Mediarecht  

IEF 20179

Roddelpraat hoeft niet toegelaten te worden tot kwalificatieronde

Rechtbank Midden-Nederland 6 sep 2021, IEF 20179; ECLI:NL:RBMNE:2021:4305 (Eisers tegen Bindinc), https://ie-forum.nl/artikelen/roddelpraat-hoeft-niet-toegelaten-te-worden-tot-kwalificatieronde

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 6 september 2021, IEF 20179, IT 3651; ECLI:NL:RBMNE:2021:4305 (Eisers tegen Bindinc) Kort geding. Op 7 april van dit jaar kregen Jan Roos en Dennis Schouten te horen dat hun online programma in de top 20 stond voor de Televizier-Ster online videoserie. De serie stond niet op de door de jury samengestelde longlist, maar via het open invoerveld hebben veel mensen het programma Roddelpraat ingevoerd. Hierdoor is het programma alsnog in een tussentijdse lijst opgenomen. Op 21 april is een lijst met 20 winnaars van de kwalificatieronde voor de Televizier-Ster gepubliceerd. Roddelpraat stond op die lijst. Sinds 17 augustus kan het publiek (online) stemmen op één van die 20 programma’s. Op die dag kregen de makers van Roddelpraat te horen dat zij alsnog uitgesloten waren van de verkiezing.

IEF 20081

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam.

Uitzending over werkwijze grondhandelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 7 jul 2021, IEF 20081; (Multirisk tegen AVROTROS), https://ie-forum.nl/artikelen/uitzending-over-werkwijze-grondhandelaar-niet-onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 7 juli 2021, IEF 20081, IT 3589; HL ZA20-225 (Multirisk tegen AVROTROS) Op 5 maart 2019 heeft AVROTROS in het programma Opgelicht?! aandacht besteed aan de website www.makelaaringrond.nl en de heer P. Volgens eisers is de uitzending onrechtmatig en zij vorderen onder meer een aanzienlijke schadevergoeding en rectificatie. De rechtbank wijst alle vorderingen af. Het belang van AVROTROS weegt in dit geval zwaarder dan het belang van eisers. Daarvoor is het volgende redengevend. De kern van de uitzending is dat aanzienlijk veel contractanten van eisers ontevreden zijn en vraagtekens plaatsen bij de werkwijze van eisers. Dit is een misstand die aan de kaak mag worden gesteld en in zijn algemeenheid ook voldoende steun vindt in de feiten. Dat er niets aan de hand zou zijn zoals door eisers gesteld is een miskenning van deze feiten. Dat de opzet en de inleiding objectiever had gekund en op twee punten niet zorgvuldig is, maakt in het licht van het voorgaande niet dat de uitzending in het geheel onrechtmatig is. Het beroep van eisers op de journalistieke maatstaven van de Leidraad voor de Raad voor de Journalistiek maakt dit oordeel niet anders nu dit geen rechtens aan te leggen criterium is waaraan de rechter moet toetsen.

IEF 20035

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Wettelijk uitgesloten herroeping leidt tot niet-ontvankelijkheid

Hof Amsterdam 13 apr 2021, IEF 20035; (Eiser tegen Talpa), https://ie-forum.nl/artikelen/wettelijk-uitgesloten-herroeping-leidt-tot-niet-ontvankelijkheid

Hof Amsterdam 13 april 2021, IEF 20035; HA ZA 18-542 (Eiser tegen Talpa) In dit hoger beroep staat alleen de ontvankelijkheid ter discussie. Eiser heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank over een uitzending van 'Undercover in Nederland'. In deze uitzending werd gesteld dat eiser heeft nagelaten om te vermelden dat hij lijdt aan de erfelijke aandoening 'Syndroom van Asperger', alvorens hij zich als zaaddoner heeft aangediend. In eerste aanleg heeft de rechtbank bepaald, dat een zaak uit 2013 over hetzelfde geschil niet voor herroeping in aanmerking komt. Hier heeft eiser vervolgens beroep tegen ingesteld. Het hof oordeelt dat de wetgever middels artikel 388 lid 2 Rechtsvordering hoger beroep tegen een afwijzing tot herroeping heeft uitgesloten en verklaart eiser om deze reden niet-ontvankelijk. [IEF 18487].

IEF 20036

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Publicatie adresgegevens dient geen ander doel dan het schaden van geïntimeerde

Hof Den Haag 9 mrt 2021, IEF 20036; (X tegen Y), https://ie-forum.nl/artikelen/publicatie-adresgegevens-dient-geen-ander-doel-dan-het-schaden-van-ge-ntimeerde

Hof Den Haag 9 maart 2021, IEF 20036; ECLI:NL:GHDHA:2021:2479 (X tegen Y) Y heeft als programmamaker in 2011 een uitzending van 'Undercover in Nederland' over spermadonoren op internet gemaakt. X zou één van die spermadoneren zijn. X heeft vervolgens gedreigd om de adresgegevens van Y openbaar te maken en heeft dat ook op Twitter gedaan. Het gaat in deze zaak over de balans tussen de vrijheid van meningsuiting van X en het recht op privéleven van Y. De vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd en het hof stelt dan ook, dat X geen ander belang bij publicatie van adresgegevens heeft dan het sanctioneren van Y. Y wil namelijk niet met X in gesprek over de inhoud van de betreffende uitzending. Nu X geen belang heeft bij het publiceren van de adresgegevens van Y, prevaleert het recht van Y op eerbiediging van privéleven boven het recht van X. [IEF 20037]

IEF 20037

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Geen reden tot beperking in tijd van verbod op het publiceren van adresgegevens

Hof Den Haag 8 jun 2021, IEF 20037; (X tegen Y), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-reden-tot-beperking-in-tijd-van-verbod-op-het-publiceren-van-adresgegevens

Hof Den Haag 8 juni 2021, IEF 20037; ECLI:NL:GHDHA:2021:1329 (X tegen Y) In dit incidenteel hoger beroep is de beperking in duur van een verbod op publicatie van adresgegevens aan de orde. Verder vordert Y dat het verbod op publicatie van zijn (adres)gegevens wordt uitgebreid naar zijn partner en kinderen. Y heeft als programmamaker een item gemaakt over spermadonoren op het internet. X zou één van die spermadonoren zijn. X heeft vervolgens de naam en adres van Y en zijn huisgenoten (partner en kinderen) op Twitter geplaatst. Eerder heeft de voorzieningenrechter een verbod op publicatie beperkt tot 24 maanden en alleen ten aanzien van de gegevens van Y. Nu X ook gegevens van zijn huisgenoten openbaar heeft gemaakt, ziet het hof geen reden om het verbod nog langer te beperken en ze wijst dan ook de vorderingen van Y toe. [IEF 20036]

IEF 20031

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam.

Geen rectificatie uitlatingen tv-programma

Rechtbank Midden-Nederland 17 jun 2021, IEF 20031; ECLI:NL:RBMNE:2021:2502 (Eiser tegen Avrotros), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-rectificatie-uitlatingen-tv-programma

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 17 juni 2021, IEF 20031; ECLI:NL:RBMNE:2021:2502 (Eiser tegen Avrotros) Kort geding. Het programma Opgelicht?! heeft op 8 februari 2021 aandacht besteed aan de handelwijze van voormalig advocaat Bharatsingh en zijn vele tuchtrechtelijke veroordelingen. De voormalig advocaat stelt dat in de uitzending sprake is van een zevental valse uitlatingen/beschuldigingen en wil dat AVROTROS deze rectificeert. In het kader van de belangenafweging komen de zeven bestreden uitlatingen individueel aan de orde. Volgens de voorzieningenrechter vinden de uitlatingen deels voldoende steun in de feiten en voor zover dat niet zo is geldt dat bepaalde uitlatingen wellicht minder zorgvuldig zijn, maar niet onrechtmatig. De uitzending draait in de kern om het feit dat Bharatsingh uitzonderlijk vaak met het tuchtrecht in aanraking is geweest. De impact van de uitlatingen is gezien het geheel van het item beperkt. Daarnaast zijn de feiten voor een deel door middel van een update inmiddels door AVROTROS gecorrigeerd. De verweten uitlatingen zijn in het geheel van het item beschouwd volgens de voorzieningenrechter  niet van zodanig gewicht dat dit tot onrechtmatigheid moet leiden. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 20024

Uitspraak ingezonden door Paul Tjiam en Edwin van der Velde, Simmons & Simmons.

Blurren onvoldoende voor volledig onherkenbaar in tv-programma

Rechtbank Amsterdam 14 jun 2021, IEF 20024; ECLI:NL:RBAMS:2021:3758 (Noordkaap en Talpa tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/blurren-onvoldoende-voor-volledig-onherkenbaar-in-tv-programma

Vzr. Rechtbank Amsterdam 14 juni 2021, IEF 20021, IT 3547; ECLI:NL:RBAMS:2021:3758 (Noordkaap en Talpa tegen X) Executiekortgeding. Mediarecht. Talpa en Noordkaap verbeuren dwangsommen door X niet “volledig onherkenbaar” in beeld te brengen in hun uitzending van het televisieprogramma “Undercover in Nederland”. Daartoe werden zij veroordeeld in een kort geding dat aan de uitzending voorafging [IEF 19385]. In dit executiekortgeding stellen Talpa en Noordkaap op correcte wijze uitvoering te hebben gegeven aan het vonnis door X te blurren. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet en stelt vast dat X door de blur niet volledig onherkenbaar is geworden. Daardoor is het vonnis overtreden en hebben Talpa en Noordkaap dwangsommen verbeurd. In reconventie beveelt de voorzieningenrechter tot het volledig zwart maken van X in de betreffende uitzending. De reconventionele vordering tot algehele verwijdering van de betreffende delen uit de uitzending, wijst de voorzieningenrechter af.

IEF 19993

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger, en Wouter Dammers, LAWFOX advocaten.

Ideëel doel, nauwe band en voldoende overleg leiden tot ontvankelijkheid

Rechtbank Midden-Nederland 2 jun 2021, IEF 19993; ECLI:NL:RBMNE:2021:2142 (BREIN tegen Yisp, Worldstream en Serverius), https://ie-forum.nl/artikelen/ide-el-doel-nauwe-band-en-voldoende-overleg-leiden-tot-ontvankelijkheid

Rechtbank Midden-Nederland 2 juni 2021, IEF 19993; ECLI:NL:RBMNE:2021:2142 (BREIN tegen Yisp, Worldstream en Serverius)  De gedaagden hebben aangevoerd dat BREIN als collectieve belangenbehartiger niet ontvankelijk is voor haar vorderingen, omdat deze een onvoldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer zouden hebben. De rechtbank is echter van mening dat BREIN onder de uitzondering van artikel 3:305a lid 6 BW valt, vanwege het ideële doel en het beperkte financiële belang in deze zaak. Ze baseert zich hierbij mede op de parlementaire geschiedenis. Ook aan de overige ontvankelijkheidsgronden (voldoende overleg en nauwe band) is voldaan. Stichting BREIN wordt ontvankelijk verklaard in haar vorderingen en de zaak wordt verder verwezen naar de rol voor repliek en antwoord in reconventie. 

IEF 19987

Persoonsgegevens schrijvers valse reviews worden gedeeld met benadeelde

29 apr 2021, IEF 19987; ECLI:NL:RBAMS:2021:2131 (Interreal tegen Trustpilot), https://ie-forum.nl/artikelen/persoonsgegevens-schrijvers-valse-reviews-worden-gedeeld-met-benadeelde

Vzr. Rechtbank Amsterdam 29 april 2021, IEF 19987, IT 3529; ECLI:NL:RBAMS:2021:2131 (Interreal tegen Trustpilot) Interreal heeft twee dochterondernemingen: Esteon en Scanler. Over beide zijn valse reviews op Trustpilot verschenen. Trustpilot schendt volgens Interreal haar zorgplicht, omdat zij te weinig maatregelen neemt tegen geplaatste valse reviews. Hiermee worden volgens Interreal klanten misleid. Interreal vordert van Trustpilot de NAW-gegevens van de schrijvers van deze valse reviews. De vorderingen van Interreal worden deels toegewezen voor zover de voorzieningenrechter aannemelijk acht dat bepaalde reviews inderdaad vals zijn. In de gevallen waarvoor geen concrete aanwijzingen zijn, wordt Trustpilot niet veroordeeld in het overleveren van de NAW-gegevens van de betreffende personen. 

IEF 19859

Uitspraak ingezonden door Hanneke van Lith en Bertil van Kaam, Van Kaam.

Geen onrechtmatige uitlatingen wegens ontbreken van regisserende rol

Rechtbank Overijssel 24 feb 2021, IEF 19859; ECLI:NL:RBOVE:2021:1254 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-onrechtmatige-uitlatingen-wegens-ontbreken-van-regisserende-rol

Rechtbank Overijssel 24 februari 2021, IEF 19859, IT 3461, ECLI:NL:RBOVE:2021:1254 (Eisers tegen gedaagden) Een van de eisers heeft in 2014 opgetreden als mediator in een arbeidsgeschil tussen een van de gedaagden en haar toenmalig werkgever. Nadien bleek een gesprek tussen eiser en de werkgever te zijn opgenomen waaruit bleek dat de mediator allerlei denigrerende en onoorbare uitlatingen over gedaagde heeft gedaan in de richting van de werkgever. Daarop zijn door gedaagde diverse tuchtklachten tegen de mediator ingediend en heeft de mediator strafrechtelijk aangifte gedaan tegen gedaagde wegens verspreiding van de opname waarvoor gedaagde ook is vervolgd en is vrijgesproken. Eisers stellen dat sprake is van onrechtmatig handelen door gedaagden omdat zij jarenlang publiekelijk een hetze tegen hen voeren en wegens schending van de geheimhoudingsplicht uit de mediationovereenkomst door gedaagde. De rechtbank concludeert dat gedurende langere tijd sprake is geweest van een publiek debat en de uitlatingen van gedaagden zien op het zakelijk handelen van eiser als mediator. Niet genoegzaam is gebleken dat juist gedaagden bij de publieke berichtgeving een regisserende/aansturende rol zouden hebben vervuld. De vorderingen worden dan ook afgewezen.