Conclusie AG: In het kader van het gezichtspunt van de uitvindingsgedachte mee laten wegen of er een intentie was om de beschermingsomvang te beperken
Conclusie AG HR 24 november 2017, IEF 17302; LS&R 1540; ECLI:NL:PHR:2017:1282 (Resolution tegen AstraZeneca-Shionogi) Octrooirecht. Beschermingsomvang. Het “eigen lexicon”-problematiek; rol uitvindingsgedachte als gezichtspunt. Afstandsleer. Toegevoegde materie. In deze octrooizaak over de beschermingsomvang van EP 471 (voor een nieuwe cholesterolremmer) is de vraag of sprake is van een beperkende definitie (“eigen lexicon”) in de beschrijving van het conclusiekenmerk “farmaceutisch aanvaardbaar zout”. Het hof oordeelt [IEF 15698], anders dan de rechtbank [IEF 15120], na een uitvoerige motivering dat de gemiddelde vakman de in paragraaf 7 van de beschrijving gegeven definitie niet limitatief zal opvatten. De cassatieklachten hierover, samengevat inhoudende dat deze uitleg onbegrijpelijk is en in strijd met art. 69 EOV, zie ik niet opgaan. Ik concludeer dan ook tot verwerping van het cassatieberoep.