Octrooirecht  

IEF 17872

HvJ EU: Ook bescherming zelfs indien de combinatie van werkzame stoffen niet specifiek en precies identificeerbaar in de bewoordingen van de conclusies staan vermeld

HvJ EU 25 jul 2018, IEF 17872; ECLI:EU:C:2018:585 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-ook-bescherming-zelfs-indien-de-combinatie-van-werkzame-stoffen-niet-specifiek-en-precies-id

HvJ EU 25 juli 2018, IEF 17872; IEFbe 2677; LS&R 1635; C-121/17; ECLI:EU:C:2018:585 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences) ABC. Octrooirecht.  Uit het nieuwsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: de octrooibescherming van een medicijn dat bestaat uit meerdere werkzame stoffen, moet worden beoordeeld vanuit een oogpunt van de vakman naar de stand van de techniek op de datum van indiening of de prioriteitsdatum van dat octrooi. Het EU-Hof volgt met deze uitleg de opvatting van de Nederlandse regering in een Britse zaak over een middel ter bestrijding van HIV. Door deze uitleg zal het middel waarschijnlijk eerder rechtenvrij geproduceerd kunnen worden.
HvJ EU:

Artikel 3, onder a), van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen moet aldus worden uitgelegd dat een product dat is samengesteld uit meerdere werkzame stoffen met een gecombineerd effect wordt „beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi” in de zin van deze bepaling, wanneer de conclusies van het basisoctrooi noodzakelijkerwijs en specifiek betrekking hebben op de combinatie van de werkzame stoffen waaruit het product bestaat, zelfs indien die combinatie niet uitdrukkelijk is vermeld in deze conclusies. Daartoe is vereist dat uit het oogpunt van de vakman en op basis van de stand van de techniek op de datum van indiening of prioriteitsdatum van het basisoctrooi:
– de combinatie van deze werkzame stoffen, in het licht van de beschrijving en de tekeningen van dit octrooi, noodzakelijkerwijs valt onder de uitvinding waarvoor dat octrooi geldt, en
– elk van deze werkzame stoffen specifiek kan worden geïdentificeerd in het licht van alle door dat octrooi bekendgemaakte gegevens.

IEF 17861

ASML heeft eigen “pistool” gecreëerd door niet tijdig licentie te verkrijgen maar wel geoctrooieerde techniek te gebruiken

Rechtbank Den Haag 18 jul 2018, IEF 17861; ECLI:NL:RBDHA:2018:8777 (Nikon tegen ASML), https://ie-forum.nl/artikelen/asml-heeft-eigen-pistool-gecre-erd-door-niet-tijdig-licentie-te-verkrijgen-maar-wel-geoctrooieerde-t

Rechtbank Den Haag 18 juli 2018, IEF 17861; ECLI:NL:RBDHA:2018:8777 (Nikon tegen ASML) Octrooirecht. Nikon is houdster van Europees octrooi EP 003. Het octrooi heeft betrekking op immersie-lithografiemachines, een bepaald type (foto)lithografiemachines. (Foto)Lithografiemachines zijn essentieel voor de productie van chips. Nikon stelt dat ASML inbreuk maakt op de conclusies van EP 003. EP 003 is echter niet nieuw in het licht van de octrooiaanvrage EPA2 188 van ASML. De vakman zal uit EPA2 188 begrijpen dat de sensor en wafer zich op dezelfde hoogte bevinden omdat een andere lezing niet logisch is. Nikon heeft deze stelling niet, althans onvoldoende, betwist. Dit heeft tot gevolg dat conclusie 1 (en 5) van EP 003 volledig wordt geopenbaard in EPA2 188, zodat EP 003 niet nieuw is. De vordering van ASML in reconventie tot vernietiging van het Nederlandse deel van EP 003 zal worden toegewezen. Verder vordert ASML in reconventie dat een handhavingsverbod wordt opgelegd voor elf specifieke octrooien. Nikon had erop gewezen dat toewijzing hiervan in feite neerkomt op het verschaffen van een gratis licentie. ASML gaat er ten onrechte vanuit dat de door Nikon ingeroepen octrooien in feite standaard-essentieel zijn, dat meebrengt dat Nikon verplicht zou zijn op FRAND-voorwaarden een licentie te verlenen. Er is in dit geval geen sprake van een standaard zodat de ingroepen octrooien geen SEP’s kunnen zijn en heeft Nikon geen FRAND-verklaring afgelegd. Zolang geen nieuwe licentie tot stand is gekomen staat het Nikon vrij om ASML te beletten inbreuk te maken. ASML meent dat Nikon in wezen met een pistool dreigt waardoor zij gedwongen wordt om onredelijke voorwaarden te accepteren. Door niet tijdig een licentie te verkrijgen maar wel geoctrooieerde techniek toe te passen, heeft ASML in wezen haar eigen “pistool” gecreëerd.

IEF 17853

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks, TaylorWessing.

Geen informatieverstrekking, vordering gaat termsheet te buiten, Company Sublicense Agreement biedt geen basis

Hof Arnhem-Leeuwarden 17 jul 2018, IEF 17853; 200.211.220 (Noviotech / Secmatix), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-informatieverstrekking-vordering-gaat-termsheet-te-buiten-company-sublicense-agreement-biedt-ge

Hof Arnhem-Leeuwarden 17 juli 2018, IEF 17853 (Noviotech / Secmatix) Octrooirecht. Contractrecht. Secmatix stelt dat NovioTech in strijd met de CSA en termsheet PIC heeft laten produceren en voor welke toepassing(en) vertrouwelijke informatie aan Novioponics en Syncom heeft verstrekt met voor de productie van PIC’s. Ze vorderen nakoming van CSA en termsheet. De rechtbank heeft de vorderingen van Secmatix afgewezen. In hoger beroep vordert Secmatix dat NovioTech alsnog zal gelasten haar verplichting uit de CSA en termsheet na te komen. Het hof bekrachtigt het vonnis [IEF 16568] waarvan beroep.

4.10 De conclusie is dat de vorderingen van Secmatix, die zijn gericht op verstrekking van documenten als bedoeld in Exhibit C (zie rov. 4), niet toewijsbaar zijn: deels omdat Noviotech de informatie heeft verstrekt die zij diende te verstrekken, deels omdat de vordering in het kader van de verplichtingen op bais van de NBT/Exhibit C te buiten gaan. Volledigheidshalve merkt het hof nog op dat in de CSA geen basis kan worden gevonden voor de hiervoor besproken vorderingen, nu het hierbij niet gaat om de verstrekking van informatie over innovaties of ontwikkelingen bij de toepasssing van de techniek buiten het gebied van de Life Sciences, waarop CSA betrekking heeft.

IEF 17842

MSD heeft aanzienlijk belang om gegevens niet te delen met derden, dus veroordeling moet gepreciseerd worden

Rechtbank Noord-Holland 26 aug 2016, IEF 17842; ECLI:NL:RBNHO:2016:11554 ( Merck Sharp & Dohme tegen Ono Pharmaceutical), https://ie-forum.nl/artikelen/msd-heeft-aanzienlijk-belang-om-gegevens-niet-te-delen-met-derden-dus-veroordeling-moet-gepreciseerd

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 26 augustus 2016, IEF 17842; LS&R 1630; ECLI:NL:RBNHO:2016:11554 (Merck Sharp & Dohme tegen Ono Pharmaceutical) Executiegeschil. MSD en Ono ontwikkelen geneesmiddelen en brengen die op de markt. Ono is houdster van Europees octrooi EP 878 voor ‘immunopotentiating compositions’. Het octrooi is verleend op 22 september 2010 en is onder meer van kracht in Nederland. MSD stelt dat het vonnis berust op een cruciale feitelijke misslag en dat deze misslag van dien aard is dat Ono geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de tenuitvoerlegging, hetgeen meebrengt dat deze geschorst dient te worden. Het is echter niet evident dat het dictum onjuist is, zodat aan de vereisten voor schorsing niet is voldaan. Ono heeft wel degelijk een te respecteren belang, omdat zij het vonnis mede wil gebruiken als drukmiddel om MSD aan de onderhandelingstafel te krijgen met het oog op het maken van afspraken omtrent een licentie. Het uitwisselen van commercieel gevoelige informatie is volgens MSD een inbreuk op het mededingingsrecht. De mogelijkheid hiervan is echter onvoldoende onderbouwd. MSD heeft wel een aanzienlijk belang om gegevens niet te delen met derden. De veroordeling van de bodemrechter moet gepreciseerd worden dat zij ook tussen partijen kan fungeren op een wijze die recht doet aan doel en stekking van de veroordeling.

IEF 17782

Voeging afgewezen, het gaat om andere partijen, andere octrooiaanvragen op andere technische gebieden

Hof Amsterdam 20 jun 2018, IEF 17782; ECLI:NL:GHDHA:2018:1516 (Boston ter voeging bij Ono tegen Pfeizer), https://ie-forum.nl/artikelen/voeging-afgewezen-het-gaat-om-andere-partijen-andere-octrooiaanvragen-op-andere-technische-gebieden

Hof Den Haag 20 juni 2018, IEF 17782; LS&R 1623; ECLI:NL:GHDHA:2018:1516 (Boston ter voeging bij Ono tegen Pfeizer) Procesrecht. Boston Scientific heeft ex art. 217 Rv toelating als gevoegde partij aan de zijde van Ono c.s. gevorderd [IEF 17530; LS&R 1581]. De rechtbank wijst de incidentele vordering af. In de zaak van Boston Scientific/Edwards gaat het om andere partijen en andere octrooiaanvragen op andere technische gebieden.

IEF 17776

Uitspraak ingezonden door Otto Swens, Ricardo Dijkstra en Tjerk Sigterman, Vondst.

Voorlopige voorziening ex art. 223 Rv niet toewijsbaar, want geen sprake van een kennelijke misslag

Hof Den Haag 29 mei 2018, IEF 17776; (Astrazeneca tegen Sandoz), https://ie-forum.nl/artikelen/voorlopige-voorziening-ex-art-223-rv-niet-toewijsbaar-want-geen-sprake-van-een-kennelijke-misslag

Hof Den Haag 29 mei 2018, IEF 17776; LS&R 1622 (Astrazeneca tegen Sandoz) Octrooirecht. De rechtbank [IEF 17615; LS&R 1593] vernietigde het Nederlandse deel van het Europese octrooi EP 138 van AstraZeneca. Zij is in hoger beroep gekomen en vordert bij wege van voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 223 Rv een verbod tot inbreuk op EP 138. Sandoz heeft zich bij het verweer tegen deze vordering onder meer beroepen op de afstemmingsregel. AstraZeneca's vordering berust op de stelling dat in het oordeel van de rechtbank, naar het hof begrijpt, op vier punten sprake is van een kennelijke misslag. Alle vier de argumenten falen. Er is geen sprake van een kennelijke misslag. De voorlopige voorziening is niet toewijsbaar.

IEF 17763

Uitspraak ingezonden door Marleen van den Horst en Claudia Zeri, BarentsKrans.

Combinatie-ABC is in strijd met ratio van de ABC-Verordening verleend

Rechtbank Den Haag 11 jun 2018, IEF 17763; ECLI:NL:RBDHA:2018:6802 (MSD tegen Teva c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/combinatie-abc-is-in-strijd-met-ratio-van-de-abc-verordening-verleend

Vzr. Rechtbank Den Haag 11 juni 2018, IEF 17763; LS&R 1621; ECLI:NL:RBDHA:2018:6802 (MSD tegen Teva c.s) Octrooi. Aanvullend beschermingscertificaat (ABC) combinatieproduct. Onder de merknaam Inegy® brengt MSD een geneesmiddel op de markt dat wordt voorgeschreven ter verlaging van de concentraties in het bloed van LDL-cholesterol en triglyceriden, alsmede ter verhoging van HDL-cholesterol. MSD was houdster van Europees octrooi, later is een ABC verleend. Het mono-ABC verliep op 18 april 2018, een combinatie-ABC is tot en met 1 april 2019. De verlening van het combinatie-ABC is in strijd met de ratio van de ABC-Vo is verleend en om die reden nietig moet worden geacht. Op grond van de afstemmingsregel is de voorzieningenrechter gehouden zijn voorlopig oordeel af te stemmen op eindbeslissingen van de bodemrechter. De door MSD gevraagde voorlopige voorzieningen liggen derhalve voor afwijzing gereed. Geen aanleiding anders te beslissen dan in de bestuursrechtelijke procedure (ECLI:NL:RBDHA:2018:4081). Ambtshalve matiging proceskosten.

IEF 17755

HR: Vakman heeft geen aanwijzingen voor een beperkte claim op het stuk van de zoutvormen

Hoge Raad 8 jun 2018, IEF 17755; ECLI:NL:HR:2018:854 (Resolution Chemicals tegen AstraZeneca), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-vakman-heeft-geen-aanwijzingen-voor-een-beperkte-claim-op-het-stuk-van-de-zoutvormen

HR 8 juni 2018, IEF 17755; ECLI:NL:HR:2018:854 (Resolution Chemicals tegen AstraZeneca) Octrooirecht. Uitleg Europees octrooi. Art. 69 EOV. Uitlegprotocol. Zie eerder Conclusie AG (gevolgd) IEF 17302; Hof IEF 15698 en Rechtbank IEF 15120. Opsomming toedieningsvormen in claim is niet uitputtend bedoeld. Het hof heeft vastgesteld dat de vakman op grond van zijn algemene vakkennis wist dat het in deze gevallen ongebruikelijk is om een uitputtend zoutonderzoek uit te voeren en hij in het verleningsdossier geen aanwijzingen aantrof waaruit hij zou moeten concluderen dat niettemin zou zijn gekozen voor een beperkte claim op het stuk van de zoutvormen. De afstandsleer speelt hierin geen rol. Het beroep wordt verworpen.

IEF 17750

ASML maakt geen inbreuk op octrooi Nikon, want octrooi is nietig in Nederland

Rechtbank Den Haag 6 jun 2018, IEF 17750; ECLI:NL:RBDHA:2018:6542 (Nikon tegen ASML), https://ie-forum.nl/artikelen/asml-maakt-geen-inbreuk-op-octrooi-nikon-want-octrooi-is-nietig-in-nederland

Rechtbank Den Haag 6 juni 2018, IEF 17750; ECLI:NL:RBDHA:2018:6542 (ASML tegen Nikon) Octrooirecht. Nikon stelt dat ASML met versies van haar immersie-lithografiemachines (in)direct, letterlijk dan wel door equivalentie, inbreuk maakt op conclusies van EP 2 157 480 B1
 (EP 480). Voor zover de machines niet in Nederland geassembleerd worden maar in het buitenland, bevordert en faciliteert ASML door het leveren van (vrijwel) alle onderdelen van die machines, inbreuk elders. In reconventie vordert ASML om het Nederlandse deel van EP 480 te vernietigen. De rechtbank is bevoegd kennis te nemen van alle vorderingen in conventie, maar wordt in de hoofdzaak aangehouden voor zover daarbij de geldigheid van de buitenlandse delen van EP 480 aan de orde komt, totdat daarop is beslist door de bevoegde buitenlandse rechters. EP 480 is niet inventief vanuit EP 470 in combinatie met EP 541, want de gemiddelde vakman kan begrijpen dat zowel een aperture stop als een DOE in de terminologie van het octrooi als afbuigelement kunnen fungeren. Nikon heeft dit niet, althans onvoldoende, weersproken. EP 480 is tevens niet inventief vanuit EP 067 gecombineerd met CGK/JP 120. Toepassing van een polarisatie-instelelement om het contrast te verbeteren behoorde tot de algemene vakkennis ten tijde van de prioriteitsdatum. EP 480 is nietig, zodat daarop geen inbreuk kan worden gemaakt. De vorderingen in conventie en de provisionele vorderingen worden afgewezen, voor zover die zien op onrechtmatig handelen wegens het bevorderen en faciliteren van inbreuk buiten Nederland, nu de rechtbank het aannemelijk acht dat ook de buitenlandse delen van EP 480 niet geldig zullen worden bevonden.

IEF 17744

Betoog over geldigheid van octrooi in ruime vorm achterhaald na centrale beperking

Hof Den Haag 5 jun 2018, IEF 17744; ECLI:NL:GHDHA:2018:1271 (High Point tegen KPN), https://ie-forum.nl/artikelen/betoog-over-geldigheid-van-octrooi-in-ruime-vorm-achterhaald-na-centrale-beperking

Hof Den Haag 5 juni 2018, IEF 17744; ECLI:NL:GHDHA:2018:1271 (High Point tegen KPN) Octrooirecht. Betoog over geldigheid octrooi EP0522772 zoals verleend achterhaald door centrale beperking van octrooiconclusies en in strijd met de goede procesorde. Proceskosten. Na de centrale beperking van het octrooi is het bij de memorie van grieven door High Point naar voren gebrachte betoog over de geldigheid van het octrooi in ruime vorm achterhaald. Het octrooi wordt in ruime vorm door High Point niet meer verdedigd, het betoog over de geldigheid van het octrooi in de beperkte vorm is in hoger beroep te laat naar voren gebracht en dus buiten beschouwing moet worden gelaten. Er zijn dus geen doeltreffende grieven tegen het oordeel van de rechtbank dat het octrooi niet geldig is. De rechtbank heeft in de nietigheidszaak de vorderingen van KPN terecht toegewezen en heeft in de inbreukzaak de vorderingen van High Point terecht afgewezen. Proceskostenveroordeling €527.307,87.