Octrooirecht  

IEF 17700

Uitspraak ingezonden door Armand Killan, Bird & Bird.

Geen dreigende schade in Nederland op nog niet verleend octrooi, geen locus damni

Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-dreigende-schade-in-nederland-op-nog-niet-verleend-octrooi-geen-locus-damni

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; LS&R 1609; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Octrooirecht. Vordering: gedaagde dient brief aan EOB te sturen met verzoek tot opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure in een aangevraagde divisional EP 006 A. Artikel 6 aanhef en onder e Rv (jo artikel 13 Rv). Voorzieningenrechter is niet bevoegd van de vordering kennis te nemen. Geen (dreigende) schade in Nederland. Overigens ontbreekt de vereiste nauwe band tussen de vordering van eiseres en Nederlands grondgebied en is de vordering van eiseres grensoverschrijdend van aard, terwijl de voorzieningenrechter o.b.v. artikel 6 aanhef en onder e Rv niet grensoverschrijdend bevoegd is.

 

IEF 17690

Ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells

Ook andere vormen van pemetrexed vallen binnen de beschermingsomvang

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17690; ECLI:NL:GHDHA:2018:1105 (Lilly tegen Fresenius; Lilly tegen Teva), https://ie-forum.nl/artikelen/ook-andere-vormen-van-pemetrexed-vallen-binnen-de-beschermingsomvang

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17690; LS&R 1606; ECLI:NL:GHDHA:2018:1105 (Lilly tegen Fresenius); ECLI:NL:GHDHA:2018:1106 (Lilly tegen Teva) Octrooirecht. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep (IEF17211; LS&R1523).  Lilly brengt onder meer het kankergeneesmiddel Alimta® op de markt en is houdster van EP 1 313 508 (EP 508). Het actieve bestanddeel in Alimta® (na oplossing) bestaat uit pemetrexed anionen. In Alimta® zijn de anionen gebonden aan natriumionen en wordt daarmee het pemetrexed dinatriumzout gevormd. Binnen Europa lopen verschillende procedures tussen Lilly en aanbieders van generieke varianten van Alimta®, waaronder Fresenius en Teva. Het was voor de vakman duidelijk dat ook andere vormen van pemetrexed binnen de bredere uitvindingsgedachte van EP 508 vielen, terwijl de beschrijving geen aanleiding gaf te veronderstellen dat er voor de octrooihouder een technische reden was zich niettemin tot de dinatrium zoutvorm te beperken. Derden mochten niet veronderstellen dat Lilly vanwege een technische reden bewust voor pemetrexed dinatrium heeft gekozen. Het pemetrexed dizuur met tromethamine in het product van Teva / Fresenius moet worden beschouwd als technisch equivalent aan pemetrexed dinatrium.

IEF 17670

Staking inbreuk op het HP inkjetcartridge-octrooi

Rechtbank Den Haag 25 apr 2018, IEF 17670; ECLI:NL:RBDHA:2018:4810 (HP tegen Benson c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/staking-inbreuk-op-het-hp-inkjetcartridge-octrooi

Rechtbank Den Haag 25 april 2018, IEF 17670; ECLI:NL:RBDHA:2018:4810 (HP tegen Benson c.s.) Octrooirecht. HP is houdster van EP 1 330 360 getiteld 'Inkjet printhead'. De nieuwheids- en inventiviteitsaanvallen falen.Inbreuk aangenomen op het octrooi van Hewlett Packard: staking en nevenvorderingen toegewezen. De reconventionele vordering tot opheffing van beslagen en monsterneming zijn reeds vervallen wegens niet (tijdig) instellen van een hoofdvordering ex 1019i Rv.

IEF 17654

Conclusie AG: Geen ABC voor werkzame stoffen die niet specifiek en precies identificeerbaar in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi zijn vermeld

HvJ EU 25 apr 2018, IEF 17654; ECLI:EU:C:2018:278 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-geen-abc-voor-werkzame-stoffen-die-niet-specifiek-en-precies-identificeerbaar-in-de-bew

Conclusie AG HvJ EU 25 april 2018, IEF 17654; IEFbe 2558; LS&R 1601; C-121/17; ECLI:EU:C:2018:278  (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences) Octrooirecht – Aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen – Verordening (EG) nr. 469/2009 – Artikel 3, onder a) – Voorwaarden voor verkrijging – Product beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi – Beoordelingscriteria. Conclusie AG:

„Artikel 3, onder a), van [ABC-Vo] staat in de weg aan de afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor werkzame stoffen die niet in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi zijn vermeld. Het feit dat een stof of samenstelling onder de beschermingsomvang van het basisoctrooi valt, is een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde om te worden beschouwd als een product dat wordt beschermd door een octrooi in de zin van artikel 3, onder a), van verordening nr. 469/2009. Een product wordt beschermd door een octrooi in de zin van artikel 3, onder a), van die verordening indien het op de prioriteitsdatum van het octrooi voor de vakman vanzelfsprekend was dat de betrokken werkzame stof specifiek en precies identificeerbaar was in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi. Wanneer het om een combinatie van werkzame stoffen gaat, moet elke werkzame stof van die combinatie specifiek en precies alsook afzonderlijk identificeerbaar zijn in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi.”

IEF 17646

Octrooihouder wenst Nederlands deel niet te verdedigen, dat deel wordt vernietigd

Rechtbank Den Haag 11 apr 2018, IEF 17646; ECLI:NL:RBDHA:2018:4591 (Acteon tegen Dürr Dental), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooihouder-wenst-nederlands-deel-niet-te-verdedigen-dat-deel-wordt-vernietigd

Rechtbank Den Haag 11 april 2018, IEF 17646; ECLI:NL:RBDHA:2018:4591 (Acteon tegen Dürr Dental) Octrooirecht. Acteon houdt zich bezig met de verhandeling van onder meer diagnostische apparatuur voor de tandheelkundige markt. Tot haar assortiment behoort de PSPIX-scanner voor het uitlezen van opslagfolies voor röntgenfoto’s. Kenmerkend voor de PSPIX-scanner is dat de folies kunnen worden uitgelezen en vervolgens gewist, zodat deze opnieuw kunnen worden gebruikt. Dürr Dental is houdster van EP19292371B1, maar wil afstand doen van het Nederlandse deel. Dat is niet mogelijk i.v.m. de onderhavige procedure. In haar conclusie van antwoord aangegeven dat zij het Nederlandse deel van EP 371 niet wenst te verdedigen. Er wordt geen verweer gevoerd tegen de nietigheidsargumenten. Onder deze omstandigheden kan de onderhavige nietigheidsprocedure dan ook worden aangemerkt als een vooruitgeschoven niet-inbreukverweer in de hiervoor bedoelde zin. Nu gedaagde geen verweer voert, wordt het Nederlands deel van het Europees octrooi vernietigd. Nevenvorderingen afgewezen (onvoldoende onderbouwd). Geen sprake van rauwelijks dagvaarden. Gedaagde is de in het ongelijk gestelde partij. Proceskosten tot en met dagvaarding o.b.v. artikel 1019h Rv. Voor wat betreft het resterende geschilpunt over de proceskosten geldt het normale liquidatietarief.

IEF 17642

Geen plaats voor verlening van een ABC voor een combinatieproduct nu voor eerste werkzame stof al een ABC is verleend

Rechtbank Den Haag 10 apr 2018, IEF 17642; ECLI:NL:RBDHA:2018:4081 (Schering tegen Octrooicentrum NL), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-plaats-voor-verlening-van-een-abc-voor-een-combinatieproduct-nu-voor-eerste-werkzame-stof-al-ee

Rechtbank Den Haag 10 april 2018, IEF 17642; LS&R 1598; ECLI:NL:RBDHA:2018:4081 (bedrijf tegen Octrooicentrum NL) Octrooi EP0720599B1. Aanvullend beschermingscertificaat (ABC) combinatieproduct. Uit de door het HvJ EU gegeven uitleg aan artikel 3 in Actavis/Sanofi en Actavis/Boeringer volgt dat in deze situatie, waarin het combinatieproduct bestaat uit enerzijds een werkzame stof die als zodanig (‘as such’) wordt beschermd door het basisoctrooi en het voorwerp (‘subject matter’) uitmaakt van de geoctrooieerde uitvinding en anderzijds uit een werkzame stof - deel uitmakend van een niet gelimiteerde groep biosyntheseremmers - die niet als zodanig wordt beschermd door datzelfde basisoctrooi en niet het voorwerp van de uitvinding vormt, geen plaats is voor verlening van een ABC voor het combinatieproduct, nu voor de eerste werkzame stof op basis van een eerdere handelsvergunning al een op hetzelfde basisoctrooi gegrond ABC is verleend. De rechtbank verwijst in het bijzonder naar par. 36-38 van Actavis/Boehringer en de verwijzing daarin naar par. 41 en 30 in Actavis/Sanofi.

IEF 17632

Opzegging service- en beëindiging licentieovereenkomst CLIPS-peptides

Rechtbank Den Haag 18 apr 2018, IEF 17632; ECLI:NL:RBDHA:2018:4422 (Bicycle Therapeutics tegen Pepscan), https://ie-forum.nl/artikelen/opzegging-service-en-be-indiging-licentieovereenkomst-clips-peptides

Rechtbank Den Haag 18 april 2018, IEF 17632; 1597; ECLI:NL:RBDHA:2018:4422 (Bicycle Therapeutics tegen Pepscan) Samenwerking. BT heeft Pepscan benaderd om een licentieovereenkomst (PLA) en serviceovereenkomst (FSA) te krijgen voor de exclusieve leverantie van CLIPS-peptides. Licentienemer BT heeft FSA (waarin exclusieve leverantie CLIPS-peptides ten gunste van octrooihouder was opgenomen) opgezegd conform opzeggingsbepaling. Vervolgens heeft octrooihouder PLA beëindigd wegens wanprestatie licentienemer. In geschil is of beëindiging PLA terecht is. Uitleg artikel 3.2 PLA waarin is opgenomen dat partijen te goeder trouw moeten onderhandelen over totstandkoming FSA. Haviltex. Taalkundige uitleg: nadat FSA is gesloten, is dit artikel uitgewerkt. Geen feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan andere dan taalkundige uitleg prevaleert, te weten dat de PLA is gesloten onder de voorwaarde dat de octrooihouder exclusief leverancier zou zijn en blijven. Geen wanprestatie licentienemer op basis van dit artikel. Wel voorshands aannemelijk dat licentienemer geheimhoudingsclausule heeft geschonden en dat octrooihouder PLA op deze grond mocht beëindigen. BT wordt toegelaten tegenbewijs te leveren.

IEF 17630

AEBI Schmidt behield het spoedeisend belang

Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 17630; ECLI:NL:GHDHA:2017:4155 (Aebi Schmidt tegen Rasco), https://ie-forum.nl/artikelen/aebi-schmidt-behield-het-spoedeisend-belang

Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 17630; ECLI:NL:GHDHA:2017:4155 (Aebi Schmidt tegen Rasco) Spoedeisend belang. Octrooirecht. Aebi Schmidt is houdster van EP0995838 voor een 'vrachtwagen met een daarop afneembaar opgebouwd opzetwerktuig'. Rasco houdt zich bezig met verhandeling van wintermachines voor wegbeheer. Op de Reinigingsdemodagen in Lelystad is een vrachtwagen met een onder de beschermingsomvang van EP 838 vallend opzetstrooiwerktuig getoond. Na aanbesteding en na de schouw van werktuigen, werd de aanbesteding ingetrokken, en kwam de concrete dreiging van inbreuk door geïntimeerde te vervallen. Aebi hoefde niet af te leiden dat geïntimeerden op de markt zou komen met haar inbreukmakende werktuigen. Aebi kon onder de hiervoor weergegeven omstandigheden, waarbij slechts twee eerdere aanbiedingen en geen leveringen hebben plaatsgevonden en geïntimeerden na sommatie steeds feitelijk ieder inbreukmakend handelen heeft gestaakt, niet het verwijt worden gemaakt dat zij onvoldoende voortvarend heeft opgetreden in de periode tot medio 2015. Zij behield daarom spoedeisend belang bij een voorlopige maatregel toen medio 2015 duidelijk werd dat geïntimeerden daadwerkelijk en niettegenstaande EP 838 met inbreukmakende werktuigen in Nederland op de markt zou gaan komen. Het Hof vernietigt het vonnis [IEF 15301].

IEF 17618

Niet in strijd met de op haar rustende ‘artikel 6:2 lid 1’-verplichting om een concreet product van een variant te verlangen na inbreukvonnis

Hof Den Haag 14 nov 2017, IEF 17618; ECLI:NL:GHDHA:2017:4156 (Ruby Decor-Aparto tegen Basic Holdings), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-in-strijd-met-de-op-haar-rustende-artikel-6-2-lid-1-verplichting-om-een-concreet-product-van-ee

Hof Den Haag 14 november 2017, IEF 17618; ECLI:NL:GHDHA:2017:4156 (Ruby Decor-Aparto tegen Basic Holdings) Octrooirecht. Executie. In de kern gaat het onderhavige geschil over de vraag of Basic Holdings gehouden was de vraag van Ruby Decor, of Basic Holdings van mening was dat Ruby Decor dwangsommen zou verbeuren uit hoofde van Vonnis I indien zij met een sfeerhaard conform Variant 1, 2 of 3 op de markt zou komen, te beantwoorden. De op grond van artikel 6:2 BW door de redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding tussen partijen die ontstaat na betekening van een vonnis waarin een inbreukverbod is opgelegd, is beperkt tot de reikwijdte van dat verbod. Ruby Decor heeft aan Basic Holdings voorgelegd of de Varianten 1, 2 of 3 volgens Basic Holdings onder de reikwijdte van het opgelegde inbreukverbod vielen, maar er waren slechts een beperkt aantal (één per variant) zeer abstracte tekeningen gevoegd. BH heeft on concreet product gevraagd, maar niet ontvangen. De grieven die erop zijn gebaseerd dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat Basic Holdings ongerechtvaardigd heeft geweigerd duidelijkheid te verschaffen over de te innen dwangsommen voor Varianten 1, 2 of 3 dwangsommen zou innen, slagen niet.

IEF 17615

Uitspraak ingezonden door Otto Swens en Tjerk Sigterman, Vondst.

Fulvestrant formulation-octrooien toch niet inventief

Rechtbank Den Haag 11 apr 2018, IEF 17615; ECLI:NL:RBDHA:2018:4127 (Sandoz tegen Astrazeneca), https://ie-forum.nl/artikelen/fulvestrant-formulation-octrooien-toch-niet-inventief

Rechtbank Den Haag 11 april 2018, IEF 17615; LS&R 1593; ECLI:NL:RBDHA:2018:4127 (Sandoz tegen Astrazeneca) Octrooirecht. AstraZeneca is houdster van EP 1 250 138 B2 en EP 2 266 573 die behoren tot de octrooifamilie "Fulvestrant formulation" en een preparaat NL 1 1017 075 C2. Anders dan de rechtbank met een inbreukverbod en gebod tot verwijdering uit de G-standaard [IEF 16152] en door het Hof bekrachtigd [IEF 17231]), oordeelt de bodemrechter dat deze octrooien niet inventief zijn. Vakman zou op zoek gaan naar formulering waarvan hij weet dat klinische tests goede resultaten gaven, zou tweede document vinden en met redelijke verwachting van succes formulering daar genoemd testen. De rechtbank vernietigt het Nederlandse deel van het Europese octrooi EP 138 en EP 573 en verklaart voor recht dat het Nederlandse octrooi NL 075 sinds 11 februari 2015 niet de in de artikelen 53, 53a, 71 en 73 ROW bedoelde rechtsgevolgen heeft.