Prejudiciële vragen: over de bevoegdheid van douaneautoriteiten
Douanewetboek. Intellectuele eigendom (namaak/piraterij), modellenrecht. TRIPS-verdrag.
In februari 2010 wordt in de databank voor modellen in Estland een fles ingeschreven op naam van OÜ Acerra. In december van dat jaar arriveert een zending flessen mondspoelwater afkomstig van de Oekraïense firma OOO Galterra bij verzoekster. Acerra stelt vervolgens dat verzoekster een product probeert te leveren dat verpakt is in flessen die modelrechtelijk zijn beschermd. De douane verricht onderzoek en stelt vast dat er door de grote mate van overeenstemming gegronde verdenking op namaak bestaat. Zij houdt de voor verzoekster geleverde goederen vast in een douane-entrepot en vraagt Acerra om een beoordeling van het product. Acerra bevestigt begin 2011 dat de flessen identiek zijn aan haar gedeponeerde model. Verzoekster vraagt vrijgave van de goederen maar dat wordt afgewezen omdat dat inbreuk zou maken op Vo. 1383/2003.
Verzoekster gaat in beroep omdat zij van oordeel is dat (zoals in artikel 2 van Vo. 1383/2003 bepaald) de douaneautoriteiten in een procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht moeten aantonen dat het goederen betreft die door piraterij zijn verkregen. Het is onvoldoende dat alleen Acerra heeft verklaard dat er van inbreuk sprake is. Verweerster meent echter dat er sprake is van zoveel gelijkenis dat de goederen kunnen worden verward met het gedeponeerde model.
De verwijzende Estland rechter vraagt zich echter af of douaneautoriteiten bevoegd zijn om een inbreuk op een IE-recht vast te stellen, en stelt het HvJ EU de volgende vragen:
1) Kan de in artikel 13, lid 1, van verordening nr. 1383/2003 genoemde „procedure [die] is ingeleid om te bepalen of […] een intellectueel eigendomsrecht is geschonden”, ook worden gevoerd bij de douanedienst, of dient de in hoofdstuk III van de verordening behandelde „bevoegde autoriteit [die] een besluit ten gronde kan nemen” gescheiden te zijn van de douaneautoriteiten?
2) In punt 2 van de considerans van verordening nr. 1383/2003 wordt als doelstelling van de verordening bescherming van de consumenten genoemd, en overeenkomstig punt 3 van die considerans moet in een procedure worden voorzien die de douaneautoriteiten de mogelijkheid geeft het verbod om goederen die inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht in het douanegebied van de Gemeenschap binnen te brengen, zo doeltreffend mogelijk te handhaven, zonder evenwel de in punt 2 van de considerans van deze verordening en in punt 1 van de considerans van uitvoeringsverordening nr. 1891/2004 genoemde vrijheid van het legitieme handelsverkeer in het gedrang te brengen.
Is het met deze doelstellingen verenigbaar dat de in artikel 17 van verordening nr. 1383/2003 vastgelegde maatregelen alleen kunnen worden toegepast wanneer de houder van het recht de in artikel 13, lid 1, van de verordening genoemde procedure tot vaststelling van een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht inleidt, of moet met het oog op een zo doeltreffend mogelijke verwezenlijking van deze doelstellingen, ook de douaneautoriteit de mogelijkheid hebben om de desbetreffende procedure in te leiden?
Prejudiciële vragen gesteld door Cour de Cassation, Frankijk.
Tim Kuik van auteursrechtorganisatie Stichting Brein wijst er op dat een downloadverbod nog niet compleet van de baan is: op dit moment buigt het Europese Hof van Justitie zich over de vraag of er in Nederland een downloadverbod ingevoerd moet worden. De Hoge Raad vermoedt dat het in strijd met het Europees recht is dat downloaden uit illegale bron in Nederland is toegestaan [vermoedelijk is bedoeld
Patstelling duurt voort. Met deze status quo duurt de politieke patstelling voorlopig voort, want Teeven rept ook verder niet meer over modernisering van het auteursrecht. Teleurstellend, vindt D66-kamerlid Kees Verhoeven. "Het is jammer dat nu een downloadverbod van de baan is, de discussie over het auteursrecht lijkt te stoppen", aldus Verhoeven tegen Tweakers.
Wat we nodig hebben is een systeem dat gebruikt maakt van nieuwe technologieën en de verspreidingsmogelijkheden die daarmee gepaard gaan, in plaats van een stelsel dat hardnekkig blijft vasthouden aan rigide wetgeving van vóór het digitale tijdperk. Anders dan wel gesuggereerd wordt, hoeven internet en auteursrecht elkaar niet in de weg te staan. Het internet kan auteurs juist ook helpen, door hen snel en gemakkelijk in contact te brengen met het publiek, dat op zijn beurt eenvoudig en snel toegang heeft tot materiaal. Handhaving moet dan ook plaatsmaken voor andere betaalmodellen, en de vergroting van het legale aanbod van muziek en films op internet.
Wat hebben we nu:
Onrechtmatige publicatie. Aantasting goede naam op websites. Rectificatie.
Stakeholders dialogue on copyright "Licences for Europe".
Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 10 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie:
Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink,
Als randvermelding. Procesrecht. Bevoegdheidsincident in kort geding, mondeling vonnis gewezen in verband met spoedeisendheid. Bevoegdheid van rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Arnhem, na inwerkingtreding van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart (
Als randvermelding. Onrechtmatige publicaties. Heimelijke opnamen en vermelden namen van UWV-medewerkers op website. Bedreigingen via social media.
Executievonnis. LinkedIn-profiel is persoonlijke profiel. Door maatman-consument te googelen profielpagina. Overtreding verbod van ondergeschikte aard. Verbod op executie van dwangsommen en opheffing executoriaal (derden)beslag.