getinte foto's

Rechtbank Noord-Holland 5 jul 2016, IEF 16081; ECLI:NL:RBNHO:2016:5535 (Vals profiel op Instagram), https://ie-forum.nl/artikelen/instagram-moet-naw-gegevens-inmiddels-verwijderd-vals-profiel-verstrekken-vanwege-seksueel-getinte-f

Rechtbank Noord-Holland 5 juli 2016, IEF 16081 ; ECLI:NL:RBNHO:2016:5535 (Vals profiel op Instagram)
Mediarecht. Een onbekend persoon een account aangemaakt op Instagram. Hierop zijn pornografische dan wel seksueel getinte foto’s en video’s geplaatst, waarbij - onder meer door het vermelden van haar bijnaam “varkenneus” - werd gesuggereerd dat deze gemaakt dan wel afkomstig waren van de minderjarige. Er is aangifte tegen de onbekend persoon gedaan. Eiseres vordert met succes naw-gegevens van deze accounthouder. De belangen van de eisende partij wegen zwaarder dan de privacy van de accounthouder, aangezien de minderjarige anders ‘vogelvrij’ zou zijn voor dit soort acties van anonieme personen. Vordering toegewezen.

 

IEF 16046

Prejudiciële vragen over vordering tot rectificatie en materiële schade als gevolg van internetpublicatie: in elke lidstaat of land met centrum van belangen?

HvJ EU 23 mrt 2016, IEF 16046; (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-vordering-tot-rectificatie-en-materi-le-schade-als-gevolg-van-internetpubli

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 23 maart 2016, IEF 16046; IEFbe 1838; IT 2091; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel)
Minbuza: Verzoeksters hebben een vordering ingesteld tegen de Zweedse firma Svensk Handel (verweerster). Zij eisen rectificatie van onjuiste informatie die verweerster over verzoekster I heeft gepubliceerd alsmede een schadevergoeding, en voor verzoekster II vergoeding van immateriële schade. Verweerster heeft verzoeksters op een ‘zwarte lijst’ op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg is dat verzoeksters bedreigd zijn (oproep tot geweld, een poederbrief) en dat hun activiteiten in Zweden nu nagenoeg stilliggen. Verweerster heeft geweigerd de informatie te verwijderen. Zij stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter en er dan ook geen reden is af te wijken van artikel 4 van Vo. 1215/2012 en artikel 7, pt 2 toe te passen.

De rechter in eerste aanleg oordeelt zich onbevoegd omdat volgens de op de zaak toepasselijke Vo. 1215/2012 geen beroep kan worden gedaan op artikel 7, pt 2: de schade is niet in Estland ingetreden. De ‘onjuiste informatie’ is in het Zweeds gesteld en derhalve in Estland niet begrijpelijk. Schade in Estland is niet aangetoond. Verzoeksters gaan in beroep waarin de uitspraak in eerste aanleg wordt bevestigd. Zij stellen dan hoger beroep in bij de verwijzende rechter.

IEF 16034

Uitspraak ingezonden door Arnoud Martens en Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen.

Flyer in AH-huisstijl met jongeren 'in de bonus' onvoldoende door feiten ondersteund

Rechtbank Midden-Nederland 15 jun 2016, IEF 16034; (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV), https://ie-forum.nl/artikelen/flyer-in-ah-huisstijl-met-jongeren-in-de-bonus-onvoldoende-door-feiten-ondersteund

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 15 juni 2016, IEF 16034 (Osseveld en Zevenhuizen Have tegen FNV)
Onrechtmatige publicatie. Eisers exploiteren Albert Heijn-supermarkten, via een petitie en een flyer in de huisstijl van de supermarkt waarin (jongere) werknemers "in de Bonus" zijn. Werknemers worden ingedeeld in functiegroepen, echter daar waar vakkenvullers werkzaamheden uitvoerden als (aankomend) kassamedewerker en daarvoor niet het loon kregen, is de uitlating onvoldoende genuanceerd en in zijn algemeenheid niet als juist te duiden. De termen dat jongeren en medewerkers te weinig betaald krijgen, dekt onvoldoende de aantijgingen op dergelijke schaal. Het had op de weg van FNV gelegen om de juistheid van de door haar verkregen informatie zorgvuldig te verifiëren, dat heeft ze nagelaten. FNV wordt moet verspreiden van (verwijzingen) persbericht of flyer staken en verzoek bij Google om alle verwijzingen te verwijderen uit de zoekmachine en het cachegeheugen en rectificatie laten plaatsen op plaatsen in alle media waar persbericht openbaar is gemaakt.

IEF 16021

Tuchtmaatregel vanwege onheuse toonzetting over wrakingsrechters is geen beperking uitingsvrijheid

12 apr 2016, IEF 16021; ECLI:NL:GHDHA:2016:857 (advocaat tegen Orde van Advocaten arr. Den Haag), https://ie-forum.nl/artikelen/tuchtmaatregel-vanwege-onheuse-toonzetting-over-wrakingsrechters-is-geen-beperking-uitingsvrijheid

Hof Den Haag 12 april 2016, IEF 16020; ECLI:NL:GHDHA:2016:857 (advocaat tegen Orde van Advocaten arr. Den Haag)
Uitingsvrijheid. Tuchtrecht. Advocaat heeft zijn ongenoegen kenbaar gemaakt over leden van de wrakingskamer. De president van de Rechtbank heeft de Deken een kopie toegezonden, omdat hij van mening was dat de onheuse toonzetting onvoldoende blijk geeft van respect. Advocaat wil geen gesprek aangaan en is via Raad van Discipline schorsing voor vier weken opgelegd. Er volgt een vordering tot stilleggen tuchtrechtelijk optreden. Er is geen aantasting huisrecht, omdat er geen uitvoering aan aangekondigd kantoorbezoek is gegeven. De beperking van de uitingsvrijheid: De betamelijkheidsnorm van artikelen 10a en 46 Advocatenwet zijn voldoende basis voor tuchtmaatregelen in verband met de uitlatingen van de advocaat. Dat de Deken een reeds gedane uiting ter toetsing aan de (tucht)rechter voorlegt, is niet een beperking van de vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

IEF 16013

Alleen portret van organisator 'nazibeurs' moet worden verwijderd

Rechtbank Amsterdam 6 jun 2016, IEF 16013; ECLI:NL:RBAMS:2016:3530 (organisator militariabeurs tegen publicist), https://ie-forum.nl/artikelen/alleen-portret-van-organisator-nazibeurs-moet-worden-verwijderd

Vzr. Rechtbank Amsterdam 6 juni 2016, IEF 16013; ECLI:NL:RBAMS:2016:3530 (organisator militariabeurs tegen publicist)
Mediarecht. De organisator van een militariabeurs komt op tegen publicaties waarin de beurs wordt weggezet als een 'nazibeurs'. Weliswaar is de publicist in zijn uitlatingen ongenuanceerd en door zijn woordkeuze tendentieus, maar die ruimte komt hem toe. Zijn uitlatingen vinden bovendien enige steun in de feiten. De handel in voorwerpen met nazisymbolen mag dan wel niet bij voorbaat strafbaar zijn, geheel onomstreden is het evenmin. De beurs te Houten is niet verboden, maar in het verleden is er wel ‘gedoe’ over een vergelijkbare beurs geweest, zodat de aanduiding ‘verboden beurs’ enigszins de lading dekt.

De publicist moet ruimte worden gegund om op zijn manier actie te voeren tegen – in zijn ogen – een misstand. Daarbij is overdrijving toegestaan om de aandacht van de lezer te trekken. Verder speelt mee dat de uitlatingen zijn gedaan in - niet zeer gezaghebbende - media met een beperkt lezerspubliek.

IEF 16005

Rectificerende mails: 'e-mail als niet verzonden beschouwen'

Rechtbank Midden-Nederland 23 mei 2016, IEF 16005; ECLI:NL:RBMNE:2014:7600 (rectificerende mails), https://ie-forum.nl/artikelen/rectificerende-mails-e-mail-als-niet-verzonden-beschouwen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 23 mei 2014, IEF 16005; ECLI:NL:RBMNE:2014:7600 (rectificerende mails)
Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Eiser en gedaagde hebben een affectieve relatie gehad. Er zijn meerdere lastermails naar familie, vrienden en ex-vrouw van eiser. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat gedaagde zich richting een breed publiek op onrechtmatige wijze heeft uitgelaten; een openbare rectificatie in de Telegraaf, Flevopost en Almere Vandaag is buiten proportioneel en zal eerder tot het oprakelen van het conflict leiden dan tot herstel van de reputatie. De voorzieningenrechter beslist dat gedaagde meerdere rectificerende mails moet versturen waarin zij vermeld zich onrechtmatig te hebben uitgelaten en mail als niet verzonden of gezegd moet worden beschouwd.

IEF 16001

Contactverbod of verbod om video of afbeeldingen te verspreiden afgewezen

Rechtbank Overijssel 3 jun 2016, IEF 16001; ECLI:NL:RBOVE:2016:1999 (eiseres in Turkije tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/contactverbod-of-verbod-om-video-of-afbeeldingen-te-verspreiden-afgewezen

Vzr. Rechtbank Overijssel 3 juni 2016, IEF 16001; ECLI:NL:RBOVE:2016:1999 (eiseres in Turkije tegen gedaagde)
Mediarecht. Eiseres en gedaagde hebben een affectieve relatie gehad. Eiseres verblijft in Turkije en heeft twee zonen uit een vorige relatie die in Nederland verblijven. De vorderingen voor een contactverbod en verbod om video’s en afbeeldingen te verspreiden worden afgewezen. Eiseres stelt dat zij sinds de beëindiging van de relatie wordt gestalkt, bedreigd en gechanteerd, maar heeft deze stelling niet met stukken onderbouwd. Het is onvoldoende aannemelijk is geworden dat gedaagde erotisch getinte filmpjes en/of afbeeldingen heeft verspreid. Ook de vordering tot lijfsdwang en dwangsom worden daarom afgewezen.

IEF 15996

Met Engeland heeft Dahashiil een kennelijk nauwere band

Hoge Raad 3 jun 2016, IEF 15996; ECLI:NL:HR:2016:1054 (ASOJ tegen Dahabshiil), https://ie-forum.nl/artikelen/met-engeland-heeft-dahashiil-een-kennelijk-nauwere-band

HR 3 juni 2016, IEF 15995; ECLI:NL:HR:2016:1054 (ASOJ tegen Dahabshiil )
IPR. Mediarecht. Zie eerder [Conclusie AG], Zie eerder IEF 14495; IEF 13874, IEF 12916 en IEF 12109. Toepasselijk recht op onrechtmatigheid van internetpublicaties. Als ‘land waar de schade zich voordoet’ uit art. 4 lid 1 Verordening Rome II in verbinding met 10:159 BW kan worden aangemerkt als het ‘centrum van de belangen’ van de gelaedeerde (eDate-arrest). Er is kennelijk een nauwere band met een ander land (lid 3), Engeland, omdat Dahabshiil aldaar is gevestigd en door toezichthoudende instanties aldaar wordt toegezien op haar activiteiten. Het beroep wordt verworpen.