Geen grond voor een Nederlandse octrooi-inbreukprocedure bij gebrek aan voldoende belang Synthon
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17121; ECLI:NL:RBDHA:2017:10315 (Synthon tegen Yeda) Octrooirecht. Synthon ontwikkelt en produceert generieke geneesmiddelen. Aan Yeda is octrooi EP 749 verleend voor een specifiek "low frequency" doseringsregime voor GA voor behandeling van rrMS. Synthon heeft gevorderd voor recht te verklaren dat een doseringsregime voor GA voor de behandeling van RRMS niet inventief was. De vordering is afgewezen. In Nederland kan geen octrooirechtelijke bescherming voor het in de verklaring voor recht bedoelde doseringsregime verkregen worden, zodat er geen grond is voor een Nederlandse inbreukprocedure. De gevorderde verklaring voor recht heeft geen effect voor eventuele buitenlandse octrooirechten omdat deze door Synthon in zoverre is ingetrokken. Indien de vordering wordt toegewezen bindt deze Yeda buiten Nederland niet en kan Synthon er buiten Nederland geen rechtstreekse rechten aan ontlenen. Er is geen sprake van voldoende zelfstandig belang als bedoeld in art. 3:303 BW.