DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 7921

INTEL en verwatering. Economisch gedrag en juridisch bewijs

Antoon QuaedvliegProf. mr. A.A. Quaedvlieg, Klos Morel Vos & Schaap, Radboud Universiteit Nijmegen: INTEL en verwatering. Economisch gedrag en juridisch bewijs. Annotatie bij HvJ EG, 27 november 2008, zaak C-252/07, IEF 7327, Intel Corporation Inc. tegen CPM United Kingdom Ltd. Deze noot zal ter publicatie worden aangeboden aan het Bijblad bij de Industriële Eigendom

“De geciteerde overwegingen veroorzaakten een schokeffect, zeker nadat de Haagse rechter kort daarop toonde die eisen naar de letter te lezen, een uitleg die, blijkens een recente beslissing van de rechtbank Leeuwarden, school maakt. Bewijs van verwatering wordt in die lezing echter zó moeilijk dat het nauwelijks meer rond te krijgen is. Economisch gedrag is op de eerste plaats koopgedrag. Het koopgedrag van consumenten wordt echter door een onontwarbare kluwen van potentiële variabelen bepaald. Het bewijs van het causaal verband is daarom gedoemd te falen. Het is onmogelijk om aan te tonen dat “het economische gedrag van de gemiddelde consument (…) is gewijzigd als gevolg van het gebruik van het jongere merk” en de daaruit voortgevloeide verwatering; er kunnen in iedere gegeven situatie nog tal van andere oorzaken zijn. Bij de gegeven onmogelijkheid van bewijs kan de actie tegen verwatering de facto uit het arsenaal van de merkhouder geschrapt moeten worden.

De bovenstaande strikte lezing van het arrest komt echter neer op een eis van economisch bewijs. Zij gaat, simpel gezegd, uit van de veronderstelling dat een economische gedragsverandering met cijfers (omzet, verkoopaantallen of anderszins) moet worden onderbouwd en dat de variaties in die cijfers herleidbaar moeten zijn op (het uitzonderlijk diffuse gegeven van) de verwatering van het onderscheidend vermogen. Deze noot bestrijdt die lezing. Een economisch bewijs van een gedragswijziging bij de consument wordt door INTEL niet opgelegd. Rechtsoverweging 77 moet gelezen worden in haar verband met de overige tekst van het arrest, die anders leert; ook de strekking van het arrest is er niet te verenigen met een eis van economisch bewijs. INTEL eist niet meer dan ouderwets juridisch bewijs, en eist dat zelfs expliciet. Het leert echter wel dat het verwateringsgevaar een bepaald economisch realiteitsgehalte moet hebben.”

Lees de volledige noot hier.

IEF 7880

Vraagtekens bij de motivering

Fulco BlokhuisFulco Blokhuis, Boekx Advocaten: Noot bij Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 28 april 2009, IEF 7854, Cafe Bolle Jan te Amsterdam tegen  Apresskihut Bolle Jan te Eersel (NB).

"De beschermingsomvang van merken in de horeca blijkt de laatste tijd beperkt. Waar in 2007 Bistro Tante Pietje uit Den Bosch zich nog met succes kon verzetten tegen Tante Pietje uit Beverwijk (op grond van handelsnaamoverwegingen ondanks een afstand van 110 km) , hebben etablissement Einstein  en café Bolle Jan  allebei bot gevangen, toen zij hun concurrenten in andere regio’s hun naam wilden doen wijzigen. Bij alle vonnissen kan je vraagtekens zetten bij de motivering."

Lees de gehele noot hier.

IEF 7828

BBIE oppositiebeslissingen

- LECLERC tegen LE CLERCQ (Toegew.)
- Think tegen THINK CHIC (Toegew.)
- Think tegen THINK CHIC ETAM (Afgew.)
- LECLERC tegen  LE CLERCQ PLANONTWIKKELING (Toegew.)
- everis tegen EVRY (Toegew.)
- LORMAR tegen LIMAR (Afgew.) 
- PLUSANTE GEZONDHEID tegen GEZONDHEID MAGAZINE VOOR GEZOND LEVEN (Afgew.)

Lees de beslissingen hier.

IEF 7820

De rechtsbescherming van personen in dienst van de BX-Organisatie voor de IE

Staten Generaal 2008/09, 31921, nr. A/1. Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen); Brussel, 24 oktober 2008 (Trb. 2009, 4); Brief minister over aanbieding Protocol ter stilzwijgende goedkeuring

"Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 24 oktober 2008 te Brussel totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) (Trb. 2009, 4).
 
Een toelichtende nota en de gemeenschappelijke toelichting bij het Aanvullend Protocol treft u eveneens hierbij aan. De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd."

Lees hier meer

 

IEF 7801

Oppositiebeslissingen BBIE

Digel tegen DIGO (Toegew.)
VISIWEB tegen VisiTech (Toegew.)
OE tegen OE organicelements (Toegew.)
FLEXA tegen FLEX WORLD YOUR CHOICE OF SLEEPING (Afgew.)
RUBA  tegen ARUBA (Afgew.)
FIETSPUNT tegen IETSPUNT (Afgew.)
FIETSPUNT tegen POINT VELO (Afgew.)
MILANO tegen MILANO HERENMODE (Afgew.)
FIETSPUNT tegen FIETSPUNT POINT VELO (Afgew.)
INTRUDER tegen INTRUDER OWNERS CLUB HOLLAND (Toegew.)
BEST FRIENDS tegen BEST FOR YOUR FRIEND (Afgew.)
QUANTUM tegen Quantum ICT (Gedeelt.)
MATRIX tegen TRIXX (Afgew.)
GERH STEINBERG tegen CARL STEINBERG (Toegew.)
TOP1TOYS tegen TOYS 2 PLAY (Afgew.)
KNACKI tegen KNAKKER (Afgew.)
Apyral tegen AZYRAL (Toegew.)
HERITAGE BUILDINGS tegen HERITAGE EIKENHOUTEN GEBOUWEN (Toegew.)
Chalou tegen MALOU (Toegew.)
 
Lees de beslissingen hier.

IEF 7775

Een zekere auditieve en begripsmatige overeenstemming

Dirk Visser (Klos Morel Vos & Schaap): “Een zekere auditieve en begripsmatige overeenstemming.” Noot bij (IEF 7745) Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage, 26 maart 2009, 329321 / KG ZA 09-115, X Horeca Beheer B.V., Einstein Exploitatie B.V. en X tegen IJssalon Van Bokhoven h.o.d.n. Café Einstein, Y en Z.

“Kan café Einstein in Leiden het gebruik van de aanduiding “café Einstein” door een gelijknamig café in Delft verbieden? Nee, volgens de Haagse rechter.

Handelsnaamrechtelijk is op het vonnis weinig aan te merken. Het handelsnaamrecht is nu eenmaal in beginsel een plaatselijk recht. De rechter is van oordeel dat het Leidse café slechts plaatselijk bekend is en dat verwarring met het Delftse café niet te duchten is. Je kan daarover van mening verschillen - er komen immers met enige regelmaat Delftenaren naar Leiden, vooral in verband met het daar bestaande vrouwelijke studenten overschot - maar de redenering is zeker niet onbegrijpelijk. Zelfs Delftenaren kunnen, beneden een bepaald alcohol niveau, Leiden en Delft nog uit elkaar houden.

Minder begrijpelijk is de merkenrechtelijke redenering. Het beeldmerk links is van café Einstein in Leiden. Het beeldmerk rechts is van café Einstein in Delft.”

Lees de gehele noot hier.

 

IEF 7746

Substantiële verlaging

De Europese Commissie heeft aangegeven dat de geplande kostenreductie van 40% op de registratie van Gemeenschapsmerken begin mei 2009 zal worden geïntroduceerd. Het systeem van separate depottaksen en registratietaksen zal worden losgelaten en worden vervangen door één taks van €900,- voor een online depot (€1.050,- voor een ‘papieren’ depot).
 
Het voorstel voor de kostenreductie zal binnenkort aan de Commissie worden voorgelegd. De dag volgend op de publicatie zullen de nieuwe tarieven in werking treden. In hoeverre een dergelijk substantiële verlaging zal bijdragen aan de populariteit van het Gemeenschapsmerk (en wellicht een vermindering van nationale depots in de Europese landen) en het aantal ingediende opposities, valt nog te bezien.
 
Lees hier meer.

IEF 7701

Actielijn 3: intellectueel eigendom

Kamerstukken 2008/09, 27406, nr. 141, Bijlage; Evaluatie Programma voor de Creatieve Industrie - 2009-03-13 (bijlage bij 27406, nr. 141) (Ministeries EZ  & OCW)

Actielijn 3: intellectueel eigendom: Deze actielijn is onderverdeeld in drie initiatieven: Creative Commons, auteurscontractenrecht en voorlichting verbeteren. (...) Voor actielijn 3 geldt dat over het geheel genomen de uitvoering en opbrengsten redelijk goed zijn te noemen. Alleen bij de wijziging van het auteurscontractenrecht heeft vertraging plaatsgevonden. Dit initiatief is echter wel van wezenlijk belang om geconstateerde knelpunten weg te kunnen nemen

Creative Commons is een systeem van licenties, binnen het auteursrecht, waarbij rechthebbenden op eenvoudige en transparante wijze aangeven onder welke voorwaarden en tot op welke hoogte hun werk door anderen mag worden gebruikt. Creative Commons is succesvol verlopen. Het bereik onder de doelgroep is hoog te noemen. Binnen het initiatief is onder andere aandacht besteed aan voorlichting en het organiseren van bijeenkomsten. Concrete resultaten zijn het gebruik van licenties (eind 2007 meer dan 200.000 werken op internet), de totstandkoming van een pilot met Buma/Stemra op het gebied van collectief rechtenbeheer en vele bezoekers (200.000) aan de website.

Het initiatief om het auteurcontractenrecht te herzien start begin 2009. In juni 2008 heeft de minister van Justitie aan de kamer laten weten dat begin 2009 het wetsvoorstel zal worden ingediend omdat op het ogenblik thuiskopie, toezicht en geschillenbeslechting voorrang hebben. Hierbij zal ook eerst overleg plaatsvinden met de EU-Commissie over de (on)mogelijkheden om bij wet collectieve tariefafspraken te maken. Er is geen sprake van een juridisch vacuüm omdat de mogelijkheid bestaat om specifieke regelingen in een modelcontract op te nemen. Deze activiteiten voltrekken zich echter buiten de regie van het programma voor de creatieve industrie.

Syntens voert in samenwerking met het Octrooicentrum Nederland de volgende activiteiten uit binnen de voorlichtingsactiviteiten intellectueel eigendom:

- Intake en scan Octrooicentrum
- Jaarlijks vinden minstens 25 workshops plaats rond het thema IE
- Doorverwijzen naar adviesbureaus
- Roadshows langs vestigingen van Syntens

Over de mate van gebruik van advies en het bezoek aan activiteiten zijn geen precieze cijfers bekend. Het aantal Syntens adviseurs dat zich richt op de creatieve industrie is wel toegenomen.

Voor actielijn 3 geldt dat over het geheel genomen de uitvoering en opbrengsten redelijk goed zijn te noemen. Alleen bij de wijziging van het auteurscontractenrecht heeft vertraging plaatsgevonden. Dit initiatief is echter wel van wezenlijk belang om geconstateerde knelpunten weg te kunnen nemen

Lees de evaluatie hier

IEF 7601

The BCIP (Engelse vertaling BVIE)

Reputation? repute? family name? patronymic name? Inexcusable ignorance? De vertalingen-databank van het WIPO loopt over het algemeen een jaar of twintig achter, maar de Engelse vertaling van de BVIE, de wijzigingsbeschikking en het uitvoeringsreglement blijken er onverwacht toch al in te staan. Dat scheelt weer een hoop declarabele minuten.

Let wel op: de vertaling van het BVIE betreft niet de geconsolideerde versie. De wijzigingen van 1 februari 2007 (o.a. implementatie handhavingsrichtlijn, Beschikking M (2006) 6) zijn er niet in verwerkt. De artikelen waar een rood kruis voor staat zijn gewijzigd (toevoeging IEF). De gewijzigde artikelen staan in de vertaling van de genoemde Beschikking M (2006) 6.

Benelux Convention concerning Intellectual Property (Trademarks and Designs) of February 25, 2005. Klik hier.

Decision M (2006) 6 of December 1, 2006, of the Committee of Ministers of the Economical Benelux Union, amending the Benelux Convention concerning Intellectual Property (Trademarks and Designs) of February 25, 2005. Klik hier.

Executive Rules under the Benelux Convention on Intellectual Property (Marks and Designs) of June 1, 2006. Klik hier.

De juistheid van de vertaling komt vanzelfsprekend voor rekening van het WIPO. De WIPO vertalers hebben niet de terminologie van de Engelse versie van de Merkenrichtlijn gehanteerd, maar een eigen vertaling gemaakt van (waarschijnlijk) de Franse versie van de officiële taaluitgave. Klik hier voor de WIPO Collection of Laws for Electronic Access (CLEA). (Met dank aan MT & CJ).

IEF 7598

Terecht als gezichtspunt in aanmerking genomen

Gerechtshof Amsterdam, 17 februari 2009, Zaaknr. 106.007.116/01, Merck Sharp & Dohme tegen Pharmachemie (met dank aan Wouter Pors, Bird & Bird)

Conflict over het geneesmiddel alendroninezuur (botontkalking). Schermutselingen aan de grenzen van het IE-recht. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep: Rechtbank Haarlem, 28 maart 2007, IEF 3843. Het  beroep van MSD op de correctie Langemeijer wordt afgewezen.

3.6.7 De rechtbank heeft bij de verwerping van het beroep van MSD op de correctie Langemeijer terecht als gezichtspunt in aanmerking genomen de omstandigheid dat Pharmachemie geen inbreuk heeft gemaakt op de wettelijke regelingen die wél strekken ter bescherming van de concurrentiebelangen van MSD, in het bijzonder de Rijksoctrooiwet, de Verordening op de Aanvullende Beschermingscertificaten en de Regeling van de Dossiersbescherming van artikel 2 lid 8 BRG jo. artikel 10 lid la (iii) van richtlijn 2001/83/EG. De daartegen gerichte grief 6 faalt.

De bedoelde wettelijke regelingen berusten, voorzover hier van belang, op een afweging tussen enerzijds het belang van producenten van innovatieve geneesmiddelen bij de bescherming van uitvindingen en anderzijds de belangen die gediend worden bij vrije mededinging. Het ligt daarom niet voor de hand om, met toepassing van de correctie Langemeijer, de uitkomst van die afweging in het onderhavige geval bij te stellen ten behoeve van MSD op grond van haar stelling dat zij schade heeft geleden als gevolg van de marktintroductie van een generieke variant van haar innovatieve (maar niet meer door eerder genoemde rechten beschermde) geneesmiddel, welke introductie is vervroegd door schending van normen die zijn geschreven ter behartiging van andere belangen, te weten de volksgezondheid en het functioneren van de gemeenschappelijke markt.”

Lees het arrest hier.